BIJ EEN NAT WEGDEK IS UW REMWEG LANGER DAN U DENKT DAAROM MEER AFSTAND BEWAREN (VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Mist - grote boosdoener BOT Voorkom kettingbotsingen Ir. C. S. Knottnerus op Alg. Vergadering K.N.L.C. PI GEBRUIK VAN LICHTEN Velen zijn van mening, dat pas een half uur na zonson dergang tot een half uur voor zonsopgang verlichting ge voerd moet worden. In artikel 62 van het reglement ver keersregels uit de Wegenverkeerswet wordt echter uit drukkelijk bepaald, dat gedurende de schemering maar ook bij dag, wanneer door omstandigheden het zicht on- voldoende is om de aanwezigheid van uw motorvoertuig door anderen te doen opmerken, er dimlicht of stadslicht gevoerd moet worden. U ziet er wordt geen keuze gelaten r\ E afgelopen week hebben wij in grote delen van het land met zowel zware mist als regen en zelfs sneeuw te maken gehad. Stuk voor stuk natuurelementen waar wij in dit jaargetijde onze portie van kunnen krijgen. Daar kan dan nog een portie vorst aan worde toegevoegd. Voor de weggebruiker geen pretje om onder deze om standigheden op reis te moeten. In een groot aantal ge vallen valt er eenvoudig niet aan te ontkomen om toch van de personenauto gebruik te maken. In de grote steden en het verkeer tussen de grote steden kan in dergelijke ge vallen gebruik gemaakt worden van het openbaar ver voer. In de provincie is zulks vrijwel onmogelijk! Persoonlijk hebben wij onlangs tussen de vier wielen de grootste ellende van dichte mist meegemaakt. Wij hebben daarbij weer eens ervaren hoe sommige wegge bruikers zich dan gedragen. Wij moeten vooropstellen, dat van de genoemde natuurelementen wij mist het ergste vinden, zeker bij avond of nacht, leder oriênteringspunt wordt je ontnomen en met een zicht van 10 a 20 meter kan ieder onverlicht obstakel voor je op de weg tot ernstige gevolgen lijden. Eigenlijk is het dan onverantwoord zich met een motorvoertuig te verplaatsen! Niettemin staat men er versteld van hoe een aantal weggebruikers zich dan in feite misdragen. Op goed ge luk aan een passeermanoeuvre beginnen, terwijl er vijf of meer auto's eikaars achterlichten in de gaten houden. Met snelheden van 80 tot 100 km rijden. Op de dag bij lichte mist of zware regenval zonder licht rijden is ook een veel voorkomende fout. Zo zijn er nog een aantal foutieve en onverantwoorde handelingen op te noemen. Het treu rige ervan is dat ze niet alleen hun eigen leven in de waag schaal stellen (dat moeten ze per slot van rekening zelf weten'), maar ook dat van vele andere weggebruikers. Door hun onverantwoord verkeersgedrag lopen die de kans in zodanige verkeerssituaties te geraken die hen het leven kost dan wel levenslang invalide maakt. Gelukkig loopt het dikwijls nog goed af. Als iedere fou tieve handeling een aanrijding tot gevolg moest hebben was Nederland bij zware mist, sneeuwval, ijzel etc. één grote puinhoop. Misschien ook niet, want dan zouden er uiteraard veel minder waaghalzen zijn! Toch lijkt het ons nuttig nog weer eens voor u op te sommen hoe de wet telijke voorschriften op het punt van de verlichting lulden. hebben slechts een tweetal punten uit het hoofdstuk ver lichting gelicht. Zaak is n.l. dat u in dit jaargetijde tijdens zware regen val, mist en sneeuwval op de dag niet te laat bent met het voeren van verlichting. Het kost u ook niets ekstra's ten zij u de verlichting laat branden tijdens het parkeren! Wat u er wel mee kunt voorkomen is een bekeuring en een aantal ongevallen. En dat is niet misl deL NASCHRIFT REDAKTIE er moet verlichting gevoerd worden; buiten de bebouwde kom dimlicht en binnen de bebouwde kom mag stadslicht. Juist bij schemering speelt ook de kleur van de auto nog een grote rol. Wat velen ook niet weten, althans er niet naar hande len,, is het voorschrift: dat bij dag in geval van mist, sneeuwval of regen groot licht of dimlicht gevoerd moet worden. Groot licht moet vervangen worden door dimlicht in de bebouwde kom en in die gevallen, waarin men een tegenligger met groot licht stoort (verblind). In de Wegenverkeerswet wordt terecht veel aandacht geschonken aan de verlichting van het motorvoertuig, Wij Prof. M. C. Colenbrander heeft zich verdiept in de verschijnselen van filevorming. Eén daarvan is de ket tingbotsing. Iedereen die in een file rijdt staat aan dat risico blootmaar de hoogleraar gaf de hieronder weergegeven adviezen om in de file te trachten juist aan dat verschijnsel te ontkomen. Probeert u het maar eens. Verminder bij filevorming niet abrupt uw snelheid, hierdoor kunnen verder naar achteren kettingbotsin gen ontstaan. Als in de file de snelheid zakt, probeer dan zo geleide lijk mogelijk afstand tot uw voorganger te winnen. Rem zodanig dat de afstand tot de voorganger gelijk is aan de afstand tot de achterman. Wordt de file opgelost, accelereer dan zodanig snel dat de afstand tot uw voorgangers niet veel groter wordt. Let vooral ook op uw voor-voorman om tijdig te kun nen accelereren en remmen. Rem bij het naderen van een mistbank ruim ERVOOR, dus niet in de mistbank. Dat is belangrijk voor uw achterman. Als tenslotte een kettingbotsing onvermijdelijk schijnt, ontsteek dan uw waarschuwingsknipperlichten om de achterliggers te waarschuwen en blijf dit ook bij stil stand nog doen. (~)P de valreep loste het L.E.I. zijn belofte in om in de maand september de meest aktuele cijfers omtrent de vooruitzichten van het landbouwinkomen voor het ko- rrrende jaar bekend te maken. Wat de georganiseerde landbouw al had verwacht, bleek juist te zijn: de cijfers to nen een duidelijke teruggang ten opzichte van die van vo rig jaren. In enkele gebieden is er in vergelijking met die van het voorgaande jaar een vooruitgang waarneembaar, maar deze is niet zodanig, dat de neerwaartse trend wordt omgebogen. Gebleken is trouwens dat er nog steeds on duidelijkheden bestaan over de wijze waarop deze cijfers moeten worden vertaald. Aldus KNLC voorzitter ir C. Sv Knottnerus in zijn openingsrede van de Algemene verga dering van het K.N.L.C., die vrijdag j.l. te Den Haag werd gehouden. Hij merkte daarover op, dat het L.E.I. beter dan voorheen tracht duidelijk te maken wat deze inkomens- cijfers nu werklijk inhouden, n.l. door twe rubrieken in te stellen, de z.g. „normcijfers" en cijfers over te verwach ten inkomens. In dit verband wees ir Knottnerus erop, dat het landbouwbeleid uitsluitend gebaseerd kan zijn op normcijfers. Het is immers nog altijd zo ,dat de natuur een grote invloed heeft op de produktie. Bovendien be- invloedt de markt de prijzen. Daardoor wijken in de praktijk de werkelijke inkomens ieder jaar af van de norm inkomens. Opvallend in de LEI-berekeningen is, dat vooral voor de akkerbouwbedrijven de normcijfers lager uitkomen dan de reële verwachtingen. Dat is wel te begrijpen als men de huidige prijzen van sommige akkerbouwprodukten ziet. De prijzen van aardappelen en uien bijv. liggen aanmer kelijk boven de gemiddelde prijzen van de laatste jaren. Verder heeft het LEI met een noot duidelijk gemaakt, dat de cijfers betrekking hebben op pachtbedrijven. Voor de eigenaarslasten rekent het LEI dit jaar ongeveer f 500 per ha. Dit bedrag moet dus afgetrokken worden van het gemiddelde inkomen dat op de eigen bedrijven verwacht wordt. Maar ook dan nog zijn deze cijfers natuurlijk niet ver gelijkbaar met inkomenscijfers van loon- en salaristrek- kenden. Want de functie van deze inlkomens is voor een zelfstandige een heel andere dan voor een loontrekkende. Uit het inkomen van een zelfstandige dient in de eerste plaats ook het werkgeversaandeel in de sociale voorzie ningen betaald te worden. Juist om déze reden hebben (Zie verder pag. 18) L)INNEN 6 weken behoort 1975 tot het verleden en is een uitzonderlijk boerenjaar geschiedenis gewor den! Er zijn weinig rustperioden geweest voor de agra riërs. De dagelykse cyclus voor de melkveehouders werd niet onderbroken en dat is normaal, maar de gemengde en akkerbouwbedrijven heeft de winter 1974/75 geen rust gebracht. Integendeel, het was een geploeter als nimmer tevoren. Het najaar 1975 is tegengesteld aan dat van vorig jaar en de najaarswerkzamheden zijn tot nog toe erg vlot verlopen. Het ziet er naar uit dat velen hun ploegen en zaaien per 1 december practisch hebben voltooid. December is altijd een maand van bezinning en ook nu weer zal worden gedacht aan het verleden, maar ook aan het verleden, maar ook aan de toekomst. Een toekomst die het niet kan stellen zonder planning. Planning op korte termijn, zaaiplan en begroting voor volgend jaar, maar ook en dat is evenzeer een dwingende noodzaak, planning op lange termijn. IJNEN moeten worden getrokken met betrekking tot de toekomst van de kinderen, die het bedrijf moe ten overnemen. Dit moet hun mogelijk worden gemaakt. Overdracht onder de levenden, door een overeenkomst te sluiten, waarbij het kind rechten op overname verkrijgt, tegen prijzen die een maatschappelijk bestaan waarbor gen, of indien dat te vroeg is, omdat het kind minderjarig is en dus geen overeenkomsten kan sluiten, via een tes tamentaire beschikking. De overeenkomst tussen ouders en kinderen kan dan bijvoorbeeld zijn een maatschapsovereenkomst, waarin de bepaling is opgenomen, dat het kind bij beëindiging van de maatschap door het overlijden van de ouder het recht verkrijgt om de roerende en onroerende goederen over te nemen tegen de waarde zoals deze door deskundigen wordt vastgesteld. jD EEDS vele malen hebben wij het belang van een re- geling in deze kolommen benadrukt en nog steeds blijkt het dat op de leeftijd wordt overschat, dan wel dat het wordt achterwege gelaten, omdat het zo moeilijk is. Moeilijkheden worden uit de weg gegaan om grotere moeilijkheden na te laten. En deze nagelaten moeilijkhe den blijken in de praktijk van alle dag praktisch onoplos baar! Indien bij testamentaire beschikking de overgang van het bedrijf wordt geregeld is dat minder zeker dan dat gedurende het leven de overdracht plaats vindt en een overeenkomst tussen ouders en kind wordt gesloten! Im mers, het is altijd mogelijk dat tegen een testament ver zet wordt aangetekend. Het gebeurt niet veel, maar het kan! lyANNEER wij over toekomstvoorzieningen denken, y gaan onze gedachten ook uit naar voorzieningen die, naar wij menen, zijn aan te bevelen voor de langst levende echtgenoot. Het verdient naar onze mening aanbeveling, dat het recht van vruchtgebruik aan de langstlevende wordt toe gekend of wat praktisch hetzelfde is dat de langstlevende wordt benoemd tot enige erfgenaam (erfgename) onder de last om aan de kinderen renteloos schuldig te erken nen een bedrag dat overeenkomt met de waarde bij ver sterf van bedoelde kinderen. Hun kinderlijke portie. Het gaat er niet om in dit korte bestek alles uitvoerig uit de doeken te doen. Het gaat er om, nu het buitenwerk niet de volle aandacht vraagt, aandacht te vragen voor zaken die èn voor het familieverband èn voor een zoveel moge lijk verzorgde oudedag van de langstlevende echtgenoot en niet in het minst voor de bedrijfsopvolging, van zeer grote betekenis zijn. Voor uw persoonlijke vragen op dit gebied zijn wij gaarne tot uw dienst. PAAUWE a

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3