Erf
en
akker
Bomen
voor
tuin en
erf
19
TUINTIPS
Beveland b.v., C. J. NOUSE
In ons vorige verhaal hebben we uitvoerig stii gestaap
bij de verschillende toepassingsmogelijkheden van bo
men. In de volgende beschouwingen zullen we het hebben
over de geschiktheid voor bepaalde doeleinden of situa
ties. We streven daarbij niet naar volledigheid maar noe
men datgene wat in de praktijk bruikbaar is gebleken en
vrij algemeen te verkrijgen is.
We kunnen daarbij helaas niet ontkomen aan het noe
men van veel Latijnse namen omdat de Nederlandse na
men vooral bij veel cultuurvariëteiten van een soort ont
breken.
BOMEN VOOR KLEINERE TUINEN
JN deze aflevering geven we een overzicht van de
bomen, welke voor aanplant in een kleinere tuin
geschikt zijn We vermelden daarbij eerst de Nederland
se naam van het geslacht of de soort en laten de Latijnse
naam daarop volgen. Van de betreffende cultuurvariëteit
noemen we de kroonvorm, de bijzonderheden aan blade
ren, de bloemen, de vruchten en eventuele andere ken
merken.
ACACIA (Robinia pseudoacacia)
Robinia pseudoacacia „Frisia", boom met losse, open
-• .««««««j kroon; bladeren opval
llend geel; aan jonge
I twijgen rode doornen.
I Rodinia pseudoacacia
f „Umbraculifera", mar-
kante boom met regel
matige bolronde kroon;
de lange geveerde bla-
"1 deren zijn helder groen-
Robinia's verlangen een
lichte standplaats en
verdragen maar matig
i wind.
Robinia pseudoacacia
„Umbraculifera"
BERK (Betula)
Detula verrucosa, de meest aangeplante z.g. zilverberk
met afbladderende wit-gele bast. Wordt in kleine
tuinen toch vaak te groot. Meer geschikt zijn de vol
gende cultivars.
Betula verrucosa „Obelisk", met een compact zuilvor-
mige kroon en witte
v» s^am
Betula verrucosa „Gra-
cillis", opvallend door
haar gracieus afhangen
de twijgen.
Beide cultivars zijn
moeilijk verkrijgbaar.
Berken treffen we
van nature aan op de
hoge droge gronden.
Stellen overigens wei
nig eisen aan de grond
en kunnen in de meeste
tuinen aangeplant wor
den. Passen qua karak-
Berken
ter niet in het open landschap op de rijkere (klei) gron
den. De berk heeft in de grond een samenlevingsvorm
met een schimmel. Bij het verplanten is het voor een
succesvolle hergroei wenselijk, grond van de oorspron
kelijke standplaats aan de wortels te houden.
GOUDEN REGEN (Laburnum)
JYE gewone Gouden Regen is de laburnum anagryroides.
groeit snel en bloeit met helder gele bloemen in han
gende trossen. Veel langere (35 a 40 cm) trossep heeft
de minder snel groeiende Laburnum watereri „Vossii".
In uitgebloeide staat is de Gouden Regen bepaald geen
sieraard, zodat het aanplanten van struiken, die na de
bloei van de Gouden liegen de aandacht van de uitge
bloeide struik afleiden, aan te bevelen is.
LIJSTERBES (Sorbus)
IIET Lijsterbessortiment iheeft een grote verscheiden-
heid aan soorten en cultuurvariëteiten. Voor de
kleinere tuin zijn bruikbaar:
Sorbus arnoldiana „Schouten", compacte eivormige
kroon; geveerde helder groene bladeren; vruchten oran
je-geel in augustus/september
Sorbus aucuparia „Fastigiata", compacte zuilvormige
kroon; langzame groei; zeer donkergroene geveerde bla
deren; dieprode vruchten in augustus/september. Is nog
al gevoelig voor kanker, dus aanplanten op niet te voch
tige plaatsen.
Sorbus decora, een
kompakt groeiend boom
pje met brede kroon;
geveerde diepgroene
bladeren; scharlaken
rode vruchten in zeer
brede tuilen.
Sorbus intermedia
„Brouwers", een zeer
veel wind verdragende
boom met enkelvoudige,
iets gelobde bladeren;
vruchten dieprood in
kleine tuilen van augus
tus tot eind september.
Sorbus decora
MEIDOORN (Crataegus)
DEN bekende verschijning in veel oude landschappen,
waar de Meidoorn als struik of heggestruweel voor
komt. Geschikte boom vormen zijn:
Crataegus lavallei, een onregelmatig opgaande, com-
pakte kroon; bladeren in het voorjaar roodachtig, later
met glanzend groen, leerachtig; witte bloemen in kleine
tuilen gevogd door grote oranje vruchten die zeer lang
blijven hangen.
Crataegus oxyacantha „Paul's Scarlet", een overbe
kende rood bloeiende Meidoorn; vormt een breed ovalt
kroon op een grillige stam; bloeit zeer overvloedig met
donkerrose-rode bloemen. Zeer fraaie boom!
SIERAPPEL (Malus)
DEN groot aantal soorten en hybriden van de z.g. Sier-
appel overlaadt ons ieder voorjaar met een sprook
jesachtige bloemenweelde. Bovendien volgt in een najaar
veelal een rijke vruchtdracht van opvallend gekleurde
appeltjes.
Malus „Almey", opgaand groeiende boom met purper-
naar brons verkleurende bladeren. Bloemen lila-rood
met witte ster gevolgd door rode vruchten.
Malus „Liset", een kleine dichte boom met purperkleu
rige bladeren; bloeit vroeg en zeer rijk met grote rode
bloemen; vruchtjes klein en donkerpurper tot eind okto
ber aan de boom.
Malus „Van Eseltine", opvallend breed zuilvormige
groeiwijze; groene bladeren; grote dubbele bloemen,
kleur rose met donkerder scharkeringen; vruchten niet
opvallend geel-groen
SIERKERS (Prunus)
TOT de meest fascinerende van de bloeiende bomen
mogen we ongetwijfeld de Sierkersen rekenen- Met
een betoverende schoonheid aan zilverachtig wit en roze
luiden ze het voorjaar in. Voor de kleinere tuinen moe
ten we ons beperken tot:
Prunus ceracifera „Atropurpurea", kleine ronde kroon;
purper-bruine bladeren, witte bloempjes en wijnrode
vruchten.
Prunus ceracifera „Nigra", zeer donker bruine blade
deren en rose bloempjes.
Prunus effusa „Schnee"
plat bolronde kroon,
zuiver witte bloemen
in eind april/begin mei.
Prunus serrulata
,Amanogawa', smal zuil
vormig groeiende boom
met zacht rose, welrie
kende bloemen in dich
te bouquetten langs de
takken.
Prunus serrulata „Ki-
ku-Shidare-Sakura",
treurvorm met in gro
te bogen overhangende
takken; bloemen diep
rose* gevuld en gefransd
en in massale hoeveel
heden langs de takken;
voor geschikte plaatsen
een prachtige boom.
Prunus serrulata
„Amanogawa"
Prunus subhirtella ,Autumnalis', schuin uitgaande, later
iets overhangende takken; bloemen wit-rose; zeer opval
lend is hun bij goed weer reeds in november beginnende
bloei.
In een volgend artikel zullen we bomen voor grotere
ruimten de revue laten passeren.
yORIGE week stond opveens John iMiller niet zijn vrouw
bij ons op de stoep. We hebben hem veertien jaar ge
leden leren kennen toen hij een poosje als een praktikant bij
ons werkte. Sindsdien is er een goede vriendschap blijven
bestaan. Niet dat we elkaar regelmatig schrijven, soms kan
er wel twee jaar tussen de een en de andere brief liggen.
Nu is dat niet erg, wamt een brief van John neemt ongeveer
een jaar in beslag om te ontcijferen. Maar hij is een des te
betere boer. Zijn boerderij ligt in Schotland in de provincie
Angus. En haal het nooit in je hoofd om op een enveloppe
onder Schotland ook nog England te schrijven, want dan
trap je ze als het ware onder hun kilt!
John was in een zeer joviale moed. Geen wonder want hij
is een felle aardappelteler, die zich voornamelijk op het
pootgoed toelegt. En ook in Schotland zijn de prijzen van
het pootgoed tot ongekende hoogten gestegen. Jammer ge
noeg had hij er al een gedeelte wat aan de vroege kant ver
kocht, maar het merendeel had hij nog in de schuur. Nu zat
hij alsmaar te rekenen hoeveel het wel op zou brengen: Zijn
vrouw is iets nuchterder, diie wil het liever eerst op de bank
zien! John evenwel was al aan het investeren geslagen. Zo
veel winst dit jaar, zuchtte hij, als de belastingmensen te
weten komen dan ben ik nog niet jarig. Gelukkig voor de
Schotten kunnen ze investeringen in het bedrijf in één jaar
aftrekken. Als er nou nog maar een vaatwasmachine voor
mij af kan, lachtte Myra zijn vrouw. John keek bedenkelijk.
Het zag er niet naar uit dat dat zou kunnen meende hij,
want hier kwam de Schot oven om de hoek kijken. Dan zit
jij maar met je handen in je schoot, en bovendien dat kan
ik niet aftrekken voor de belasting. Kijk dit vakantiereisje
kan ik in mindering brengen op mijn inkomsten, want ik
ben op „zakenreis", 't Was waar, hij was in de Noord-Oost
polder naar verschillende aardappel-verwerkende bedrijven
gaan kijken. Bovendien zelfs belastingmensen begrijpen ook
wel dat je in november niet naar Holland op vakantie gaat!
HET aardappeltelen ging overigens in Schotland de laat
ste jaren een stuk gemakkelijker dan voorheen. Hun
grootste probleem was de stenen in de grond. Daar kwam
maar nooit een einde aan. Een aardappelrooier kon je er
niet gebru'ken. Lange tijd werdi dat probleem opgevangen
door de herfstvakanties wat later te laten beginnen. De
schoolgaande jeugd noemde het trouwens nooit herfstvakan
tie, maar „tattieholliday". Nu hebben ze een nieuwe metho
de ontwikkeld om even van die stenen af te komen. Daar
wordt met het klaarmaken van het land ddrekt rekening mee
gehouden. Door de ruggen loopt een ondergronder van een
speciale breedte, met vlak daar achter een soort hark, döe
de stenen in de voor van de aanaarder doet belanden. Als
ze dan moeten rooien zitten er in ieder geval geen stenen
meer in de rug. Alleen wanneer ihet land later weer op win-
tervoor wordt geploegd worden de stenen weer naar boven
gehaald.
Het platteland van Schotland is nog een echt platteland1.
Industrieën zijn er bijna niet. Geen wonder dus dat iedereen
die er woont ook met de landbouw heeft te maken. Een
soort bevolking die je in drie groepen kunt scheiden. Boeren,
arbeiders en handelslui. De boeren vormen nog een hechte
gemeenschap. Kennissen die buiten de landbouw hun brood
verdienen hebben ze niet. John heeft daar ook niet veel be
hoefte aan want hij is boer in hart en nieren, en het liefst
van al heeft hij het over de landbouw. Als je zoons hebt dan
ga je nu al zitten uitkienen hoe je die straks weer ieder aan
een boerderij zal helpen. Huwbare dochters die van huis uit
een flink lapje grond mee krijgen liggen dan ook nog zeer
gewild in de markt. De Schotten zijn overigens zeer gezellige
lieden, die graag een goed glas whisky drinken. We hebben
er dan ook eens goed van geproefd. Myra was weg van een
huis met centrale verwarming. En ze vonden het wat vreemd
dat je er dan ook nog een openhaard bij hebt en die ook nog
aansteekt. Zelf heeft ze in haar huis zeven openhaarden.
En die worden in de winter ook iedere dag aangemaakt,
want het is de enige vorm van verwarming. Zelfs in de
slaapkamer heb je nog een haard. Wat ze alle twee ook
prachtig vonden waren die mooie huizen in de Nederlandse
straten bij avond. Achter ieder raam een andere uitstalkast.
Trouwens dat is voor ons ook een nieuwe openbaring. In
sommige kamers hebben de mensen nog maar net plaats om
te bewegen tussen al da planten en bloemen.
Ik kreeg van John een fraai Schotshoofddeksel. Echt iets
om in de kast te hangen. Maar hij wilde per se dat ik het
opzette, 't Kwam overigens wel goed van pas, want Corry
had pas mijn haar met het maaimachientje gemillimeterd.
Nu heb ik het petje echt in de kast gehangen, misschien
haal ik het er met karnaval weer wel eens uit! Voor we een
avondje uitgingen naar Antwerpen moest John eerst nog
even bellen naar een kennis in Schotland. De prijzen van
de aardappels waren weer gestegen. We hebben er in een
gezellige tent nog een paar extra trappisten opgedronken
en de oude vriendschap weer hecht aaneengesmeed. Het ver
baasde ons dat je zomaar snel een nummer kan draaien en
ineens met iemand in Schotland praat. Voor ons nog iets
bijzonders na acht jaar alleen maar een krakende radiover
binding te hebben gehad.
SCHRIJFKOUTER.