PRODUKTSCHAP
GRANEN, ZADEN EN PEULVRUCHTEN
10
MARKTVERLOOP EN BEURSPRIJZEN GRANEN
Aan de „Mededelingen" behorende bij de agenda van de
openbare vergadering van het Produktschap voor Granen,
Zaden en Peulvruchten die op donderdag 6 november j.l.
werd gehouden ontlenen we de volgende gegevens over
de marktsituatie, beurs- en telersprijzen enz.
September en oktober 1975. Beurs Rotterdam in //100 kg
Interventie- en drempelprijzen in de desbetreffende maanden.
In gld. per 100 kg (afgerond)
ZACHTE (KLEEF)TARWE
■TEN algemeen aanvaardbare eenvoudige snelle en betrouwbare methode in de
E.E.G. om te kunnen vaststellen welke tarwesoorten geschikt geacht worden
voor de broodbereiding klevende en niet klevende degen is nog niet bekend.
Aanvullend op hetgeen wij onlangs reeds hierover berichten.
De zgn. Bollingtest is teveel gericht op industriële bereiding van brooddeeg, maar
blijkt tevens in belangrijke mate afhankelijk te zijn van de wijze waarop detest wordt
uitgevoerd. Daarbij komt dat degen die volgens de Bollingtest zouden kleven kunnen
goed brood geven en andersom. De diensten der Europese Commissie die in septem
ber een bijeenkomst organiseerden waarin e.e.a. besproken en bediscusieerd werd
spraken zich wel uit om tot een bakproef te komen die als methode zou kunnen die
nen die de collecterende handel in staat zou stellen, bij de ontvangst van de verschil
lende tarwesoorten, de geschiktheid ervan voor de broodbereiding op een eenvoudige
snelle en betrouwbare wijze te beoordelen. De Diensten van de Europese Cie deden
in dit verband een beroep op de medewerking van de Europese organisatie van de
maalindustrie.
PROEVEN MET DIVERSE MELANGES
|N Nederland zijn naar aanleiding van e.e.a. aanvullende proeven genomen, waar
bij onder Nederlandse omstandigheden is nagegaan of het bijmengen van
„kleeftarwe" in de te vermalen tarwemelanges een nadelige invloed heeft op de ver
werkbaarheid van de verkregen broodbloem.
Onderzocht werden melanges van 40 derde landen-tarwe, 30 Franse tarwe en
30 „kleeftarwe", alsmede 50 dierde landen-tarwe en 50 „kleeftarwe". Bij geen
van de gebruikte mengsels bleek een kleven van brooddegen op te treden; wel werd
in sommige gevallen een ongunstige beïnvloeding van de bakeigenschappen gekonsta-
teerd.
Het IGMB Instituut graan, meel en brood TNO is dan ook, gezien de resultaten van
deze proeven, tot de conclusie gekomen, dat er in Nederland onder de huidige omstan
digheden feitelijk geen sprake is van een „kleefprobleem".
Op dit moment is het nog niet duidelijk welke konsekwenties de Europese Commis
sie zal trekken uit de 'konklusies, waartoe het colloquim van wetenschappelijk des
kundigen, vrijwel unaniem, heeft geleid, dit met betrekking tot de uitvoering van de
resolutie, die door de Raad van Landbouwministers is vastgesteld.
Ingeval, ondanks het vorenstaande, de Raad op voorstel van de Europese Commis
sie zou besluiten met ingang van 1976/1977 over te gaan tot een twee-prijzenstelsel,
waarbij voor „baktarwe" een hogere interventieprijs geldt dan voor „voertarwe", dan
wordt in ieder geval niet voldaan aan de in de resolutie opgenomen zinsnede „waarbij
naar behoren rekening wordt gehouden met de praktische aspecten van het beheer
en controle". In grote gebieden van de Gemeenschap zal althans de collecterende han
del niet in staat zijn bij de ontvangst van de telerspartijen het noodzakelijke onder
scheid te maken. Verwacht wordt, dat de Europese Commissie in december a.s. de
prijsvoorstellen voor 1976/1977 bij de Raad zal indienen.
QVERIGENS zijn door het Belgische Europese parlementslid Martens vragen aan
de Europese Commissie over de analysemethoden voor de bakwaarde van brood
graan gesteld.
De heer Martens verklaard! zich in principe akkoord met een lagere betaling voor
tarwe die alleen geschikt was als voertarwe, mits de bepaling van de bakwaarde snel
en volgens betrouwbare methoden kan worden uitgevoerd en als de leverancier het
recht van tegenexpertise wordt gegeven. De Commissie heeft dat toegezegd bij de
beantwoording van de vragen van de heer Martens.
De Commissie deelt nog mede dat de analysekosten vrij gering zijn, althans voor
de smalle methode. In geval van tegenexpertise zullen de kosten hoger zijn. De kosten
kunnen evenwel nog niet worden vastgesteld, omdat de methode van analyse nog
niet op gemeenschappelijk niveau is vastgesteld!
Op basis van recente inlichtingen wordt bij wijze van voorbeeld) vermeld dat de in
sommige lidstaten gebruikelijke methoden ongeveer 15 RjE. per analyse kosten (on
geveer 18,Als niet voor de bakkerij geschikte tarwerassen noemt de Commissie
o.a. Maris Huntsman, Clément en Benno.
DE RUSSISCHE GRAANAANKOPEN
|^EEDS eerder werd melding gemaakt van tegenvallende oogstresultaten in Rus
land en de daaruit voortvloeiende aankopen door de Russen op de wereld
markt. Deze aankopen beliepen eind juli j.l. ongeveer 15 a 16 miljoen ton graan, waar
van 10 miljoen ton in de Verenigde Staten. Begin augustus j.l. werden vervolgens
verdere verkopen aan Rusland, voorlopig tot medio oktober 1975 opgeschort. In sep
tember en oktober j.l. sloten de Russen elders, met name in Canada, Australië en
Brazilië, nieuwe kontrakten af.
Naar schatting hebben de Russen tot eind oktober j.l. 22 a 23 miljoen ton graan
en sojabonen op de wereldmarkt aangekocht. De importbehoefte van Rusland wordt
thans op 35 miljoen ton geraamd. De jongste oogstraming komt uit op 160 miljoen
ton, hetgeen 55 miljoen ton lager is dan de geplande produktie. Nu overeenstemming
is bereikt over eerderbedoelde graanovereenkomst en het embargo is opgeheven,
schijnt het niet uitgesloten te zijn, dat Rusland dit jaar nog een hoeveelheid van 6 a
7 miljoen ton graan in de V.S. zal aankopen. De mogelijkheden om verdere aankopen
te kunnen doen worden, afgezien van de voorraadpositie op de wereldmarkt, overi
gens beperkt door de lossingscapaciteit in de Russische havens.
BINNENLANDSE GRANEN
QE prijzen van inlandse tarwe vertoonden in september en oktober een stijgende
tendens. Deze prijsstijging was nauwelijks een gevolg van betere afzetmogelijk
heden doch vloeide vrijwel geheel voort uit het geringe aanbod.
De stemming voor rogge was goed prijshoudend. De maalindustrie was in deze
maanden op beperkte schaal als koper aan de markt. Naar West-Duitsland werd in
deze periode slechts 700 ton afgezet, waarmee de afzet van rogge naar Lid-Staten
van 1 augustus j.l. in, totaal 1.900 ton bedraagt. Het Centraal Brouwerij Kantoor toon
de zich aanvankelijk nogal geïnteresseerd in brouwgerst. In oktober j.l. werden slechts
geringe hoeveelheden uit de markt genomen. De afzetmogelijkheden van brouwgerst
naar andere Lid-Staten waren vrijwel nihil.
De prijsontwikkeling van gerst werd in negatieve zin beïnvloed door lage offertes
gerst van Engelse-/Schotse origine. Niet alleen bij afzet in Nederland, doch ook in
West-Duitsland werd hiervan concurrentie ondervonden.
In de verslagperiode werd desondanks 35.000 ton inlandse gerst naar voornoemde
Lid-Staat afgezet; in totaal vanaf 1 augustus j.l. 48.000 ton.
Bij een geringe omzet was haver goed prijshoudend gestemd. Per 21 oktober j.l.
was 14.000 ton haver naar Lid-Staten afgezet.
Produkt
8.9.75
22.9.75
6.10.75
20.10.75
27.10.75
Binnenlandse granen
Tarwe
43,—
43,40
43,50
43,90
44,10
Rogge
43,25
43,50
43,35
43,60
44,—
Brouwgerst (GBK-cond.)
46,50
46,50
46,50
46,50
46,50
Brouwgerst (Belg. comd.)
42,75
43,—
43,—
43,—
43,—
Zomergerst (65/66 kg)
42,15
41,75
41,60
41,75
41,75
Haver (50/51 kg)
37,50
37,75
38,25
38,60
38,60
Buitenlandse granen2)
Mais
Noord Amerikaanse 3
43,—
43,1
43,25
43,75
44,-
Franse
43,40
43,60
43,60
43,95
43,75
Sorghums
42,—
41,75
41,50
41,35
41,50
Maaltarwe (Franse)
46,75
46,50
47,—
47,25
47,25
Gerst (Franse)
42,25
42,—
42,25
42,40
42,50
Boordvrij Nederland, doorsneekwaliteit, max. 17 vocht.
2) Amerikaanse granen: lako boordvrij Rotterdam.
Franse granen basis cif Rotterdam/zuid Nederland.
In het stadium van de groothandel lagen de prijzen van vrijwel alle granen beneden
het drempelprijsniveau. De gerstprijzen, welke aanvankelijk iets hoger waren, daal
den vrij spoedig ook beneden dat niveau.
TELERSPRIJZEN VOOR GRANEN IN AUGUSTUS EN SEPTEMBER 1975
gLIJKENS een voorlopige berekening hebben de telers in augustus en september
1975 voor granen, bij levering af boerderij, met een vochtgehalte van 16 de
navolgende prijzen gemaakt. Voor de vergelijking van de telersprijzen af boerderij
met de zgn. afgeleide interventie- en drempelprijzen is als landelijk gemiddelde een
forfaitair verschil aangehouden van 2,50 resp. 2,20 per 100 kg.
Augustus 1975
In gld. per 100 kg*
September 1975
afgeleide felersprijs
van
afgeleide telersprijs
van
Produkt
gereali
seerde
prijs
interven
tieprijs
dirempel-
prijs
gereali
seerde
prijs
interven
tieprijs
drempel
prijs
Tarwe
40,84
40,30
44,45
40,90
40,75
44,95
Rogge
39,—
38,45
44,20
39,45
38,90
44,70
Haver
35,85
38,50
35,90
38,95
Gerst
39,25
35,45
40,20
39,90
35,90
40,65
Voergerst
38,70
39,15
Brouwgerst
41,05
40,90
exclusief BTW.
De gemiddelde gerealiseerde prijzen voor tarwe en rogge lagen dn augustus en sep
tember j.l. iets boven de van de interventieprijs afgeleide telersprijzen. De telersprij-
vzen van gerst benaderden vrij dicht het niveau van de afgeleide drempelprijzen. De
prijzen van haver lagen in deze maanden 3,per 100 kg beneden die van de
drempelprijs afgeleide telersprijzen.
AFZETMOGELIJKHEDEN VAN TARWE NAAR DERDE LANDEN NIHIL!
gE maalindustrie nam slechts beperkte hoeveelheden inlandse tarwe uit de markt.
Tegen het einde van de verslagperiode werd iets meer belangstelling getoond,
doordat als gevolg van de staking door de Belgische schippers de aanvoer van Franse
tarwe stagneerde. Naar schatting is tot nu toe 30.000 ton inlandse tarwe van deze
oogst voor consumptiedoeleinden aangekocht. De afzetmogelijkheden voor inlandse
tarwe in de veevoedersektor waren vrijwel nihil. Naar andere Lid-Staten van de EEG
werd tot 21 oktober j.l. ongeveer 67.000 ton tarwe afgezet, waarvan 23.700 ton naar
West-Duitsland en 42.300 ton naar het Verenigd Koninkrijk.
De voor uitvoer van zachte tarwe naar derde landen vastgestelde heffing was der
mate hoog, dat uitvoer niet mogelijk was. Aan de lopende inschrijvingen, zowel voor
levering uit de markt als uit interventievoorraden, werd door Nederlandse exporteurs
niet deelgenomen.
Het navolgende overzicht geeft de afzet van inlandse tarwe weer. per 21 oktober
j.l. Ter vergelijking zijn tevens vermeld de afzetcijfers in dezelfde periode van het
vorige seizoen.
In tons
1974
690.000
56.000
Oogstraming verminderd met eigen behoud
Interventie voorraad (A IB)
Afzet over de markt
Bestemmingen per 21.10
maalderijen
uitvoer naar derde landen
levering aan Lid-Staten
afzet van tarwe in mengvoeders
voedselhulp
Nog af te zetten
1975
490.000
210.000
700.000
746.000
30.000
67.300
14.300
12.000 123.600
30.000
10.400
36.000
32.200 108.600
576.400 637.400
(±82%) (±85%)
(Zie verder pag. 12)