11
De bietenrooicombinatie
Kats
5
s s-5
i
g-si
ff
lil
•s'g
11
15
Ing. T. T. MIEDEMA
C.A.R. - Goes
in „Landbouwmechanisatie" oktober 1975
TN 1973 werd te Kats op Noord-Beveland een bieten-
rooicombinatie opgericht. Een aantal bietentelers
sloot gezamenlijk een contract met een loonwerker, om de
eerstkomende zes jaar hun bieten met een overeengeko-
men bietenrooimachine te rooien. De telers zouden onder
ling zorg dragen voor de afvoer van het produkt. De aan
vankelijke omvang van de combinatie was 111 ha. Op de
ze manier had de loonwerker zekerheid dat hij gedurende
de levensduur van de machine een minimum-oppervlakte^
bieten per jaar zou kunnen rooien en de betreffende boe
ren hadden de zekerheid van een relatief laag tarief voor
het rooien gedurende de kontraktperiode.
AANLEIDING TOT HET VORMEN VAN EEN
BIETENROOICOMBINATIE
QE belangrijkste omstandigheden, die leidden tot deze
overeenkomst waren:
algemene kostenstijgingen, waardoor de rooikosten per
ha bij eigen mechanisatie en loonwerk zowel voor de
teler als voor de loonwerker erg hoog dreigden te wor-
den;
het beschikbaar komen van voor Nec'erlandse omstandig
heden beter aangepaste meerrijige bietenrooisystemen;
ervaringen met combinaties, vooral in Noord-Holland. De
publikatie van ervaringen en kostenberekeningen hier
over heeft veel tot de besluitvorming bijgedragen. Vooral
de tarieven die werden genoemd, deden de bietentelers
watertanden.
Van twee zijden is gewerkt aan de oprichting van een
combinatie. De betreffende loonwerker, fa. Van der Heide
te Kamperland had hier en daar geopperd dat hij wel voelde
voor een rooicombinatie zoals die in Noord-Holland werkte.
Na een vergadering van de Vereniging voor Bedrijfsvoor
lichting ontstond het ide.e om alle bietentelers uit -het ge
bied van Kats uit te nodigen voor een vergadering om na te
gaan of en hoeveel animo er was voor een dergelijke com
binatie.
Na deze vergadering bleek dat er een aantal telers met
totaal 140 ha serieus belangstelling had en verder wilde gaan
met het onderzoeken van de mogelijkheden.
VQOROVERLEG
£R werd een aantal vergaderingen besteed aan de keuze
van een rooisysteem en het formuleren van een opzet.
Ook kwam de mogelijkheid aan de orde om als groep zelf
een bietenrooimachine aan te schaffen en deze door een lid
van de groep te laten bemannen en onderhouden. De kosten-
vergelijkingen, die voor de verschillende systemen door het
Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij
te Goes werden gemaakt, waren op basis van eigen mecha
nisatie.
Er bleven uiteindelijk drie rooisystemen over, die wat be
treft arbeidsbehoefte en kosten interessant waren:
zesrijig rooisysteem, ontbladermachine en rooimachine
op een 100 pk trekker met vierwielaandrijving'gebouwd,
bietenladen in een tweede werkgang;
zesrijige zêlfrijdende bietenrooier, die alles in één werk
gang kan, dus rooien, ontbladeren en laden tegelijk;
drierijige wagenrooier, getrokken door trekker met voor-
opgebouwde ontbladermachine. Van dit systeem zouden
twee machines nodig zijn.
Alle systemen hadden een nadeel. Het eerste is een
systeem in twee werkgangen, dit betekent dat er twee man
bedienend personeel nodig is. Het tweede systeem is duur
en het derde systeem maakte twee trekkers van 75 pk
met vierwielaandrijving en twee man nodig.
Om de consequenties van de verschillende systemen te
vergelijken werd een excursie georganiseerd naar Oostelijk
Flevoland, waar bij diverse loonwerkers verschillende rooi
systemen werden bekeken en ook de ervaringen van een
aantal klanten beluisterd. Vooral vanwege de eenmansbe-
diening ging de voorkeur uit naar de zelfrijdende rooier, die
in één werkgang werkt. De excursie leverde als conclusie
dat er wat betreft kwaliteit en capaciteit van het werk niet
veel verschil mocht worden verwacht tussen zelf rijder en
een rond een trekker gebouwd systeem.
Nu werdi een kostprijsberekening opgezet voor het rooien
met een zelfrijdende machine, aan te schaffen door de groep
telers. Tegelijkertijd werd aan de loonwerker offerte ge
vraagd voor het rooien van 140 ha bieten gedurende zes jaar
met de door de groep gekozen zelfrijder. Ook werd offerte
gevraagd voor het rooien met een trekker met aanbouw-
combinatie. In het laatste geval was de jaarlijkse oppervlak
te kleiner, daar in het geval van een rooicombinatie met
trekker een paar telers besloten niet direkt mee te doen in
de combinatie, maar eerst hun bestaande rooimachine nog
,,op" te gebruiken.
Het bleek dat de offerte voor het rooien met de trekker
combinatie even hoog was als de calculatie van rooien met
de zelfrijder in eigen beheer. Besloten werd de offerte van
de loonwerker aan te nemen, mede om het feit dat dan de
verantwoording voor onderhoud en reparatie en stalling bui
ten de groep lag en alle leden dus dezelfde belangen hadden.
ORGANISATIE VAN DE BIETENROOICOMBINATIE
JTR werden contracten opgemaakt van elk lid van de
groep met de loonwerker om het rooien en laden vast
te leggen, en van elk afzonderlijk lid met de groep om het
transport een basis te geven.
Voor het vervoer werd afgesproken dat ieder minstens
met een vijftons kipwagen met voldoende zware trekker zou
werken. Voor de verrekening werd een tarief afgesproken
per werkuur van een transportcombinatie. Bij de onderlinge
hulp zou er zoveel mogelijk naar worden gestreefd om met
gesloten beurzen te werken.
Uit de groep werd een voorzitter en een werkverdeler ge
kozen. De loonwerker had bij de groep slechts te doen met
de werkverdeler.
Het kostte enige hoofdbrekens, voordat een eenvoudig
systeem was gevonden om de onderlinge ihulp bij de afvoer
met weinig verrekening te laten plaatsvinden. Er zijn name
lijk een groot aantal verschillen, die, allemaal in het systeem
moeten worden opgevangen: het areaal per teler loopt in de
groep uiteen van 25 ha tot 5 ha, verder zijn er verschillen
in transportafstand, opbrengst, tarra, bereikbaarheid van de
stortplaats, enz. Deze punten samen maken het onmogelijk
om een hulpsysteem te maken, waarbij de hulp van bedrijf
A bij bedrijf B wordt gecompenseerd door hulp van B bij A.
Het systeem zoals het nu werkt gaat uit van het aantal
transporturen dat op een bedrijf is gedaan en aan de andere
kant van het aantal transporturen dat door datzelfde bedrijf
is geleverd. Bij het werken op een bedrijf is het niet direkt
van belang, wie het heeft verricht en hij hiet doen van trans
port is het van minder belang, waar het is verricht. Men
streeft ernaar het aantal geleverde transporturen zo dicht
mogelijk te laten naderen aan het aantal ontvangen trans
porturen.
De administratie, die voor een dergelijk systeem nodig is,
is vrij eenvoudig. Er wordt gewerkt met werkbonnen, die
wtorden ingevuld door de bestuurder van de lader en die voor
akkoord worden getekend door de mensen die transport heb
ben verricht. Op deze bonnen staat hoeveel uren er is ge
reden en bij welk lid van de combinatie. De werkverdeler
houdt deze uren per dag bij op een verzamelstaat, waardoor
hij iedere dag kan zien hoe ieder lid ervoor staat wat betreft
geleverde en ontvangen transporturen. In deze boekhouding
wordt op het eigen bedrijf verricht transport ook opgeno
men.
RESULTATEN IN 1973 EN 1974
|N 1973 heeft dit systeem zo goed gewerkt dat na afloop
van de bietencampagne het grootste te verrekenen
verschil 6/2 uur bedroeg, die door één lid te weinig waren
gereden. Hiertegenover stonden drie leden, die resp. 5, 1 en
>/2 uur teveel hadden gereden. Aanvankelijk was de bedoe
ling na het seizoen dé verschillen te verrekenen, maar, toen
ze zo klein bleken, werd besloten deze standi te nemen als
beginsaldo voor seizoen 1974.
Om een indruk te geven van de administratie van het on
derling samenwerken bij de afvoer, geldt tabel 1 als voor
beeld. Bijvoorbeeld werd de eerste rooidag (20 september)
op bedrijf 3 en 4 ieder 9 uren transport verricht en op bedrijf
5 4/2Door bedrijf 3 werd zelf 2 uren transport geleverd,
door bedrijf 4 7]/2 en door bedrijf 5 13. Van iedere rooidag
werd dit zo genoteerd en opgeteld levert dit de totaaltelling.
Ook in 1974 zijn de verschillen niet verrekend. Men wil
bij uittreden pas het versohil laten vereffenen, zodat het een
volledig geslotenbeurs hulpsysteem is.
Op de verzamelstaat lijkt het allemaal vanzelfsprekend
en logisch, dat aan het eind van het seizoen de verschillen
klein zijn. Het vergt echter vooral van de werkverdeler veel
organisatietalent en tijd, om het transport zo te verdelen.
Vooral aan het eind van het seizoen moet er geschoven wor
den, om de verschillende leden allemaal hun deel te laten
doen.
Een van de uitgangspunten voor de combinatie was om
de rooier steeds minstens een halve dag op één plaats te
laten rooien. Dit betekent dat per keer bij voorkeur meer
dan 3 ha wordt gerooid. Dit stelt hoge eisen aan de opslag
ruimte die beschikbaar moet zijn. Wanneer een stortplaats
vol is, wordt uitgeweken naar de dichtstbijzijnde lege stort
plaats. Dit is slechts mogelijk, als de afvoer naar de fabriek
steeds snel na het rooien plaatsvindt. Over de afgelopen
twee seizoenen heeft men niets dan lof voor de accurate
afvoer naar de'fabriek; de afvoer heeft tot nu toe het rooi-
schema nog niet belemmerd.
Dat 1974 een moeilijk seizoen was is bekend. Het was
voor de combinatie het jaar van de waarheid, omdat nu
bleek dat de machine was opgewassen tegen de omstandig
heden. De test is met goed gevolg doorstaan.
In 1973 was per ha gemiddeld een tijd voor bietenafvoer
nodig van 6,transporturen, in 1974 was dit per ha 7,7, dus
30 meer.
Tarra
1973
1974
Landelijk
21
29
Noord-Bevel and
23,5
35
Kats
21,3
30,8
„Goed voorbeeld doet goed volgen", dat was het de
vies bij het oprichten van de hier beschreven bie
tenrooicombinatie Kats, waarin loonwerker en bie
tenteler elkaar vonden. De vuurproef werd in de
herfst van 1974 doorstaan toen de combinatie on
danks alles, maar door goede samenwerkingtoch
kans zag om 140 ha suikerbieten in ruim 250 uren
aan de kant te krijgen! En dat door de goede orga
nisatie van de onderlinge hulp, met gesloten beur
zen voor het bietentransport.
In 1974 werd op 20 september met rooien begonnen, op
23 september begon de natte moesson. Hierdoor kwam er
niet veel terecht van de bedoeling om in de vroege levering
de kopakkers en banen te leveren; later heeft dit veel pro
blemen gegeven.
Er werd steeds zodanig gewerkt dat 's avonds alles kon
worden opgeladen. De bietenoogst op ,de 140 ha werd opge
laden in 260 laderuren. De werktijd per ha was dus 1,85 uur.
Het totaal «aantal transporturen bedroeg 1081. Dat betekent
dat er gemiddeld 4,15 wagens bij de lader waren om de af
voer rond te zetten.
De loonwerker van de rooicombinatie stuurt de nota's
voor het rooien rechtstreeks naar de betreffende telers. Be
halve deze rooikosten moet per ha nog een bedrag worden
betaald voor algemene kosten. Deze worden gevormd door
de aanschaf van een bladverspreider, waarmee ieder desge
wenst na het rooien zelf de zwaden gehakseld bieteblad kan
verspreiden. Verder werd vorig jaar een grondschuif aange
schaft, die nodig was om de wegen schoon te houden. Een
belangrijke, jaarlijks terug!erende post is de vergoeding
voor de werkverdeler. Al deze kosten te samen met enkele
incidentele kostenposten bedroegen het afgelopen seizoen
ongeveer 19,/ha.
ANDERE COMBINATIES
Op Noord-Beveland waren voor de oprichting van de com
binatie „Kats" al enkele andere combinaties werkzaam. Nau
dien zijn nog een viertal bietenrooicombinaties opgericht.
Op Tholen en Sint-Philipsland gaan seizoen 1975 een vijftal
combinaties van start.
In alle delen van Zeeland zijn en worden bovendien zes
rijige rooimachines aangeschaft zonder een dergelijke vorm
van binding tussen loonwerker en bietenteler. Bij vrijwel al
deze machines zal op de één of andere manier moeten wor
den samengewerkt om de bieten af te voeren. Als men in
deze gevallen samen wil werken met een minimum aan ver
rekening achteraf, dan is door de combinatie Kats getoond
dat het mogelijk en uitvoerbaar is.
Samenvatting transportwerkzaamheden in 1974 van de bie
tenrooicombinatie Kats.
Bedrijf on.
c c
ca
B'-XI
i t.
<D <V
75 -C
c c
5 (D o
5 u O
3 "O
QD"C
H t
<i>
<u
00
'5
tL ,£C-
1.
94V2
IOOI/2
6
1
14
2.
186
1871/.
I/2
21
3.
66
68
2
9
4.
83
85
2
12,3
5.
34i/2
29
51/2
5,5
6.
73
72
1
10
7.
188i/2
186
21/2
25
8.
441/2
46
IV2
5
9.
1091/2
103
61/2
11
10.
89
89
11,5
11.
1121/2
115
2/2
16
Totaal
1081
1081
151/2
151/2
140,3
V T- -"Vr-1*
V
De rooicombinatie te Kats werkt met een tweefase systeem.
Voor- en achterop een zware trekker zijn resp. de ontbladermachine en de rooier gebouwd.