0 LANDBOUWSCHAP mb-trac meer veiligheid door OECD beproefde veiligheidscabine „AERPEL"-HISTORIE VAN HET Belangenbehartiging Vinger aan de (dikke) pols Belangenbehartiging is een woord dat het 10 B. A. BOKMA Afdeling Voorlichting Landbouwschap bij wijze van spreken vóór op de tong ligt. Het rolt eraf als een antwoord gegeven moet worden op de vraag: „Wat is en doet het Landbouw schap?" Meestal wordt dan ook nog gesproken van alge mene belangenbehartiging, om aan te geven dat geen „individuele" belangen worden behartigd. Dat is een dui delijke opdracht van de in het 'Landbouwschap samen werkende organisaties. De man die de dagelijkse leiding heeft van de belangen- behartigende aktiviteiten is de algemeen secretaris van het Landbouwschap, ir H. H. Smeenk. Hij is als het ware de „verbindingsofficier" tussen de bestuurders (dagelijks bestuur en bestuur) en de secretariaatsmedewerkers. „Als je over belangenbehartiging wilt praten moet je eerst het doel van de land- en tuinbouw vastgesteld hebben. Dat doel is het leveren van een zo groot mogelijke bijdrage aan ons aller welvaart en welzijn. Voorwaar, geen gerin ge opdracht. Maar het houdt tegelijk in, dat het voor de werkers in land- en tuinbouw ook mogelijk moet zijn om dat doel te bereiken. Grond, arbeid, kapitaal en onderne mersschap moeten optimaal aangewend kunnen worden. En daar begint de belangenbehartigende taak van het Landbouwschap: ijveren voor de meest gunstige voor waarden waaronder land- en tuinbouw hun taak kunnen vervullen- Je krijgt dan te maken met markt- en prijsbe leid, fiscale en sociale zaken, inkomensbeleid, structuur beleid, grondpolitiek planologie en milieu en noem maar op". ALGEMEEN secretaris Smeenk legt er de nadruk op dat het Landbouwschap daarom bijzonder goed op de hoogte moet zijn van alles wat er zich in de wereld af speelt. ,Het is noodzakelijk dat het Landbouwschap de vinger aan de pols houdt. En voor de werkers in land- en tuinbouw is dat een heel dikke pols. Er kan bijna niets gebeuren in onze maatschappij, of het heeft zijn weerslag op het agrarisch bedrijf. Daarom houdt het Landbouw schap nauwlettend alle ontwikkelingen in het oog om na te gaan of daarmee de belangen van de agrariërs in het geding zijn ofwel in het geding zouden kunnen komen. Neem bij voorbeeld de invoering van de tachograaf, die leidde tot een staking van vrachtwagenchauffeurs. Daar bij waren in 'belangrijke mate de belangen van de tuin ders in het geding vanwege het vervoer van verse tuin- bouwprodukten. Het Landbouwschap kwam toen op voor de agrarische belangen", zegt ir Smeenk. „Er zijn talloze van dergelijke voorbeelden te noemen: akties van natuur- en milieugroepen die een claim op de schaarse grond leg gen; een misoogst in Rusland heeft invloed op de EG- markt; een wijnoorlog tussen Frankrijk en Italië raakt de spelregels van de EG en dus onze exportpositie; een bestemmingsplan dat beperkingen oplegt aan agrarische ondernemingen, waardoor zij niet optimaal kunnen func tioneren". Ir Smeenk concluderend: „Belangenbeharti ging betekent dat tje altijd en overal mogelijkheden moet hebben om mee te praten en zo ervoor te zorgen, dat de positie van de agrariërs niet wordt aangetast. Als je er niet bijzit, dan beslissen anderen wel over je". DEN hoofdstuk apart in de belangenbehartiging betreft de kontakten met de overheid en volksvertegen woordigers Tot de officiële behoort het maandelijks over leg met de minister van Landbouw. Niet minder belang rijk noemt de algemeen secretaris die met de ministeriële ambtenaren. „Bij de minister komen eigenlijk alleen die zaken op tafel, waarover wij het op ambtelijk niveau niet eens kunnen worden. De onderwerpen in de bespreking met de minister worden door het Landbouwschap aan gedragen", aldus de heer Smeenk, die eraan toevoegt „dat als met de minister geen overeenstemming bereikt kan worden het Landbouwschap zich dan tot het parlement wendt. Dan gaat het erom de volksvertegenwoordigers zo goed mogelijk te informeren. Dat kan gebeuren door schriftelijke informatie, maar ook door te „opereren" in dè wandelgangen, hetgeen in onze democratie een geoor loofd middel is. INTENSIEF overleg is er met de overheid over byvoor- beeld het ruilverkaveling^beleid en het structuur beleid, waarbij het Landbouwschap vooral de initiatief nemer is. De belangen worden niet alleen 'bij de centrale overheid behartigd, maar ook bij de provinciale en ge meentelijke instanties. Daar vallen vooral de besluiten over het gebruik van de grond", zegt de heer Smeenk. „Via de gewestelijke raden houdt het Landbouwschap daar de vinger aan de pols en tracht het invloed uit te oefenen". i De heer Smeenk is ervan overtuigd, dat de land- en tuinbouw niet zonder een organisatie als het Landbouw schap kan. „Wanneer men vandaag zou besluiten het Landbouwschap op te heffen, dan is er bij wijze van spreken morgen een oprichting^bijeenkomst voor een or ganisatie die hetzelfde werk moet doen als wij nu ver richten. Het gaat er niet om welke naam die organisatie heeft, maar het gaat om het werk dat gedaan moet wor den" INFORMATIEBON Naam Will U mij vrijblijvend informeren over mb-trac Adres Bezoek vertegenwoordiger Demonstralie Technische bijzonderheden Prijs en levermogelijkheden Telefoonnummer.. wordt) Soort bedtijf Indien U meer will welen, knipt U dan do door U ingevulde informatiebon uit en stuur deze in een ongefrankeerde enveloppe aan Hoegen Oijkhof Handelmij. B.V. Machtiging nr. 95 Doettnchem gURGHSE kermis oftewel de .derde maandag in september was vroe ger en dan denken we zo tot voor de tweede wereldoorlog de dag voor de ar beiders om htm aardappels uit te doen. Elke knecht (een knecht was een specia list omdat hij met de paarden kon rijden en werken) en arbeider had op het land van zijn baas een zeker aantal roeden aardappelland waarvoor hij elke zater dagmiddag bij het uitbetalen van het loon een paar dubbeltjes moest missen. Gulle boeren deden dat wel voor niets doch dat waren uitzonderingen. En op de dinsdag van de Burghse „mart" was het bijzon der vroeg opstaan voor het personeel van de boer want met heel de familie moest de wintervoorraad aardappels uit de grond en naar de „pit" vervoerd wor den. Met de „riek" werden de Eigenhei mers of Blauwe gerooid en de vrouw met de kinderen (schoolvrij) raapten de aardappels in speciale aardappelmanden en twee manden vormden ongeveer een mud. We denken hierbij natuurlijk nog aan de jutetijd want elke boer had een paar honderd „baelezakken" ergens bo ven de dorsvloer te hangen die afkom stig waren van geleverde kunstmest en in het najaar, na bewezen diensten, keu rig gedroogd werden opgeborgen. Na de middag werd een paard en wa gen van de boer gebruikt en tesamen met wat bossen stro kon men een met vrouw en kind en aardappels beladen voertuig langs de „kuresel" en de kramen zien rijden opweg naar huis. Daar had de eigenaar al een „pit" gegraven en wer den de aardappels in gestort. Keurig in kegelvorm werden ze opgetast en voor lopig met stro afgedekt, want anti-spruit- middels waren nog niet in de handel of zelfs nog niet uitgevonden. Pas begin no vember ging een flinke laag grond over de strolaag en de voorraad was praktisch vorstvrij bezorgd. Zonder aardappels was het werkend volkje ten dode opgeschre ven want het vormde wel de hoofdmoot op de middagpot, met daarnaast een stuk je van de keu. Keutjesdag was voor de arbeider een waar feest want een varken slachten gebeurde maar eens in het na jaar en sommigen die het konden doen slachten in het voorjaar nog eens. En die beesten moesten ook gevoerd worden en daar was het kriel van de aardappels goed voor. De molenaar kwam dan eens in de veertien dagen langs om wat meel (meestal maismeel) te brengen en die combinatie slobberde het beest gretig op. |NMIDDELS was na de kermis het uitdoen van de aardappels bij de boer zelf aan de orde en ook hier waren vrouwenhanden welkom. Met een „baele- schorte" voor kropen de vrouwen op him knieën over het land om de rijen „uitge dane" aardappels in de manden te depo neren en dan te legen in de zakken. Te gen de avond werden de zakken opge laden en in de lange „pitten" achter op de boerderij („staepeloP') leeggestort. Al tijd een fraai gezicht zo tegen november, de mooi opgezette aardappelputten en de stapels koren, afgedekt met net die wachten op een dorsdag. Met een oude „doskasse" meestal aangedreven door een éénpitter Lister met meer dan 100 liter koelwater werd het werk begonnen. Radio was er hier en daar wel doch weersvoorspellingen waren nog niet zo betrouwbaar als nu. En zo kon het ge beuren dat op een decemberdag, in de na middag plotseling het weer omsloeg, de wind werd oost en de temperatuur daal de zeer snel. Dan gaf de boer het sein om te stoppen met dorsen en werden in allerlei wagens met mest geladen, (meest al koeiemest) en de aardappels werden extra beveiligd met een laag mest. ^E stedeling moest ook eten en af en toe verscheen er een commission- nair op de boerderij om aardappels te kopen. Werden de heren het eens dan werd er een borreltje op gedronken. Zo niet dan verdween de man boos en snel ler fietsende dan normaal naar een ander adres. Een week later kwam er een scheepje in de haven van Burghsluis en veel boeren leverden dan aardappels. Op zakken bij de „pit" via een „aerpelmole" die de kleintjes er uit haalde en het pro- dukt ging opnieuw de zak in. Sommige boeren sorteerden de aardappels al voor dat ze de put in gingen en dan werd het zetgoed voor het volgende jaar apart in de schuur bewaard. Waren er weinig kleintjes dan behield hij zelf een deel grote en die werden dan door de arbei ders bij slecht weer in twee delen gesne den. Elke helft was evengroot en tegen elkaar aangedrukt werden ze in aardap- pelbakken bewaard tot aan het „zet"- tijdperk. Dan werden de twee helften van elkaar genomen en apart in de kuil tjes gezet. WéT voorzichtig want ze wa ren al flink uitgelopen. Bij de „pit" werd een scherm van stro gezet want het was meestal bitterkoud op die leveringsdagen en daarachter werd met grote „aerpelrieken" (met stompe punten) het produkt in de zakken ge schept De „kwaeje" werden weggegooid en daar er nogal veel in zaten in die tijd veranderde de omgeving der aardappel putten langzaam in een prutboel. En de levering ging door, soms tot in februari, maart, doch dan moesten de scheuten er afgestroopt worden met de hand en was de kwaliteit veel minder. Wie momenteel door Schouwen rijdt en de modernste apparatuur bekijkt waar mee de aardappels worden gerooid krijgt onwillekeurig een gedachte aan vrouwen met „baeleschorten", „aerpelmandjes", jutezakken en aan de geur van een ge pofte aardappel in de gloeiende as van verbrand aardappelloof. Burgh. C J. B. Ontleend aan Bayer-Agro Chemie kalen der. Dat betekent een cabine 1in geheel stalen uitvoering 2. afgeveerd op het chassis 3. met verwarming en luchtverversing en geheel geruisarm Dat betekent voor de gebruiker: 1. maximale veiligheid voor bestuurder en bijrijder, ook indien de trekker zou kantelen 2. minder vermoeidheid, dus betere prestaties 3. minder ziektekansen, geen beschadiging aan gehoororganen, meer plezier in het werk importeur voor Nederland HOEGEN DIJKHOF HANDELMD. B.V. Noordweegse 15 's Heer Arendskerke Tel. 01106 - 1502/1592

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 10