KLANKEN
De financiële positie van zich vestigende tuinders!
Vergaderseizoen weer begonnen
Zeer lage prijzen voor appelen
Spruitkoolteelt
in de belangstelling
DINGEN VAN DE Wl
HET'! duidelijk dat er een pas op de plaats of moge
lijk een stap terug gedaan zal moeten worden om
het economische leven weer de injectie te geven die no
dig is om zich te herstellen van de slagen die thans val
len. Uit verschillende landen komen berichten van het
aantrekken van de conjunktuur. In de Verenigde Staten
gaat het beter. In Japan is men van mening dat het ergste
ALS„ derde middel om te komen tot meer werkgelegen
heid wordt genoemd het bevorderen van de bedrijfs
investering. Om de investeringen te bevorderen en inte
ressant te maken, zullen er winsten gemaakt moeten wor
den. Het is een bekend verhaal, maar we wilden er deze
week toch nog eens nader op in gaan, omdat het van zo
Nu de zomer- en herfstdrukte weer voorbij is, vangt
in verhoogde mate het vergaderseizoen weer aan. Ook in
WALCHEREN is dit de normale jaarlijkse trend. We zijn
zelfs geneigd om de aantekening „gelukkig" te stellen.
Ook de vele ontspanningsavonden draaien op volle toe
ren. Zo is op ons dorp een schaak- en damvereniging
waar we fervent lid en aktief deelnemer van zijn. An
dere mensen hebben weer liefhebberij in zang en muziek.
Ook de kerkvergaderingen en bijeenkomsten vergen de
nodige aandacht. Voor ons als tuinders/boeren zijn hier
bovenop weer de ZLM-, veiling- en andere agrarische
bijeenkomsten. Voorop willen we echter stellen en hopen
dat de redactie dit wil onderlijnen. Voorop staat dat
men zijn geluk en vertier moet vinden in huis in een nor
maal gezinsverband. (Dus man - vrouw - kinderen. Bij
ontbreken van deze schakel, vooral in oudere gezinnen
door uitvliegende kinderen, vervalt natuurlijk één der
faktoren.)
Overigens hechten we grote waarde aan onze organisa
torische lidmaatschappen. Wat zou onze land- en tuin
bouw zijn zonder onze organisatie!?!? Velen denken, en
we lazen daarover een bijzonder leuke satyre in ons vo
rig nummer over toekomstprognoses, dat alles zo één
voudig is. Dit betrof de zg.n. nullijn in ons Regerings
beleid. Dit is, zoals ieder weet, het streven der Regering
tot een zekere bevriezing van lonen en prijzen
En nu onze vraag: Wat zouden land- en tuinbouw in te
brengen hebben als we geen strakke organisatie hadden?
Als kleine tuinder, durven we gerust te stellen, niets,
maar dan ook totaal niets! Als éénling heeft men geen
inbreng!!! Zonder onze organisatie zaten we nu nog ver
der onder de nullijn dan we nu al zitten. Bovendien moe
ten we eerlijkheidhalve konstateren dat ook land- en
tuinbouw wel erg moeilijk te redigeren valt op prijs- en
inkomensbeleid, 't Is overigens overal ter wereld een
zwaar ministerie.
Als men bijv. een flinke lap uien of aardappelen heeft
die momenteel zo rond de 40 cent draaien en nog 't geluk
heeft van een redelijke oogst dan zit men goed! Als
buurman nu alléén gegokt heeft op tarwe of dergelijke,
dan is er een niet te overbruggen inkomenverschil. Als
een tuinder één gemet bloemkool had in september, dan
was dat een melkkoetje, 't Zelfde produkt een maand
later en er moest dik geld bij! Iedereen kent deze voor
beelden. Nu eens niet van de krant of van elders, mear
gewoon op eigen bedrijf of bij een buurman, die nu juist
wel dat dure produkt heeft. Hier mag men niet de gehele
agrarische sektor aan ophangen. Maar de lijn is toch zó,
Wanneer men de positie van de THOOLSE intensieve
tuinbouwer bekijkt, vraagt men zich wel eens af, hoe
komt het, dat de ene tuinder vlugger slaagt dan de an
der? Inzonderheid bij de kapitaalintensieve tuinbouw,
waaronder staandglas behoord, openbaren zich nog wel
eens grote resultaat verschillen. Toen in ons Thoolse
distrikt, begin van de zestiger jaren, het staandglas van
de grond kwam, met begeleiding van de bedrijfsvoorlich-
tingsdienst, was dit voor velen een stimulans om als
vrije ondernemer daarin te stappen. Typisch dat juist de
jonge, nog niet gevestigde kleine grondgebruiker, zich
aanmelde als glasgroenteteler. Slechts een enkele oudere
vollegrondsgroenteteler ging over o»p staandglas. Voor
oud en jong was het duidelijk dat men stond voor een
grote kapitaalsinvestering, zodat dit voor anderen ook
weer een rem was voor het doen van deze stap. Een
handicap voor de jonge gegadigden was wel, dat men
over zéér weinig eigen beginkapitaal beschikt. Voordeel
van de jeugd was weer, dat men via cursussen, zich theo
retisch vlugger omschakelde. Om iets van de grond te
krijgen waren de overheidsinstanties wel genoodzaakt,
om niet te veeleisend te zijn voor wat betreft het eigen
bedrijfskapitaal. Nogthans moeten wij konkluderen dat
iedere ondernemer, dus óók de jongere, moet kunnen
in onze bedrijven, dat van bedrijf tot bedrijf door twee
even goede bedrijfsgenoten er levensgrote verschillen
kunnen zijn in bedrijfswinst.
Ook onze veilingen en landbouworganisaties ondervin
den direkt de terugslag als de individuele bedrijfsinkom-
sten teruglopen. En juist onze organisaties dienen te zor
gen, en doen dit ook, dat al deze positieve en/of negatie
ve faktoren gebundeld worden tot één groot geheel
waar we een vuist mee kunnen maken. Of in ieder geval
te zorgen dat we niet onder de nullijn komen! En nog
maals als éénling zal zelfs uw stem nog minder zijn dan
een druppel in de emmer!
Afgelopen woensdag is weer alom de Dankdag gevierd
en we geloven toch in zijn totaliteit dat er redenen tot
dankbaarheid zijn bij de overgrote meerderheid onzer
agrarische bevolking. Want bij het korps der altij
negatieven behoeven we ons toch allerminst bij aan te
sluiten. We, althans in de grote kring van agrarische
vrienden waar we ons in bewegen, hebben geen behoef
te aan een soort negativisme als modeverschijnsel, wat
echter niet inhoudt dat iedereen maar voetstoots ja en
amen hoeft te zeggen!!
Het ging de vorige week erg slecht met de verkoop
van Golden Delicious. Er was een groot aanbod van
overwegend gele appelen en de handel had hiervoor
weinig belangstelling. Veel moet worden afgezet op de
binnenlandse markt en daarvoor is het aanbod gewoon
te groot. Het gevolg was dat de toch reeds lage prijzen
voor dit ras nog verder terug liepen. De allerbeste par
tijen klasse I in de grote maten kwamen aan 3540 ct
per kg, maar veel werd verkocht voor prijzen van 2530
cent en de wat mindere klass II in de grote maten draai
de zelfs door.
De maat 65—70 mm klasse I noteerde rond 25 tot hoog
stens 28 cent per kg en de klasse II in deze maat werd
rond 20 cent per kg verkocht. De klasse I en II 60-65 mm
was helemaal niet te verkopen en moest in de interventie.
Wel een bijzonder teleurstellende gang van zaken rond
ons belangrijkste appelras van dit moment en de komen
de tijd. Beter hield zich de Cox's Orange Pippin waarvan
uit de koelhuizeneengoede kwaliteit werd aangeboden.
De grote maten klasse I kwaliteiten werd verkocht voor
beschikken, naast vakkennis, over niet te weinig eigen
kapitaal. Om dit mogelijk te maken' zal de toekomstige
beginnende ondernemer in de gelegenheid moeten wor
den gestéld, dat hij zelf zijn beginkapitaal verdienen
kan. Bij de vader—zoon-bedrij ven zal reeds in een vroeg
stadium, tussen beiden, in zekere mate winstdeling moe
ten zijn. Dit is in de allereerste plaats al een stimulans
om het rendement van het bestaande bedrijf op te voe
ren. Men krijgt hierdoor reeds vroeg het nodige verant
woordelijkheidsgevoel wat dringend nodig is bij nieuwe
kapitaalsinvesteringen voor een bedrijf. Evenzo als een
vader, een zoon met grote opofferingen laat studeren, om
wat te bereiken in de maatschappij, is ihet óók noodza
kelijk, dat hij een zoon-opvolger in de gelegenheid steld,
om te zijner tijd financieel het bedrijf over te nemen!
En dat kan nóóit zonder dat er een gezonde financiële
basis is gevormd. Vroeger kon men dikwijls een bedrijf
stichten door het met kleine stukjes uit te bouwen. Maar
tegenwoordig staat men voor de gehele hap! Dan moet
het fundament door de bouwer reeds éérder gelegd zijn,
wil hij kans van slagen hebben. Naar wij menen zal er
in de toekomst 'alléén nog plaatszijn voor hen die
naast goede handen en vakkennis, óók economisch ge-
dao'.it en gewerkt hebben. Wanneer die mogelijkheden
in voldoende mate aanwezig zijn, blijft er ook later nog
wel een ondernemersstand in de tuinbouwwereld Dat
de ouderen onder ons zich hiernaar mogen richten, zo
dat de opvolgers de mogelijkheden kunnen benutten voor
het door hen zelf gekozen beroep!
De teelt van spruitkool gaf dit jaar een uitbreiding te
zien van 360 ha waardoor de totale oppervlakte op 5162
ha is gekomen. Deze succesvolle ontwikkeling is mede
een gevolg van het gebruik van spruitkoolhybriden.
Bij e?n miste rassenkeuze is nu een teelt van begin
september tot maart mogelijk. Rassen die elkaar in een
teeltperiode goed aanvullen zijn: Topscore voor sept. okt.;
Lunet voor okt. nov. dec.; Rampart voor dec. en jan.;
Fortress voor januari, februari en maart.
Succesvolle praktijkproeven van o.a Royal Sluis te Enk
huizen, waar het complete assortiment te zien is, zijn op
verschillende plaatsen te beoordelen.
7075 cent per kg en de maat 6570 mm kwam op ge
middeld ongeveer 62 cent. In de tweede helft van de
week liep de prijs iets terug. Klasse II van de Cox's
Orange Pippin was meestal rond 5 cent per kg goedko
per dan de klasse I. Goudrenette met een goede kleur
kon zich goed handhaven op prijzen van ongeveer 70 ct
per kg voor de meest gevraagde maten. De gewone
goudreinette werd in de meest gevraagde maten tussen
55 en 60 ct per kg verkocht. Het aanbod van thuisbewaar-
de goudreinette begint nu snel minder te worden. Goed
gevraagd bleef i: et niet grote aanbod van zoete Ermgaard
appelen waarvoor tussen 1,20 en 1,40 per kg werd be
taald!
Bij de peren bleef het aanbod van Conference en
Doyenné de Cornice goed op peil. De prijs konzichgoed
handhaven op 1,35 tot iets boven 1,40 per kg voor de
Doyenné du Cornice en liep iets op voor de Conference
klasse II. In het eind van de week werd voor de grote en
middelmaat rond 1,15 per kg betaald en voor de klasse
II 5560 mm rond 1,08. Saint Remy stoofperen deden
onveranderd rond 1,20 per kg. Industrie-appelen wer
den opnieuw rond 13 cent per kg verkocht, een prijs
niveau dat ze reeds vele weken hebben.
WE beleven op het ogenblik een spannende tijd voor
wat betreft het vraagstuk van lonen en prijzen. Vele
keren hebben we de laatste jaren tegen elkaar gezegd
dat het zó niet langer kon voor wat betreft de stijging van
de loonkosten, maar het ging allemaal door. Vgoral de
automatische doorberekening van de stijgende kosten
van het levensonderhoud (de inflatie) in de lonen, heeft
menige ondernemer dermate parten gespeeld dat het met
de winstmogelijkheden van het bedrijfsleven in steeds
snellere mate bergafwaarts is gegaan. In onze sektor
worstelen we reeds vele jaren met dit probleem, thans
doet het zicht allerwegen voor. Tot voor kort leek de re
gering niet overtuigd te zijn van de ernst van de situatie,
maar het lijkt erop dat nu ook in Den Haag het gezonde
verstand het gaat winnen. Eind vorige week werd bekend
dat er maatregelen van de regering te verwachten zijn
nu het niet mogelijk is gebleken dat werkgevers en werk
nemers elkaar vinden in een centraal akkoord.
De regering schijnt er thans van overtuigd te raken
dat het noodzakelijk is^dat er een einde komt aan de stij
ging van de lonen en dat het automatisme van het door
berekenen van stijgende prijzen, wordt doorbroken.
Aanvankelijk heette het dat de loonkostenstijging be
perkt zou moeten blijven in 1976 tot 10%, maar op dit
moment hoort men dat de regering 8 als het uiterste
maximum beschouwt en dat zij op basis van dit cijfer haar
beleid gaat bepalen. We weten niet wat er precies uit de
bus gaat komen. Mogelijk weten we meer wanneer dit blad
verschijnt.
i
voorbij is voor wat de ecnomische teruggang betreft en
West-Duitsland rekent op een herstel van de economie en
de tekenen van verbetering zijn daar in sterke mate aan
wezig. Dit land is onze belangrijkste handelspartner en
wat daar gebeurt, is van levensbelang voor de ontwikke-
lingling in ons land. West-Duitsland is er op uit om de
inflatie in 1976 te beperken tot 5%. Wanneer Nederland
zou blijven hangen op 10% inflatie kan dat voor ons
bedrijfsleven een verdere verslechtering van haar positie
betekenen en dat gaat kennelijk ook de regering zien,
vandaar de berichten dat 8 het maximum is. Ten op
zichte van West-Duitsland zitten we dan nog in de ver
keerde hoek, maar het kan in elk geval de belofte inhou
den van verdere verbetering.
Het is zonder meer duidelijk dat het niet goed gaat met
het bedrijfsleven en dat houdt grote gevaren in voor het
welvaartspeil van de bevolking. In West-Duitsland heeft
men dat goed gezien en men handelt er naar. In ons land
zijn er nog steeds grote groepen die doen alsof er geen
vuiltje aan de lucht is. Er is de laatste jaren bij voortduur
een streven geweest om de lonen op te schroeven. Het
leek alsof het niet op kon, maar de rekening ligt onder
in de zak, zoals een bekende uitdrukking luidt.
Het leger van werklozen liegt er niet om. Het beste
middel om voor deze groep weer werk te krijgen is vol
gens een advies van een aantal economische deskundi
gen, een loonmatiging. Een ander belangrijk middel noemt
men het verlagen van de indirekte belastingen en met
name gaat het dan om de B.T.W. Vandaar dat er op het
ogenblik zoveel aandrang op de regering wordt uitgeoe
fend om de verhoging van de B.T.W. per 1 juli 1976, die
is voorgesteld, niet te laten door gaan. Het zal volgens
mensen die er meer van kunnen weten, averechts werken
in het programma van de werkloosheidsbestrijding!
uitzonderlijk groot belang is voor de ontwikkeling van
welvaart en welzijn in de toekomst.
We spreken nog al eens tuinders die er op wijzen dat
zij al zoveel jaren in de moeilijkheden zitten en dat er toen
weinig werd gedaan. Ze ervaren het een beetje als on
rechtvaardig dat er eerst nu wat gaat gebeuren, nu het
allerwegen slecht gaat. Tot hen zouden we toch willen
zeggen dat ook voor het beleid in dezen geldt: beter laat
dan nooit. Wé hebben er als tuinders alle belang bij dat
er welvaart heerst in het land. Daarom mogen, ja moeten
we ook hopen op een opleving van de konjunktuur.
Met grote belangstelling wachten we af wat de regering
ons te vertellen heeft in de komende tijd!
TENSLOTTE nog enkele opmerkingen over een andere
zaak die dezer dagen in het nieuws stond. We be
doelen het advies van de gezondheidsraad aan de staats
secretaris van volksgezondheid over de schadelijke ge
volgen van het roken, vooral van sigaretten. Het roken
slaat op het ogenblik meer dan ooit in de discussie. Alles
wijst er op dat het schadelijk voor de gezondheid kan
zijn en steeds meer mensen zijn er mee gestopt. Men kan
daar over denken zoals men wil. Het wordt echter door
een toenemend aantal mensen als een kwalijke zaak er
varen dat zij zijn gestopt met roken, omdat ze overtuigd
zijn van de schade die de gezondheid er door kan op
lopen, terwijl anderen zich daar niets van aantrekken en
op vergaderingen en bijeenkomsten volop zitten te dam
pen. Dat ze daarmee hun eigen gezondheid belagen is tot
daar aan toe; dat ze daarmede ook de niet-rokers in ster
ke mate hinderen, is een zaak die meer en meer in be
spreking komt en de aandacht gaat krijgen. We roken
zelf graag ons sigaartje en voor ons is een vergaderzaal
vol rook direkt geen probleem. Er zijn echter vele niet-ro
kers die het als een probleem ervaren.
We besluiten met deze konstatering deze week deze
beschouwing en voegen er aan toe: denk er eens aan als
u in de komende tijd naar een vergadring of bijeenkomst
gaat. Waar halen wij als rokers eigenlijk het recht van
daan de niet-rokers zó in een benauwde atmosfeer te
plaatsen? Vinden we het niet al te vanzelfsprekend?