Voorstellen
reorganisatie
van het
binnenlands
bestuur
7
0E bestuurlijke organisatie van ons land, met name ook
waar het het binnenlands bestuur betreft, voldoet
niet meer. Dat is reeds lang het algemeen gevoelen. Met
deze aanhef werd door de minister van Binnenlandse Za
ken in juli j.l. een concept-ontwerp van wet op de reorga
nisatie van het binnenlands bestuur gepresenteerd.
Tot 15 november 1975 bestaat voor de provincies, de
gemeenten, de gewesten en andere instanties de gele
genheid om de Minister over het concept-ontwerp te ad
viseren, waarna de regering omstreeks 1 maart 1976 bij
de Tweede Kamer een ontwerp van wet aanhangig hoopt
te maken.
Een eerste bezwaar tegen deze zeer ingrijpende en
verstrekkende voorstellen, dat van verschillende zijde is
ingebracht, is dat de verleende termijn van inspraak wel
bijzonder kort is. Een ander bezwaar, dat een grondige
analyse van het totale takenpakket van de overheid in de
betreffende nota vrijwel ontbreekt.
Niettemin moet erkend worden, dat het aktueel is om
de taken en bevoegdheden van de drie bestuurslagen die
ons land kent Rijk, Provincie en Gemeente nader op
hun mérites te beoordelen. Dit temeer omdat naast deze
drie bestuurslagen gemeenschappelijke regelingen en
gewestelijke samenwerkingsvormen zijn ontstaan, die de
tendenz hebben van het ontstaan van een vierde be
stuurslaag.
de gemeenten en provincies zullen van taak verande
ren, maar zullen in principe autonoom blijven;
de provincie nieuwe stijl zal een reeks van gemeente
lijke taken en bevoegdheden krijgen en zal daarnaast
enkele nieuwe eigen taken en bevoegdheden krijgen
op het gebied van planning, coördinatie en bestu
ring. Decentralisatie van rijkstaken zal daarbij worden
bevorderd.
Uitgaande van de doelstellingen komt het memoran
dum tot de conclusie, dat de provincies nieuwe stijl een
minimum-inwonerstal van 200 000 zouden dienen te heb
ben, men komt dan op 26 provincies. Voor de gemeenten
wordt gedacht aan een inwonertal van 10 a 20.000, zulks
teneinde hun draagvlak en bestuurskracht te vergroten.
Dit alles betekent, dat niet alleen de indeling van de
provincies, maar ook de gemeentelijke indeling geheel op
de helling zullen komen. Deze ingrijpende herindeling
moet echter gezien worden als een noodzakelijk onder
deel van de bestuurlijke reorganisatie.
Uit het gedeelte van de kaart waarop de indeling van
ons land in provincies nieuwe stijl zijn aangegeven blijkt,
dat de grenzen van de provincie Zeeland ongewijzigd
blijven. In een eerder ülan was sprake van indeling van
Tholen, Sint Philipsland en Riemerswaal bij een gewest
Markiezaat, maar van dit plan en deze begrenzing is men
terug gekomen.
Bij het trekken van nieuwe grenzen zouden overigens
ook motieven aangevoerd kunnen worden om Goeree-
Overflakkee bij de provincie Zeeland te voegen.
Ook de provincies Groningen, Friesland en_ Drente zul
len volgens de voorstellen ongewijzigd of vrijwel onge
wijzigd blijven. De provincie Noord-Brabant echter
wordt fors aangepakt en opgedeeld in 4 provincies nieu
we stijl met als hoofdsteden Breda, Tilburg, 's-Hertogen-
bosch en Eindhoven, terwijl het land van Cuyk bij het
gewest Nijmegen zou worden gevoegd en het land van
Heusden en Altena bij drie verschillende gewesten zou
worden ingedeeld.
TAKEN VAN DE NIEUWE PROVINCIES
|YE taken van de nieuwe provincies zijn in vier groe
it pen in te delen:
a. taken, die ook thans bij de provincies berusten.
b. van oorsprong gemeentelijke taken.
c. taken, die thans bij het rijk berusten.
d. andere taken-
Tot de onder a genoemde* taken behoren allereerst de
waterstaatszorg en de ruimtelijke ordening, waarbij sa
menwerking tussen rijk en provincies wel eens nodig
zal zijn.
waarin bovengemeentelijke belangen een rol spelen
Een andere belangrijke taak van de provincie is het
grondbeleid. Dit is zonder meer dienstbaar aan het ruim
telijk beleid en moet prioriteiten in de uitvoering verze
keren.
Het tempo van aankopen, het bouwrijp maken, de uit
gifte van grond en de uniformiteit in aan- en verkoop
beleid wat betreft de grondprijzen zijn factoren die het
noodzakelijk maken, dat het grondbeleid tot de taak
van de provincie moet worden gerekend, aldus het con
cept-ontwerp van wet. Ook de Hinderwetbevoegdheden
zullen naar de provincie gaan.
De overdracht van rijkstaken zal nog nader worden be
studeerd, daarbij wordt o.a. gedacht aan de welzijnssec
tor en het onderwijs.
Ook op de onder d. genoemde andere taken, die aan
de provincies nieuwe stijl zouden kunnen worden toege
wezen, wordt nog gestudeerd.
Het gaat hierbij om taken, die voortvloeien uit de
funktie, die aan de nieuwe provincie in het kader van
de reorganisatie wordt toegedacht. Daarbij wordt o.a. ge
dacht .aan de planning, een taak die direkt verband houdt
met die van de ruimtelijke ordening.
De provincie zou dan als taak kunnen krijgen het op
stellen van een ontwikkelingsprogramma, waarin de gro
te lijnen van toekomstige ontwikkelingen worden aan
gegeven, ontwikkelingen waarop dan het beleid kan wor
den afgestemd. Ook met betrekking tot de financiën zijn
nieuwe verhoudingen nodig, voor de provincies dient
daarbij een voldoende belastinggebied te worden ge
maakt. Naast algemene uitkeringen, doeluitkeringen en
speciale bijdragen uit de Rijkspot zullen de provincies
met name belastingen op onroerend goed moeten kunnen
opleggen.
VOOR DE AGRARISCHE SECTOR
BELANGRIJKE ZAKEN
0E aan de orde zijnde plannen raken alle Nederlanders
en uiteraard ook h<en, die in de agrarische sector
werkzaam zijn Vooi' de landbouw is met name van be
lang de plaats van de provincie in het beleid betreffende
bestemming, inrichting en beheer van grond en ander
concept-ontwerp van wet geeft voor dergelijke situaties
een strijdpunt worden tussen provincie en gemeente.
Wat het waterschapsbestel betreft zullen er veel in
terprovinciale waterschappen ontstaan, immers de gren
zen van de waterschappen zullen bezwaarlijk afgestemd
kunnen worden op de grenzen van de nieuwe provincies.
De ervaringen met interprovinciale waterschappen zijn
tot nu toe niet gunstig.
Het toezicht van alle grote waterschappen in Noord-
Brabant zou bij twee, soms drie, provincies behoren. Het
onept-ontwerp van wet geeft voor dergelijke situaties
geen oplossing.
WAAR GAAT HET OM?
IJITGANGSFUNT van de voorstellen van minster De
Gaay Fortman is, dat de bestuursvorm van ons land
allereerst aan twee voorwaarden dient te voldoen: en we]
het bestuur moet zo efficient mogelijk functioneren -
de burger moet invloed kunnen uitoefenen op het be
stuur. Aan deze voorwaarden voldoet de huidige be
stuursvorm in verschillende opzichten niet, vandaar dat
ook vorige regeringen zich met deze materie hebben
bezig gehouden.
In 1969 bracht de regering een nota Bestuurlijke Orga
nisatie uit, met als uitgangspunt verbetering van de or
ganisatie van het lokale bestuur, zonder dat daarbij een
oplossing werd aangedragen voor de problematiek van
het bestuur op provinciaal- en rijksniveau.
Uitgangspunt van deze nota was vooral samenvoeging
van gemeenten tot sterkere bestuurlijke eenheden en
daar waar nodig vorming van gewesten, zulks op basis
van een gewijzigde wet op de gemeenschappelijke rege
lingen. Enkele jaren nadien werd afgezien van wijziging
van de wet gemeenschappelijke regelingen en werd een
afzonderlijke regeling voor de gewesten uitgewerkt
Een ontwerp van wet op de gewesten werd in 1971
ingediend, met de bedoeling door gewestvorming het
lokale bestuur te versterken. Het accent kwam daarbij te
liggen bij door de gemeenten in te stellen gewesten, een
ontwikkeling die zich met name in Noord-Brabant de
laatste jaren in sterke mate heeft voltrokken.
Het betreffende wetsontwerp werd echter door de 2de
Kamer zeer kritisch ontvangen. Bezwaren waren o.a.,
dat het gevaar van het ontstaan van een vierde bestuurs
laag hiermee werd geïntroduceerd, dat over de taken en
bevoegdheden van de gewesten onduidelijkheid bleef be
staan en dat decentralisatie van taken van Rijk en Pro
vincie hiermee niet werd geregeld.
Behoefte bleef bestaan aan een totaal-visie op algehele
reorganisatie van de drie bestuurslagen: Rijk, Provincie
ne Gemeente.
Het uitblijven van deze visie leidde intussen tot be
stuurlijke onzekerheid. De reeds tot stand gekomen ge
westen dreigden vast te lopen, evenals de gemeentelijke
herindeling. In beide gevallen ontbrak het inzicht over
de taak, de omvang en de financiering van de nieuwe
bestuursvormen. Ook de plannen tot reorganisatie van de
politie, de gezondheidszorg en diverse andere diensten
sectoren bleven daardoor gestagneerd.
HET NIEUWE BESTUURSMODEL
UET bestuursmodel, dat door de Minister als concept
thans aan de orde wordt gesteld is er op gebaseerd
dat:
de bestuurlijke organisatie van ons land omvat drie
bestuurlagen n.l. Rijk, Provincie en Gemeente, waar
bij gedacht wordt aan kleinere provincies en een mi
nimale grootte van de gemeente;
Bij taken als de waterstaatszorg (inclusief wegen) en
de ruimtelijke ordening kan schaalverkleining nadelig
werken. Men denke slechts aan het vierendelen van de
huidige diensten van de provincie Noord-Brabant, pro
blemen waarvoor de provincie Zeeland gespaard blijft.
Samenwerking tussen de nieuwe provincies zal in dit op
zicht geboden zijn.
Men denke voorts aan de gevolgen van de nieuwe pro
vinciegrenzen voor de waterschappen in Noord-Brabant.
Deze grenzen lopen dwars door de waterschapsbegren
zing, met name in Oost-Brabant. Ook hiervoor zal een
nadere regeling moeten worden gevonden. Van de onder
b. genoemde taken gaan over van gemeente naar provin
cie:
aanleg, onderhoud etc. van doorgaande wegen.
openbaar vervoer.
1 grotere haven- en industrieterreinen.
gezondheidszorg, recreatie en welzijn.
aankoop, inrichting, beheren van gronden vooe na
tuur- en landschapsbescherming.
de brandbestrijding.
De gemeenten blijven in principe bevoegd tot het
vaststellen van structuur- en bestemmingsplannen, al kan
in bepaalde gevallen de provincie deze bevoegdheid tot
zich trekken, met name wanneer het gebieden betreft
Hetzelfde geldt voor de landinrichting. Ook hier be
staat een nauwe relatie met de gebiedsindeling. De voor
gestelde provinciegrenzen zullen een toenemend aantal
interprovinciale landinrichtingsprojecten (ruilverkavelin
gen) tot gevolg hebben. Ook hier dan dezelfde moei
lijkheden als bij interprovinciale waterschappen.
Bij de thans voorgestelde gebiedsindeling is met bo
vengenoemde belangen kennelijk geen rekening gehou-
desn. Zij dient dan ook te worden afgewezen.
In een nieuwe studie zullen ook deze facetten van wa
terschapsbestel, landinrichting en ruimtelijke ordening
meer betrokken diewen te worden.
Het memorandum van de regering is nu nog een praat
stuk, waarover o.a. ook het Landbouwschap zijn advies
zal uitbrengen. Aan de hand van de ingekomen adviezen
zal dan volgend voorjaar een ontwerp Van wet worden
ingediend Het uitgangspunt van de nieuwe provincies
zal ongetwijfeld worden gehandhaafd.
Over de konsekwenties van de voorgestelde reorgani
satie van het binnenlands bestuur zal ook de georgani
seerde landbouw zich in komende tijd nog regelmatig
dienen te beraden.
KORTEWEG.