KRACHTEN BUNDELEN
VERZEKERINGSINSTELLINGEN,
VAN OE ZLM
9
ei
OVER:
A.W.W.
PORTIKOSTEN
EN ONDERVERZEKERING BIJ BRAND
Jul INISTER Boersma van Sociale Zaken heeft het pleit
dan toch niet helemaal gewonnen. Punt was of de
Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (A.A.W.) op 1 juli
1976 (was toegezegd) moest ingaan of op 1 januari 1977.
Motief om de ingangsdatum te verschuiven naar 1 januari
1977 was van technische aard. Men zou ten departemen-
te geen kans zien om tijdig voor 1 juli 1976 een zodanig
apparaat op te bouwen, dat de uitvoering ook vlekkeloos
ging verlopen. Wij vroegen ons enkele weken geleden al
af of de Tweede Kamer voor dat argument zou zwichten.
De minister heeft, om uitstel te verkrijgen, o.i. het enige
overgebleven wapen in stelling gebracht, n.l. de techni
sche onuitvoerbaarheid. Met andere woorden: Kamer, u
kunt wel beslissen dat de Wet uit sociale rechtvaardig
heid op 1 juli 1976 moet ingaan, maar wij zijn dan niet
klaar om de Wet uit te voeren.
Welnu, de Tweede Kamer is maar ten dele gezwicht.
Het verschil is gedeeld en de ingangsdatum is derhalve
1 oktober 1976 geworden. De Kamer kon ook moeilijk an
ders, omdat technische onuitvoerbaarheid moeilijk te
weerleggen is. Men kan er zijn twijfels over hebben, die
zijn ook uitgesproken, maar je kunt niet gemotiveerd stel
len: minister, u staat te liegen. En toch
I-JET was algemeen bekend, dat de vakbonden niet om
deze A.A.W. stonden te dringen. Logisch, want deze
A.A.W. is voor de zelfstandige en daar moeten andere
organisaties voor opkomen. Bovendien zou de invoering
per 1 juli 1976 dit de schatkist zo'n slordige 300 miljoen
gulden kosten en dat bedrag kan mooi gebruikt worden
om andere gaten mee te dichten, b.v. aanvulling van de
bodemloze put van de Wet Arbeidsongeschiktheid voor
loontrekkenden.
Op vragen uit de Tweede Kamer of de hoge bijdrage
uit de schatkist toch eigenlijk niet het hoofdmotief voor
het uitstel van de A.A.W. was, heeft minister Boersma
verontwaardigd uitgeroepen, dat het bedrag zelfs al was
gereserveerd. Met andere woorden: men had het voor het
pakken. Hoe bestaat het! Dat komt bij ons over als de
brave huismoeder, die opgewekt aan haar vriendin ver
telt, dat ze voor al haar huishoudelijke uitgaven potjes
heeft. In het potje voor Waterleiding zit f 25,in het pot
je voor gas en electrisch zit echter niets, maar daar ligt
wel de laatste rekening van de P.Z.E.M. in ad 250,en
in het potje voor de kruidenier ligt ook nog een rekening
van f 100,Over het potje voor de slager praten wij dan
maar niet!
Zij eindigt haar verhaal dan met de opmerking ,,Laat de
Waterleiding maar komen".
T^E minister heeft tijdens de debatten overigens nog
een paar leuke uitspraken gedaan. Hoe gaarne hij
de invalide en gehandicapte kleine zelfstandige ook reeds
per 1 juli 1976 zou willen helpen, zo hield hij de Tweede
Kamer voor. Bedenk toch dat de sociale voorzieningen
de pan uitrijzen en voor extra's (b.v. de gehuwde vrouw)
geen cent meer beschikbaar is.
Wij dachten, dat het een publiek geheim was, dat er op
grote schaal oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van de
sociale voorzieningen. De uitkeringen zullen van 28 mil
jard gulden in 1973 tot 54 miljard in 1977 stijgen. In 1972
kreeg de minister al een rapport van de Sociale Verzeke
ringsraad, waarin werd gewezen op de te ruime bepalin
gen in o.a. de Werkloosheidswet. De minister is van plan
daar nu echt wat aen te gaan doen. Beter laat dan nooit
zullen we maar zeggen!
De Kamer boekte, tijdens het debat over de ingangs
datum van de A.A.W., nog een succes, n.l. dat per 1 janua
ri 1979 ook de werkende gehuwde vrouw onder deze wet
zal vallen.
Intussen worden de gehandicapte zelfstandigen door
verschuiving van de ingangsdatum naar 1 oktober 1976
wel prompt 150 miljoen gulden door de neus geboord.
Onze „overheids" PTT weet van kostendoorbereke-
nen! Voor aangetekende stukken liggen de kosten
echter bijzonder hoog, omdat de behandeling ervan
veel extra werk vraagt. Doe alle normale correspon
dentie daarom per brief of briefkaart
LET OP DE PORTI-KOSTEN
"WAN de miljoenennota's springen wij nog even over
naar een onderwerp van minder belang, althans
voor het individu. U weet allen, dat een normale brief
tegenwoordig ook al 50 cent aan postzegels kost. In ons
bedrijf komen er dagelijks honderden brieven binnen en
gaan er evenzovele uit. Dagelijks ontvangen wij ook aan
getekende brieven, waarin dan een afschrift van een polis
zit of een te wijzigen groene kaart of een schade-aangifte
etc. Voor zo'n aangetekend stuk moet u dan ƒ3,50 neer
tellen, d.w.z. 3 gulden meer dan voor een normale brief.
Tenzij u de kas van de P.T.T. per se wilt spekken zouden
wij eigenlijk dit met u willen afspreken; Alle correspon
dentie met ons doet u in het vervolg per normale brief of
briefkaart! Dit geldt trouwens ook voor andere instellin
gen van de ZLM. Alleen in het geval, dat u een kontrakt-
overeenkomst wilt opzeggen is het gèwenst zulks per
aangetekend schrijven te doen.
't Is zonde van uw dure geld om het aan aangetekende
stukken te besteden. Bovendien moet u nog extra moeite
doen om een stuk aangetekend te krijgen, de P.T.T. heeft
er extra werk mee en de ontvan'ger van het stuk heeft e{
ook nog last mee. Hoofdzaak is n.l. dat u overbodig werk
doet en dat dit extra geld kost. De P.T.T. zorgt er voor,
dat ook uw gewone brieven ter plaatse komen.
BRANDVERZEKERING VAN DE OOGST
/"NP de brandpolissen voor bedrijfspanden is in de
meeste gevallen een aparte post opgenomen voor
oogst en voorraden. Hoewel de opgeslagen oogst van
jaar tot jaar in kwantum, maar vooral ook in prijsverloop
kan verschillen, wordt slechts in enkele gevallen een tus
sentijdse wijziging opgegeven.
Eén dezer dagen werden wij geattendeerd op het feit,
dat een aantal landbouwers, ondanks de hoge prijzen of
wellicht juist daarom, toch hun aardappelen en uien op
slaan. Het gevaar is nu geweldig groot, dat er onderver
zekering optreedt. Stel voor, dat al jaren op de brandpolis
een vaste post staat van f 20.000,voor oogst en voor
raden. Stelt, dat op dit moment 250 ton aardappelen in die
schuur liggen opgeslagen dan komt men tegen de huidige
prijzen, dachten wij, niet toe met genoemde f 20.000,
Vandaar onze waarschuwing: Verhoog op tijd de lo
pende dekking met het benodigde bedrag, dat dan voor
een bepaalde termijn kan gelden, b.v. 3, 4, 5 of 6 maanden.
Beter op tijd dan gepofte aardappelen te moeten verko
pen om uit de strop te geraken!
deL.
ren en tuinders bestaan en ook wel zullen blijven bestaan,
is het instandhouden en zo mogelijk uitbreiden van een
voor ieder gemakkelijk bereikbaar voorlichtingsapparaat
zowel op het gebied van de teelttechniek als de sociaal-
economische problematiek van de bedrijven van het aller
grootste belang om iedereen zoveel mogelijk gelijke kan
sen te bieden. Wat gebeurt evenwel, nadat in verleden en
de rijksvoorlichting en de agrarische sociale voorlichting
al behoorlijk beknot, wordt in de komende jaren een ver
dere inkrimping van de rijksvoorlichting voorgestaan. In
feite dus volstrekt in tegenspraak met de toenemende be
hoefte aan voorlichting op allerlei gebied.
EENSGEZINDE OPSTELLING
C AMENVATTEND komen wij tot de konklusie dat het
landbouwbeleid zoals dat uit deze landbouwbegro
ting op ons afkomt ten enenmale onvoldoende aandacht
schenkt aan die maatregelen die ertoe kunnen bijdragen
(Vervolg van eerste pagina)
dat de positie van de doorsnee boer en tuinder wordt ver
beterd. Daarmee hebben in feite alle bedrijfstakken te ma
ken. Daarom is het, dachten wij, ook absoluut noodzake
lijk dat we ons in de komende tijd als georganiseerde
landbouw duidelijk als één front opstellen. Het gaat daar
bij behalve ook om de wijze waarop dit onder de aan
dacht van de politici wordt gebracht. Naar onze mening
blijft goed zakelijk overleg nog steeds de meest te pre
fereren weg. Maar dan mag men daarbij niet verwachten
dat een belangenorganisatie steeds maar weer bereid zal
zijn tegen dovemansoren te praten. Als dat wel het geval
is, is het naar onze mening de plicht voor iedere boeren-
organisatie om ook andere wegen ter hand te nemen om
ervoor zorg te dragen dat de betrokken autoriteiten als
nog doordrongen worden van datgene wat men voor z'n
leden verwezenlijkt wenst te zien. Wegen die uiteraard
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid dienen te wor
den uitgekozen en bewandeld.
LUTEIJN
U de regering heeft aangekondigd dat aan het eind
van dit jaar het wetsontwerp betreffende de vermo
gensaanwasdeling (V.A.D.) kan worden verwacht komen
hierover ook vragen los.
Hoewel wij niet beschikken over verdergaande gege
vens betreffende het te verwachten ontwerp van de wet
is er toch wel iets van bekend. Deze kennis ontlenen wij
aan de interim-nota inkomensbeleid die dit voorjaar is
verschenen. In die nota heeft de regering haar voorne
mens globaal ter kennis gebracht.
De regering heeft haar leidend motief alsvolgt om
schreven „Omdat een onderneming een samenwerkings
verband vormt van arbeid en kapitaal is het gewenst de
winst van ondernemingendie resteert nadat de betrok
ken produktiefaktoren uit de behaalde resultaten een re
delijke vergoeding hebben gekregen, aan een bredere
groep personen dan tot dusverre ten goede te laten ko
men".
De doelstelling van de V.A.D. is de werknemers te laten
delen in de overwinst van de maatschappij. De werkne
mers zullen hun aandeel in de overwinst niet in geld ont
vangen, maar in vermogenstitels (aandelen, certificaten,
obligaties). Onder de regeling zullen niet alle onderne
mingen vallen. Om practische redenen geeft de regering
er de voorkeur aan dat een regeling wordt beperkt tot
ondernemingen die onder vennootschapsbelasting vallen,
dat zijn dus naamloze en besloten vennootschappen, coö
peratieve verenigingene.d. Ook zal een bepaald bedrag
worden vrijgesteld, zodat de heffing en beperkt aantal
gevallen zal betreffen.
groot probleem is de verdeling van de vermogens-
M-J aanwas over de werknemers en de bestemming van
de bedragen. Het wordt niet mogelijk geacht de vermo-
gensaanwas van een bepaalde onderneming uitsluitend
te doen toekomen aan de werkers in die onderneming.
Dat zou zonder meer ontwrichtend werken. Bovendien
gaat dit in tegen de ideologie van dit kabinet, dat in zijn
vaandel heeft geschreven de inkomensverschillen te ni
velleren. Indien nu medewerkers van een goed lopend
bedrijf nog bepaalde secundaire vergoedingen zouden
ontvangen gaan de inkomens verder uiteen en dat is niet
de bedoeling.
De gedachten gaan uit naar een deel, b.v. 10 procent
van de overwinst (d.i. de winst die voor vermogensaan-
wasdeling in aanmerking komt) naar de medewerkers in
het betreffende bedrijf, de rest in een gezamenlijke pof.
Hoe de verdeling van die gezamenlijke pot moet gebeu
ren, opdat elk daarvan zijn rechtvaardig deel ontvangt,
staat nog niet vast. Het zal ook wel op geweldige practi
sche problemen stuiten. Die gezamenlijke pot zal worden
beheerd door een beheersorgaan, bestuurd door vertegen
woordigers van de werknemers. Door dit systeem wordt
de invloed van de werknemers in de grote ondernemingen
hoe langer hoe groter. Immers het beheersorgaan krijgt
aandelen, aandelen hebben stemrecht en door aandelen in
handen van het beheersorgaan te brengen, krijgen wij
een geweldige machtsconcentratie in dit orgaan. De be
heerder van dit orgaan wordt als het lang genoeg bestaat
een van de meest invloedrijke figuren van het Nederland
se bedrijfsleven. Door het bedrijfsleven zijn reeds grote
bezwaren tegen de V.A.D. ingebracht. De regering denkt
daar anders over. Hoe deze er over denkt blijkt uit de
volgende alinea's, die w letterlijk citeren:
TfAN verschillende zijden wordt naar voren gebracht,
dat de invoering van vermogensaanwasdeling in
een periode van relatief hoge werkloosheid, met bepaald
sombere perspectieven voor de economische ontwikkeling
op middellange termijn, onjuist zou zijn. De regering deel
dit oordeel niet. Integendeel, zij meent dat een vermo
gensaanwasdeling kan bijdragen tot een compleet en sa
menhangend beleid, gericht op een aanvaardbare verde
ling van de resultaten van de economische groei en een
zodanig beperken van de claims op die economische groei,
dat geen verdere verslechtering van de positie van de be
drijven optreedt. Krachtens haar karakter is de vermo
gensaanwasdeling, zoals zij hierboven is1 geschetst, geen
kostenfaktor voor het bedrijf. Dit neemt echter niet weg,
dat wel een geleidelijke vermogensvergroting van de be
drijven optreedt, waaraan weer minimale rendements
eisen gesteld worden. Dit zal de financiële positie van de
bedrijven op zichzelf in ieder geval niet vergemakkelijk
ken. Tegen deze achtergrond is behoedzaamheid ten aan
zien van de financiële positie van de bedrijven, ook gelet
op de internationale vervlechting van onze economie, ge
boden.
De regering heeft altijd een nauw verband gelegd tus
sen de doelstelling van een op volledige werkgelegenheid
gericht sociaal-economisch beleid en een voortwerken
aan een meer aanvaardbare inkomens- en vermogensver
deling. Daarin past ook de vermogensaanwasdeling. De
vermogensaanwasdeling zal middels haar systematiek
van overwinstverdeling een belangrijke betekenis heb
ben voor tal van individuele bedrijven; krachtens haar
verdeling zal zij betekenis hebben voor alle werknemers.
De regering dient in algemene zin, maar ook in relatie
tot vermogensaanwasdeling een redelijk inzicht te heb
ben op een verantwoorde arbeidskostenontwikkeling; eert
ontwikkeling waar zij overigens zelf ook aan kan en moet
bijdragen".
Uit dit citaat blijkt naar wij menen duidelijk de doel
stellingen van de regering.
PAAUWE