11 t/rn 17 DECEMBER
Wettelijke (verkeers)
voorschriften
bij caravans
Kampeerwet
en caravan
is
caravan
vai
yOÖR het gebruik van één-assige aanhangwagens
daartoe ook de tandemiassers te rekenen zoals die
bij caravans voorkomen geldt een aantal wettelijke voor
zal de lezer duidelijk zijn dat we in het kader van
dit blad moeten volstaan met enkele algemene gege
vens over deze Caravan RAI. Met eeq bruto-oppervlakte van
50.000 m2 en netto ruim 30.000 m2, waar iron kan rond
kijken in mooi verzorgde stands, veel groen en bloemen zal
het niet meevallen een verantwoorde keuze te maken uit het
zeer gevarieerde en grote aanbod, dat op de 133 stands ge
toond wordt. Daarvan zijn er 71 met caravans met te samen
116 meiken en 600 modeUen uit 12 landen. Er zijn 30 stands
met toe re aravans, 37 met stacaravans, 20 met vouwcaravans
en 8 met kampeerauto's. Daarbij nog de verschillende stands
met onderdeden en accessoires die de doe het zeiver de mo
gelijkheid biedt de inrichting van zijn 2e huis naar zijn wen
sen in te richten dan wel aan te passen. Voor diegenen die
in veelheid van hetgeen er te zien is dreigen te „verdrin
ken" zijn er de voorlichtingsstands van de ANWB en de
Nederlandse Caravan Club, die de belangstellende gaarne
een verantwoord advies kunnen en willen geven!
|^|A een korte stagnatie als gevolg van de oliecrisis zet
de caravan in Europa zijn opmars voort. Begin 1975
waren er naar schatting circa 2,4 miljoen in gebruik en dit
schriften. Enkele van de belangrijkste zijtr
Registratiebewijs/Identiteitsbewijs. Bij één-assige aan
hangwagens met een totaal gewicht van 750 kg of meer, dient
een registratiebewijs aanwezig te zijn.
De leverancier van de aanhangwagen verstrekt dit regis
tratiebewijs bij aflevering. De Rijksdienst voor het Wegver
keer voert de zogenaamde type-keuring uit, die voor het
verkrijgen van een goedkeuring van de aanhangwagen nood
zakelijk is. Bijzondere aandacht verdient het feit dat d)e 750
kg aanduiding het totaalgewicht betreft; ten onrechte wordt
vaak gedacht dat het om het afleveringsgewidht gaat. In de
praktijk komt het echter neer op het afleveringsgewicht, ver
betekent een stijging met bijna 15 in één jaar tijds. Bij
vergelijking tussen de cijfers van de verschillende landen
valt op:
dat de groei van het caravannen thans in wat zuidelijker
en zonniger landen als Frankrijk en Italië naar ver
houding sneller gaat dan in de traditionele caravanlan-
den Engeland en Nederland;
dat Nederland de meeste caravans telt, rekening houdend
met het inwonertal en het aantal caravans per 1000 per
sonenwagens (nd. 75 caravans per 1000 personenauto's)
Met een totaal aan toer- en stacaravans van ca. 267.000
neemt de caravan een belangrijk aandeel in de openlucht
recreatie in ons eigen land in. Een aandeel dat naar ver
wachting in de kamende jaren nog sterk zal stijgen. Dit
geldt niet alleen voor vakanties maar vooral voor de zgn.
korte verblijven buiten de eigen woonplaats van ten hoogste
drie overnachtingen. In een studie van dr. M. C. Tideman
„Recreatie en Economie", een uitgave van de Stichting
Recreatie komt deze tot de prognose, dat het aantal verblijf -
dagen in een caravan in de periode 19731980 met bijna
40 zal stijgen. Het gaat bier om 43 miljoen verblijfsdagen
in 1980, waarvan meer dan de helft (23,5 miljoen) tijdens de
korte verblijven. Het aandeel van de caravan in het totaal
aantal overnachtingen tijdens de korte verblijven stijgt daar
door van 13 tot 16 Deze ontwikkeling stelt niet alleen
eisen aan de kampeeraccomodatie, maar vraagt ook aan
dacht voor de ruimtelijke gevolgen voor 12 miljoen cara-
vanveiblijfdagen in 1980 meer dan in 1973!
meerderd met het laadvermogen!
Vermelding verdient in dat verband het feit, dat voor de
hierbedoelde caravans tevens geldt dat de onder het trek
kende voertuig gemonteerde trekinrichting van een goedge
keurd type dient te zijn. Daarvoor wordt een aanvullings
blad (aanvulling op het auto4centekenbewijs) afgegeven.
Voor caravans beneden de hierbedoelde 750 kg grens kan
worden volstaan met een idehtiteitsbewijs, dat afgegeven
wordt door de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen. Dit
ddent onder meer om aan te tonen dat bij invoer van de
caravan de eventueel verschuldigde invoerrechten zijn vol
daan. Bij caravans boven de 750 kg grens vervult het regis
tratiebewijs deze functie.
Reminstallatie. In het algemeen moeten aanhangwagens
van een reminstallatie voorzien zijn wanneer het totaalge
wicht van de aanhangwagen hoger ligt dan de helft van het
ledige gewicht van het trekkende voertuig, of hoger dan
750 kg. Aanhangwagens, waarvan het totaal beladen gewicht
meer bedraagt, dan 75 van het totaalgewicht van het
trekkande voertuig, moeten voorzien zijn van een remin-
richting iwelke rechtstreeks door de bedrijfsrem van het trek
kende voertuig in werking wordt gesteld.
Hier kan dus niet met een oplooprem worden volstaan.
Men dient in dit verband ook attent te zijn op het door de
fabrikant/importeur van het trekkende voertuig opgegeven
maximum trekvermogen. Dit mag met het oog op even
tuele garantie niet worden overschreden.
Hulpkoppeling/ losbreekreminrlchting. Een ongeremde één-
assige aanhangwagen moet voorzien zijn van een hulpkoppe-
iing. Deze hulpkoppeling ibiedt een zekëïe beveiliging voor
het geval de caravan van het trekkende voertuig zou los
raken. Voor de geremde aanhangwagen geldt de eis dat deze
voorzien is van een losbreekreminrichting. Bij losraken
zorgt deze inrichting ervoor dat de remmen van de aanhang
wagen in werking worden gesteld. Hulpkoppeling en los
breekreminrichting mogen nooit alle twee gezamenlijk op
een caravan aanwezig zijn.
De maximum afmetingen toercaravans zijn een max.
lengte: (inclusief dissel) van 8 meter en een max. breedte
op A-wegen 2,50 meter en op B-wegen 2.20 meter.
A LWEER voor de tiende maal wordt dit jaar de bekende Caravan R.A.I. gehouden, de internationale tentoon-
stelling van toer- en stacaravans, vouwwagens, onderdelen en toebehoren. Dus alles wat maar enigszins
met caravannen te maken heeft. Ditmaal is deze expositie geopend van donderdag 11 december tot en met woens
dag 17 december. Evenals vorig jaar worden weer alle hallen van het RAI gebouw aan het Europaplein te Am
sterdam door deze tentoonstelling ingenomen en de organisatoren hebben zelfs enige moeite gehad om alie aan
vragen van standhouders op een behoorlijke manier te honoreren! En dit niettegenstaande de enigszins sombere
economische situatie waar Nederland, maar ook elders in Europa, mee te kampen heeft. In het algemeen kan een
zekere terughoudendheid in de bestedingen van enigszins grote bestedingen gekonstateerd worden. Maar zoals de
voorzitter van het uitvoerend comité Caravan R.A.I., de heer F. de Witte, opmerkte, in de caravansektor valt dit
nog wel mee. De caravantentoonstellingen in Essen en Dusseldorf die onlangs gehouden werden, bleken druk be
zochte exposities te zijn geweest, waarbij vele orders konden worden geboekt. Alhoewel de konjunktuursituatie in
ons land niet geheel vergelijkbaar is met die in West-Duits land, wordt toch ook in Amsterdam op grote belangstel
ling gerekend. De ervaring op de automarkt leert dat in minder goede economische omstandigheden wel de ver
vanging enige tijd wordt uitgesteld, maar minder snel afziet van een eerste aankoop die men van plan is. Eenzelf
de verwachting geldt voor de caravanmarkt.
Mede van invloed hierop is dat na de oliecrisis de kosten van een vliegvakantie nogal wat hoger zijn geworden.
En alhoewel ook de caravanfabrikanten met kostenverhogende faktoren van lonen, materialen enz. te maken heb
ben, door de felle internationale konkurrentie zijn de prijsverhogingen binnen redelijke grenzen gebleven. Daarbij
komt dat er ook een tendens is naar nieuwe eenvoudiger typen, waardoor aan de vraag naar een caravan voor een
wat smallere beurs tegemoet wordt gekomen.
De goedkoopste vouwwagen die op de Caravan R.A.I. wordt aangeboden, kost 1.695,de eenvoudigste toer-
wagen is op 2.750,geprijsd en een stacaravan is vanaf ƒ8.328,- te koop. Overigens wordt de keuze in stacara
vans steeds groter. Het aantal verkrijbare modellen is in een jaar tijds met bijna 20 toegenomen. Uit een prijs-
overzicht blijkt dat er van twee categorieën stacaravans gesproken kan worden: een populair geprijsde groep met
prijzen tussen acht- en zestienduizend gulden (53 van het totale aanbod) en een belangrijke groep (meer dan
20 met prijzen boven ƒ25.000. In de eerste groep bevinden zich veel Engelse stacaravans. De tweede groep
omvat voornamelijk Nederlandse fabrikaten.
ONZEKERHEID EN VERWARRING
|N het voorontwerp Kampeerwet is, vanzelfsprekend, ook
sprake van de caravan. In feite wordt in de 'begrips
omschrijving geen onderscheid gemaakt tussen een toer-
caravan en een sta-caravan. Beide vormen worden als „car
ravan" gevat onder ihet begrip kampeermiddel. Zoals ook
de tent, de kampeer(vouw)wagen en de kampeerauto.
Dat is een logische zaak, ook at ervaren velen het verblijf
in een caravan met eer. ruim asortiment van comfortabele
voorzieningen niet direct meer als kamperen.
In discussie is de vraag of de sta-caravan moet worden
beschouwd als een bouwwerk in de tzjm van artikel 1 van de
Woningwet, of niet. In sommige gemeenten is er het voor
schrift dat voor de stacaravan een bouwvergunning nodig is.
Men stelt dat door de plaatsgebondenheid seizoenstand-
pfiaats of jaar-standplaats de sta-caravan is te vergelijken
met een zomerhuisje, waarvoor een bouwvergunning óók is
vereist.
Een aantal rechterlijke uitspraken lijken ogenschijnlijk
steun te geven aan de bouwwerktheorie t.a.v. de sta-cara-
vans. Er is evenwel geen sprake van een constante stroom
van uitspraken die het aanhangen van de bouwwerktheorie
rechtvaardigen. Bovendien hebben de tot nu toe bekende uit
spraken betrekking op incidentele gevallen, waarbij niet
steeds sprake is van recreatief gebruik van de sta-caravan.
Zonder al te diep op de juridische aspecten in te gaan kan
wel worden gesteld dat niet alleen kopers en gebruikers
van caravans en in het bijzonder sta-caravans, gebaat zijn
bij een duidelijke uitspraak betreffende de status van de
caravan. Ook de gemeentelijke en provinciale besturen heb
ben daar behoefte aan. Er is thans nog ruimte voor een ge
differentieerde opvatting. Dat Ibrengt onzekerheid en ver
warring!
IJET voorontwerp Kampeerwet laat echter niet in twij
fel dat de sta-caravan m elk geval valt onder het re
giem van de Wet. Hetzelfde principe vindt men terug in de
modelverordening op de kampeerplaatsen en op de kampeer
middelen. Een verordening die in het voorjaar van 1974 aan
alle daarvoor in aanmerking komende gémeentëbesturen
door de Nederlandse Kampeerraad is aangeboden en thans
in vele gemeenten van kracht is. Ook hier: géén finale op
lossing, maar wel een voor de gemeenten hanteerbare zaak.
De stacaravan valt onder de werking van wet en verorde
ning als kampeermiddel. Wil men de stacaravan als bouwsel
beschouwen dan valt hij onder het begrip „kampeerplaats"
waarop wet en verordening evenzeer van toepassing zijn.
De gevolgen van de z.g. bouwwerktheorie, waarbij de na
druk valt op de plaatsgebondenheid van de stacaravan, heeft
natuurlijk consequenties t.a.v. de toercaravan op een vaste
standplaats. Die zou dan ook als een bouwsel moeten wor
den beschouwd! Het is duidelijk! dat, afgezien van de admini
stratieve rompslomp het aanvaarden van de gedachte dat
een toercaravan, zo mobiel als hij is en blijft, als een bouw
sel moet worden beschouwd, indruist tegen het gezond ver
stand.
QE Nederlandse Kampeeritaad zal binnenkort zijn stand-
^^punt bepalen met betrekking tot de status van de sta
caravan: bouwsel of niet. Wie de modelverordening op de
kampeerplaatsen en op de kampeermiddelen en het vooront
werp Kampeerwet aandachtig leest kan de conclusie trekken
dat de stacaravan in feite uitsluitend! behoort te worden ge
plaatst-op terreinen die bij bestemmingsplan daarvoor zijn
aangewezen.
(Zie verder pagina 13.)