DE
Rassenbericht wintertarwe 1976
voor het Zuidwestelijk kleigebied
10
wintertarwe groeide dit seizoen toch wel onder afwijkende omstandig
heden. Aanhoudend nat weer was oorzaak dat slechts een deel van de
gebruikelijke oppervlakte, vanaf begin december tot begin februari gezaaid kon
worden. Veel bedrijven zijn zelfs niet aan het zaaien toegekomen.
Daarnaast was, door het onder te natte omstandigheden berijden en bewer
ken van de grond, de structuur matig tot slecht, hetgeen zich door het uitblijven
van vorst ook niet heeft kunnen herstellen. De schade van deze slechte struc
tuur is door de regelmatige regenval tijdens de groei van de tarwe, gelukkig
beperkt gebleven.
In het voorjaar was de achterstand in groei nog aanzienlijk. Gunstig werkte de
vroege stikstofgift op de uitstoeling van de tarwe. Deze uitstoeling moest nu
in zeer korte tijd plaatsvinden.
De tarwe heeft in het algemeen weinig stro gemaakt. We zien dat dit de sla-
gingskansen van de ondervrucht heeft vergroot en de snelheid van de oogst
heeft bevorderd. Het warme weer na de bloei heeft het afrijpen versneld, moge
lijk is hierdoor de korrel wat minder gevuld geworden.
Na een periode van weinig schade door gele roest werd naar verwachting
1975 weer een „gele roest jaar". Niet in die hevigheid zoals wij dit eerder wel
meemaakten, doch wel zo ingrijpend dat gevoelige rassen aanzienlijk in opbrengst
achteruit gingen. Dit ook ondanks een bestrijding van de gele roest met chemi
sche middelen, zoals ander onderzoek op hetzelfde perceel te zien gaf.
Gele roest blijft een zaak die het meest economisch door resistentie vanuit
het ras opgevangen kan worden. Verbouw van rassen, die ondanks een lichte
vatbaarheid hun opbrengst behouden, biedt perspectieven. Spreiding van deze
rassen over een gebied zal het plotseling sterk uitbreiden van gele roest tegen
gaan. Dit is momenteel wel de meest praktische en meest aantrekkelijke methode
om de gevolgen van gele roest tegen te gaan.
OPZET ONDERZOEK 1975
TN het zuidwesten is het gebruikelijk vier rassenproefvelden met winter-
tarwe aan te leggen. Voor oogst 1975 is men erin geslaagd er drie te
zaaien. Hiervan ging er één verloren door verslemping en slechte opkomst (de
Heen) en een ander (Westmaas) leed dusdanig van de slechte structuur dat de
opbrengsten hierdoor beïnvloed zijn. Op 6 februari zijn op Rusthoeve nogmaals
alle rassen gezaaid. De resultaten van deze zeer late zaai zijn in de opbrengst
tabel vermeld.
De rassen zijn onder de volgende omstandigheden beproefd:
a) normaal stikstof
Rusthoeve 80 kg N voorj. 40 kg N stad. Feekesschaal 6 7
Westmaas 100 kg N voorj. 40 kg N stad. Feekesschaal 7
b) als a, doch tegen afrijpingsziekten 4 kg fungicide stad. F 10.5
c) als b, doch bovendien 30 kg N in het voorjaar meer en 2 1 CCC stad. F 5 6
Gemiddelde zaadopbrengsten van wintertarwe op rassenproeven „Rusthoeve"
en „Westmaas" in 1975.
ZAADOPBRENGSTEN IN VERHOUDINGSGETALLEN
Naam van het ras
„Rusthoeve" „Westmaas" Gemid- „Rust-
gezaaid 23 december gezaaid 3 december delde hoeve"
a
b
c
a
b
c
1966gezaaid
1975 6-2-1975
kg/are
64,7
68,8
71,5
57,7
60,0
60,8
62,5
61,2
verhoudingsgetal
100
100
100
100
100
100
100
100
lely
104
104
105
100
104
103
101
102
Caribo
92
96
97
102
102
107
99
95
Manella
94
91
91
99
98
94
95
96
Clement
72
70
67
100
105
99
113
Cyrano
93
87
90
93
84
91
97
92
Adamant
93
88
85
94
101
87
95
90
Norda
95
103
100
108
93
97
101
101
in beproeving
Anouska
104
102
108
94
98
103
103
97
Arminda
106
106
104
95
100
93
103
101
Nautica (Ceb. 180)
97
95
97
102
106
99
103
98
WZ Q 2758
106
103
102
98
104
101
103
103
Okapi
98
97
95
98
95
Cebeco 186
95
95
97
91
93
94
95
102
BPG 56965
100
97
102
101
ML 75
98
97
96
98
96
Opm. Deze tabel is in
de eerste plaats bedoeld om de rassen onderling in
de kolom
te vergelijken. Het is dus niet zonder meer zinvol om hetzelfde ras van
kolom tot kolom te vergelijken daar het verhoudingsgetal 100 in elke kolom
een andere hoeveelheid per are voorstelt.
De proef op „Rusthoeve" komt ondanks de late zaai tot een goede opbrengst.
Hoewel niet altijd economisch rendabel blijkt de bestrijding van d afrijpingsziek
ten en de hogere stikstofgift CCC gunstig te reageren.
Door sterke aantasting van gele roest kan Clement niet meekomen. Zeer hoge
opbrengsten bereiken onder deze omstandigheden en bij een bestrijding van de
afrijpingsziekten Lely, Norda, Anouska, Arminda en WZ Q 2758.
Bij zaai op 6 februari (laatste kolom) worden, overigens onder dezelfde groei-
omstandigheden van voorvrucht en bemesting, niet die opbrengsten verkregen
als bij zaai op 23 december.
Ook op deze proef komen Lely, Norda, Arminda en WZ Q 2758 goed naar
voren.
De proef op Westmaas had veel meeldauw en bij het afrijpen ook veel bruine
roest. Alleen Adamant werd sterk door gele roest aangetast. Gezien deze om
standigheden en de invloed van de slechte structuur zijn de resultaten niet ge
lijkluidend met die van „Rusthoeve".
KASSENBESCHRIJVINGEN
a) Goed wintervaste rassen
Lely rijpt vrij laat en heeft kort stevig stro. Is erg vatbaar voor meeldauw
en afrijpingsziekten maar kan, gezien de opbrengsten in 1974 en 1975 bij een
gezond gewas en op goede tarwegrond zeer produktief zijn. Bestrijding van
afrijpingsziekten door bespuiting met chemische middelen is vooral bij dit ras
raadzaam. De korrel is wat gevoelig voor schot. Lely is gevoelig voor de duist-
bestrijdingsmiddelen Dicuran en Dosanex.
Caribo stelt geen hoge eisen aan de grond en kan op dat wat minder vrucht
bare gronden ook goede opbrengsten geven. Op vruchtbare grond vormt dit
ras erg veel blad, waarbij de stevigheid dan te wensen overlaat. Met een ge
deelde stikstofbemesting en het gebruik van CCC kan dit bezwaar grotendeels
moot^cvrmf bij arcaxl V**™, wintertarwe de hoofd
moot vormt is uitzaai van twee of drie rassen gewenst. Naarmate de verbreiding
*1® l""* op doorbrekin* van resistentie tegen be
paalde ziekten daarin toe. By de keuze van een bepaald ras dient men zich niet
teveel te laten leiden door het opbrengstniveau van dat ras. Erg belangrijk is
ook of uw grond er voor geschikt is en te weten wat de voor- en nadelen zijn
om hiermee Lvjn. het treffen van teeltmaatregelen rekening te houden.
ondervangen worden. Rijpt vrij vroeg. Werd in voorgaande jaren sterk door
meeldauw en bruine roest aangetast, maar rypt meestal gezond af. De korrel
is tamelijk gevoelig voor schot.
Manella is een vroeg rijpende tarwe met een goede resistentie tegen gele
roest. Het stro is kort. De stevigheid laat iets te wensen over, door voetziekte
kan platte legering opreden. Is in voorgaande jaren nogal aangetast door
meeldauw en brume roest. Stelt hogere eisen aan de grond dan Caribo en
Lely. Heeft een geringe gevoeligheid voor schot. Wordt de laatste jaren door
.rassen in opbrengst overtroffen. Manella is gevoelig voor de duiat-
bestrijdingsmiddelen Dicuran en Dosanex.
Clement geeft een vrij vlot maar steil groeiend, weinig bladrijk gewas. Het
stro is kort en vrij stevig. Het gewas rijpt vroeg. H,et was enige jaren het
meest produktieve ras. De laatste jaren wordt het in toenemende mate aan
getast door meeldauw, bruine roest en afrijpingsziekten. In 1974 en 1975 bleek
Clement ook toenemend vatbaar voor een nieuw fysio van gele roest. Het ras
is zeer gevoelig voor voetziekte. De schotresistentie is goed.
t>) Middelmatige wintervaste rassen
Cyrano rijpt vroeg en 'heeft kort zeer stevig stro. Lijdt in het algemeen niet
sterk aan afrijpingsziekten, maar wel aan meeldauw. De korrel is zeer resi
stent tegen schot, maar zit in het kaf. zodat korreluitval voor kan komen.
Het ras voelt zich thuis op de goede tarwegronden en kan daar goede op
brengsten geven. Cyrano is een uitstekende dekvrucht voor groenbemestings-
gewassen. Als dekvrucht voor graszaadteelt is de grote neiging tot korreluit
val en daardoor de kans op veel opslag een nadeel.
Adamant lijkt middelmatig wintervast. Het stro is zeer kort en zeer stevig.
Erg vatbaar voor meeldauw en afrijpingsziekten. Werd in 1974 en 1975 op de
proefvelden door gele roest aangetast. Is bij het onderzoek vatbaar gebleken
voor alle bekende fysio's. Heeft een zeer goede resistentie tegen schot en is
matig gevoelig voor korreluitval.
c) Matig wintervaste rassen
Norda heeft tamelijk kort en stevig stro. Het ras is erg vatbaar voor meel
dauw en afrijpingsziekten. Bestrijding van deze ziekten is voor dit ras dan
ook vrijwel steeds noodzakelijk.
De oogstjaren 1974 en 1975 bevestigden de hoge produktiviteit van het ras
als het gewas voldoende gezond blijft. De korrel is vrij weinig gevoelig voor
schot. Geschikt voor late zaai.
OVERZICHT VAN ENKELE BELANGRIJKE RASEIGENSCHAPPEN
ras
winter-
stro
resistentie tegen
geschikt
vastheid
bladrijk
lengte
stevigheid
korrel
gele
heid als
heid
uitval
roest
dekvrucht
Lely
8
7
6,5
8
9
9
7
Caribo
8
8
7,5
7
7
7
6
Manella
8
7
6,5
7
7,5
8
8
Clement
7,5
6,5
6
8
7
4
8
Cyrano
6
6
6
8,5
4
7
9
Adamant
6
8
5
9
6
6
7
Norda
5,5
7,5
6
8
7,5
8
8
CONCLUSIE EN ADVIES
Het is de laatste jaren steeds duidelijkèr geworden, dat
een sterke uitbreiding van één ras gevaren inhoudt voor wat
betreft het optreden van ziekten, schot, enz. Mede om deze
reden moet gewezen worden op de noodzaak van rassen-
spreiding. Zeer produktief zijn Lely en Norda, mits de af
rijpingsziekten effectief worden bestreden. Lely doet het
vooral goed op de vruchtbare gronden. Norda is op wat min
der vruchtbare gronden het meest aanbevelenswaardig. Ook
het ras Caribo is om zijn bedrijfszekerheid daar op zijn
plaats.
Manella en Cyrano zijn oogstzekere rassen ,al behoren ze
niet tot de meest produktieve.
Verbouw van Clement is in verband met de toenemende
vatbaarheid voor gele roest riskant geworden.
Van de in beproeving zijnde rassen vertoont Okapi veel
overeenkomst met Caribo. Anouska, Arminda en Nautica
hebben goede opbrengsten gegeven. Bij de laatste drie ras
sen moet met een beperkte zaaizaadvoorziening rekening
worden gehouden.
Naast een bewuste keuze van de rassen waarbij vooral
gelet dient te worden op de vatbaarheid voor bepaalde ziek
ten, is deling van de stikstofgift mede de basis voor een ge
zond gewas en een hoge opbrengst.
Tenslotte is in dit rassenbericht geen rekening gehouden
met kwaliteitsaspecten, waarbij harde en zachte en al of niet
„klevende" eigenschappen een rol kunnen spelen. Op dit
moment ontbreekt de basis om daar uitspraken over te kun
nen doen. De onderhandelingen in Brussel zijn nog gaande
en de resultaten daarvan zult U in de komende tijd via de
pers kunnen vernemen.