Uien voorlichtingsdag bij
Sluis Groot - Enkhuizen
De aardappelmarkt
18
Congres over
.Voeding en Gezondheid'
Diepe en ondiepe grond
bewerking bij periodieke
herinzaai van grasland
0E Koninklijke Zaadteelt en Zaadhandel Sluis Groot
^^te Enkhuizen nam het initiatief d)e Nederlandse uien-
handelaren en telers uit te nodigen voor een uien-vooriidh-
tingsdag op 28 augustus j.l. Een vijftigtal belangstellenden
gaf gehoor aan deze uitnodiging.
In de ochtenduren werd een bezoek gebracht aan het
uienproefveld van Sluis Groot. De teelt van winteruien
trok veel belangstelling. Ook de proeven van de Rijnsburger
tyipen en diverse proefkruisingen en de Poolse typen werden
aan een grondige bespreking onderworpen. Ook op dit proef
veld was het grote verschil tussen Sturon en Stuttgarter
opvallend
De voorlichting werd verzorgd! door de heer J. Koopman,
hoofdselecteur van Sluis Groot en sinds jaren uienexpert.
Deze wees er o.m. op dat rationalisatie in de uienteelt van
het grootste belang is. In de loop der jaren zijn dan ook
een groot aantal zaken gemechaniseerd zoals zaadfractione-
ring, zaadontsmetting, het zaaiproces, chemische onkruid-
bestrijdiing, oogst en verwerking, MH.ID.-behandeling enz.
Bij het streven naar een maximale machinale verwerking
zijn de .belangrijkste eigenschappen de hardheid van de ui,
en de huidvastheid. Deze eigenschappen zijn generatief be
paald.
Het is mogelijk een jaarrondteelt van uien te realiseren.
Hierbij moet echter met een aantal factoren rekening ge
houden worden. De winterhardheid is nog een probleem.
Er gaan meer uien kapot door verstikking in te natte grond,
dan door d vorst, zoals we die de laatste jaren hebben ge
kend.
De huidvastheid van het Japanse materiaal is niet al te
best. De beste winterharde Hollandse winterui is de Zwijn-
drechtse Poot. Reeds sinds 1961 heeft Sluis Groot uitge
breid selectiewerk verricht voor de teelt van winteruien.
Volgens de opbrengstgegevens van de S.N.U.I.F. is er in
de periode vanaf 1908 een grote groei geweest in de op
brengst van uien. Doch nog belangrijkere cijfers zijn die van
Engeland. 'De voorzitter van de Britse Potato Marke
ting Board verwacht deze winter een krappe situatie
met consumptie-aardappelen. 'De winkelprijzen liggen
momenteel tussen de 6 en 9 p/lb, doch zullen, naar zijn
verwachting zich wel kunnen stabiliseren op rond 6 p/lb.
De hogere prijken zullen een uiteenlopend effect hebben.
De huisvrouwen zullen wat zuiniger omgaan met de aard
appelen en de aardappeltelers zullen bij het rooien wat
zorgvuldiger dan gewoonlijk te werk gaan. Daardoor
zou het tekort dat ten opzichte van vorig jaar op een
derde is geraamd, teruggebracht kunnen worden tot
rond een kwart. (Het is een wat theoretische foenade-
In 1962 werd in Gilze op zandgrond een proef aange
legd waarin grasland cfat om de 2 of 4 jaar heringezaaid
werd, is vergeleken met ouder grasland. De ervaringen
met deze periodieke herinzaai zijn slecht geweest. Zowel
de opbrengst als de botanische samenstelling van het
heringezaaide grasland waren slechter dan die van het
oudere grasland. De voornaamste oorzaak was het optre
den van veel onkruid en straatgras, mogelijk als gevolg
van het slechts ondiep onderbrengen van de oude zode.
In aansluiting op deze proef werd te Lage Mierde op zand
grond een proef aangelegd. Het doel daarvan was na te
gaan of met een diepere grondbewerking de zaden van
onkruiden en niet gewenste grassen zo diep weggewerkt
konden worden dat ze het gras niet in de ontwikkeling
het bewaarrendement: tussen 1934 en 1938 gemiddeld 58
over 12 selecties; 1962—1966: 71,7 1971—1974: 92,8
(eind febr.) en 85 (ednd april).
De zaadbedrijven hebben een belangrijk aandeel in deze
opbrengstverhogingen gehad, door o.a. zaadfractionering,
ontsmetting en uitgebreid selectiewerk. 'Door selectie vla
winteruien kan het selectieproces worden versneld, n.l. 1
generatie in 3 jaar. Een belangrijk onderdeel is de selectie
op het drogestofgehalte. In het algemeen kan gesteld wor
den dat een stijging van het drogestofpercentage met 1
een opbrengstverlaging van '8 geeft. 'In de diverse groe
pen is dit als volgt:
Rijnsburger selectie 10 droge stof
ring,waarin echter een grond van waarheid in zit, voor
al nu de economische situatie in Engeland op zijn zachtst
gezegd niet zó bijzonder gunstig is! Het Britse ministerie
van landbouw publiceerde dat naar raming de aardap
peloogst dit jaar rond 1,2 milj. ton kleiner zal zijn dan
vorig jaar, toen deze 6.684.000 ton bedroeg. Men wil
bestaande exportverplichtingen naar de Canarisohe
eilanden en Hong Kong in elk geval nakomen.
Of de telers van de hogere prijzen in belangrijke mate
zullen profiteren is de vraag, aldus de woordvoerder
van het ministerie. De ha-opbrengsten vallen tegen en
de kosten zijn gestegen. Wel hebben de telers van
vroege aardappelen daarvan geprofiteerd.
De iimporfbeperkingen op aardappelen zijn ingaande
1 september j.l. ingetrokken, maar importaardappelen
moeten dan wel voldoen aan de gestelde gezondheids
eisen (o.m. ter voorkoming van de invoer van de Colo
radokever).
België. De aardappelmarkt blijft vriendelijk. Na aan
vankelijk wat verminderde afzet naar het RijnRoer
gebied, verwacht men een opleving van de afzet in die
zouden belemmeren. De resultaten van deze proef zijn
verwerkt in een dezer dagen verschenen PR-rapport nr.
32.
CONCLUSIE VAN DIT RAPPORT: Een duidelijke voor
keur voor de diepte van de grondbewerking komt uit dit
onderzoek niet naar voren. Als er veel zaadonkruiden
voorkomen is een diepe grondbewerking (ploegen) ech-^
ter wei aan te bevelen!
HERINZAAI VAN DE PROEFVELDEN
In november 1968 werd het proefveld gefreesd De helft
van de veldjes werd daarna 20 cm diep gespit In maart
1969 werd ingezaaid met 42 kg per ha van een graszaad
mengsel met hooi- en weidetype van Engels raaigras en
Beemdlangbloem en Timothee tussentype.
In de herfst van 1971 werd het proefveld gescheurd; de
in 1968 gefreesde veldjes werden weer gefreesd en die andere
veldjes werden weer gespit. Er werd ingezaaid met hetzelf
de mengsel als in 1969. In elke proef werd de helft van de
objecten bemest met 30 kg en de helft met 60 kg N per
snede.
RESULTATEN 1969 T/M 1971
Op het in 1969 door frezen heringezaaide object kwam
een grote variatie in grassoorten voor. Ook kwamen veel
Onder de naam „Voeding en Gezondheid" organiseert Het
Nederlands Zuivelbureau op 11 oktober 1975 een congres,
waarin aan de orde komt op welke wijze verschillende in
stanties invloed (hebben) kunnen uitoefenen op het eet
patroon van de Nederlander. Overheid en industrie, voe-
dmgskundigen en medici en niet in het minst de consumen
ten kunnen mede bepalen hoe en wat de Nederlander eet.
De vraag is of al deze „belnvloeders" hetzelfde voor ogen
staat en of hun invloed ook inderdaad leidt tot gezond eten.
Als sprekers zijn onder meer uitgenodigd): dr. W. Y. Aal-
bersberg, directeur van het Nederlands Instituut voor Zui-
Stuttgiarter 12,5 droge stof, 20 minder opbrengst
Poolse uien 11,5 droge stof, 12 minder opbrengst
Ook de Hybridisatie van uien is een onderdieel van het
selectiewerk. (Hierdoor mag de selectie van zaadvaste ras
sen echter niet in gevaar komen. En een F1 hybride heeft
natuurlijk ook geen zin, alsl hij nfiet duidelijk beter is dan de
bestaande selecties.
'De heer Koopman kreeg na zijn inleiding nog een sper
vuur van vragen te beantwoorden over onderwerpen als diep
of ondiep zaaien, zaaiafstand, breedwerpig zaaien, zaaidikte,
vroegheid van diverse typen etc.
Laat in de namiddag keerden de deelnemers aan deze
uiendag weer naar huis, een aantal ervaringen en zeker wat
uienkennis rijker!
richting, terwijl men ook bepaalde verwachtingen beeft
ten aanlzien van de afzet naar Engeland. Er is bepaald
geen druk op het aanbod vast te stellen.
Frankrijk. In Frankrijk is de markt voor aardappelen
eveneens vriendelijk en ivast. De afzet naar Italië komt
behoorlijk op gang en men (heeft ook hier bepaalde
verwachtingen van de afzet naar Engeland. Bovendien
handhaaft zich een zekere afzet naar Duitsland, vooral
naar de deelstaten die 'gunstig gelegen zijn ten opzichte
van Frankrijk.
Duitsland. Een ruim voorziene markt leidde tot een
zwakkere prijstendens. Deze zwakkere tendens wordt
voor een gedeelte gecompenseerd, doordat er toch nogal
wat aardappelen voor later uit de markt genomen wor
den en wel in groter omvang dan normaal in deze tyd
van het jaar. Dat gebeurt -hier en daar waar moge
lijk ook door de producenten. Er vindt een regelma
tige invoer van Bintjes uit Nederland en ook België
plaats.
vdw
klaver en ongewenste plantensoorten (straatgras) voor.
Gemiddeld over de jaren 1969 t/m 1971 was de opbrengst
aan diroge stof en ruweiwit op de gefreesde objekten hoger
dan op de gespitte objekten. Dit kan een gevolg' zijn van de
op de freesobjekten eerder vrijkomende stikstof en van een
betere zode-dichtheid.
RESULTATEN 1972 EN 1973
Op het in 1971 door .frezen ingezaaide objekt kwam in het
jaar na de inzaai veel straatgras voor. In 1973 verdween
dit, mogelijk als gevolg, van een droge zomer. Klaver kwairi
slechts in geringe mate voor in tegenstelling tot voorgaande
jaren. De gemiddelde opbrengst in de jaren 1972 en 1973
was op de gespitte objekten hoger dian op de gefreesde ob
jekten. In de afzonderlijke jaren waren er geen duidelijke
verschillen. In ,1972 gaven het gespitte objekt met 30 kg 'N
en het gefreesde objekt met 60 kg N per ha per snede de
hoogste opbrengst. In 1073 was het omgekeerde het gevaL
Periodieke herinzaai van grasland. Re
sultaten van onderzoek in de jaren 1968
t/m 1973. Ing. J. J. Woldring, juli 1975
Verkrijgbaar bij het Proefstation voor de
Rundveehouderij, Runderweg 6, Lelystad,
door storting van f5,op giro 2307421
met vermelding: Rapport nr. 32).
velonderzoek, drs. P. H. Berben, hoofdinspecteur van de
Volksgezondheid, prof. dr. C. den Hartog, voorzitter van de
Voedingsnaad, mejuffrouw A. G. F. Fransen, directrice van
de Consumentenbond en drs. C. Timmer, voorzitter CM.C-
Melk Unie.
Het congres zal worden gehoudlen in de Sweelinckzaal
van het Congresgebouw te Den Haag, Churchillplein 10.
Aanvang 10.15 uur. De deelname is gratis. Nadere informa
ties zijn te verkrijgen bij het congres-secretariaat: Het Ne
derlands Zuivelbureau, t.a.v. de heer M. A. Aalders, Postbus
30, 'Rijswijk, tel. 070085560.
P.R. RAPPORT NO. 32
Belangstelling voor het uienproefveld van Sluis en Groot.