Samenwerking met werktuigen Bouwplan en organische stof- voorziening 7 Ing. C. VLOT Consulentschap Akkerbouw in N.-H., Schagen. In de praktijk kan het ook een combinatie van samen werken tussen boeren en met de loonwerker zijn. Het is minder belangrijk welke vorm wordt gekozen, als het doel: Het behoud van of een beter bedrijfsresultaat maar bereikt wordt. Samenwerking is één van de mo gelijkheden om tot schaalvergroting te komen. MACHINERING 1WET hetzelfde doel is enige jaren geleden in de Noord- oostpolder een machinering opgericht na zich hier over georiënteerd te hebben in Duitsland. Deze machi nering telt nu ongeveer 355 leden met een jaaromzet aan verrichte diensten van ruim 1 miljoen gulden! In 1974 is de machinering samengevoegd met de be drijf sverzorgingsdienst tot de „Coöperatieve Machine- en Bedrijfsverzorgingsring Noordoostpolder W.A." met 750 leden. In navolging van de N.OJPolder is er in 1973 in de Wieringermeer en in 1974 in de Haarlemmermeer een machinering opgericht Totaal zijn er nu 8 in Ne derland. In West-Duitsland ongeveer 240. De machine ring zelf bezit geen eigen machines, deze zijn van de individuele leden, combinaties en loonwerkers. De bedoeling van een machinering is om de aanwe zige werktuigen in een bepaald gebied beter te benut ten en afspraken te maken t.a.v. aankoop van nieuwe werktuigen om zo tot een doelmatige mechanisatie te komen in een bepaald gebied. Dit komt het best tot zijn recht als ook de loonwerkers in de machinering mee werken. In overleg met de ring kan nagegaan worden of het zinvol is dat een bepaalde machine door een lid wordt aangeschaft. Deze procedure wordt gevolgd als de koper een garantie wil hebben voor een bepaalde hoeveelheid werk. IN 'T KORT Net is in het algemeen niet aan te hevelen direkt met een volledige samenwerking van start te gaan. Met een paar werktuigen beginnen is he ter, daar men elkaar dan leert kennen. De tijd zal dan wel leren of er een basis is voor verdere samenwerking. ■3|C- Samenwerkingsvormen geven de mogelijkheid de investeringen per bedrijf te beperken en gro tere werktuigen op rendabelere wijze te earploi- teren. Dit is, vooral in verband met het te beha len arbeidsinkomen, belangrijk. Bij de machinering als samenwerkingsvorm zijn de beste resultaten te verwachten als een goed samenspel tot stand kan worden gebracht tussen de boeren met machines, loonwerkers en be drijf sverzorgingsdiensten. SCHRIFTELIJKE VASTLEGGING DEN samenwerkingsvorm, hetzij met collega's en of met loonwerker dient schriftelijk te worden vastge legd. Een schriftelijke overeenkomst is echter geen voor waarde voor „goede samenwerking". Het is wel een goed uitgangspunt en een noodzakelijk iets. Een schriftelijke overeenkomst heeft het voordeel dat men zich duidelijk van te voren bewust wordt, waaraan men begint. Er kunnen situaties ontstaan waarbij het UOEWEL samenwerking zo oud is als de landbouw zelf, is deze vorm van bedrijfsexpoitatie de laatste 25 jaar steeds meer in de belangstelling gekomen. De laatste ja ren is het aantal samenwerkingsvormen vrij sterk toege nomen. Dit is veroorzaakt door het toenemende aantal éénmansbedrijven, de stijgende bewerkingskosten en de ontwikkeling bij de mechanisatie naar grotere en duurde re machines. Naarmate de capaciteit van machines toeneemt, is een grotere oppervlakte nodig om ze rendabel te kunnen ex ploiteren. In het westen van het land is bijna 50 van het aantal akkerbouwbedrijven kleiner dan 25 ha en in Zeeland en Friesland is dit nog meer dan 50 Dan wordt het begrijpelijk dat we bij volledige mecha nisatie van teelttechnieken naar gewijzigde exploitatie vormen groeien. Het is en het wordt voor steeds meer bedrijven een economische noodzaak om de bedrijfsorganisatie aan te passen om de steeds stijgende bewerkingskosten in te dammen. Deze kostenstijging kan de laatste jaren maar voor een klein gedeelte opgevangen worden door hoge re prijzen en kg-opbrengsten. Men krijgt door samenwerking een betere investerings spreiding en dat is gezien de sterke stijging van de ver mogensbehoefte, zeer belangrijk. Voor een pachtbedrijf was de vermogensbehoefte in 1954 ongeveer f 1.600 per ha en dat is in 1975 tot boven de ƒ4.000 per ha gekomen. SAMENWERKINGSVORMEN PR zijn verschillende vormen van samenwerking mo- gelijk die vaak afhankelijk zijn van de aanwezige arbeidskrachten op de bedrijven. Zo kunnen we noe men: werktuigencombinaties, waarbij de bedrijven onder ling gebruik maken van de gezamenlijk aangeschaf te werktuigen. Dit kan asl er sprake is van voldoen de arbeid op de bedrijven Is er een krappe arbeidsbezetting op de bedrijven binnen de werktuigencombinatie, dan kan ook ge dacht worden aan uitwisseling van arbeidskrachten. Dus -de arbeid in een pool. Bij een te krappe arbeidsbezetting kan er gebruik gemaakt worden van de loonwerker of werktuigen- coöperatie, die bij de machines ook voor bedienings personeel zorgt. Als we praten over samenwerking dan houdt dat dus niet alleen in het samenwerken tussen 2 of meer akker bouwbedrijven. Ook de samenwerking met de loonwer ker valt hieronder en daar verstaan we dan niet onder als er incidenteel een keer gebruik gemaakt wordt van de loonwerker. Bij samenwerking gaan we er vanuit dat er een kontrakt (af mondelinge afspraak) is met de loonwerker. Het kan ook een collectieve overeenkomst zijn met de loonwerker. Dit laatste zien we steeds mer naar voren komen. ZELFSTANDIGHEID VAAK wordt aangenomen dat met samenwerking tus- sen bedrijven een stuk zelfstandigheid verloren gaat. Is dat zo? Samenwerking is natuurlijk niet vrij blijvend. Jegens elkaar schept men rechten en plichten bij het aangaan van samenwerking. Volgens een L.E.I.- enquête blijkt echter dat 4 van de 5 ondervraagde sa- menwerkers niet het gevoel hebben dat hun zelfstandig heid is beïnvloed door samenwerking. Waarom zou de zelfstandigheid van de boer die met zijn buurman samenwerkt meer beperkt zijn dan in het geval hij veelvuldig gebruik maakt van de loonwerker? Verschil van mening hierover zal waarschijnlijk veroor zaakt worden door het feit dat het begrip zelfstandig heid niet voor iedereen dezelfde inhoud heeft BEDRIJFSORGANISATIES IfOOR het kleine en middelgrote akkerbouwbedrijf blijkt dat samenwerking tot betere bedrijfsresultaten kan leiden dan bij individuele mechanisatie. Om de dure werktuigen aan het werk te houden wordt ook extra arbeid aangehouden. De beschikbare arbeidskrachten kunnen beter ingezet worden binnen de samenwerkings vorm en dit maakt het mogelijk dat er belangrijk meer effectieve velduren gemaakt kunnen worden. Dit geldt ook voor de werktuigen. Genoemde organisatie kan uiteindelijk leiden tot een hoger arbeidsinkomen per ha. Bij samenwerking is tevens een betere organisatie van de najaarswerkzaamheden gemakkelijker uitvoerbaar, en dat is een belangrijke zaak, vooral op de zware grond. Voor de struktuur van de grond en de opbrengsten in het volgende jaar is het van belang dat de herfst werk zaamheden in de eerste helft van november zijn afge lopen. zonder meer belangrijk is dat één en ander op papier is vastgesteld. Dit kan het geval zijn bij verloop van het bedrijf, bedrijfsovername door familielid, bij overlijden. Een mens is vergeetachtig en als men later niet goed meer weet wat men is overeengekomen, dan ontstaat er gemakkelijk verschil van mening. Er wordt wel eens gezegd, een kontrakt wordt opgesteld in vredestijd en men heeft het nodig in oorlogstijd. Welke rechtsvorm gewenst is, is afhankelijk van de omvang van samen werking. Het is in de praktijk gebleken dat er duidelijke afspraken dienen te zijn t.a v. de uitvoering van de werkzaamheden. SOCIAAL ASPEKT In dit opzicht zijn er wel enkele voordelen te noemen bij samenwerking: 'het minder gebonden zijn aan het bedrijf; het gemakkelijker werken; de mogelijkheid om elkaar te vervangen; bij ziekte kan het bedrijf toch doorgaan; men kan profiteren van eikaars kwaliteiten en teelt- technische kennis, en het minder alleen zijn. Samenwerking komt pas volledig tot zijn recht als er ook uitwisseling van arbeidskrachten plaatsvindt. Hoe goed een samenwerking ook mag verlopen, het vraagt altijd nog een bepaalde mate van aanpassing. Maar dit is niet alleen het geval bij samenwerking. Het zal vaak van plaatselijke omstandigheden afhangen en van men taliteit welke vorm van samenwerking men prefereert. Tevens heeft de praktijk geleerd dat het altijd aan te bevelen is een samenwerkingsovereenkomst schriftelijk vast te leggen. Ing. J. MULDER in „Aspekten van de Landbouw in de IJSSELMEERPOLDERS", december 1975. Door een intensief grondgebruik kan de organische stof-voorziening op verschillende akkerbouwbedrijven enigszins in de knel komen. Dit is met name het geval op bedrijven met een zeer hoog percentage rooivruch- ten De mogelijkheden om met of na de te telen rooi- vruehten extra plantaardige organische stof aan te voe ren zijn beperkter. Door onderzoek van de laatste jaren is komen vast te staan, dat de humusvorming van de verschillende vormen van organische bemesting niet ge lijk is. Als maatstaf voor de bijdrage aan de humusvor ming wordt de zogenaamde humifikatie-koëfficiënt ge bruikt. Hiermee wordt aangegeven, welk gedeelte van de aangevoerde hoeveelheid organisch materiaal na een jaar nog als organische stof in de grond aanwezig is, dus gehumificeerd is. De organische stof, die na humifikatie overblijft, wordt ook wel „effektieve" organische stof genoemd. HOEVEEL „EFFEKTIEVE" ORGANISCHE STOF LEVEREN DIVERSE GEWASSEN? Tabel I geeft een overzicht van de hoeveelheid „effek tieve" organische stof, die verschillende akkerbouwge wassen op of in de bouwvoor achterlaten. Tabel 1. Hoeveelheid „effektieve" organische stof van diverse gewassen. Gewas Hoeveelheid „effektieve' organische stof in kg/ha Aardappelen ®7J> Suikerbieten (inklusief koppen en blad) 1275 Wintertarwe (exklusief stro) 1640 Haver (exklusief stro) 1570 Zaai-uien 150 Italiaans raaigras (onder dekvrucht) 1220 Italiaans raaigras (in de stoppel) 1070 ORGANISCHE STOF-VOORZIENING Met behulp van de „effektieve" organische stof-nor- men kan benaderd worden, hoe de organische stof-voor ziening bij een bepaald bouwplan verloopt. Om een en ander te illustreren is de organische stof- voorziening bij drie bouwplannen nader uitgewerkt. De gekozen bouwplannen zijn: (Zie verder pag. 14).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 7