MECHANISATIENIEUWS
Vicon schudeggen model '76
Kooymans schotelventilator
Keuringskosten in land
en tuinbouw brengen onze
konkurrentiepositie
in gevaar!
Verbetering van
produktiviteit van de grond
door ontwatering en
bodemverbetering
Vicon schudeggen model 1976, leverbaar in werkbreedte
van 3.00 m dan wel 4.50 m, zijn t.o.v. vorige modellen op
enkele punten verandert terwijl de laatste praktische en
technische snufjes zijn toegepast. Kenmerken van de Vicon
schudeggen, aldus Vicon Verkoop Nederland b.v. te Lely
stad zijn
1. door de zig-zag werking van de Schudiegge en de wrijf-
platen egaliseert hij zowel bij een diepe als een ondiepe
instelling (praktijk: voor aardappelland en bietenland).
2. de grond wordt niet geforceerd verkruimeld, doch de
grond breekt bij de natuurlijke breukvlakken. Dit heeft
tot groot voordeel dat de struktuur goed blijft.
3. om stropen en vollopen tegen te gaan worden lange tan
den gemonteerd. Hierdoor is vollopen tot een minimum
teruggebracht.
4. door gebruik te maken van de diepterol is de werkdiepte
nauwkeurig af te stellen.
Van de aangebrachte wijzigingen c.q. verbeteringen kun
nen vermeld worden:
in standaarduitvoering heeft de sohudeg nu een tialf-
automatische snelkoppeling zodat die machine op een
voudige wijze aan de trekker gemonteerd kan worden.
de „s'tootbuffers" zijn vervallen en hiervoor in de plaats
zijn nastelbare veren gemonteerd. De schudeg loopt
daardoor nog rustiger achter de trekker.
de tanden hebben een fijnere draad, zodat ze met minder
kgm vastgezet kunnen worden (40 kgm).
een tandibalk bestaat uit twee gedeelten. Deze twee ge
deelten worden gekoppeld door middel van een gegoten
koppelstuk.
de diepterol heeft een ander profiel gekregen en de strip
pen zijn verzwaard.
de verstelling van de diepterol is nu voorzien van een
handvat en de draad is groter geworden.
Kooyman b.v. te Oud-Beijerland deelt mede dat het IMAG
te Wageningen een beproevingsbulletin heeft samengesteld
over de schroefventilatoren fabrikaat Asselbergs en Nache-
nius, type RLB 6-7. Een eentraps schroefventilator waarvan
het bijzondere is waarvan
de luchtstroomirichtang bij
een gelijk blijvend lucht-
kwantum omkeerbaar is bij
tegengestelde draairich
ting van de ventilator. Een
ventilatortype die bijzonder
geschikt is voor drogen en
beluchten van bewaarplaat
sen. Aan de beoordeling
ontlenen wij dat de Assel
bergs Nachenius schroef
ventilator type RlLiB 6 - 7
voorzien is van een geheel
gesloten geribde elektro
motor. De elektrische aan
sluiting was goed uitge
voerd en gemakkelijk te bereiken. De waaier is glad afge
werkt. De konstruktde en de afwerking van het geheel maak
ten een goede indruk. De kapaciteit bij een statische druk
van 15 mm WK bedraagt zowel bij de normale stroomrich
ting van de lucht als bij de omgekeerde 15.400 m3/h; het
hierbij behorende rendement van de installatie is 49
Dit rendement is weliswaar normaal in vergelijking met
andere ventilatoren met dezelfde capaciteit maar bij deze
ventilator geldt dit rendement bij luchttransport in beide
richtingen. Het geluidsniveau van deze ventilator is gelijk
aan dat van een andere ventilator met dezelfde capaciteit.
Deze geluidsniveaus kunnen iin een bewoonde omgeving zeer
storend zijn.
INGEZONDEN
TERWIJL het Hof van Justitie in Luxemburg zich zal
buigen over de vraag of de Nederlandse Overheid
de kosten van exportkeuring nog langer mag doorbere
kenen aan het bedrijfsleven komt snel en hevig de vraag
naar voren of het wel juist is dat andere kwaliteitskeu
ringen (o.a. pootgoed, zaaizaad, U.C.B.) volledig door
het bedrijfsleven moeten worden opgebracht.
Al enkele jaren wordt door het bedrijfsleven met
kracht en bij herhaling geprotesteerd bij het Ministerie
van Landbouw tegen de P.D.-keuringskosten van 23 cent
per 190 kg bij bijvoorbeeld poot- en consumptie-aardap
pelen. Nederland is nog het enige land binnen de EEG
waar deze kosten door de Overheid worden doorbere
kend! Onvoorstelbaar dat onze Minister van Landbouw
er kennelijk bij zijn ambtgenoten niet door heen kan
komen om aan deze onrechtvaardigheid een eind te ma
ken. En dit terwijl de export van poot- en consumptie
aardappelen zoveel miljoenen aan deviezen voor ons op
leveren
Ik twijfel niet aan de uitspraak van het Hof van
Justitie in Luxemburg. Dat valt stellig ten onzen gunste
uit. Maar waarom wij in dezen niet een spontanere me
dewerking krijgen is op z'n minst teleurstelend.
ANDERE KWALITEITSKEURINGEN
pRAAG wil ik thans wat nader ingaan op de kosten
van de andere kwaliteitskeuringen waarbij ik de
N.A.K. gemakshalve als voorbeeld zal nemen. De N A.K.
(Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en
pootgoed van landbouwgewassen) is een stichting, die
is ingesteld door de Minister van Landbouw. De Stich
ting moet zich dan ook onderwerpen aan Rijkstoezicht,
volgens door de Minister te stellen regels.
De kosten van het gehele werk van de N.A.K., uit
gevoerd door 7 regionale keuringsdiensten, worden vol
ledig door het bedrijfsleven gedragen. Eigenlijk was het
wel een beetje een eer om dat te kunnen!! Vooral de
laatste jaren zijn een groot aantal vereenvoudigingen,
besparingen, efficiënter methodieken doorgevoerd, waar
door steeds enigszins het hoofd kon worden geboden aan
de sterke kostenstijgingen.
Een dienstverlenende instelling als de N.A.K. met haar
keuringsdiensten heeft zeer in het bijzonder te maken
met de kostenstijgingen i.v.m. salarissen en sociale lasten.
Uit nóg efficiëntere methodieken zijn thans geen bespa
ringen van betekenis meer te verwachten. De vraag
komt thans sterker dan ooit naar voren of het wel juist
is dat dekosten van dit keuringswezen, nog langer voor
100 door het bedrijfsleven worden gedragen.
KONKURRENTIEPOSITIE IN GEVAAR!
DIJ nadere bestudering komt men tot het inzicht dat
onze konkurrentiepositie duidelijk in gevaar is. Wij
worden te duur! Onze kosten worden té hoog. De kosten
van 1 ha pootaardappelen (alleen voor de N.A_K.-keu-
ring) komen in 1976 gemiddeld op 600 per ha. In ande
re EEG-landen, zoals Frankrijk, Engeland en Denemar
ken worden alle keuringen door de overheid uitgevoerd,
dus voor overheidsrekening, met een bepaalde bijdrage
van het bedrijfsleven.
„Graszaad" heeft dit nader bestudeerd en de bevin
dingen met bovengeschetst resultaat neergelegd in een
nota o.a. voor de Hoofdafdeling Akkerbouw van het
Landbouwschap. In de „graszaadwereld" wordt momen
teel, door wat overschotten gedreven, sterker dan ooit
uitgekeken om de kosten te beperken, de konkurrentie
met bijv. Denemarken de baas te blijven.
Bij pootaardappelen komt men o a. bovendien met de
vraag of het wel juist is dat de opsporing van quaran
taine-ziekten zoals bijv. Phoma wel door het bedrijfsle
ven betaald moet worden 500.000 per jaar!). En is het
wel juist dat bij "het opstellen van allerlei richtlijnen in
het EEG-verkeer en de naleving daarvan, waarbij in rui
me mate N.AJC.-funktionarissen hun bijdrage leveren,
alle kosten voor hetzelfde bedrijfsleven komen. Voorts
worden door de N.A.K. in toenemende mate exportkeu
ringen verricht b.v. voor partijen naar andere EEG-lan
den waarvoor de eisen op ons niveau liggen.
SAMEN MET DE OVERHEID
IN verband met onze konkurrentiepositie, in verband
met gelijkschakeling met andere EEG-partners en
mede in verband met het door elkaar lopen van allerlei
overheidstaken binnen het keuringswezen komt sterk de
vraag naar voren of het niet juister is, dat in de zeer
nabije toekomst de Overtieid voor 50 in het gehele
keuringswezen participeert.
Nederland heeft een groot aantal kleine ondernemin
gen met relatief kleine oppervlakten binnen de land- en
tuinbouw. Is het zo verwonderlijk dat wij als Nederlan
ders met ons nauwgezet karakter ons hebben geworpen
od een aantal speciaal-produkten, waarmee we een prach
tige positie hebben opgebouwd. Denk eens aan onze
tuinbouwproducten, bloembollen, pootaardappelen,
graszaad of aan onze fokkerij-produkten. Allemaal pro-
dukten met ho;ge bruto produktie-waarde Produkten die
een grote inspanning van de mens vereisen. Produkten
die een groot aantal arbeidsplaatsen waarborgen! En
allemaal produkten die zeer sterk op de export gericht
zijn. Ja, deze produkten worden onderworpen aan aller
lei kwaliteitskeuringen, keuringen die voor het ovei*
grote deel door het bedrijfsleven worden gedragen.
De kosten zijn sterk gestegen, zó sterk dat thans onze
konkurrentiepositie in gevaar is. En als de keurings
kosten samen met de Overheid worden gedragen, zou
dat struktureel van grote betekenis blijken voor het be
houd van een groot aantal speciaal-kwaliteitsprodukten,
die de Overheid geen windeieren zullen leggen!
Swifterbant
A. VERMEER.
(Vervolg van pag. 5)
BODEMVERBETERRING
|TEN ander belangrijk punt is de doorlatendheid van het
profiel en het voorkomen van storende lagen. Er ko
men nogal eens verdichte lagen aan de onderkant van de
bouwvoor voor. Deze lagen werken storend op de ontwate
ring, maar ook op de beworteling van de plant. Een storende
laag kan over het algemeen vrij gemakkelijk worden gebro
ken als het op de juliste tijd onder redelijk droge omstandig
heden gebeurt. De ingreep in het bodemprofiel en de kosten
zijm over het ajgemeen niet ingrijpend. Het wordt echter
anders als het profiel zodanig is opgebouwd, dat de bewor
teling en de ontwatering onvoldoende is.
Dan zijn veelal grondbewerkingen nodig, die wel ingrij
pend zijn.
De laatste jaren zijn er naast de diepploegen, werktuigen
ontwikkeld, die de grond op verschillende wijzen en diep
ten kunnen losmaken en min of meer kunnen mengen. Wij
kunnen o.a. noemen de mengwoelers, mengrotors of grond
frezen en sinds kort de spitploeg, die zelfs tot 90 cm diepte
gaat.
Afhankelijk van de profielopbouw en het doel van die
diepgrondbewerking kan een keuze gemaakt worden uit
bovengenoemde werktuigen. De kosten voor deze grondver
betering lopen uiteen van 500,tot 2.000,per ha.
Inzicht in belangrijke meer-opbrengsten die op Texel in
1960 werden verkregen op percelen die lin 1959 waren ge
woeld of gediepploegd geeft de volgende tabel.
Haver
Zomergerst
perceel 1 perceel 2
perceel 3
per ha
niet bewerkt 3566
gewoeld 4490
gediiepploegd
bovengrond boven 5946
gediepploegd geen
per ha
per ha
100
3690
100
3134
100
126
3890
105
3710
118
167
4888
132
4726
151
5650
153
4316
138
In 1969 en 1970 zijn op Texel een aantal percelen met de
mengrotor bewerkt. In 1970 bracht een perceel suikerbieten
dat met de mengrotor bewerkt was 1.074,per ha meer
op aan suikerbieten dan een niet bewerkt gedeelte. In 1971
zijn op 3 percelen de verschillen in opbrengst, tussen wel en
niet bewerkte grond met de mengrotor, bij het gewas sui
kerbieten nagegaan.
De meeropbrengst op de bewerkte grond bedroeg op per
ceel 1 1.643,—; op perceel 2 1.428,en op perceel 3
2.380,per ha.
Bij bovenvermelde meeropbrengsten zijn de gemaakte kos
ten spoedig terug te verdienen maar er zijn ook wel andere
jaren. Bovendiien moet na een diepgrondbewerking veelal
zwaarder worden bemest, vooral met fosfaat.
Is de bewerkingsdiepte die moet worden uitgevoerd die
per dan de huidige drainagediepte, dan is opnieuw draine
ren noodzkaelijk. De totale investering kan dan zelfs op
lopen tot 3.000,— a 4.000,— per ha en menigeen vraagt
zich dan ook terecht af of dit verantwoord is. Ook hier zul
len de kosten door de meeropbrengsten vergoed moeten wor
den. De kosten moeten echter over meerdere jaren worden
verdeeld en hoewel er op grondverbetering niet mag worden
afgeschreven, zal er over het algemeen wel afgelost moeten
worden.
De kosten op de akkerbouwbedrijven zijn zo hoog,
dat hoge opbrengsten nodig zijn voor een rendabele
bedrijfsvoering. Een matige of slechte ontwatering
en/of ongunstige profielopbouw kunnen zeer nadelig
zijn voor de produktiviteit en op de regelmaat van het
inkomen. Het is dan ook zonder meer een noodzaak
om na te gaan hoe het hiermee op uw bedrijf is ge
steld. Grond is een zeer kostbaar produktiemiddel!