Pi •VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN OE ZLM Geen premieverhoging per 1 januari 1976! L.E.I. prognose 1975/76 voor de land- en tuinbouw Hl 3 rieven, welke per 1 januari 1974 werden vastgesteld ook in 1976 van kracht zullen blijven. Wij dachten zo, dat in deze tijd van steeds stijgende kosten, dit voor u als verzekerden bij de O.V.M. een zeer verheugende en ook wel een bijzondere mededeling is. K FGELOPEN week hebt u in alle dagbladen kunnen lezen, dat de minister van Economische Zaken ak koord is gegaan met een premieverhoging in alle sekto ren van de motorrijtuigenverzekering, ingaand 1 novem ber 1975 voor nieuwe posten en voor de lopende posten per prolongatiedatum vanaf 1 januari 1976. Van allerlei zijden is ons reeds de vraag gesteld of de Onderlinge Verzekering Maatschappij van de ZLM haar tarieven overeenkomstig gaat aanpassen. Wij kunnen ons voorstellen, dat onze verzekerden gaarne spoedig een antwoord op deze vraag willen hebben, mede ook in ver band met de beslissing of de lopende All Riskverzekering omgezet moet worden in uitsluitend W.A. Welnu, het Dagelijks Bestuur van de O.V.M. is voorne mens het bestuur te adviseren per 1 januari 1976 GEEN enkel premieverhoging voor de diverse motorvoertuig branches door te voeren. De financiële resultaten tot 1 oktober 1975 zijn van dien aard, dat een verhoging ach terwege kan blijven. Er is reden om aan te nemen dat het bestuur dit advies zal volgen. Dit betekent dan, dat de ta- Voordelig, als u in deze tijd van steeds stijgende kosten met uw voertuig(en) bij de O.V.M. der ZLM verzekerd bent! WIJZIGINGEN UITERLIJK TOT 1 NOVEMBER TN verband mal de voorbereidingen voor de prolon gatienota's via de komputer is onze jaarlijks terug kerende vraag aan alle verzekerden: Is er in uw adres of woonplaats of in uw verzekerd bestand in de loop van dit jaar een wijziging opgetreden; geef ons dit op voor 1 NO VEMBER. Wij hebben dan gelegenheid om uw korrekties nog aan te brengen met als gevolg, dat uw prolongatieno ta voor 1976 dan korrekt uit de komputer rolt. Nogmaals, wij doen dit verzoek jaarlijks. Een groot aantal verzekerden reageert daar spontaan op. Zo hoort het ook. Die verzekerden begrijpen tenminste iets van de administratieve rompslomp, welke ontstaat als men pas na ontvangst van de prolongatienota reageert. Zij zijn ook veruit de slimste groep verzekerden, die er van uitgaan, dat ekstra administratieve rompslomp ekstra geld kost en tenslotte via de premie opgebracht moet worden. Toch is de stapel korrespondentie na verzending van de prolongatienota jaarlijks nog veel te groot. Opmerkin gen van: a. mijn adres is gewijzigd; b. ik heb die auto, trekker of bromfiets al lang niet meer; c. mijn all riskverzekering had W.A. moeten worden; hadden stuk voor stuk voor de vervaardiging van de pro longatienota, d.w.z. vóór 1 november gemaakt kunnen worden! Met name de omzetting van all risk naar uitslui tend W.A. dekking is een terugkerende bron van diskus- sies. Afgezien van het feit, dat men veel te snel tot wijzi ging van de dekkingsvoorwaarden overgaat is de spel regel, dat deze en andere wijzigingen ieder voor 1 novem ber bij ons gemeld moet zijn en nog schriftelijk ook. Vroe ger kon dat allemaal telefonisch of mondeling. Vandaag aan de dag niet meer, omdat dan het bewijs ontbreekt. U kunt dat betreuren, wij minstens zo. Nu zijn er verzekerden, die het vertikken zich aan spel regels te houden. Dat zijn uiteraard slechte sportmensen. Oplossing is als deze lieden de spelregels meerdere ma len overtreden hun de rode kaart voor te houden. Laat ons dus afspreken tot 1 NOVEMBER alle gewenste wijzigingen doorgeven. U helpt ons en uzelf er geweldig mee. DE L. TA70ENSDAG0CHTEND 1 oktober, vlak voordat de maandelijkse bespre king van de Minister van Landbouw en Landbouwschap en woensdagmid dag de bestuursvergadering van het Landbouwschap plaats vond, zijn de cijfers van de L.E.I.-prognose over de te verwachten bedrijfsuitkomsten voor het lopen de jaar in de land- en tuinbouw bekend geworden. Als eerste commentaar op deze cijfers ziet het Landbouwschap in deze prognose een bevestiging van de sombere verwachtingen, die het eerder dit jaar heeft uitgesproken. Het Land bouwschap heeft tijdens de maandelijkse bespreking de minister gevraagd naar zijn reactie op deze cijfers. Omdat de cijfers van het LEI pas enkele uren bekend waren, kon de minister nog geen oordeel geven. Afgesproken is, dat het Land bouwschap en de minister de jongste LEI-cijfers zullen bespreken op dinsdag 7 oktober a.s. Daarna zal de minister van Landbouw zijn beleid bepalen en even tuele voorstellen aan het kabinet voorleggen. DE L.E.I. PROGNOSE 1975/76 O verzoek van de Minister van Landbouw heeft het L.E.I. nu berekeningen opge steld van de bedrijfsresultaten in de land- en tuinbouw zoals die over het lopen de oogstjaar te verwachten zijn. Voor akker- en weidebouw hebben deze cijfers betrekking op de verwachtingen over het lopende boekjaar mei 1975 t/m april 1976. Verwachtingen die voor een be langrijk deel konden worden gebaseerd op inmiddels bekende gegevens over opbreng sten van de verschillende gewassen, melkopbrengsten, prijsverloop van kosten en opbrengsten. Voor de resterende maanden oktober tot en met april moest met schat tingen worden volstaan. Voor de marktordeningsprodukten (granen, suikerbieten, fabrieksaardappelen, melk en rundvlees) is het prijsverloop over het gehele jaar, rekening houdende met de voorziene omstandigheden, zo goed mogelijk geschat. Voor de overige prodiukten, die in het algemeen gekenmerkt zijn door een wisselvallig prijsverloop, is moeilijker een betrouwbare schatting van de opbrengstprijzen te geven. Voor de „vrije" akkerbouw- produkten zijn in verband hiermede evenals in de in dit voorjaar gepubliceerde voor calculaties de opbrengstprijzen vastgesteld op het gemiddelde prijsniveau van de afge lopen jaren rekening houdende met een trendmatige ontwikkeling. AKKERBOUW MOOR de gewassen waarvan de geldopbrengst een bijzonder grote invloed heeft op de bedrijfsresultaten (consumptie- en pootaardappelen, uien en graanstro) zijn echter tevens berekeningen gemaakt op basis van het uitgangspunt, dat de rela tief gunstige prijzen in de afgelopen maanden zich in de rest van het seizoen zullen handhaven. De prognose voor 1975/76 gaat uit van de volgende opbrengstprijzen incl. B.T.W. verwachting voor 1975/76 tarwe gerst i) 2) haver rogge i) fabrieksaardappelen suikerbieten 3) koolzaad consumptie-aardappelen pootaardappelen uien graanstro4) i) inclusief zaaigraan; 2) 44,— 44,50 39,50 43,— 10,15 100,— 90,- 22- 47,— 20,- 125,— inclusief brouwgerst; 3) genormaliseerd idem idem idem idem idem idem idem 16,50 f 33,50 18,- 90,— N. kleigebied en Veenkoloniën 4fhoger; 4) Droogm./IJsselmeerpolders 20,lager. Bij het opstellen van de prognose is voor de bedrijfsgrootte uitgegaan van: grotere akkerbouwbedrijven: N. Kleigebied 'Droogm./IJsselmeerpolders Z,W. kleigebied Veenkoloniën kleinere akkerbouwbedrijven: kleigebied Veenkoloniën oppervlakte cultuurgrond 50 ha 36 ha 42 ha 40 ha 17 ha 16,5 ha produktie in s.b.e. 240 210 220 200 80 93 (Zie verder pag. 4) T~ïEZE week willen wij nog één keer stilstaan bij enkele vragen rond alimentatieverplichtingen, dus tot ver plichtingen tot het uitkeren van geld voor levensonder houd tussen gewezen echtgenoten. De regering heeft al op 15 april aan de Tweede Kamer bericht dat zij haar stand punt had bepaald met betrekking tot de ideeën die de werkgroep onvolledige gezinnen naar voren had ge bracht. Deze werkgroep heeft in haar rapport vier stel sels besproken om aan de bezwaren die aan de huidige gang van zaken kleven, tegemoet te komen. Het eerste stelsel, aangeduid als STELSEL A, sluit het meest aan bij de huidige gang van zaken. De alimentatie verplichting blijft gehandhaafd, maar door wijziging van het Burgerlijk Wetboek zou 't mogelijk gemaakt moeten worden, bindende regels te geven voor de toekenning en de hoogte van de alimentatiebedragen, terwijl de werk groep ook aanbeveelt de gehele inning en uitbetaling van de alimentatie op te dragen aan een overheidsorgaan. Daardoor zou de psychische druk, die gelegen is- in de noodzaak van contact tussen de ex-echtgenoten, worden weggenomen of in ieder geval worden verminderd. j\E drie andere stelsels die de werkgroep aanbevdl, U staan veel verder van de praktijk van vandaag. STELSEL B zou de instelling van een overheidsfonds meebrengen dat basisuitkeringen verstrekt, eventueel alimentatie-uitkering en int en verder rijksbijdragen ont vangt. STELSEL C is een gehuwdenverzekering. Iedere ge huwde zou dan de plicht krijgen zich te verzekeren tegen het risico van echtscheiding. Dit is een idee dat naar onze mening wel weinig mensen die niet in de problemen zit ten, zal aanspreken. STELSEL D zou aansluiten bij de volksverzekering krachtens de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Elke vrouw, wier huwelijk wordt ontbonden, zou dan uitkering krijgen. Niet alleen dus als de ontbinding het gevolg is van overlijden van de man, maar ook als die ontbinding het gevolg is van echtscheiding. riE regering heeft zich in haar brief aan de Tweede Kamer uitgesproken voor stelsel A. Als men dit wil gaan uitwerken komen er toch nogal' wat moeilijkheden. En een middel om problemen te bezien is het instellen van een commissie. Van dit beproefde middel wordt ook nu gebruik gemaakt. In de Nederlandse Staatscourant van 2 september j.l. is een beschikking van de minister van justitie gepubliceerd waarbij ingesteld werd een commissie alimentatienormen, onder voorzitterschap van prof. mr Ruiter. Deze commissie heeft tot taak om advies uit te brengen over de vraag of het mogelijk is een formule te ontwerpen op grond waarvan de uitkeringen vastgesteld kunnen worden. Verder dient zij de bekijken of de z.g. vuistregels die door de rechtspraak gevormd zijn als het om de hoog te van de uitkeringen gaat, in de wet opgenomen kunnen worden en of in de wet een aantal factoren vastgelegd kunnen worden waarmee de rechter rekening moet hou den als hij de alimentatie uitkering vaststelt. tET is een hele opgave. Het formuleren van de vragen is niet zo moeilijk. Het geven van antwoorden zal dit zonder twijfel wel zijn! Dat is overigens niets bijzon ders! Op enkele punten is, sedert de datum dat de werkgroep haar rapport uitbracht, dat was in 1972, al iets gewijzigd. Wij hebben vorige week al gewezen op het feit dat sedert 1973 de uitkeringen omhoog gaan met de loonstijging. Per 1 januari 1974 werden op grond daarvan de uitke ringen verhoogd met 12 als zij waren vastgesteld in 1973, met 23 als dit in 1972, met 40 als dit was ge beurd in 1971. Voor in 1970 of eerder vastgestelde was dit percentage 54 Per 1 januari 1975 stegen de uitkeringen met 16 Men ziet dat in de hoogte van de uitkeringen nu automatisch wel een stuk inflatie tot uitdrukking komt. De automa tische aanpassing leidt uiteraard wel tot minder proce dures over wijziging van de alimentatie. Dat bij rechter lijk vonnis toch in het automatisme ingegrepen kan wor den is vorige week al vermeld. Een ander punt betreft de algemene bijstandswet. De normen die bij de toepassing daarvan gehandteerd wor den, zijn nu landelijk vastgesteld. Daarmee is een stuk ongelijkheid weggenomen. Ondanks dit alles, blijft voor wie met deze problemen zit, de hele regeling een moeilijke zaak. PA AU WE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3