LANDBOUWSCHAP
VAN HET
Landbouw
nauw betrokken bij
hellingbeurt
binnenlands bestuur
MET grote koppen heeft het in de kramt gestaan: Reor
ganisatie binnenlands bestuur regering wil meer
en kleinere provincies. De grenzen van 26 nieuwe provincies
zijn reeds door de regering in kaart gebracht. Deze plannen
van de regering zijn niet uit de lucht komen vallen, want
al jarenlang gaan er stemmen op, dat het binnenlands be
stuur nodig op de helling moet.
6
KRING HULST DER ZLM
Algemene vergadering op vrijdag 12 december 1975 te
Kloosterzande in hotel „Van Leuven", aanvang 19.30 uur.
Agenda:
1. Opening door die voorzitter.
2. Notulen vorige algemene vergadering.
3. Mededelingen en/of ingekomen stukken.
4. Benoeming financiële kommissie tot controle boekjaar
1975.
5. Bestuursverkiezing:
Periodiek aftredend zijn:
B. de Bruicker (niet herkiesbaar)
A. H. v. d. Zanden (niet herkiesbaar)
Eventuele kandidaten kunnen voor de vergadering bij
het bestuur worden kenbaar gemaakt.
6. Korte inleiding door de algemeen-voorzitter der ZLM,
Ir. D. Luteijn, en verschillende stafleden van het alge
meen sekretariaat.
7. Rondvraag.
8. Sluiting.
Namens het kringbestuur,
Jac. SOHEELE, voorzitter.
P. G. DE BRUIJN, sekretaris.
Dinsdag 2 december - Afdeling Nieuw en St. Joosland -
Algemene vergadering om 19.30 uur in café „De Nieuwe
Hoop" te Nieuw en St. Joosland. Spreker: de heer Ing.
Schuring. Onderwerp: Kavelruil.
ZEEUWSCH-VLAAMSE STUDIEMIDDAG
dinsdag 16 december 1975
te
Terneuzea Aanvang 13.00 uur.
„Het samenspel van machines en arbeid
op het akkerbouwbedrijf
in Zeeuwsch-Vlaanderen"
AKKERBOUWSTUDIEDAG TE FIJNAART
Het Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundvee
houderij te Zevenbergen organiseert in samenwerking met
de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „Brabantse West
hoek" te Fijnaart een open studiedag voor de akkerbouw in
West-Brabant op maandag 22 december in de Graanbeurs te
Fijnaart, waar belangstellenden van harte welkom zijn.
10 uur: Opening door de voorzitter van de Vereniging voor
Bedrijfsvoorlichting de heer K. van Beem.
Sprekers:: Drs. P. C. Muntjewerf. Adjunct-directeur Ak
kerbouw en Tuinbouw over: Beleidsontwikkelingen en pers-
pektieven voor de Akkerbouw.
Drs. S. Cuperus. Afdeling OBedrijfssynthese van het Proef
station voor de Akkerbouw over: Mogelijkheden voor het in
dividuele akkerbouwbedrijf.
Dr. Ir. L. C. Zachariasse. Landbouw Economisch Instituut
(L.E.I.): Boer en bedrijfsresultaat.
Forum onder leiddng van Ir. J. A. H. Haenen, Consulent
voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Zevenbergen,
met als forumleden de inleiders en de heer J. Jacobs, land
bouwer te Fijnaart.
Sluiting 16.00 uur.
De Consulent,
Ir. J. A. H. HAENEN.
JAARVERGADERING STICHTING „GEZONDHEIDSDIENST
VOOR DIEREN IN ZEELAND"
De Jaarvergadering van de Gezondheidsdienst voor Die
ren in Zeeland te Goes zal ditmaal worden gehouden op
15 januari 1976 in de Brasserie te Middelburg. Aanvang 10.00
uur 's morgens.
VOORLICHTINGSBIJEENKOMST MOGELIJKHEDEN
EN EISEN EIGEN POOTGOEDTEELT
Door de zeer hoge* prijzen van het pootgoed is er kans op
dat er a.s. voorjaar aardappelen gepoot zullen wordten die
niet gekeurd zijn. Hierdoor is niet alleen het gevaar groot
dat de opbrengsten tegen kunnen vallen door het slechte
pootgoed, maar ook is er voor 1976 een verordening, die
inhoud dat al het uitgangsmateriaal voor de aardappelteelt
moet zijn onderzocht op phoma voordat het wordt uitge-
plant.
Om een inzicht te kunnen geven over pootgoedteelt van
eigen bedrijf houdt het CA R. te Goes in samenwerking met
de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting en St. Philipsland
een vergadering op donderdag 27 november a.s. des namid
dags om twee uur in café „Tolrust" te Poortvliet.
Tijdens deze bijeenkomst zal de heer ing. C. Zijdewind,
Bedrijfstakdeskundige akkerbouw bij het Consulentschap
voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Schagen NjH.
een inleiding houden over „Wat zijn de mogelijkheden en
eisen bij de teelt van pootgoed van eigen bedrijf'. Na de in
leiding kan hierover gediscussieerd worden.
NOGMAALS DE AFKOOPREGELING RENTEZEGELS
Eigenlijk is de afkoopregeling voor rentezegels op 1 juli
van dit jaar al geëindigd. Toch hebben enkele honderddui
zenden personen nog geen aanvraag ingediend, terwijl ze
wel recht hebben op een afkoopsom. De Raden van Arbeid
en de postkantoren hebben nog aanvraagformulieren genoeg.
En zo'n afkoopsom kan toch een leuk meevallertje zijn.
Wie komen er nu voor de afkoopregeling in. aanmerking?
In de eerste plaats iedereen die is geboren in de periode
1 juli 1902 tot en met 30 juni 1931.
Er moeten dan echter zo weinig zegels zijn geplakt dat er
als regel niet meer dan 60,per jaar aan ouderdomsrente
zou behoeven te worden betaald. Dat is natuurlijk niet zo
eenvoudig uit te rekenen. Daarbij kan men echter van de
volgende regel uitgaan: voor wie minder dan ƒ286,aan
zegels is geplakt, ligt een afkoopsom te wachten.
Verder komt voor een afkoopsom in aanmerking iedereen
die in de periode 1 juli 1939 tot en met 31 december 1950 is
geboren. „Iedereen" in dit geval betekent dat in hun geval
de hoogte van het bedrag van een eventuele ouderdoms
rente er niet toe doet en dus evenmin het bedrag van de ge
plakte rentezegels.
DR IR VAN DER ZAAG
VOORZITTER NEDERL. AARDAPPEL ASSOCIATIE
Dr. ilr. D. E. van der Zaag is de heer J. M. Glotzbach op
gevolgd als voorzitter van de Nederlandse Aardappel Asso
ciatie. iln deze functie zal hij zich vooral toeleggen op de
coördinatie van het aardappelonderzoek in ons land. Voorts
heeft hij opdracht de samenwerking in het aardappelonder
zoek binnen Europa te bevorderen. Tenslotte zal hij de in
stanties die de aardappelteelt in de tropen en sub-tropen
stimuleren, met raad en daad terzijde staan.
Dr. Ir. Van der Zaag is lange tijd Consulent voor Hak-
vruchten geweest, en de laatste jaren hoofd van de Afde
ling Teeltonderzoek van het Proefstation voor de Akker
bouw. Hij ds thans in dienst van de Directie Landbouwkun
dig Onderzoek van het mimditerie van landbouw en visserij,
gestationeerd bij het Instituut „De Haaff" (S.V.P.) te iWage-
ningen.
LANDBOUWPRIJSINDEXCIJFERS AUGUSTUS 1975
Volgens het C.B.S. bedroeg het prijsindexcijfer voor
akkerbouwprodukten in augustus 161 tegen 134 in de
overeenkomstige maand van het vorig jaar. Vooral de
hogere prijzen voor consumptie-aardappelen hadden een
grote invloed op de stijging van het groepsindexcijfer.
Alleen voor groene erwten en ongerepeld vlas konden
prijsdalingen worden geconstateerd. Het prijsindexcijfer
voor de veehouderijprodukten steeg in vergelijking met
augustus 1974 met 24 punten tot 162. Een overwegende
invloed op de stijging van dit groepsindexcijfer hadden
de hogere prijzen voor slachtvee en melk.
B. A. BOKMA
Afdeling Voorlichting
Nu de minister van Binnenlandse Zaken een concept-ont
werp van wet reorganisatie binnenlands bestuur heeft be
kend gemaakt, is ook het Landbouwschap om advies ge
vraagd. De commissies Grondgebruik en Planologie hebben
zich over de regeringsplannen gebogen. Hun zienswijze
wordt aan dagelijks bestuur en bestuur voorgelegd, die daar
na het Landbouwschapsstandpunt bepalen.
Op het eerste gezicht zult u zich misschien afvragen waar
om het Landbouwschap zich druk moet maken over nieuwe
provinciegrenzen. Wat heeft dat met land- en tuinbouw te
maken? Wij vroegen het aan de secretaris van de commis
sie Planologie, drs. Douwe Franssens.
BELANGEN VAN LAND- EN TUINBOUW
ET uitgangspunt voor de regering is, dat het binnen
lands bestuur zo doeltreffend mogelijk geregeld moet
zijn. Zij wil daarom, bestuurlijk gezien, krachtige gemeente
lijke en provinciale eenheden opbouwen. Daarom zal er een
gemeentelijke herindeling moeten komen, hetgeen betekent
dat de kleinere gemeenten moeten verdwijnen. De regering
vindt ook, dat een aantal taken en bevoegdheden van de
huidige gemeenten moeten worden overgenomen door de
provincie. Omdat de provincies-nieuwe-stijl het ook moeten
kunnen „behappen" zoals Franssens het uitdrukt acht
de regering een uitbreiding van het aantal provincies nood
zakelijk. De regering vindt dus dat de provincies niet te
groot moeten zijn, omdat anders het beoogde doel wordt
voorbijgeschoten.
Op vier belangrijke fronten raakt het 'binnenlands bestuur
dus ook een reorganisatie van dat bestuur de land- en
tuinbouw. Drs. Franssens noemt de ruimtelijke ordening
met als beleidsinstrumenten bestemmingsplannen en streek
plannen, ruilverkaveling ofwel landinrichting, waterschap
pen en belastingen.
AFSTAND BESTUURDE EN BESTUURDER
WAT betreft de ruimtelijke ordening is het nu zo ge
regeld, dat de gemeenten verplicht zijn voor het
„buitengebied" (vrij vertaald: het agrarisch plattelandl) be
stemmingsplannen vast te stellen. Deze plannen moeten
door Gedeputeerde Staten worden goedgekeurd. Volgens
Franssens is dat op het ogenblik in het algemeen een rede
lijk lopende gang van zaken, waar best mee te werken is.
Datzelfde geldt voor de streekplannen die door de provincie
worden opgesteld. Een groot voordeel is, dat de afstand
tussen bestuurde en bestuurder zo klein mogelijk is. Vooral
voor de land- en tuinbouw met zijn vele kleine en midden-
grote ondernemers is dat van grote betekenis: men stapt
gemakkelijker naar het gemeentehuis dan naar het provin
ciehuis om bijvoorbeeld over een bouwvergunning te praten.
Overigens is ook Franssens van mening dat de heel kleine
gemeenten wel erg beperkt zijn in hun bestuurlijke aktivi-
teiten (een kwestie van geld en mankracht) en dat daarom
met de regeringsplannen voor een gemeentelijke herindeling
wel ingestemd kan worden.
Met het opbouwen van bestuurskrachtige gemeenten in
het algemeen is er echter geen behoefte meer om de huidige
bevoegdheden van de gemeente betreffende de ruimtelijke
ordening over te hevelen naar de provincie. Daar komt nog
bij dat op het ogenblik de provincie boven de partijen staan
de over de gemeentelijke bestemmingsplannen kan oordelen.
In de nieuwe situatie, als de provincie veel meer bij de plaat
selijke planologische plannenmakerij betrokken zou raken,
zal dit niet meer het geval kunnen zijn. Dat wordt als een
groot bezwaar gevoeld.
LANDINRICHTING EN WATERSCHAPPEN
££N levenszaak voor de landbouw is de ruilverkaveling.
Provincie en gemeente zijn daar nauw bij betrokken.
Toch heeft de regering er in haar reorganisatieplannen geen
woord over losgelaten. De provincie is nu nauw betrokken
bij behandeling en goedkeuring van een ruilverkavelingsaan-
vraag, overleg over het volgordeschema, samenstelling en
benoeming van de verschillende commissies, definitieve
vaststelling van, het plan van wegen en waterlopen enz. Het
gezamenlijke beleid van rijk en provincie kan op het ogen
blik evenwel worden doorkruist door de gemeentelijke be
stemmingsplannen en het daarop gebaseerde stelsel van aan
leg- en bouwvergunningen. Franssens wijst erop dat diit
eigenlijk een onaanvaardbare situatie is. Op dat punt zouden
de provincies wel wat grotere bevoegdheden toegedeeld kun
nen krijgen.
Met een uitbreiding van het aantal provincies vreest hij
dat ook de problemen talrijker worden bij ruilverkavelingen
in grensgebieden van twee of meer provincies. Hij wijst
daarbij op de slechte ervaringen met de zogenaamde inter
provinciale waterschappen.
De huidige provincies hebben belangrijke taken en be
voegdheden op het terrein van de waterschappen. Strekt
een waterschap zich uit over meerdere provincies dan is er
niet meer sprake van een bestuurlijke eenheid. In de praktijk
heet dat aanleiding gegeven tot „bestuurlijke verwikkelin
gen". Hoe meer provincies, hoe meer van dit soort verwik
kelingen, vreest Franssens. Daar komt nog bij dat er ook
plannen zijn om het waterschapsbestel te reorganiseren. Een
en ander zal niet los van elkaar kunnen gebeuren.
BELASTINGEN
QE commissies Grondgebruik en Planologie verwachten
dat de verwezenlijking van de regeringsplannen zal
leiden tot een aanzienlijke verzwaring van de onroerend
goed belasting. Een uitbreiding van het aantal provincies
zal zeker meer ambtenaren vragen, terwijl maar moet wor
den afgewacht of de gemeenten hun personeelsbestand dan
in dezelfde mate zullen inkrimpen- Het voorstel van de rege
ring is om de heffingsbevoegdheid betreffende de onroerend
goed belastingen voor een groot deel over te laten gaan naar
de provincie en bij de gemeente slechts de heffing op het
gebruik van woningen te laten behouden. Uiteraard zit aan
deze voorstellen nog wel het een en ander vast.