Rond de Schelde UIT DE PRAKTIJK Er moet veel werk in korte tijd gebeuren Dinsdag 14 oktober a.s. regionale bieten- demonstratie te Sluiskil 5 De eerste tien dagen van de maand september viel er op WALCHEREN geen regen. 'Het begon al wat te droog te worden voor verschillende werkzaamheden. Tijdens de tweede helft veranderde dit drastisch. Er kwamen tal rijke flinke regenbuien voor, met in onze omgeving een hoeveelheid van ongeveer 70 mm. We hopen dat het voorlopig bij deze hoeveelheid blijft. Er zal veel werk op korte termijn moeten gebeuren. De bruine bonen staan •bijna overal in de ruiter. Wanneer ze voldoende hard zijn kunnen ze worden gedorsen. Verschillende percelen uien moeten nog worden gerooid Enkele percelen zijn er hard aan toe. De uien zijn voldoende oogstrijp en het onkruid groeit snel. Daartegenover zijn er ook nog percelen die nog niet aan rooien toe zijn, omdat de afrijping traag en onregelmatig verloopt. Door de regen is de kleur van het bietenblad weer wat groener geworden. Er is wat nieuw blad gevormd. Dit zal hoogstwaarschijnlijk wel ten koste van het suiker gehalte gaan. Op sommige bedrijven is men er al fors in gestapt met het bietenrooien en heeft men al een flinke oppervlakte geruimd. De flinke premie voor de eerste le vering heeft kennelijk nogal stimulerend gewerkt! Wanneer we de eerste rooiresultaten zo aan de hoop bekijken, dan zieni we nogal uiteenlopende opbrengsten, van redelijk goed, gezien de vroege tijd van rooien, tot zeer matig. We zagen bietenrooien met het zesrijig rooisysteem waarbij het gehakselde blad werd verzameld en inge kuild. Dit systeem zal geleidelijk aan meer toegepast worden, daar twijfelen we niet aan. Wanneer er nog ruwvoer moet worden aangekocht, is er naast de aankoop van bietenkoppen en -blad ook nog de mogelijkheid snijmais aan te kopen. We hebben de indruk dat momenteel het aanbod hiervan groter is dan de vraag, terwijl dit met de bietenkoppen en -blad juist andersom is- Hoewel afhankelijk van de behoefte, zal het in sommige gevallen mogelijk aantrekkelijker zijn een perceel snijmais aan te kopen dan bietenkoppen en -blad. Het is een kwestie van een rekensommetje! De snijmaisoogst is nu volop aan de gang. Deze teelt is dit jaar zeer goed geslaagd. Vele percelen geven zo wel kwalitatief als kwantitatief een zeer goede opbrengst. Op vele bedrijven is de voeder voorziening voor de aan staande stalperiode voldoende gewaarborgd. (Zie verder pag. 6) T^E Stichting Bevordering Landbouwkundig Onderzoek Zeeuws-Vlaanderen, de Ned. Suikerindustrie en het I.R.S. te Bergen op Zoom in samenwerking met het C.A.R. te Goes organiseren op DINSDAG 14 OKTOBER a.s. van 13.3016.00 uur op het bedrijf van de heer A. de Moor, Vogelschorpolder 10 te Sluiskil een regionale bietenrooidemonstratie met meerrijige oogstmachines die in Zeeland ontwikkeld dan wel aangepast zyn. Uitsteldatum is vrydag 17 oktober dezelfde tijd. Bij uitstel zal dit op de demonstratiedag via het agrarisch radiobul letin van 06.40 en 12.30 uur worden medegedeeld. Over het wel of niet doorgaan kan men op de demonstratiedag ook bellen nummer 0110015335 vanaf 's morgens 09.00 uur. Het programma vermeldt dat na een welkomstwoord van ir L. Th. J. M. de Wit, consulent C.A.R. Goes, door ing. A. Remijn, specialist Landbouwwerktuigen en Arbeid van hetzelfde consulentschap, een toelichting op de gedemon- monstreerde machines wordt gegeven. Een slotwoord spreekt de heer 1. A. Maris te Zaamslag, voorzitter van de regelingscommissie. HOE HET DEMONSTRATIEPERCEEL TE BEREIKEN? Het demonstratieperceel is gelegen tussen Sluiskil en Philippine en is bereikbaar, door vanaf het kanaal Ter- neuzenSas van Gent de Zandstraat in te rijden (rich ting Philippine). Verder zal met behulp van borden naar het (iemonstratieperceel worden verwezen. Parkeergelegenheid is er op enige afstand van het per ceel. Om de aan- en afvoer van machines niet te hinderen dient men de parkeervoorschriften nauwkeurig op te volgen. PERCEELSGEGEVENS Grondsoort: klei 45 afslibbaar. Rijenafstand 50 cm. Zaadafstand in de rij: 13,7 cm. Nagedund: met de lange hak. Ras: Monohil. Plantenaantal: 75.000. DEELNEMENDE COMBINATIES 1. Riecam S.P. 150-1 Zesrijige zelfrijdende vierwiel aangedreven wagenrooier (één fase). Aandrijving: hydrostatisch op alle wielen Motorvermogen: 150 pk. Bandenmaat: voor 11-32, achter 20,8-38. Afvoerband wordt hydraulisch aangedreven. Demonstrateur: loonbedrijf Firma Cammaert, IJzendijke. 2. R.V.V. zesrijige zelfrijdende vierwiel aangedreven zwad rooier (twee fasen). Aandrijving: hydrostatisch op alle wielen. Motorvermogen: 150 pk. Bandenmaat: voor 10-28, achter 11-38 (dubbellucht). Laden Barrault Lepine met drie zeefraderen en twee meiheden op de reiniging. Wagen: eigen fabrikaat 8-tons kipwagen, bandenmaat 64 x 22,50-26. Demonstrateur: Loonbedrijf Schijve B.V., Groede. 3. Prototype zesrijige zelfrijdende wagenrooier (één fase). Aandrijving: mechanisch op de achterwielen. Motorvermogen: 130 pk. Bandenmaat: achter 18,4-38. Afvoerband wordt hydraulisch aangedreven. De machine kan ook in het zwad rooien en later het zwad opnemen en laden. Fabrikaat: Weemaes-Kindt, Kloosterzande. Demonstrateur: A. Menu, Kloosterzande. 4. A.H.V. zesrijig rooisysteem (twee fasen). Ontbladeraar en rooimachine zijn op een Deutz 13006 ge bouwd. Motorvermogen: 125 pk. Bandenmaat: achter 9,5-48 (dubbellucht). Lader: prototype zelfrijdende hydrostatisch vierwiel aan gedreven lader, jfe voor de wielen twee zwaden van zes rijen tegelijk opneemt en laadt. Reiniging: twee opneemraderen drie zeefraderen, waarvan de snelheid traploos regelbaar is. Bandenmaat: voor 18,4-34, achter 14-20. Demonstrateur: combinatie Aernhoudts, Hiel, Van de Vijver te Aardenburg. 5. VeVa 75-1 zesrijige zelfrijdende vierwiel aangedreven rooier met verzamelbak, systeem Heijens (één fase). Aandrijving: mechanisch op vier wielen. Motorvermogen: 165 pk. Bandenmaat: voor en achter 23,1-26. Bakinhoud: 9.000 kg. Ontbladert en rooit voor de wielen en heeft een automa tische diepteregeling. Demonstrateur: Gebr. Vervaet, Biervliet. 6. Heijens zesrijige zelfrijdende vierwiel aangedreven rooier met verzamelbak (twee fasen). Ontbladert apart. Aandrijving: mechanisch op vier wielen. Motorvermogen: 110 pk. Bandenmaat: voor 28-26, achter 20-20. Bakinhoud: 9.000 kg. Wagen: 10-tons DAF kipauto op dubbellucht. Demonstrateur: loonbedrijf E. Heijens te Hulst. 7. Prototype: zesrijige zelfrijdende vierwiel aangedreven wagenrooier (twee fasen). Ontbladert apart. Aandrijving: mechanisch op vier wielen. Motorvermogen: 105 pk. Bandenmaat: voor 10-28, achter 18-38. Reiniging: twee extra zeefraderen met vier snelheden. Demonstrateur: loonbedrijf C Guiljam en Zn, Zaamslag. Claeijs B 6160 zesrijige zelfrijdende vierwiel aangedreven wagenrooier (één fase). Aandrijving: hydrostatisch op alle wielen. Motorvermogen: 160 pk. Bandenmaat: voor 11,2-32, achter 18,6-34. Ontbladermachine en de rooier worden hydraulisch aan gedreven en hebben een automatische diepteregeling. De machine is voorzien van een extra poetser voor de rooischaren. Demonstrateur: loonbedryf p. Leendertse, Kamperland. 9. Amac B.R. 3 getrokken drierijige wagenrooier (één fase). Ontbladermachine is voorop de trekker gemonteerd. Trekker: Same Saturno 80 vierwielaandrijving. Motorvermogen: 78 pk. Nakoppers op de rooimachine, die diepstaande bieten zwaarder kopt dan hoogstaande bieten. Demonstrateur: J. A. Maris, Zaamslag. Wanneer we nog maar amper met de ploeg in het land zijn, verschijnen al gauw de eerste meeuwen en na een poosje wordt de schare als maar groter. Ze krijsen en bevechten elkaar en het lijkt er op, dat ze het zwalken van voor naar achter en omgekeerd nooit moe worden. Vroeger toen we nog met de paarden ploegden, kenden we dit vertrouwde beeld ook al, maar nu ligt het tempo van het ploegen veel hoger en het schijnt, dat ook de meeuwen zich daaraan hebben aangepast. Ook de hazen en fazanten worden meer en meer vertrouwd met de mechanisatie, want ook zij hebben geen haast meer om zich voor de ronkende traktoren uit de voeten te maken. Zo geniet de ploeger intens van de natuur en is zijn werk beslist niet zo eentonig als het soms voor een bui tenstaander wel lijkt. Onverwachts zitten we nu in de herfst, maar dit mooie weer komt het vroeg geploegde land zeer ten goede, want dit werkt als een wintertje vooraf. De verse grond droogt uit en scheurt en dit werkt 'buitengewoon struk- tuurverbeterend- De naweëen van de vorige herfst moe ten we snel kwijt en door vroeg te ploegen is deze kans des te groter. Veel jong zaadonkruid wordt zodoende vroeg in de kiem gesmoord. Komt er later nog wat op slag, dan kunnen we dit straks met een voorbewerking met de cultivator ook weer gemakkelijk de baas. De •boer moet 'het onkruid reeds voordat hij het ziet te lijf gaan en het resultaat is dan ongetwijfeld heel goed. Te genwoordig beschikken we over een heel sortiment aan chemische middelen, maar we moeten toch op gaan pas sen, dat we over de kosten er van niet gaan struikelen. Van sommigen gaat zelfs de kosten de pachtprijs van het land te boven. Dan loont het toch werkelijk de moei te wel om ons af te vragen of het ook anders kan en te vens hoe we ihet vroeger hebben gedaan. Dezer dagen hebben we nog eens zitten lezen in de studieboeken van de landbouwschool. Veertig jaar gele den werden we aan de hand van deze leerstof klaar ge stoomd voor het boerenvak. De kennis die we meekre gen paste bij de landbouw van toen, maar toch is het een basis geweest waar we jaren mee verder konden. Toe vallig zaten we vlak na de ergste crisisjaren op de land bouwschool en een van de punten waar achteraf gezien de meeste aandacht aan werd geschonken, was toen wel het begrip zuinigheid. In welk veevoer was de eiwit het goedkoopst en evenzo in welke meststof gaf een bepaald element het hoogste rendement, waren vragen waarop door de leerkrachten steeds werd gehamerd. Ook nu verkeren we weer in een economische toestand waarin een gulden gauwer is uitgegeven dan verdiend en waarin we weer op de kleintjes zullen moeten, gaan letten- De meststoffen zijn geweldig in prijs gestegen en daarom rijst de vraag hoe we onze grond het goedkoopst op peil kunnen houden. We kunnen voor onszelf een ver gelijking maken van de bemestingswaarde van stalmest, van kippenmest, van championmest, van groenbemesting, van lucerneteelt, van schuimaarde, van bietenblad en dit dan eventueel aangevuld met een aangepaste hoeveelheid kunstmest. Bij welke 'bemestingsvorm of bij welke com binatie van genoemde meststoffen ligt de prijs dan het laagst is van wezenlijk belang. Het bevorderen van de bodemvruchtbaarheid mogen we daarbij beslist niet uit het oog verliezen. De eerste les van het vak „bemestings leer" onderwees ons, dat we net zoveel aan de grond moesten geven als het betreffende gewas er aan onttrok. Hoe rijk de grond is kunnen we aflezen uit de analyse van "het grondonderzoek en hierop kunnen we ons be mestingsplan baseren. Verder is een diepgaande studie voor het verkrijgen van besparingen toch wel gewenst. Een karweitje voor een natte dag is het niet bepaald, maar toch wel een punt voor de studieclubs om in hun winterprogramma op te nemen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 5