ELEKTRONISCHE REKENMACHINES TRIUMPH 81 S 98.- VINK Men zegt dat een boer A. kritisch is. Wy kennen er zo'n 20.000. yOEKHANDEL Cehave nv Veghel CHV mengvoeders Engels raatgras vroeg hooitypa. Al nummer 1 op de Nederlandse excl. BTW Uit voorraad leverbaar vanaf excl. laadapparaat Markt 12 1/o Stadhuis Axel - tel. 2020 Een boer is kritisch, zegt men. Dat zou betekenen, dat hij de aankoop van I j zijn mengvoeders kritisch bekijkt. En dus \Si kiest voor een mengvoeder dat leidt tot lage voerkosten per kilogram groei, per produkt. Tegen minimale prijzen. Wij kennen zo'n 20.000 kritische boeren. Afnemers van CHV-mengvoeder. En cijfers van officiële instanties wijzen uit, dat zij een goede greep hebben gedaan. Door CHV-mengvoeder te kiezen.Telt Nederland nog meer kritische boeren? Gezond fiscaal beleid voor zelfstandigen in het bijzonder in land en tuinbouw 1 barvestra MIMIIll li b Barenbrug Holland B.V., Oosterhout (GId.). Telefoon (08818) 545 CHV voll. opfokmeel 1 m.a.c. 50,00 CHV voll. legmeel 47,20 CHV braadkuikenvoer 1 en 2 m.a.c. 53,20 CHV rundveebrok A/jongveebrok 37,60 CHV vleesvarkenskorrel 45,20 CHV voll. zeugebrok 43,20 Telefoon 04130-82255, toestel 355. 16 Prijzen per 100 kg., excl. 4% BTW, franco boerderij bij 8 tons bulklevering. Bij grotere afname geldt een extra korting Ook geringere kwanta leverbaar. Staatssecretaris van Financiën, Drs. M. J. VAN ROOIJEN, op Algemene vergadering ZLM (Vervolg van pag. 11) teneinde de agrariërs er toe te brengen om te opteren voor normaal ondernemerschap. Tenslotte bindt het voor stel de Landbouwregeling aan een maximum; landbouw bedrijven, waarvan de omzet meer is dan 50.000 reken- eenheden, d.i. ongeveer 175.000, komen niet voor de landbouwregeling in aanmerking. DE wijzigingen, die het voorstel in de landbouwrege ling wil aanbrengen, zijn voor Nederland niet zon der problemen. U bent zich ongetwijfeld bewust van de grote belangen, die hierbij een rol spelen. Daarbij komt nog, dat de voorgestelde wijzigingen uitvoeringstechnisch weinig aantrekkelijk zijn, omdat zij het aantal in de b.t.w.-heffing te betrekken agrariërs aanmerkelijk zul len verhogen. Van Nederlandse zijde moet er voor gewaakt worden, dat de nationale verworvenheden op dit gëbied niet zondermeer worden prijsgegeven. Een zekere vrijheid van de Lid-Staten bij het uitwerken van de Landbouw regeling is te verkiezen boven een al te grote perfectie in de bt.w.-harmonisatie. /Gezien de laatste onderhan delingen op Raadsniveau lijkt het aannemelijk, dat een zekere vrijheid van de Lid-Staten voorshands kan wor den gewaarborgd. Hierbij wil ik nog aantekenen, dat er in de besprekingen over de 6e richtlijn weliswaar vor deringen zijn geboekt, doch deze zijn niet van zodanige aard, dat ze kan worden gerekend op een spoedige in voering van de richtlijn. In de toekomst zullen de landbouwbelangen zeker ook een rol spelen bij andere harmonisaties. Als voorbeeld noem ik U de positie van de coöperatieve verenigingen in een geharmoniseerde vennootschapsbelasting. Coöpe raties vormen met name in de agrarische sector een be langrijke schakel tussen de ondernemer en zijn leveran ciers en afnemers. Vooralsnog is deze kwestie niet aan de orde, daar de voorstellen van de Commissie zich nog niet uitstrekken tot de grondslag van de vennootschaps belasting, doch zich beperken tot de integratie van in komsten- en vennootschapsbelasting. 'Op langere termijn zal echter niet ontkomen kunnen worden aan een her bezinning op het Nederlandse regime voor coöperatieve verenigingen. Het is niet alleen de Europese Gemeenschap, waarin een steeds hechtere integratie van de Europese econo mieën tot uiting komt. Er is ook een zekere spontane onderlinge aanpassing tussen de Europese landen, die voortvloeit uit de intensivering van de onderlinge be trekkingen. Voor menig besluit in de sociale en economi sche sfeer is het daarom van belang niet al te zeer uit de pas te loüen met de buurlanden. IN dit verband wil ik U wijzen op de brief, die de Minister van Landbouw en Visserij op 25 juni van dit jaar gestuurd heeft aan de Tweede Kamer. In deze brief wordt een vergelijking gemaakt van de belasting druk van de landbouw in de landen der Europese Ge meenschap. Het meest in het ooglopende verschil bij de belastingheffing is de forfaitaire heffing, zoals deze wordt toegepast in West-Duitsland, België en Frankrijk ten opzichte van de belastingheffing over de werkelijk behaalde winst in 'Nederland, Denemarken en het Ver enigd Koninkrijk. Bij de forfaitaire heffingsmethode wordt er belasting geheven over een 'bepaald bedrag per hectare, ongeacht de werkelijke opbrengst. In de brief aan de Tweede Kamer is aangegeven, op welke wijze deze methode in Duitsland, België en Frankrijk wordt toegepast. Het blijkt dan, dat bij de forfaitaire me thode de facto minder belasting wordt geheven dan bij de in Nederland toegepaste heffing over de werkelijke winst. Overigens is volgens de brief de belastingdruk op de landbouw in Nederland niet de hoogste van de E.G.; in Denemarken en in het Verenigd Koninkrijk ligt de belastingdruk hoger. Vooropgesteld dient te worden, dat de forfaitaire heffingsmethode verband 'houdt met de in België, Duitsland en Frankrijk. Terwijl 87 van de relatief slechte bedrijfsadministratie van de agrariërs Nederlandse argrrrërs een boekhouding voeren, is dat percentage in Bel^ 5,5, in Duitsland 6,2 en in Frank rijk 2,5. IK zou mijn betoog willen afronden met enige opmer kingen over de inkomensontwikkeling in de agra rische sector, met name bezien vanuit de fiscale invals hoek. In de 'brief van de Minister -van Landbouw en Vis serij aan de Tweede Kamer van 7 nov. 1975, die handelt ever de inkomensontwikkeling in de land- en tuinbouw, wordt geen onverdeeld gunstig beeld gschetst van de rentabiliteits- en inkomensontwikkeling in de landbouw voor de jaren 1975 en 1976. De Minister constateert, dat de inkomens in land- en tuinbouw de laatste jaren onder druk staan door een sterke stijging van het kostenniveau en een achterblijvend prijsniveau van agrarische pro- dukten. Weliswaar belooft het jaar 1975/1976 door kli matologische en marktomstandigheden voor bepaalde sectoren een relatief gunstig jaar te worden, maar toch mag verwacht worden dat op een aantal bedrijven zeer lage inkomens zullen worden behaald. Deze ontwikke ling zou met name de kleine bedrijven met geringe weerstandskracht in hun voortbestaan bedreigen. In mijn opmerkingen over het inkomensbeleid heb ik al stil gestaan bij de problematiek van de ongunstige ontwikkeling van de verhouding tussen kosten en prijzen voor de zelfstandigen- Daarop wil ik nu niet meer terug komen, doch Uw aandacht vragen voor de suggesties, die er gedaan worden in de nota „Groen Licht 1975" van de K.V.P., A.R.P. en C.H.U. Daarin wordt erop gewezen, dat het inkomen van zelfstandigen een tweedelige func tie heeft, waarmee het huidige belastingstelsel nauwe lijks rekening 'houdt. Enerzijds, aldus de nota, moet het inkomen een verteerbaar „gezinsinkomen" opleveren, anderzijds dient uit het inkomen het bedrijf zodanig in stand te kunnen worden gehouden, dat het in de toe komst een aangepaste inkomensvorming kan blijven op leveren. In de nota wordt de gedachte van een „eigen rechtsvorm" voor landbouw en middenstand geopperd, die in het bijzonder is bedoeld om een eigen belasting beleid voor deze sectoren te voeren. Vooralsnog denkt (Zie verder pag. 23)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 16