REIM,het ras
dat u niet in de steek laat
CEBECOHANDELSRAAD
Onbeperkte voordroogkuil
en hooivoedering bij jongvee
Dit was ook de aanhef van de advertentie
die dit voorjaar in dit blad stond.
In deze advertentie raadden wij U aan dit jaar vlas
van het ras REINA te verbouwen speciaal in verband
met de slechte structuur van de grond.
Velen van U hebben ons advies opgevolgd
en hebben in dit moeilijke vlasjaar toch weer ervaren
dat de mededeling:
volledig bewaarheid is.
Voor uitzaai in 1976 raden wij U dan ook aan
Reina te zaaien.
N.B. REINA vraagt 15 kg zaaizaad per ha minder
dan andere bekende rassen.
Produktschap voor landbouwzaden
16
van 1012 maanden oud zowel uit voordroogkuil als hooi op ca. 2,25 kg. Op een leef
tijd van 1416 en 2123 maanden bedroeg de droge stof opname uit beide prodiuk-
ten resp. ca. 1,9 en 1,75 kg; per 100 kg levend gewicht.
Tj. BOXEM - Proefstation voor de Rundveehouderij
in „Bedrijfsvoorlichting Zuid-Hollandf"
Aan de opname van ruwvoer bij jongvee is in het algemeen weninig aandacht be
steed. Als norm wordt vaak een opname aan droge stof van ca. 1,6 h 1,7 kg per 100
kg levend gewicht gehanteerd. Deze norm heeft veelal betrekking op ruwvoer in de
vorm van hooi en kuil, daarnaast meestal ook een hoeveelheid krachtvoer wordt ver
strekt. Om meer inzicht te krijgen in de opname capaciteit van jongvee, is in de stal-
periode 19741975 op het P.O.C. Zegveld een proef genomen, waarbij .het voeren
van onbeperkt voordroogkuil werd vergeleken met die voedering van onbeperkt hooi.
Het aanwezige jongvee werd ingedeeld in twee groepen van elk 16 dieren. Met dezff
twee groepen dieren werden de volgende behandelingen toegepast:
Groep V: Uitsluitend voordroogkuil
Groep H: Uitsluitend hooi
Er werd geen krachtvoer verstrekt
Iedere groep werd, naar leeftijd, als volgt onderverdeeld:
Groep
aantal dieren
leeftijd in maanden
gewicht in kg
VI en Hl
VII en HU
VIII en HUI
6
5
5
8
12
19
190
295
376
HET VERSTREKTE RUWVOER
De voordroogkuil het het hooi was steeds van hetzelfde uitgangsmateriaal. De kwa
liteit van beide produkten was zeer goed. Van alle partijen was de gemiddelde analyse
als volgt:
d.s.
gehalten in de
dl.d.
re
rc
as
ZW
vre
voordroogkuil
50,5
19.9
26,7
9,6
53,5
15,0
hooi
81,4
20,1
25,4
8,7
50,0
13,2
Tabel 1 Droge stof opname, gemiddeld per dier per dag in kg
Zowel de voordroogkuil als het hooi werd onbeperkt verstrekt.
DE DROGE STOF OPNAME
In tabel 1 is per leeftijdsgroep de gemiddelde droge stof opname per maand weer
gegeven. Gemiddeld gezien is bij de diverse groepen het verschil in droge stof opname
tussen voordroogkuil en hooi bijzondier gering. Wel zien we dat naarmate de dieren
ouder zijn, gemiddeld meer droge stof wordt opgenomen.
De droge stof opname per 100 kg levend gewicht lag globaal genomen bij dieren
Periode
groep 1
groep 2
groep 3
leeftijd 813 maanden leeftijd 1217 maanden leeftijdi 1924 maanden
voordroogkuil
hooi
voordroogkuil
hooi
voordroogkui 1
hooi
november
3,8
4,1
4,8
6,4
6,3
6,8
december
4,6
4,3
6,0
5,6
7,5
6,9
januari
5,2
4,9
6,2
6,0
7,9
7,5
februari
5,6
5,4
6,4
6,6
8,2
8,8
maart
6,5
6,1
7,3
6,9
8,1
8,7
april
6,3
6,7
7,2
7,6
7,8
8,4
gemiddeld
5,4
5,2
6,4
6,4
7,7
7,9
Belangrijk
bericht voor alle
vlastelers
ZETMEELWAARDE OPNAME
Zowel met voordroogkuil als met hoqi is in vrijwel alle gevallen 'boven die
zetmeel waard enorm (C.V.B.) gevoerd.
Bij groep I (jongste dieren) is het verschil tussen de norm en de werkelijk
opgenomen hoeveelheid zetmeelwaarde het geringst. Het verschil wordt ech
ter groter naarmate de dieren ouder zijn.
Bij groep II is gemiddeld ca. 400 gram zetmeelwaarde meer opgenomen
dan volgens norm nodig was, terwijl dit bij groep M meer dan 800 gzw be
droeg.
GROEI VAN DE DIEREN
In tabel 2 is per leeftijdsgroep de groei tijdens de proefperiode vermeld.
Het blijkt dat met uitsluitend ruwvoer zeer goede groeicijfers zijn verkregen.
Bij groep 1 is de gemiddelde groei het hoogst geweest met kuil terwijl bij
de overige groepen de groeii op hooi beter is geweest.
KONKLUSIES
Met kwalitatief goed' ruwvoer zijn zeer goede droge stofopnames moge
lijk, zelfs bij zeer jonge dieren.
Vanaf een leeftijd van acht maanden is bij onbeperkte hooi en/of kuil-
voedering geen krachtvoer-bijvoedering meer nodig.
Zowel met hooi als kuilvoedering is tijdens de winterperiode een zeer
goede groei te realiseren (tabel 2).
Met kwalitatief goed ruwvoer wordt in de meeste gevallen de zetmeel-
waardenorm (C.V.B.) overschreden en is de kans op vervetting van jong
vee vooral bij een leeftijd van 12 maanden en ouder duidelijk aanwezig.
Tabel 2 Gemiddelde groei in grammen per dier per dag
e
Blaak 31 Rotterdam Telefoon 010-142211
Periode
groep 1
groep 2
groep 3
leeftijd 8-13 maand, leeftijd 12-17 maand, leeftijd 19-24 maand,
voordroogkuil hooi voordroogkuil hood voordroogkuil hooi
13/11—24/1
24/ 1— 9/4
575
1029
589
854
532
714
565
875
870
818
881
920
gemiddelde
802
722
623
720
844
903
ZAAIZAADVOORZIENING WINTERGRANEN
UOEWEL verwacht werd dat de inzaai van de wintergranen oogst
1976 voledig zou kunnen gescfhieden met te velde en op partij
goedgekeurd zaaizaad, blijkt dat toch wat winterrogge betreft niet juist
te zijn Dezer dagen werd door de Nederlandse Kwekersbond n.l. het
verzoek ingediend om van zaaiwinterrogge het handelszaad vrij te ge
ven, aldus ontlenen we aan de mededelingen van het Hoofdprodukt-
schap voor Akkerbouwprodukten. Als reden van dit niet verwachte
tekort aan volledig goedgekeurd zaaizaad wordt o.m. genoemd het op
nieuw teruglopen zaaizaadareaal van oogst 1975, de ietwat tegenvallen
de kwaliteit van een aantal zaaizaadpartijen van deze oogst en de ge
constateerde grotere vraag dan in voorafgaande jaren. Verwacht wordt
dan ook dat de laatste jaren sterk teruggelopen teelt van winterrogge,
dit jaar een uitbreiding te zien zal geven.
Wat de wintertarwe en de wintergerst betreft wordt verwacht dat,
ondanks een zekere krapte bij de zaaizaadvoorziening er toch voldoende
te velde en op partij goedgekeurd zaaizaad beschikbaar is om aan de
totale vraag daarnaar te voldoen.