MILJOENENNOTA 1976 BIEDT BOER EN TUINDER
WEINIG HOUVAST VOOR TOEKOMST
Cpc^U0
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw èn veeteelt in zeeland en noord-brabant
zlm
,^le miioru
ijrc
lamr-
tuinbouwblad
VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1975
63e Jaargang - No. 3298
Rijksbegroting voor het dienstjaar 1976
Hoofdstuk XIV
Landbouw en Visserij
Ontwerp van wet
Wij Juliana, bij de gra
Nassau, enz., en,
Alien, die
Koningin der Nederlanden,
illen zien of horen lezen, saluut!
ranje-
in overweging genomen hebpa^J^^Tngevolge artikel 133 van de
idwet de algemene begrotingen^nll/uitgaven van het Rijk door de
moeten worden vastgesteld e^^iJteHnrichting van die begrotingeri
geschieden met inachtnena(i®vs3^de bepalingen van de Comptabjftff swet
(Stb. 1927,259);
Zo is het, d^^W^éeRaad van State gehoord, en mef^eneen overleg der
Staten X^^r3§#fiebben goedgevonden en verstaan, gelijRWij goedvinden en
Hoofdstuk XIV van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het dienstjaar
1976 betreffende het Departement van Landbouw en Visserij, wordt
vastgesteld als volgt:
Begroting van uitgaven
TITEL A. GEWONE DIENST
TITEL B. BUITENGEWONE DIENST
TITEL A. GEWONE DIENST
1 586 450 000
155 850 000
1 586 450 000
10'
11
Kosten van, deelname aan en bijdragen in de
kosten van congressen, conferenties,
commissies, enz.
Sociale lasten 157 400 000
waaraan wordt doorberekend
aan personeelsartikelen 157 400 000
zodat wordt uitgetrokken
1 200 000
Nihil
Hdt dlndatj £d>i van dd b-dg noting
van Landbouw dn Vl64dnlj vdntoont,
vdngdldkdn mdt 1975, ddn stijging
van 139 min, tot j 1,7 miljand.
ONS COMMENTAAR
70ALS wel te voorzien was hebben troonrede en
miljoenennota dit jaar maar weinig opwekkends te
bieden. Niet alleen laat een opleving van de economische
bedrijvigheid nog steeds op zich wachten, maar kunnen
we ook niet geheel aan de indruk ontkomen dat deze
regering eigenlijk niet goed weet wat ze nu moet doen.
Ofwel dwars langs alle politieke stokpaarden heen al het
mogelijke doen om het bedrijfsleven weer op volle toe
ren aan het draaien te krijgen, ofwel hier en daar wat lap
middelen toepassen en maar hopen dat het tij vanzelf
keert. Lapmiddelen die weliswaar zeer veel geld kosten
maar die in elk geval geen bedreiging vormen voor door
dit kabinet gewenste zaken als inkomensnivellering, uit
bouw collectieve sociale verzekeringen, meer overheids
invloed op bedrijfsleven, verhoging ontwikkelingshulp
etc.
De miljoenennota 1976 wekt sterk de indruk dat het
kabinet voor de laatste mogelijkheid kiest. Immers welis
waar wordt een aanzet gedaan om de arbeidskostenstij
ging binnen de perken te houden door onder meer een
aantal sociale lasten uit de Rijkskas te financiëren en
de voorgenomen BTW-verhoging eerst half 1976 te laten
ingaan.
Aan de andere kant is er van enige strukturele steun
aan het bedrijfsleven geen sprake. Dat in deze situatie
de overheid een aanmerkelijk begrotingstekort hanteert
is, dachten wij, juist. Volstrekt onjuist vinden wij het niet
temin dat de daardoor vrij komende gelden nauwelijks
worden aangewend om de primaire produktiesektoren in
dustrie en landbouw, die dit tekort straks op een of an
dere manier voor ons land toch weer zullen moeten terug
verdienen, weer in de lift te helpen.
In plaats daarvan worden met name de uitgaven voor
onderwijs, sociale zaken, C.R.M. en ontwikkelingssamen
werking weer drastisch verhoogd. Zonder twijfel zeer be
langrijke zaken. Evenwel de uitgaven op wat langere ter
mijn hiervoor zijn alleen vol te houden als er voldoende
inkomsten tegenover staan.
Terecht noemt Struikenkamp in zijn commentaar elders
in dit blad de rijksbegroting 1976 dan ook de begroting
van de grote gok!
STERIELE LANDBOUWBEGROTING
TAF AT in de eerste plaats opvalt in de memorie van
toelichting op de landbouwbegroting 1976 is dat
minister Van der Stee nu ook volledig erkent dat 1974/
'75 voor de land- en tuinbouw een uitgesproken slecht
jaar is geweest. Dat is dan al een heel stap vooruit in
vergelijking met vele van zijn vorige uitspraken. Overi
gens kon hij natuurlijk ook weinig anders op grond van
de keiharde LEI-cijfers die (ook al geven ze in feite nog
een te gunstig beeld) zwart op wit konstateren dat boer
en tuinder een beloning kreeg van slechts 62 van waar
men in feite recht op heeft.
Helaas betekent deze erkenning nog niet dat de minis
ter ook inziet dat dit niet alleen veroorzaakt wordt door
inflatie en tegenvallende vrije prijzen maar dat ook het
falende landbouwbeleid in Den Haag en Brussel hier mede
debet aan zijn. Immers in de beleidsvoornemens voor
1976 is nauwelijks iets terug te vinden wat duidt op stre
ven om via het nationale landbouwbeleid en druk op
Brussel daadwerkelijk mee te helpen de inkomenspositie
van boer en tuinder weer in evenwicht met andere be
volkingsgroepen te brengen. In navolging van de houding
van het totale kabinet ten aanzien van de algemene eco
nomische situatie, lijkt ook minister Van der Stee er op
In dit nummer o.m.:
RASSENKEUZE
WINTERTARWE Pagina 10
Akkerbouw Pagina 8
Mechanisatienieuws
Pagina 9
De bieten(blad)oogst
Pagina 11
Tuinbouw
Pagina 14/15
Voor de vrouw
Pagina 18
te gokken dat alles vanzelf wel weer goed zal komen
door een met name gunstige ontwikkeling van de prij
zen van de vrije produkten. Hoe dat er in de praktijk ove
rigens zal uitzien zullen we één dezer weken kunnen
waarnemen wanneer het LEI met zijn geaktualiseerde
prognose voor de bedrijfsuitkomsten over 1975/76 op
tafel komt. Overigens moet ons ten aanzien van de weer*
gave der bedrijfsuitkomsten over 1974/75 van het hart
dat deze wederom zodanig zijn gepresenteerd dat de leek
maar al te gemakkelijk een vertekend beeld krijgt. En dat
ligt dan deze keer naar onze méning duidelijk meer aan
de Ministeriële opstellers dan aan het LEI zelf. Waarom
immers de aangegeven verschillen tussen eigendoms- eri
pachtbedrijven niet verder uitgewerkt? En waarom niet de
door het LEI verstrekte duidelijke uiteenzetting, dat ar-
beidsopbrengst nog lang geen verteerbaar inkomen is,
overgenomen I
VERKEERDE ZUINIGHEID
UET is duidelijk dat ook minister Van der Stee met
1 1 beperkte middelen niet alles voor 100% kan ver
wezenlijken. Dat zal ook niemand verwachten. Wat in
deze begroting evenwel naar voren komt is een levens
gevaarlijke beleidsombuiging. Zaken als landbouwonder
wijs, natuur- en landschapsbescherming en Staatsbosbe
heer krijgen (meer dan) voldoende extra armslag.
Evenwel juist op di, begrotingsonderdelen die van
groot belang zijn voor de verbetering van de produktie-
omstandigheden van boer en tuinder en de verbetering
van het afzetapparaat wordt beknibbeld. Dus minder geld
voor ruilverkavelingen geen reëel vooruitzicht dat de re
geling particulier cultuurtechnische werken op korte ter
mijn weer wordt opengesteld, minder financiële armslag
voor het O.- en S.-fonds, waardoor zaken als sanering op
termijn en daadwerkelijke ondersteuning van de z.g. mid<
denbedrijven en hulp voor jonge agrariërs wel erg op de
tocht komen te staan. Wie overigens verwacht dat er dan
toch wel wat meer duidelijkheid zal komen ten aanzien
van beheersvergoedingen in het kader van landschaps
bescherming, zal daarnaar in deze begroting tevergeefs
zoeken. Verwijzing naar de E.G.-bergboerenregeling is
alles! En dat terwijl er op regionaal niveau, zoals bijvoor
beeld voor de Goese Poel tussen bedrijfsleven en die
zelfde overheid in principe al overeenstemming is be
reikt over vergoedingsregelingen die volstrekt los staan
van de bergboerenregeling en ook van veel hogere ha-
bedragen uitgaan!
FISCALE KRUIMELS
TA7ERKELIJK verontwaardigd zijn wij door de mislei-
dende wijze waarop het ministerie suggereert aan
de fiscale eisen van de landbouw tegemoet gekomen té
zijn. Immers de niet ingewijde lezer zou uit de aanhef van
het betreffende persbericht, dat luidt: „fiscale toezeg
ging van het landbouwschap ingelost" kunnen opmaken
dat de landbouw gekregen heeft waarom is gevraagd.
Niets is evenwel minder waar! Het kabinet heeft im
mers in zijn besprekingen met het Landbouwschap
nauwelijks iets toegezegd. Hei geeft toch wel te denken
dat een kabinet zich zelf zo uitdrukkelijk op de borst klopt
omdat ze ten aanzien van deze minimale toezegging woord
heeft gehouden. Totaal gaat het om 30 a 35 miljoen gul
den extra ofwel een paar honderd gulden per bedrijf. Dat
is dan wel wat anders dan de landbouw vraagt!
Met name een drastische verhoging van de zelfstandi
genaftrek wordt naar de toekomst geschoven. Zelfs de
uitspraak van de Kamer legt de minister het in feite naast
zich neer. Weliswaar wordt enige verlichting van de druk
(Zie verder pagina 2)