Prijswinnaar in
de rubrieken
goedkoop
en kwaliteit.
Vraag die
dierenstickers aan.
CHV mengvoeders
Cehave nv Veghel
Het gebruikswaarde onderzoek bij groot fruit
De keuze van het mengvoeder
bepaalt mede de rentabiliteit van
het moderne veredelingsbedrijf.
Daarom is mengvoeder nodig, dat de groeisnelheid
bevordert en leidt tot een lage voederconversie,
maximale produktie en goede gezondheid.
Tegen een zo laag mogelijke prijs. Zoals CHV-mengvoeders
Prijswinnaar in de rubrieken goedkoop en kwaliteit.
Deel ook eens mee in die prijzen.
20
(Vervolg van pag. 17)
LANDELIJKE RASSENPROEVEN
rassen die in de eerste toetsing te Wilhelminadorp
als gunstig naar voren komen, worden uitgebreider
beoordeeld dn landelijke rassenproeven die worden uitge
voerd in. de regionale fruitteeltproeftuinen te Horst, Gelder-
malsen, Kraggenburg, Numansdorp en Oosthuizen. In deze
fase ondergaat het onderzoek, dat bij de eerste toetsing met
betrekkelijk weinig bomen per ras werd uitgevoerd, een aan
zienlijke schaalvergroting: de rassen worden niet alleen op
meer plaatsen maar ook per proeftuin in grotere aantallen
geplant. In de proeftuinen te Terwolde en Werkhoven staan
kleine aantallen nieuwe rassen voor demonstratiedoeleinden.
Welke van de rassen uit dp eerste toetsing, in aanmerking
komen voor landelijke beproeving wordt bepaald door de
Commissie Beoordeling Nieuwe Rassen waarin besloten
wordt tot al dan niet opnemen van rassen in landelijke ras
senproeven. Thans worden drie landelijke rassenproeven met
appel uitgevoerd:
1. een proef geplant dn het voorjaar van 1971, met de ras
sen Alkmene, Holstenn, Oranje de Sonnaville, Karmijn de
Sonnaville en Cox's Orange Pippin (standaard).
2. een proef geplant in het voorjaar van 1973, met vier se-
lekties van het IVT, Dubbele Winston, Elstar, Karmijn de
Sonnaville, Alofs' Cox Spur en Cox's Orange Pippin.
3. een proef geplant in 'het voorjaar van 1975, met de ras
sen Jonagold, Gloster 69, Jamba 69, Septer, James Grie
ve (standaard) en Golden Delicious (standaard).
Opname van rassen in landelijke proeven betekent niet dat
deze rassen een zodanige gebrudkswaarde hebben dat ze aan
de praktijk kunnen worden geadviseerd. iDe landelijke proe
ven moeten gezien worden als een beproeving op wat gro
tere schaal en onder wat klimaat en grondsoort betreft uit
eenlopende omstandigheden van rassen die enige beloften
inhouden, teneinde betere en betrouwbaardere informatie te
verkrijgen dan in de eerste toetsing mogelijk is. Bovendien
Karmijn de Sonnaville, een ras van Nederlandse her
komst, met goede eigenschappen voor wat betreft smaak
en produktiviteit. Dit ras zal de komende jaren een be
langrijke plaats in het sortiment gaan innemen.
wordt op deze mander de praktische fruitteler tijdig inge
licht over rassen die mogelijk in de toekomst geadviseerd
zouden kunnen worden.
Zo bleek uit de gegevens van de landelijke rassenproef
1971 bijv. dat die produktie van het ras Karmijn de Sonna
ville na vier groeijaren iets hoger was dan van het als stan
daard gebruikte ras Cox's Orange Pippin. Bovendien bleek
dat de vruchten van de drie triploïde rassen Holste in. Or an-
CHV mengvoeder,
CHV voll. opfokmeel 1 m.a.c.
CHV voll. legmeel
CHV braadkuikenvoer 1 en 2 m.a.c.
CHV rundveebrok A/jongveebrok
CHV vleesvarkenskorrel
CHV voll. zeugebrok
f. 50,00
f. 47,20
f. 53,00
f. 38,00
f. 45,00
f. 43.00
Bovenstaande dierenafbeelding maakt deel uit
van een set stickers in kleur met afbeeldingen
van 5 verschillende dieren. Leuk om te hebben.
U kunt dit setje gratis krijgen door deze bon
ingevuld op te zenden aan: Cehave nv.
afdeling PubliciteitVeghel.
Prijzen per 100 kg., excl. 4% BTW, franco boerderij bij 8 tons
bulklevering. Bij grotere afname geldt een extra korting
Ook geringere kwanta leverbaar
Naam
Adres
Plaats
Telefoon 04130-82255, toestel 355.
je de Connavtille en Karmijn de Sonnaville beduidend zwaar
der en dus groter waren dan de vruchten van de diploïde
rassen Alkmene en Cox's Orange Pippin. Het ras Alkmene
bleek een zodanige zwakke groei (op M, 9) te hebben, dat
per oppervlakte-eenheid veel meer bomen geplant zouden
kunnen worden dan van de andere rassen in deze proef,
waarvan de kg-opbrengst per ha dan voor dit ras, ondanks
geringe produktie per boom, aanzienlijk gunstiger zou wor
den.
PRAKTIJKPROEVEN
|\E praktijkproeven vormen de laatste fase bij het ras-
senonderzoek, wanneer het wenselijk wordt geacht
nog meer informatie te verkrijgen betreffende snoei, be-
waarbaarheid, konsumentenoordeel enz. Dergelijke praktijk
proeven lopen thans met de rassen Odin, Spartan, Melrose
en Karmijn de Sonnaviille. Met de eerstgenoemde rassen wa
ren deze* proeven zodanig opgezet dat bij een beperkt aantal
fruittelers onder bepaalde voorwaarden met steun van het
Ontwikkelings- en Saneringsfonds minstens een halve hec
tare van een der rassen werd geplant. Bij het ras Karmijn de
Sonnaville wordt een ander systeem gevolgd, waarbij aan de
eigenaar van een reeds bestaande aanplant van dit ras sub
sidie wordt verleend indien hij voldoet aan bepaalde, door
de overheid gestelde, eisen betreffende bewaring, afzet en
dergelijke.
Bij het hiervóór geschetste systeem van beproeving van
nieuwe rassen (respektievelijk eerste toetsing, landelijke be
proeving, praktijkproeven) is het niet altijd nodig dat de
drie genoemde fasen elkaar opvolgen. Een ras behoeft niet
beslist zeven of meer jaren in de eerste toetsing te staan en
uitvoerig te worden beoordeeld om in aanmerking te komen
voor de daarop volgende landelijke beproeving. Het is even
min nodig dat een ras deze landelijke toetsing altijd geheel
moet doorlopen, voordat het in een praktijkproef kan wor
den opgenomen.
Het is mogelijk de rassen die in de eerste
toetsing in gunstige zin opvallen door een goe
de vruchtkwaKteit en produktie( vaak al tussen
het tweede en vierde groeijaar te beoordelen)
versneld door te schuiven naar de landelijke
rassenproeven. En ook in deze fase kan weer
overwogen worden de allerbeste rassen binnen
een kortere termijn dan de normale proefperio
de van zeven acht jaar naar de praktijk door
te geven. Op deze „overlappende" wijze kan de
totale duur van de beproeving met verscheide
ne jaren worden bekort. Overigens: wanneer
reeds in de eerste toetsing blijkt diat er werke
lijk sprake lijkt te zijn van een veelbelovend
ras, dan dringt dat al snel tot de praktische
fruittelers door, reeds lang voordat de officiële
beproevingsperiode is afgesloten. Duidelijk
speelde zich dit af bij het ras Karmijn de Sonna
ville dat sinds 1966 voorkomt in de eerste toet
sing te Wilhelminadorp en in 1971 in een lande
lijke rassenproef werd opgenomen. Toch staat
dit ras nu reeds op de derde plaats (na Golden
'Delicious en Rode Boskoop Schmitz Hübsch)
voor wat betreft het door de NAK-B, aan boom
kwekers uitgegeven oculatie en entmateriaal
(respektievelijk augustus 1974 en winter 1974/
1975), zodat in het seizoen 1975/1976 vele
men van dit ras zullen worden geplant. Ook bij
het appelras Jonagold begint zich zo'n situatie
enigszins af te tekenen.
Het is 'begrijpelijk diat het voor een fruitteler
aanlokkelijk en misschien financieel wel gun
stig is als één van de eersten met een goed
nieuw ras aan de markt komen; anderzijds be
staat er een niet gering risico bij het op vrij
grote schaal aanplanten van een nieuw ras dat
mischien alleen maar aanvankelijk zo goed leek
te zijn. Het zou niet de eerste ster zijn die na
een zeer snelle opkomst nog veel sneller ver
dween. Waarmee beslist niet gezegd wil zijn
dat dit voor Karmijn de Sonnaville en Jonagold
zou gelden.
RESULTATEN
WAT is tot nu toe het direkte resultaat van
het toetsen van al deze rassen geweest?
In verhouding tot de in het verleden door het
IVT getoetste enorme aantal fruitrassen zijn de
resultaten maar zeer pover geweest. Bij de
appel hebben slechts enkele rassen in meer of
mindere mate ingang gevonden, zoals hijvoor
beeld (tijdelijk) Stark's Earliest, Tydeman's
Early, Lobo, Mantet en Odin. Bij pruimen wa
ren het Opal en Sanctus Hubertus. Bij peer
haalde geen enkel ras de eindstreep. Eén van
de weinige pererassen, de Packham's Triumph,
die bij het gebruikswaardeonderzoek goed naar
voren kwam, vond evenmin ingang. De laatste
tijd komen weer wat nieuwe rassen bij appel
naar voren, zoals de 'reeds eerder genoemde
Elstar, Karmijn de Sonnaville en Jonagold.
Toch kan gesteld worden dat ondanks deze
eigenlijk geringe resultaten het gebruikswaarde-
onderzoek van belang was en is voor de Ne
derlandse fruitteelt. Door het tijdig signaleren
en verwijderen van inferieure rassen is boom
kwekers en fruittelers veel geld bespaard, om
dat het op ruime schaal in de praktijk beproe
ven van dergelijke rassen achterwege kon blij
ven. In positieve zin dus weinig resultaten, in
negatieve zin van groot belang.
Bij het bekijken van de onlangs verschenerf
15e Rassenlijst Fruit 1975 blijkt dat het aantal
hoofdrassen bijvoorbeeld- bij appel weliswaar
beperkt is tot zes en het aantal beperkt aanbe
volen rassen tot zeven, maar dat er dankzij
het gebruikswaardeonderzoek toch vele
nieuwe rassen in konden worden opgenomen die
mogelijk in de (nabije) toekomst van betekenis
zouden kunnen worden. Naarmate meer erva
ring met deze rassen wordt opgedaan zullen er
zeker een aantal verdwijnen. Toch wordt er
hard gewerkt om een halt toe te roepen aan de
verarming van het fruitsortiment, dat gesigna
leerd werd. Bedacht moet echter worden dat
fruitveredeling en rassenonderzoek een werk is
van lange adem en dat het niet mogelijk is van
het ene jaar op het andere het inderdaad nogal
beperkte sortiment aan te vullen met een aan
tal met de huidige praktijkrassen te verge
lijken nieuwe rassen.
Z1