LANDBOUW
BEGROTING
1976
Versterking
landbouwkundig onderzoek
Verantwoorde voortgang
ruilverkaveling
f'-Sf
zoekbeleid en de onderzoekprogramma's te beïnvloeden.
Voorts zullen de doelmatigheid en coördinatie van het
onderzoek worden verbeterd door verder gestalte te ge
ven aan de nieuwe organisatiestructuur van de Nationale
Raad voor Landbouwkundig Onderzoek TNO en, waar
nodig, door aanpassing van de organisatievorm van de in
stituten en de proefstations. De plannen hiervoor liggen
klaar of zijn in voorbereiding.
Zo wordt dit jaar de fusie verwacht van het Centrum
voor Plantenfysiologisch Onderzoek en het Instituut voor
Biologisch en Scheikundig Onderzoek van Landbouwge
wassen, alsmede de realisatie van een Rijksinstituut voor
bewaking van de kwaliteit van voedingsmiddelen, voort
komend uit de bestaande rijksproefstations te Leiden en
Maastricht.
Ten einde een aantal knelpunten in het
landbouwkundige onderzoek weg te ne
men is de minister voornemens de ver
sterking van enkele gebieden met hoge
prioriteit te bevorderen. Deze aanpassing
van de capaciteit richt zich op het onder
zoek dat verband houdt met de geïnte
greerde gewasbescherminghet rassen-
onderzoek van land- en tuinbouwgewas-
senhet veeteeltkundige en veterinaire
onderzoek, en de landschapsinrichting en
daarmede verband houdende milieuaspec
ten".
Voor het landbouwkundige onderzoek
wordt voor 1976 131,5 min gevraagd
(was f 113,1 min); voor het landbouwon
derwijs f418,8 min (was f365,6 min),
waarvan voor de Landbouwhogeschool
f 157,3 min (was f133 min). Bevordering
van produktie en afzet (in 1975 f 175,6
min) zal f 182,4 min vergen. Hierin is be
grepen voor accijnsrestitutie minerale
oliën, alsmede voor steun i.v.m. de prijs
ontwikkeling van stookolie aan de glas
tuinbouw f28,5 min.
Voor het veterinaire en fytosanitaire
beleid samen zal f 98,3 min nodig zijn (was
f 86,9 min). Staatsbosbeheer en Faunabe
heer samen zijn begroot op f 83,9 min (was
f 79,2 min).
|\E bestudering van actuele vraagstukken die zich voor-
doen in de relatie tussen landbouw en andere maat
schappelijke activiteiten zullen bij voortduring extra
aandacht krijgen. Daarbij zal andere ministeries meer
nog dan thans gelegenheid worden geboden het onder
Het technologisch onderzoek richt zich thans op een
aantal projecten waarvoor het bedrijfsleven veel interes
se toont. Zo wordt gezamenlijk een procédé ontwikkeld,
waarbij uit stro niet alleen cellulose wordt verkregen
maar tevens een aantal chemische middelen op een wijze
die het oppervlaktewater niet verontreinigt.
Voorts wordt onderzoek verricht naar de mogelijkheden
van het winnen en gebruik van plantaardig eiwit uit
veldbonen, gras en aardappelen.
GEZONDHEID EN KWALITEIT
gIND 1976 loopt de eerste drie-jaren-termijn ?.f van de
gemeenschappelijke financieringsregeling voor de
gezondheidszorg van onze veestapel. Met het Landbouw
schap zullen tijdig besprekingen worden geopend over de
inhoud van een nieuwe overeenkomst, waarbij prioritei
ten zullen worden gesteld ten aanzien van de activiteiten
van de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren (waarin
de Provinciale Gezondheidsdiensten voor Dieren en de
Gezondheidsdienst voor Pluimvee samenwerken).
De bewindsman acht het gewenst, in bepaalde gevallen
grotere verantwoordelijkheid te leggen bij de veehouder.
De hiervoor noodzakelijke wijzigingen van de Veewet
zullen binnenkort aan het Parlement worden voorgelegd.
Een herziening van de bevoegdheden van de veeverlos
kundigen en castreurs vormt reeds geruime tijd onder
werp van intensief beraad. De bewindsman is voornemens
een ontwerp van wijziging van d.e Wet op de Uitoefening
van de Diergeneeskunst in te dienen, waarbij onder meer
de mogelijkheid voor instelling van een para-veterinair
beroep wordt geopend.
In overleg met het ministerie van volksgezondheid en
milieuhygiëne wordt gedacht aan een duidelijke omschrij
ving, ter informatie van de consument, van de samen
stelling van produkten van dierlijke herkomst. Een der
gelijke ontwikkeling zal moeten steunen op wettelijke
maatregelen.
Ten einde de waakzaamheid i.v m. hondsdolheid te
vergroten, is de grensstrook met de Duitse Bondsrepu
bliek, van waaruit gedode vossen voor onderzoek naar
het Centraal Diergeneeskundig Onderzoek moeten wor
den opgestuurd, uitgebreid tot 25 km (was 10 km).
MEERJARENPLAN GEWASBESCHERMING
pi het komende begrotingsjaar zal een aanvang wor-
den gemaakt met het samenstellen van een meer
jarenplan op het gebied van gewas-bescherming, bestrij
dingsmiddelen en (bestrijdingsmethoden.
Om ruimere aandacht te schenken aan de selectiviteit
van bestrijdingsmiddelen zal het deugdelijkheidsonder-
zoek van middelen in 'het kader van het toelatingsbeleid
worden uitgebreid met toetsingen op nuttige insecten.
Bestaande selectieve middelen kunnen hierdoor tevens
getoetst worden op hun inpasbaarheid in geïntegreerde
bestrij dingssystemen.
De outillage voor het resistentie-onderzoek van nieuwe
rassen op aardappelmoeheid en aardappelwratziekte
wordt uitgebreid. Tevens is minister Van der Stee voor
nemens faciliteiten te scheppen voor onderzoek onder ge
controleerde omstandigheden mwel van geïmporteerd
plantmateriaal als van gevaarlijke planteziekten.
in de jaren 1975 t/m 1978. Op grond hiervan is het schema
voor ruilverkavelingen-in-voorbereiding voor 1975
1979 opgesteld en de volgende ruilverkavelingen betreft
voor Zeeland - Noord-Brabant.
BEHEER LANDBOUWGRONDEN
ONDER DEPARTEMENTSDIRECTIE
DE voortgang van de in uitvoering zijnde ruilverkave-
lingswerken acht de minister van landbouw en vis
serij gewaarborgd met beschikbaarstelling van f 197,8
min (vorig jaar ƒ220,4 min) waarvan 172,8 min (was
195,4 min) voor rijksbedragen en voorschotten en even
als vorig jaar 25 min voor grondoverdrachten aan de
Stichting Beheer Landbouwgronden (S.B.L.).
Voorts wordt gerekend op f 65 min aan bijdragen van
derden en bijstand uit het Europese Landbouwfonds sa
men (was 56 min). Hiermee komt een totaal investe
ringsbedrag van f 262,8 min (in 1975 ƒ276,4 min) beschik
baar voor het uitvoeringsprogramma van ruilverkavelings-
werken in 1976.
Voor aankoopactiviteiten van de S.B.L. is ƒ31,5 min
begroot (was 34,5 min). Uit deze post moeten wederom
de Staatsbosbeheeraankopen betaald worden, waardoor
ca. 10 min is geraamd.
Voor bijdragen in werken van waterschappen en ge
meenten op het gebied van ontsluiting en waterbeheer
sing is 35 min (was 39,5 min) gereserveerd. Evenals
vorig jaar kan bovendien op 1 min bijdrage worden ge
rekend uit het Europese Landbouwfonds.
Het totaal voor het Ontwikkelings- en Saneringsfonds
voor de Landbouw beschikbare investeringsbedrag wordt
evenals voor 1975 gesteld op 85,2 min exclusief een
bedrag dat nog in Brussel gedeclareerd kan worden.
Het garantie-aandeel van het Rijk in het Borgstellings
fonds voor de Landbouw wordt met 25 min verhoogd
tot ƒ150 min. Inclusief het oorspronkelijke kapitaal heeft
dit fonds thans een draagkracht van 190 min (was 165
min).
TVE beleidsvoornemens ten aanzien van de landinrich-
ting zijn gericht op het zo goed mogelijk voldoen
aan de gebleken behoefte aan inrichtingsmaatregelen
door:
ruilverkavelingen dan wel landinrichtingsprojecten,
waar nodig met gebruik maken van de in de „Relatie
nota" geboden beleidsmaatregelen;
uitvoering van z.g. waterschaps- en gemeentewerken;
uitvoering van particuliere cultuurtechnische werken;
- landschappelijke begeleiding van de ontwikkelingen
in het landelijke gebied.
Het beleid blijft onverkort gericht op het uitvoerings
programma van in totaal 160.000 ha ruilverkavelingen
Zeeland
Braakmanpolders
Noord-Brabant
5000
Scheldezoom
Schaft
Oud-Gastel -
Oudenbosch
Willemstad
Kruisland - Wouw
Land van Cuyk
St. Oedenrode-Zuid
St. Oedenrode-Noord
Nispen-Schijf
Etten-Leur
3625
5000
2400
7000
7500
8000
15000
9000
8000
7800
7700
72400
Dl IMKOMSTEN FM UIIGAVEM VAM Dl STAAT
V.LJO-: 'J GUIDE M -
KTPR-jS- iBUASTINGrONVANGSrfN
IVERHtKENMO? INKOMM UIT HET
BELASTING 1WINST ENIM-JNAEZE*
nV=^|VER_MOCEN| ^83
3P8REN6ST
PT j
NKOHSTEN
RENTE
UIT DE D0-
9htB
I2M
De snelle ontwikkelingen in het bijzonder in de melk
veehouderij, leiden voor veel bedrijven tot de noodzaak
van een optimale ligging van de bedrijfsgebouwen ten
opzichte van de grond. De bijdrageregeling voor het ver
plaatsen van landbouwbedrijfsgebouwen in ruilverkave
lingen (sinds 1958 ongewijzigd gehanteerd) zal mede
daarom aanmerkelijk worden verbeterd.
Ook voor de verplaatsing van agrarische bedrijfsge
bouwen buiten ruilverkavelingen wordt een bijdragere
geling voorbereid. Het betreft hier verplaatsingen om
redenen van openbaar nut, met name indien de bedrijfs
uitoefening bij de huidige ligging niet langer verenig
baar moet worden geacht met niet-agrarische belangen,
zoals ligging in of zeer nabij woonkernen of verkeers
veiligheid.
De grote belangstelling voor de regeling voor particu
liere cultuurtechnische werken vormt een bevestiging
van de behoefte aan een verbeterde interne ontsluiting,
waterbeheersing, p-erceelsverbetering en drainage.
Gestreefd wordt, de voor 1 juni 1975 ingediende aan
vragen ten dele in T975, grotendeels in 1976 en ten dele
in 1977 te kunnen honoreren. Voor 1976 is voor particu
liere cultuurtechnische werken, tezamen met kavelruil
en de aangekondigde regeling voor boerderijverplaatsing
buiten ruilverkaveling f 58 min uitgetrokken.
De landschapsverbetering en vernieuwing, zowel iln
ruilverkavelingen als daarbuiten, vragen grote aandacht.
Ten einde de continuïteit te waarborgen, die voor een
blijvende verzorging van het landschap in het buitenge
bied noodzakelijk is, zullen bijdragen kunnen worden
verleend in grondverwerving en inplant en, waar nodig,
in het onderhoud. De landschappelijke integratie van het
stedelijk en agrarische bodemgebruik vormt onderwerp
van studie in interdepartementaal verband. De landschap
pelijke gevolgen van de ontwikkeling van de intensieve
veehouderij geven aanleiding bijzondere zorg t'e beste
den aan de mogelijkheid tot het stimuleren van beplan
tingen rond de bedrijfsgebouwen.
VOOR het landinrichtingsbeleid op langere termijn zijn
de door de regering na de gehouden inspraak nader
uitgewerkte beleidsvoornemens uit de Oriëntatienota
Ruimtelijke Ordening richtinggevend. Naast het struc
tuurschema voor de landinrichting zijn thans tevens
structuurschema's aangekondigd voor de openluchtre
creatie en het natuur- en landschapsbehoud.
In het structuurschema landinrichting zullen voor de
gebieden waar landinrichting is gewenst naast de voor
zieningen ten behoeve van de land- en bosbouw, d'e voor
zieningen ten aanzien van openluchtrecreatie en natuur-
en landschapsbehoud gecoördineerd worden opgenomen.
De minister is voornemens in het structuurschema land
inrichting ook de doelstellingen van de landschapsbouw
in de beschouwing te betrekken, ten einde het beeld van
het in de toekomst te voeren beleid ten aanzien van de
landinrichting te completeren. Met de zijnerzijds toege
zegde ontwikkeling van een structuurvisie voor de land
bouw op langere termijn en een visie op de instandhou
ding en uitbreiding van het bos is een begin gemaakt.
Binnenkort zal de interdepartementale commissie, be
last met de voorbereiding van de Landinrichtingswet, een
interimnota uitbrengen, waarin de hoofdlijnen ter dis
cussie worden gesteld. De uitwerking tot een ontwerp-
landinrichtingswet zal in aansluiting hierop met spoed
kunnen volgen.
WAT betreft de aanwijzing van gebieden waarop be
heersregelingen van toepassing zullen zijn, heeft de
minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
advies gevraagd aan de Rijksplanologische Commissie.
Minister Van der Stee acht het in dit verband van groot
belang, dat daarbij een zekere voorrang wordt gegeven
aan gebieden waar de boeren al te lang in het onzekere
verkeren of waar de voorbereiding van ruilverkavelingen
stagneert of dreigt te stagneren door pfoblemen m het
raakvlak van landbouw en natuurbescherming.
(Zie verder pag. 6)