KLANKEN In hoeverre vatbaar voor andere methoden Alles heeft zijn tijd In september 1975 veel meer sla aangeplant dan vorig jaar Aanvoer peren en Cox uit koel uis begonnen DINGEN VAN DE WEEK 17 Bij het neerpennen van het, zachtjes aan, voor ons zo „vertrouwde" hoekje in ons Z.'L.iM.-blad, moest uw WALCHERSE correspondent denken aan de aloude wijze woorden van koning Salomo in zijn beroemde boek Pre diker 3 vers 1, waarin gesteld wordt, dat alles zijn bestemde tijd heeft onder de zon! Reeds vorig jaar hebben we de afd. Tuinbouw ge vraagd om naar een vervanger om te zien. Enkele urgen te feiten hebben ons doen besluiten om 1975 beslist als ons laatste schrijfjaar te beschouwen in ons zo vertrouw de lijfblad. (Jw schrijver is n.l. reeds sinds vorig jaar A.O.W-ertje. Dit is geen reden om de harp aan de wil gen te hangen. Op vergaderingen die we, vooral op vak gebied, bijwoonden hebben we steeds gesteld niet zo erg op leeftijd te letten. Voor ons echter speelt de rol dat we geen aktief tuinder meer zijn, de grootste rol. Ko mend uit een vrij uitgebreide tuindersfamilie, zijn we er zelf, en dat heeft wel eens een zekere weemoed, niet in geslaagd om een opvolger te vinden voor ons bedrijf. Ons laatste arbeider is, na rijp beraad, waarbij het standpunt van moeder de vrouw, die liever in haar huisje op 't „dorp" bleef dan op een afgelegen tuindersbednjf te gaan wonen, de grootste doorslag gaf, in vaste over heidsdienst gegaan! Nu de bestaansmogelijkheid in onze bedrijven ook steeds meer en meer gaan in de lijn van grote investerin gen, met helaas vrije marktprijzen, waar men geen in vloed op heeft, is dit achteraf nog geen slechte keus ge weest ook! Door al deze omstandigheden voel je toch wel dat de afstand met de praktijk te groot wordt. Zo hebben we vorige tuinbouwklank met grote interesse het artikel tje gelezen van onze geachte collega uit Tholen. Hier klonk eens een wat realistisch optimistisch ge luid door, in de trant van: „Het kan natuurlijk altijd be ter, maar we hebben toch niet onaardig geboerd! De risico's waren er wel, maar zijn aanvaardbaar gebleven. Het weer is dit jaar in doorsnee zó geweest, dat we er met plezier in gewerkt hebben, enz, enz." Nu hadden we het genoegen onlangs op een familie- visite te zijn. Uiteraard komen dan ook aktuele land- en tuinbouwpraatjes van pas. Door enkele aanwezige agra riërs werd toen zo'n somber geluid ten gehore gebracht, dat we dachten stelling tegen te moeten nemen. Mede aan de hand van ons Thools bericht en onze toch nog vele kontakten in land- en tuinbouw, stonden onze me ningen lijnrecht tegen elkaar. Daar we echter zelf geen konkrete cijfers meer hebben, voel je dan toch wel dat je tijd zachtjes aan gekomen is. We hopen dus nog enkele malen terug te komen ,ook op dit onderwerp, want dan is het gebeurd en zult u de bijdrage uit onze streek van onze kant missen! Vorige week trok het onze aandacht dat de in de zesti ger jaren sterk gepropageerde samenwerkingsvormen in land- en tuinbouw, maar slechts schoorvoetend van de grond zijn gekomen Als wij dan even het THOOLSE LAND onder de loupe nemen, moeten wij erkennen dat ook hier, slechts énkele procenten daaraan gevolg heb ben gegeven. Eigenlijk is het nog wel zó, dat op het oog levensvatbare vormen van samenwerking, na korten tijd toch weer teniet zijn gedaan. Volgens voorspellingen van dr. Mansholt zou in de zeventige jaren in het bijzonder voor het kleinere akker- en tuinbouwbedrijf volledige samenwerking voltooid moeten zijn, om nog van een leefbaar ondernemersklimaat te kunnen spreken. Nogthans moeten wij eind 1975 konstateren, dat de beoogde samenwerkingsverbanden niet van de grond zijn gekomen. Wel moeten wij hieraan direkt vastkno pen, dat het aantal bedrijven in de afgelopen tien jaar drastisch is verminderd, hetzij door sanering, of door be ëindiging van het zelfstandig ondernemerschap.. Wij mo gen wel aannemen dat door velen in ernst gezocht is om enkele bedrijven samen te voegen, om economischer te kunnen produceren, maar wanneer die samengevoegde bedrijven zich niet drastisch vergroten, of intensievere teelten gingen toepassen, zat er ook dan nog geen toe komst in, en zeker niet voor de zoons-opvolgers. Naar instelling en aard, wil iedere zelfstandie onder nemer kapitein op eigen schip zijn, en naar wij menen, wringt hier wel het meest de schoen, om het op te bren gen, gedeelde inspraak te hebben in een bedrijf. Veel meer is er gezocht en gestreefd om de kansen die de mechanisatie bood uit te buiten, hetzij door de nodige werktuigen zelf aan te schaffen, hetzij door middel van het inschakelen van loonbedrijven. Bovenstaande is dan ook meer van toepassing op de akkerbouw. Maar in hoeverre heeft nu een vollegronds- en glastuinder zich hierin kunnen aanpassen, om zich als zelfstandige te kunnen handhaven? Het komt ons voor, dat deze laatsten het alleen hebben kunnen klaren door, waar mogelijk, de bedrijven mee te laten groeien in omvang, en in arbeidsintensieve gewassen. Ieder voor zich dient zelf uit te maken waar hij lonend perspektief in ziet, hetzij bloembollen of vollegrondsgroente in al zijn verscheidenheid, vroege aardappelteelt, bloemzaden of glastuinbouw. Naast afvallers, tekent zich toch een zekere groep te lers met vakkennis af, die met het bijblijven, zich kun nen handhaven- Bij het reeds van oudsher op Tholen ge teelde uienprodukt, tekent zich het wonder af, dat on danks door de nu sterk gemechaniseerde uienteelt, toc - nog steeds van een gemiddeld lonende teelt gesproken kan worden, óók voor het specifiek Thoolse bedrijf. Mis schien dat de oorzaak hiervan is, dat een uienprijs van ƒ0,40 per kg voor de consument, nog zeer laag is, tegen over een witlofprijs van ruim 2,00 en een bloemkool van over de gulden. In ieder geval kunnen de uiente- lers met de te maken verkoopsprijs tevreden zijn, zodal ook deze gemechaniseerde teelt nog steeds een blijver in ons land mag zijn! In september 1975 werd 624 ha sla aangeplant. Dit is ca. 150 ha of 32 meer dan in september 1974. Dit blijkt uit de uitkomsten van de steekproef „Tuinbouwgewassen onder glas" per 1 oktober 1975 van het C.B.S. Op 1 oktober 1975 bedroeg de aanwezige oppervlakte 670 ha tegen 516 ha vorig jaar 30 In september 1975 werd de teelt van tomaten beëindigd op ^92 ha tegen 565 ha in september 1974 (-1-22 Op 1 oktober 1975 bedroeg de nog aanwezige oppervlakte 878 ha. In vergelijking met de situatie vorig jaar, op dezelfde datum betekent dit een vermindering met ca. 175 ha of 17 Tuinbouwgewassen onder glas 1974 1975 oppervl. aanpl. geoogst oppervl. oppervl. aanpl. geoogst oppervl. per in in per per in in per 1 sept. sept. sept. 1 okt. 1 sept. sept. sept. 1 okt. Tomaten 1.619 0 565 1.054 1.570 692 878 Komkommers 769 0 153 616 723 179 544 Sla 56 473 13 516 71 624 25 670 Andijvie 6 93 99 1 79 0 80 De gegevens betrekking hebbend op oppervlakten beneden 25 ha kunnen belangrijke procentuele afwijkingen ver tonen. Op de fruitveilingen is de vorige week een begin ge maakt met de verkoop van peren uit het koelhuis. Ook Cox's Orange Pippin werd uit de cellen gehaald om met de verkoop te beginnen. Dit lijkt alleszins verstandig, want er is op het ogenblik een goede vraag en er worden bevredigende prijzen betaald. Het is verstandig om bij de verkoop steeds overleg te plegen met de veiling, omdat de afzet voor een belangrijk deel moet plaats vinden op de binnenlandse markt. Hiervoor is een vrij vaste kring van afnemers op de veilingen in ons gebied aanwezig, die er alle belang bij heeft dat er een geleidelijk aanbod is. Bij te grote schommelingen in het aanbod kunnen ge makkelijk vrij grote prijsverschillen ontstaan. Over het algemeen had de afzet van fruit de vorige week een rede lijk verloop. Doyenne du Cornice uit het koelhuis liep in het midden van de week voor de meest gevraagde maten van 1,40 tot 1,45 per kg maar lag in het eind van de week weer ongeveer 10 cent per kg lager. Dat gold niet voor de Con ference, welke steeds iets duurder werd. De grote en mid delmaten van dit ras werden rond 1,20 per kg verkocht en voor de klasse II 5560 mm werd rond f 1,05 per kg betaald De lid maat werd rond 70 cent per kg verkocht. Er is alles voor te zeggen om bij deze prijzen met de verkoop te beginnen. Bij de appels ging het ras Golden Delicious een belangrijke plaats innemen. De goed ge- kleurde partijen klasse I konden nog enigszins redelijk worden verkocht tegen prijzen van 5060 cent per kg voor de grote maten en rond 45 cent voor de maat 6570 mm. De groene partijen lagen moeilijk in de markt op 3035 cent per kg. Ook de klasse II was slechts tegen zeer lage prijzen te verkopen. Cox's Orange Pippin klasse I deed in de grote maten tijdelijk tot tegen een gulden per kg en werd later voor 8590 cent per kg verkocht, terwijl de klasse II in de grote maten rond 80 cent Der kg deed en de II 6570 mm tussen 65 en 70 cent. Goudreinette was er ook heel wat te koop. Voor de goede kwaliteiten in de meest gevraagde maten lag de prijs tussen 60 en 65 cent per kg. De grote maten waren 510 cent per kg goedkoper. Rode goudreinette wa.>. u. naar gelang van de kleur 510 cent per kg duurder dan de gewone partijen. Klasse II goudreinette was ongeveer 10 cent per kg goedkoper dan de klasse I. Jonathan met een goede kleur kwam op ongeveer 55 cent per kg voor de grote maten. Voor bleke Jonathan was geen belang stelling. Duur waren de kleine partijtjes sterappelen die af en toe te koop waren. Hiervoor werd rond 1,40 per kg be taald. Eenzelfde prijs deed de Zoete Ermgaard van goede kwaliteit' Industrie-appelen werden wat duurder op 13,50 per 100 kg. T-IET gaat dit seizoen best met de afzet van uien. Er is een grote vraag naar dit produkt in een groot aan tal landen en de prijzen liggen op een hoog peil. Degenen die in 1975 uien hebben gehad in hun teeltplan zullen daar zeer tevreden over kunnen zijn. Velen hebben reeds verkocht en overwegend beste prijzen gemaakt; degenen die nog niet hebben verkocht speculeren op nog hogere prijzen. Of deze er uit zullen komen valt op dit moment niet te zeggen. Dat weten we altijd pas achteraf, maar dat geldt niet alleen voor uien. Het aanbod is op het ogenblik niet groot, omdat velen geloven in hogere prijzen in de toekomst. Hoe is de situa tie op de internationale uienmarkt? Hierover gaf het Pro- duktschap voor Groenten en Fruit een interessant over zicht, waaraan we het volgende ontlenen: De Nederlandse en Engelse uienoogst zijn nauwelijks groter dan die van het vorig jaar en de Spaanse oogst is enkele tientallen procenten kleiner. De oogsten zijn in heel West-Europa laat en traag van start gegaan. Het aan bod is extra vertraagd door de hoge prijzen en een goede houdbaarheid. Men speculeert mogelijk op nog hogere prijzen. De Nederlandse handelsproduktie van zaaiuien in 1974 werd door het Prodjktschap achteraf becijferd op 323 miljoen kg en die van 1975 lijkt nauwelijks groter te zullen worden. De C.B.S. raming kwam aanvankelijk aan een 9 hogere produktie dan het vorig jaar, maar de ra ming van 1974 is kennelijk aan de krappe kant geweest. Ondanks de zeer teleurstellende gang van zaken het vorig jaar toen de uien per beteelde hectare slechts een opbrengst gaven van f 5400,is er dit jaar toch maar weinig minder uitgezaaid dan het vorig jaar. In Zuid West Nederland is het areaal 11 lager, daar zat kennelijk de schrik van het seizoen 1974 er nog in, maar in overig Ne derland werd het areaal met 8 uitgebreid. Het areaal per bedrijf is in 1975 weer toegenomen, na melijk gemiddeld tot 182 are per bedrijf tegen het vorig jaar 174 are en twee jaar geleden 169 are. Het grootste areaal per bedrijf komt voor in dè IJsselmeerpolders, na melijk 324 are. De opbrengst per hectare wordt door het C.B.S. voor dit jaar geschat op 37 ton tegen het vorig jaar 45 ton en twee jaar geleden 36,5 ton. TN Zuid West Nederland blijft de opbrengst gemid deld 9 achter bij het vorig jaar, maar in de IJssel meerpolders 24 Op grond van deze oogstschattingen en areaalgegevens is de conclusie dat er bij een afname van 10 door het binnenland, zoals de laatste jaren nor maal is, er 290 miljoen kg dien over blijven voor de uitvoer en dat zou dan precies evenveel zijn als het vorig jaar. Tot midden oktober is er een uitvoer geregistreerd van 63 miljoen kg tegen het vorig jaar 74 miljoen kg, zodat er theoretisch op dit moment meer uien beschikbaar zijn tot grote bezorgdheid, want onze grootste concurrent op de buitenlandse markten is Spanje en dit land lijkt enkele tientallen procenten minder uien voor de export beschik baar te hebben dan het vorig jaar toen dit land 154 miljoen kg had aan te bieden. Dat de prijzen van uien de laatste tijd erg goed waren blijkt uit het feit dat dit Nederlandse produkt op de West- duitse groothandelsmarkten in de afgelopen maanden dooreengenomen bijna de helft meer opbracht dan het vorig jaar in dezelfde periode en in Engelnad zelfs ruim de helft meer. De prijzen welke Spanje tot dusver in het buitenland kon maken waren belangrijk minder hoog dan de Nederlandse prijzen. LIOE belangrijk de uienteelt in Spanje is, blijkt uit het feit dat de produktie er de laatste jaren rond 950 miljoen kg draati, dat is drie keer zoveel als in ons land. Daarvan wordt overigens jaarlijks slechts rond 150 mil joen kg geëxporteerd. Het Spaanse uienseizoen begint en eindigt ongeveer drie maanden eerder dan het Neder landse. Het loopt van begin april tot eind maart en het zwaartepunt van de export ligt in de periode juli-septem- ber. De belangrijkste teeltgebieden in dit land liggen bij Valencia en bij Zaragossa. Engeland, West-Duitsland en Frankrijk zijn de belangrijkste afnemers van Spaanse uien. Als produktie-land is ook Engeland een belangrijke marktpartij. De Engelse uienprijzen liggen de laatste maanden op bijna het dubbele van het vorig jaar. De oor zaak hiervan schuilt in de inflatie en het beperkte binnen landse aanbod. Men verwacht in Engeland een 17 klei ner beschot dan het vorig jaar en dat zou betekenen dat er in Engeland dit jaar rond 181 miljoen kg uien zullen groeien. De oogst is laat afgekomen, maar wel van goede kwaliteit. In West-Duitsland is de invoer van uien altijd belangrijk Door het kleinere aanbod uit Spanje en uit Nederland hebben de Oost-Europese landen daar volop kansen ge had en deze landen zagen kans ten opzichte van het vorig seizoen haar export naar West-Dutisland te verdrievoudi gen. Vooral Polen is een concurrent. Hoe het verder zal gaan met dit produkt? Er is niemand die daarvan iets zinnigs kan zeggen. De produktie in de verschillende landen is belangrijk en daar weten we heel wat van. De weersomstandigheden in de winter zijn ech ter ook van grote betekenis voor de afzet en daarover is niets bekend.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 17