UP
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw èn veeteelt in zeeland en noord-brabant
BEDRIJFSVOERING RICHTEN OP DE TOEKOMST ONS COMMENTAAR
zlm
land-
tuinbouwblad
VRIJDAG 31 OKTOBER 1975
63e Jaargang - No. 3304
^EKER ook in ons werkgebied zijn vele boeren en
tuinders gedurende de laatste paar jaar genood
zaakt geweest hun bedrijfsvoering op de korte termijn af
te stemmen. De enorme kostenstijgingen van de laatste
2 3 jaar werden immers onvoldoende in de prijzen der
produkten gecompenseerd. Voor vele bedrijven bete
kende dit dat de tering naar de nering gezet moest wor
den. En dat hield dan meestal in besparing op die kosten"
onderdelen in de bedrijfsvoering die niet direkt rende
ment afwerpen en waarvoor uitstel mogelijk is. Zaken dus
als onderhoud van gebouwen en grond, het op peil* hou
den van de struktuur van de grond door het opnemen
van daartoe geëigende gewassen in het bouwplan of het
toepassen van groenbemesting en voorts uitstel van aller
lei afschrijvingen, met name indien de eigen investerin
gen uit eigen vermogen hebben plaatsgevonden.
Om via een zo hoog mogelijke brutoproduktie per ar
beidskracht toch nog een acceptabel inkomen te verwer
ven heeft daarnaast alom een intensivering plaats gevon
den. Meer koeien per ha dus of meer intensieve gewassen
als hakvruchten in het bouwplan. Dat daardoor veelvuldig
van de boer en zijn gezin in wezen onverantwoorde ar
beidsinspanningen worden gevergd hebben wij al meer
dere malen betoogd. Bijkomend gevolg van deze verho
ging van de produktie per man is zeker ook dat er voor
allerlei onderhoudswerkzaamheden steeds minder tijd
overschiet! Wie geregeld door ons werkgebied toert zal
met ons moeten konstateren dat heel wat wendakkers,
overhoeken, perceelsgrenzen etc. wat meer zorg best
zouden kunnen gebruiken! Uitstel van dit onderhoud be
tekent op den duur immers zonder twijfel duurder onkruid-
bestrijding en opbrengstderving.
WEERSINVLOEDEN
MAAST bovenstaande meer economische faktoren
hebben natuurlijk ook de uitzonderlijke weersom
standigheden gedurende het hele jaar 1974 begin 1975
velen tot een kort termijn beleid gedwongen.
Het omvangrijke struktuurbederf van vorig najaar, het
eerst in het voorjaar 1975 kunnen rooien van vele perce
len aardappelen en het slechts in beperkte mate inzaaien
van wintertarwe heeft op vele bedrijven wel een sterk af
wijkend bouwplan tot gevolg gehad. Meest in het oog lo
pend daarbij is natuurlijk naast de uitbreiding van het
areaal zomergranen, het grotere areaal suikerbieten ge
weest.
Gezien tegen de achtergrond van de vaak onvoldoende
herstelde struktuur van de grond, het grote areaal suiker
bieten en het zeker enige weken verlate rooiseizoen voor
de aardappelen was het logisch dat zeer velen het najaar
1975 met zorg tegemoet zagen.
Nu we inmiddels een groot deel van dit najaar achter
de rug hebben, kunnen we gelukkig konstateren dat de
werkzaamheden onder toch wel gunstige omstandigheden
tot nu toe zijn verlopen en dat op vele bedrijven van enige
achterstand geen sprake meer is. Het lijkt erop dat de
wintertarwe overal op tijd gezaaid kan worden en ook de
najaarsbewerkingen van de grond onder gunstige om
standigheden kunnen worden uitgevoerd. Dat geeft, dach
ten wij, voor velen de mogelijkheid om in de komende tijd
zich bij de bedrijfsplanning weer wat meer op de toekomst
en wat minder op de korte termijn te richten. Zeker indien
men ook nog heeft weten te profiteren van de over het al
gemeen gunstige prijsontwikkeling van de z.g. „vrije" pro
dukten. Wat dit laatste betreft is overigens een te groot
optimisme ten aanzien van het effekt op het gemiddelde
boereninkomen zeker niet gewenst. De recente L.E.I.
prognoses wijzen dat ook overduidelijk aan.
VOORLICHTINGSVERGADERING
BEHEERSOVEREENKOMSTEN
HEGGENLANDSCHAP DE POEL
De Gewestelijke Raad van het Landbouwschap
organiseert in samenwerking met de H.I.D. voor de
Landinrichting een voorlichtingsvergadering in ver
band met mogelijkheden tot afsluiting van beheers-®
overeenkomsten voor het heggenlandschap in De
Poel.
Eigenaren en pachters van gronden die hierbij
belang hebben worden middels deze advertentie
uitgenodigd tot het bijwonen van genoemde verga
dering die gehouden wordt op DONDERDAG 6 NO
VEMBER A.S., aanvang 19.30 uur in het Vereni
gingsgebouw te Nisse.
In dit No. zie pag. 2
Tijdens het 22e wereldkampioenschap ploegen op 26 september te Oshawa in Canada gehouden, werd de win
naar G. Hersleth uit Noorwegen met een Kvernelandsploeg. Tweede werd C. Balie uit Denemarken, eveneens met
een Kvernelandsploeg en derde R. A. Hermus uit Nederland met een Rumptstad ploeg. Opmerkelijk was dat tijdens
dit wereldkampioenschap ploegen van de eerste 35 deelnemers er 25 met een Kvernelandsploeg deelnamen. Bij
de Nederlandse ploegkampioenschappen werden de Ie prijzen Ie schaarkantel en 2 schaar wentetploegen met
Rumptstadploegen behaald.
KOSTPRIJZEN
"J*E gemakkelijk wordt nog vergeten dat af en toe goe
de aardappel- en uienprijzen hard nodig zijn om
door de jaren heen op een aanvaardbare middenprijs te
komen. Bovendien zullen diegenen die deze gewassen
niet in hun teeltplan hebben dit jaar maar al te goed mer
ken dat de prijsvorming van de gegarandeerde produk
ten, mogelijk met uitzondering van de suikerbieten, nog
steeds bij de overeenkomstige kostprijzen achterblijft.
Kostprijzen wel te verstaan, waarin uitgegaan wordt van
een op de toekomst gerichte bedrijfsvoering. Ook bete
kent dat zaken als onderhoud gro..d en gebouwen, groen
bemesting etc. daarin volledig worden opgenomen. Ook
een evenwichtig bouwplan, waarin ruimte voor struktuur-
verbeterende gewassen is, valt zeker onder deze op de
toekomst gerichte bedrijfsvoering. Wij horen de laatste
tijd nog wel eens opmerkingen dat de door het L.E.I. of in
ZLM-rapporten berekende bedrijfsuitkomsten in de prak
tijk nog wel plegen mee te vallen. Wij vragen ons af of in
heel wat gevallen het verschil tussen theorie en praktijk
niet juist gevormd wordt doordat de praktijk nogal wat
van deze noodzakelijke, op de continuïteit van het bedrijf
gerichte, uitgaven achterwege heeft gelaten. Zo zit er in
heel wat bouwplannen een toch wel erg sterke wissel op
de toekomst verweven. Met name ten aanzien van het
percentage hakvruchten (in het bijzonder suikerbieten)
zitten we vaak aan het maximum. Zeker indien daar geen
of onvoldoende struktuurverbeterende gewassen tegen
over staan. Wat dat betreft hopen wij dat er van over-
heidszijde nu snel akkoord wordt gegaan met een rege
ling die het ook financieel wat aantrekkelijker maakt om
via groenbemesting of groenvoedergewassen de vrucht
baarheid van de grond op peil te houden.
Het is immers nog altijd zo dat, hoe slecht of goed het
landbouwbeleid ook funktioneert, de boer met de betere
kg-opbrengsten over het algemeen ook onder de „betere"
inkomens zal vallen.
GEMENGDE BEDRIJVEN
TATANNEER wij het hebben over een op de toekomst
gerichte bedrijfsvoering is dat wel heel sterk van
toepassing op de zeer vele gemengde bedrijven die we in
Zeeland en Brabant nog hebben. Bedrijven waar over het
algemeen een beperkt areaal grond aanwezig is, waar
door naast de akkerbouwgewassen een beperkte melk
veestapel of veredelingstak onmisbaar is om tot een aan
vaardbare inkomensvorming te komen. Met name de In
voering van de melkkoeltank noodzaken vele van deze
bedrijven in Zeeland en Brabant ten aanzien van hun be
drijfsvoering belangrijke besluiten te nemen. Het gaat
daarbij immers om de vraag of het bedrijf in de, hoogstens
wat aangepaste, gemengde vorm wordt voortgezet of dal
hetzij in de akkerbouw hetzij in de veehouderijrichting
wordt gespecialiseerd. Voor vele kleinere bedrijven zijn
hier zaken aan de orde waar niet te licht overheen gestapt
kan en mag worden. Zeker indien de besluitvorming in de
richting zou gaan van een specialisatie.
Zo zien we het laatste jaar in die delen van Zeeland
waar de verplichte omschakeling op de melktank speelt
dat globaal de helft van de bedrijven besluit het melkvee
af te stoten!
Wij vragen ons met grote zorg af of daarmee niet zeer
velen een belangrijke, zo niet onmisbare poot, onder hun
bedrijf wegzagen. Zeker indien men niet de mogelijkheid
heeft of aangrijpt om elders in het bedrijf zijn vrijkomende
arbeid op een rendabele manier te benutten. Wij dachten
dat juist in deze tijd, waar de werkgelegenheid buiten de
landbouw zeer beperkt is en op reële mogelijkheden van
bedrijfsvergroting niet te zeer gerekend behoeft te wor
den, het handhaven van een melkveestapel voor vele klei
nere gemengde bedrijven de beste garantie is om ook in
de komende jaren tegen een redelijk arbeidsinkomen te
kunnen blijven boeren.
LUTEIJN