Het gebruikswaarde- onderzoek bij groot fruit Belastingaftrek voor de meewerkende vrouw 17 Ontleend aan „Bedrijfsontwikkeling" september 1975 P. D. GODDRIE, Proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp. GEBRUIKSWAARDEONDERZOEK is het onderzoek dat wordt gedaan aan nieuwe rassen die in Neder land of elders uit de veredeling zijn voortgekomen. Het doel is de beoordeling van nieuwe rassen waarbij wordt nagegaan in hoeverre deze nieuwe rassen voor gebruik (aanplant) in de praktijk in aanmerking komen. Het ge bruikswaar deonderzoek moet worden gezien als 't logisch sluitstuk van de veredelingongeacht waar die wordt uit gevoerd. 5 Sinds 1969 valt het gebruikswaar deonderzoek onder de Commissie voor de Samenstelling van de Rassenlijst voor Fruitgewassen. Namens en in opdracht van deze Commis sie wordt het onderzoek uitgevoerd door het Proefstation voor de Fruitteelthet IVT, het Sprenger Instituut en de regionale fruitteeltproeftuinen. Het Proefstation heeft gezien zijn specifieke funktie met betrekking tot de teelt echter een direkter aandeel in de uitvoering dan de an dere instelingen. Naast het proefstation is het IVT uit hoofde van zijn veredeling staak nog wat nauwer betrok ken bij dit onderzoek dan de overige instellingen. ORGANISATIE UET gebruikswaardeonderzoek bij groot fruit is die laat ste jaren als volgt opgezet. In de proeftuin van het Proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp vindt een eerste toetsing plaats van die appel-, pere- en pruimerassen waarover in binnen- of buitenland in gunstige zin wordt ge sproken of geschreven. De eerste toetsing vindt plaats op beperkte schaal; per ras worden maximaal tien bomen geplant. Een aantal van de in Wilhelminapolder geplante rassen kan tevens nog wor den beoordeeld in de proeftuin van het IVT te Eist voor zo ver ze daar geplant zijn ten behoeve van het kwekersrecht, voor veredelingsdoeleinden of ter vergelijking met de zoge naamde IVT-rar^on. Dero IVT-rassen zijn de beste, op on derstam veredelde zaailingen die voortkomen uit het ver edelingsprogramma dat door het IVT wordt uitgevoerd. Dó/.ö /.aailiii.^ii worden allereerst op eigen wortel te Eist beoordeeld. De meestbelovende worden op onderstam ge zet en daarna zowel te Eist als te Wilhelminadorp getoetst Wel' van de IVT -.elekties in de eerste toetsing worden op genomen wordt door het IVT en het 'Proefstation voor de Fruitteelt gezamenlijk bepaald. Thans staan in de eerste toetsing te Wilhelminadorp 197 appelrassen, 26 pererassen en 14 pruimerassen; in de proef tuin te Geldermalsen staan 35 kerserassen. Bij het IVT te Eist staan momenteel een honderdtal rassen en selekties van appel in de eerste toetsing. EERSTE TOETSING |JE rassen in de eerste toetsing te Wilhelminadorp wor den op vele facetten beoordeeld. Op enkele van deze punten wordt hier nader ingegaan. Smaak. Aan dit onderdeel van een ras moet grote waarde worden toegekend. Immers: een goedsmakende vrucht zal de konsument prikkelen tot een herhaalde aankoop. Alle rassen uit de eerste toetsing worden dan ook op hun smaak beoordeeld. Van vele is de smaak slechter of geen verbete ring van de rassen uit het huidige praktijksortiment. Ande re hebben een smaak die even goed, beter, of typisch anders is dan die van de bekende praktijkrassen. Met de rassen die i £"WER tegenwerkende vrouwen zwijgt de wet, doch voor vrouwen die in het bedrijf van hun man mee werken is een belastingreductie mogelijk. Aan hen wordt dan een deel van de winst toegekend, waarover de belas ting op dezelfde wijze wordt berekend als over inkomsten uit arbeid of winst uit onderneming in een bron van de vrouw zelf. Voor de goede orde kan worden opgemerkt, dat het omgekeerde ook geldt; dus dat een deel van de winst wordt toegerekend aan de man, wanneer hij meewerkt in het bedrijf van zijn vrouw (die dan dus de winst daaruit geniet, waar dat mansdeel afgaat). De wet spreekt dan ook niet in die populaire vaktermen die wij hierboven ge bruiken, doch heeft het over ,,de echtgenoot van degene voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven". En een echtgenoot kan mannelijk of vrouwelijk zijn in de fiscale wetten. In de prakijk doet zich dat omgekeerde ge val echter nauwelijks voor en zonder tekort te willen doen aan de intenties van dit speciale jaar, willen wij ons ge makshalve toch maar van het vakjargon blijven bedienen. Als u maar onthoudt, dat naar de andere kant ook hele maal net zo geldt. in smaak opvallen worden zo mogelijk uitgebreidere smaak- toetsen gehouden. Uit deze smaakproeven komt als alge mene lijn naar voren diat de bekende rassen als Golden Deli cious en vooral Schone van Boskoop vaak nogal laag wor den gewaardeerd vergeleken met sommige nieuwe rassen als Karmijn de Sonnaville, Jonagold en Elstar. Mogelijk is men de Golden Dilecious, aangeboden van december tot juni, meegegeten en is de schone van Boskoop voor velen toch te zuur. Opvallend is dlat rassen die qua smaak doen denken aan1 Cox's Orange [Pippin vaak als lekker worden be oordeeld. In de volgende tabel is de uitslag weergegeven van recent uitgevoerde smaakproeven met nieuwe rassen die verge leken werden met enkele praktijkrassen. Opgemerkt moet Behalve de smaak van Karmijn de Sonnaville en Jona gold bleek ook die van de hier afgebeelde Elstar in smaakproeven zeer gewaardeerd te worden. worden dat er „blind" werd geproefd, dat wil zeggen dat herkenning van de rassen niet mogelijk was doordat aan de 30 proevers geschilde partjes van uniforme grootte ter be oordeling werden aangeboden. 1 Smaak van enkele appelrassen op twee tijdstippen. Cijfers zijn gemiddelden van 30 proevers Ras Waardering op Gemiddelde waardering van 17/12/74 28/1/75 17/12 en 28/1 Elsta- 6,7 6,1 6,4 Jortagold 7,2 5,6 6,4 Kainujn-de Sonnaville 6,3 6,4 6,4 Gloster 69 5,7 5,3 5,5 Cox's Orange Pippin 5,3 5,4 5,3 Golden Delicious 5,4 5,0 5,2 I.V.T. 5544-220 5,6 5,5 5,5 Mutsu 5,3 4,6 5,0 Schone van Boskoop 4,5 5,3 4,9 MacSpur 3,3 3,5 3,4 Produktie. Omdat een hoge kg-opbrengst een gunstige in vloed heeft op de hoogte van de kostprijs wordt vrij nauw keurig de jaarlijkse opbrengst van de nieuwe rassen bepaald'. Rassen die weliswaar goed smaken, maar jaarlijks nauwe lijks vruchten produceren kunnen worden afgeschreven. Ook rassen die de neiging hebben te kleine vruchten voort te brengen worden in principe ongeschikt bevonden. In de eerste toetsing zijn het vooral de triplo! rassen zoals b.v. Jonagold, Karmijn de Sonnaville en Mutsu die voor wat pro duktie en vruchtgrootte betreft als gunstig naar voren ko men. Boomvorm. Ideaal is een tamelijk zwakgroeiend ras dat weinig of geen snoei behoeft en over de gehele boom goed met vruchthout is bekleed. Rassen met steile groei, kale takken en sterke groei, zelfs op zwakke onderstammen, zijn in principe ndet gewenst. QE gehele regeling is te veel omvattend dan dat daar aan recht zou kunnen worden gedaan binnen het bestek van dit artikel. Wij willen echter wijzen op een ar rest van de Hoge Raad, dat in een bepaald geval een zeer royale uitspraak van het Gerechtshof te Den Haag goed keurde over de vraag of er in dat grensgeval nu wel of niet aftrek mogelijk was. Uiteraard is het niet zo, dat de wetgever meteen een flinke belastingreduktie heeft willen toekennen als de vrouw van de ondernemer in de loop van het jaar twee keer een telefoontje heeft aangenomen, dat over de zaak ging. En er is in de wet een grens getrokken en dus doen er zich grensgevallen voor! Een globaal overzicht van de regeling is echter nodig, als achtergrond voor dit geval. Na een aantal strubbelin gen in het verleden is de grootte van het winstaandeel met ingang van 1971 gekoppeld aan de tijd, welke de vrouw meewerkt. Voorheen ging het om een beloning per uur, thans om een (inmiddels al weer gewijzigd) aandeel in de winst. Dit bedraagt een derde deel als zij minstens 2000 uren meewerkt; een vijfde deel ais zij tenminste 1000 uren meewerkt en een negende deel als zij in belangrijke mate dan wel voor tenminste 600 uren meewerkt. Alles met een minimum en een maximum. Tot en met 1973 sprak de wet alleen van: in belangrijke mate en daarmee was, blijkens de parlementaire verhan delingen, bedoeld ongeveer 30 Van een volle taak ad 2000 uren, dus ook 600 uren. De koppeling aan het aantal uren was gekozen, ook uitdrukkelijk om de regeling zo eenvoudig mogelijk te houden. Zou de vrouw minder dan 600 uren meewerken, dan zou er dus geen plaats zijn voor aftrek. Het bijzondere in het berechte geval was nu, dat het Hof toch aftrek heeft toegestaan in een geval, waarin de Bestuiving. Van de rassen die in de toekomst wellicht in het plantplan opgenomen zouden kunnen worden wordt dn de eerste toetsing nagegaan door welke praktijkrassen ze kunnen worden bestoven, of het nieuwe ras zelf een ge schikte bestuiver is voor de gangbare praktijkrassen en hoe de bloeiperiode <ligt ten opzichte van die praktijkrassen. Is het stuifmeel van het nieuwe ras ongeschikt of valt de bloei periode voor of na die van de praktijkrassen waarbij: het nieuwe ras wordt geplant dan zou de opbrengst van zowel het nieuwe ras als van de andere rassen in gevaar kunnen komen. Gevoeligheid voor ziekten en beschadigingen. De rassen- percelen in de eerste toetsing te Wilhelminadorp worden behandeld volgens een spuitschema waarbij getracht wordt Discovery is een aantrekkelijk zomerras met een fraaie kleur. De stevigheid van het vruchtvlees is een eigen schap die maakt dat dit ras, In tegenstelling tot vele andere zomerrassen, zeer geschikt is voor de handel. Geringe produktiviteit en de gevoeligheid voor scheuren van de vruchten zijn editor minder gunstige eigenschap pen. schadelijke ziekten of aantastingen zoveel mogelijk te voor komen of te genezen. Desondanks kan het vóórkomen dat sommige rassen toch ziektebeelden vertonen, zoals b.v. van meeldauw en kanker. Welhcht zijn dergelijke voor bepaalde aantastingen zeer gevoelige rassen ongeschikt voor aan plant in de praktijk. In dit kader past het te memoreren dat in de eerste toetsing te Wilhelminadorp 27 Amerikaanse appelrassen staan geplant waarvan vermeld wordt dat ze resistent zouden zijn tegen schurft en soms ook tegen meel dauw. Deze resistentie zou van belang kunnen zijn bij het streven naar zo weinig mogelijk spuiten in verband met kost prijs en ndet dn het minst in verband met milieuaspecten. Ook deze rassen ondergaan in principe het standaard! spuit schema; pas wanneer blijkt dat dergelijke rassen voldoen aan de eisen die qua produktie, smaak, uiterlijk, enz. worden gesteld, kan deze resistentie waardevol worden geacht. Wel licht zouden de voornoemde eisen wat lager gesteld kunnen worden als blijkt dat dergelijke rassen inderdaad ook zon der Nederlandse omstandigheden resistent of minder gevoe lig zouden zijn voor de genoemde ziekten Bewaring en verwerking. Teneinde een indruk te verkrij gen over de bewaarbaarheid van de rassen uit de eerste toetsing wordt van elk ras dat voor bewaring in aanmerking komt een beperkte hoeveelheid in een koelcel geplaatst. In overleg met het Sprenger Instituut worden met rassen die veelbelovend lijken grotere bewaarproeven opgezet. Van enkele rassen in de eerste toetsing wordt op kleine schaal nagegaan welke perspektieven ze bieden voor industriële verwerking. Ook dit aspekt van het onderzoek geschiedt in overleg en samenwerking met het Sprenger Instituut te Wageningen. Aandacht wordt hierbij ook besteed aan en kele oudere, bijna vergeten rassen zoals b.v. Franse Zure, Manks Codlin, Jacques Lebel, enz. (Zie verder pag. 20.) arbeid van de vrouw gemiddeld slechts één uur per dag vergde, en dus ver beneden de 600 uren per jaar bleef. Ze werd n.l. geacht toch in belangrijke mate mee te wer ken, omdat haar taak een belangrijke was en een afge rond geheel vormde. Zij deed n.l. de boekhouding in het bedrijf van haar man, een timmerman-aannemer. I-JET ging in de procedure natuurlijk om de vraag: wat betekent in belangrijke mate. De inspecteur beriep zich op de wetsgeschiedenis, waaruit te halen valt, dat in belangrijke mate betegent 30 van 2000 uren, en waarin voorts gesteld was, dat de uitvoering eiste, dat een een voudige maatstaf zou gelden, n.l. alleen de tijdsduur. Be langhebbende (zo wordt de belastingplichtige in de be roepsprocedure genoemd) stelde, dat het begrip in be langrijke mate mate niet altijd 30 betekende (waarin hij gelijk had) en dat het werk van zijn vrouw wel een be langrijke plaats innam in zijn bedrijf. Hij kwam-op 15 en vond dat ook: in belangrijke mate. Daarnaast hadden bei de partijen er natuurlijk zoveel mogelijk bijkomstige argu menten bij gehaald. Het gaat ons nu echter om de hoofd zaken. Uit de wetsgeschiedenis bleek, dat hier wel 30 van 2000 uren was bedoeld. Anderzijds vond het Hof niet, dat er nu uitsluitend naar de tijdsuur moest worden gekeken; er was ruimte overgelaten voor andere criteria. Voorts benaderde het Hof de zaak andersom door niet vast te stellen voor welke groep er aftrek zou gelden, doch, aan de andere kant van de grens, te bepalen voor welke groep er geen aftrek bedoeld was. En zo kwam het Hof tot de slotsom, dat de wetgever slechts de naar tijdsduur gemeten bepaald onbelangrijke, in het kader van de onderneming wezenlijk van geringe betekenis te oordelen arbeid van de vrouw van elke af trek heeft willen uitsluiten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 17