VEEHOUDERIJ
13
fa
WINTERUIEN
In Zeeland ligt thans ook een 150 ha win
termen. Een teelt waar men een aantal jaren
geleden praktisch mee gestopt is, maar die
nu misschien, mede dankzij: de aanwezigheid
van nieuwe rassen en mogelijkheden van
chemische onkruidbestrijding, weer nieuw
leven ingeblazen kan worden. iDe eerste in
druk is niet ongunstig, maar het is alleszins
de moeite waard om dit gewas verder ook
op de voet te volgen. Wat deze tijd van het
jaar betreft dient er op gewezen te worden
dat een chemische onkruidbestrijding in de
loop van december/januari, grote risico's
met zich meebrengt. De kans op uitvriezen
neemt namelijk aanmerkelijk toe.
GRONDBEWERKING
Het wintervoorploegen is voor een groot
deel al weer verleden tijd en er kan gecon
stateerd' worden dat de grond dit najaar vrij
wel overal goed tot zeer goed onderhanden
ds genomen. IDe zuurstof kan nu weer de
grond in. Vood de volgende gewassen kan er
nu al weer (voor)bewerkt worden, namelijk
op de niet slempgevoelige (meestal de wat
zwaardere) gronden, met de cultivator. Een
goede nachtvorst hieraan vooraf is prima.
Het gaat om een gelijkmatiger verweren van
het toekomstige zaaiibedt Dit kan dan met
minder bewerkingen op een meer regelma
tige diepbe klaargemaakt worden. Hoe min
der er op het zaaibed gereden moet worden
in het voorjaar hoe beter.
DRAINS SCHOONMAKEN
De ontwatering is van bijzonder veel 'be
lang. Zorg dat de drains vlot het water kun
nen afvoeren. Zelf kin er al veel gedaan
worden met een pompje op de trekker. An
ders is schoonmaken door de loonwerker
goed mogelijk.
ECONOMIE
In december begint ook het rekenwerk
over de bedlrijfsopzet. Want naast de vak
kennis van de teelt van gewassen moet de
'boer econoom zijn. Vooral nu de marge tus
sen kosten en opbrengsten niet groot, zo
niet zeer klein >of negatief is. Voor jonge
landbouwers is daarom een E.V.T.O.-cursus
bijzonder nuttig.
Ieder bedrijf heeft een bepaalde opzet van
bouwplan, arbeidsbezetting, werktuigenpark
(eigen of gezamenlijk) en loonwerk. Dit heeft
zonder meer consequenties t.a.v. de kosten
voor de teelt van een gewas en de daarmee
samenhangende rentabiliteit. Opbrengst min
kosten blijft het inkomen van de onderne
mer.
Nu de stalperiode voor het vee een feit
geworden is, dient extra aandacht aan de
verzorging en de voeding van het vee ge
schonken te worden.
Ootk is het gewenst om te zorgen dat het
grasland in goede staat met niet te lang
gras de winter in gaat, om volgend' jaar de
hoogste produktie van het grasland te be
halen.
Dank zij het zeer gunstige weer is er dit
najaar weinig grasland stukgelopen. Op per
celen grasland waarop bietenkoppen en
-blad gevoerd1 is, verdient het aanbeveling
om de loofresten goed uit elkaar te rijden
met een weidesleep. Hierdoor kunt U voor
komen dat het gras onder die slijmerige loof
resten verstikt. Percelen die om een of ande
re reden toch erg kapot zijn gelopen, dienen
zo mogelijk gerold) te worden.
Men doet er goed aan grasland, dat anders
met te lang gras de winter in zou gaan met
schapen te beweiden. Zorg dat de ontwate
ring van uw grasland in orde is, zodat geen
plassen water er in voorkomen. Als het gras
land goed berijdbaar is, kan nu reeds stal
mest of drijfmest uitgereden worden.
VEEVOEDING
Op verschillende bedrijven is de melkpro-
dukitie aan de lage kant. Veelal is een min
der goede voeding hiervan de oorzaak. Om
een hoge produktie te kunnen behalen1 dient
U te 'beschikken over prima kwaliteit ruw-
voer. Om een goed rantsoen te kunnen sa
menstellen dient U te weten hoe de kwali
teit van het ruwvoer is. U kunt alleen de
voederwaarde 'berekenen als U het gewas
hebt laten onderzoeken bij het Bedrijfslabo-
ratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te
Oosterbeek. Zodra die cijfers 'bekend zijn
kunt U berekenen hoeveel Z.W. (zetmeel-
waarde) en v.r.e. (voedemorm ruw eiwit) U
het vee uit ruwvoer kunt geven. Daarna kunt
U berekenen hoeveel en welk krachtvoer no
dig is om de hoogste melkgift te behalen.
Ook voor mestvee is het van zeer groot
belang de voeding te berekenen. Bij' een goed
rantsoen met een z.w.: v.r.ie.-verhouding van
ca. 6,5 zal een goede groei verkregen wor
den. Voederveranderingen dienen geleidelijk
te gebeuren. i
Het is goed om in december hier eens
over te rekenen. De bedrijfsvoorlichter in
uw gebied wil U daar graag bij helpen.
Aanleiding om te gaan cijferen bestaat er
zeker wanneer grondaankoop, kavelruil, an
dere bedrijfstakken of specialisatie van 'be
paalde teelten met afstoting van andere dn
het geding zijn.
MECHANISATIE
De ontwikkelingen bij' de mechanisatie
gaan door. Dat zagen we ook op de bieten-
rooidemonstratie te Sluiskil. Daar was veel
te leren, o.a. het punt: „Waar staat de indi
viduele boer nu?"
Grote machines, bediend door één man, en
grote investeringen vergend, bewerken in
korte tijd grote oppervlakten. Die individuele
boer mag dan het geoogste produkt van ma
chine naar wendakker, stortplaats of erf,
transporteren. Maar daar blijft het dan ook
bij. De werktuigen worden steeds meer door
derden aangeschaft en bediend. Is de boer
opdrachtgever, toeschouwer en betaler? Wat
is zijn aandeel bij dit gebeuren? Dit meoha-
nisatiepiraces gaat door in alle geledingen
van de teelt.
Maar wat niet te mechaniseren valt is het
toezicht en de beslissingen, die op het juiste
tijdstip genomen moeten worden. Wie de
heer dr. Zachariasse gehoord of gelezen
heeft, weet dat een bepaalde beslissing op
het juiste moment, vooral in het voorjaar,
veel positieve effecten heeft op het bedrijfs
resultaat.
VERGADERINGEN
Het vergaderseizoen is weer begonnen. Zo
juist gelezen dat een gemeente het presen
teren van rookartikelen heeft afgeschaft op
de vergaderingen. Ten eerste een besparing,
ten tweede een verbetering van de atmos
feer in de zaal ten behoeve van een gezonde
gedachtenbepaling. Zij die niet roken, hetzij
uit eigen overweging, hetzij door een me
disch verbod, zullen daar dankbaar voor zijn.
Het vergaderbezoek loopt terug. Is dit een
gevolg van een teveel aan vergaderingen?
Of prevaleert de houding van: „Wat heeft
het allemaal nog voor nut? Ze geven toch
maar een beetje theorie weg en de praktijk
is toch anders?" Zo zijn er nog vele nega
tieve houdingen op te noemen.
Nee lezer, U moet er positief tegenover
staan! Indien U ondernemer wilt blijven is
vergaderbezoek even hard voor het bedrijf
werken als nadenken, rekenen en landwerk!
De winter is er niet alleen om uit te rus
ten, maar ook om U voor de toekomst toe
te rusten!
Dit haal je uit lectuur, gesprekken met
collega's en inleidingen door derden op
vergaderingen. Overal is wat te leren, hoe
het wel moet, maar ook hoe het niet moet!
KUILVOER
Het voeren van kuilvoër vraagt in de win
ter extra zorg. Om broei te voorkomen bij
snijmais en voordiroogkuil dient de kuil elke
keer, nadat voer uit die kuil gehaald is, weer
zorgvuldig afgedekt te worden. Houdt uw
kuilen regelmatig in de gaten of het plastic
niet kapot gevreten wordt door ongedierte.
Om lucht en vocht in de kuil te vermijden,
dienen de gaten onmiddellijk dicht geplakt
te worden. Kuilen met een hoog NH3 (ammo
niak) gehalte kunnen gevaarlijk zijn voor het
optreden van slepende melkziekte. Hoogpro-
duktdeve koeien kunnen gevoelig zijn voor
het optredlen van slepende melkziekte. Men
dient in voldoende mate gemakkelijk op
neembare koolhydraten te verstrekken. Naar
de norm voeren is de ibeste methode om sle
pende melkziekte te voorkomen.
Koeien die zeer gevoelig zijn voor slepen
de melkziekte dient men de eerste maanden
van de produktie 1 kg anti-slepende melk-
ziektekoek bij te voeren.
MELKCONTROLE
Wanneer men ziet dat vele van de gecon
troleerde 'bedrijven nog een zeer lage melik-
produktie hebben, hoe zit het dlan met de
meUkproduiktde op de niet gecontroleerde be
drijven? Op de niet gecontroleerde bedrijven
heeft men geen enkel inzicht in de opbrengst
aan melk; en in vet- en eiwitgehalte.
Bedenk dat een slechte koe evenveel on-
derhoudsvoer nodig heeft als een goede koe.
Het is noodzakelijk dat U uw koeien laat
controleren op produktie.
Door aan te sluiten bij een melkcontrole-
vereniging weet U de melkopbrengst en vet
gehalte van de verschillende koeien en 'kunt
U de slechte dieren uitselecteren, en met
de goede produktiekoeien verder fokken.
Om de melkveehouderij winstgevend te
maken dient U te streven naar een melkgift
boven de 5000 kg melk per, koe. Zeeland let
op uw zaak en tracht door ibetere voeding en
doelbewuste fokkerij de melkopbrengst per
koe te verhogen!
(Zie verder pa*. 14).
Broei en schimmel kunnen ontstaan door onvoldoende tussentijds afdekken bij het
uithalen van kuilgras.
Indien U de „kweekkanten" langs sloot randen wilt behandelen met TCA, „laat er dan
geen gras over groeien" en doe het nu.
Op verschillende bedrijven is de opslag van mest en gier i.v.m. de wet op de veront
reiniging oppervlaktewater nog onvoldoende.
Indien U gezien de stand van uw koolzaad nu twijfelt of het gewas kan blijven staan
of uitgereden dient te worden, kunt U beter nu geen onkruidbestrijding toepassen met
Legurame of Kerb.