Knolonderzoek op
blauwgevpeligheid bij
consumptie-aardappelen
monster
1
monster
2
15% afslibbaar
Aardappeltelers 1976
NU REEDS OPGELET
In 't kort
CONSULENTSCHAP VOOR DE AKKERBOUW
EN DEHUNDVEEHOUDERIJ IN HET
ZUIDWESTELIJK KLEIGEBIED
BARENDRECHT, GOES, ZEVENBERGEN
lm bet totaal van de kwaliteitsaspecten (bij consumptie-
aardappelen spelen de blauwgevoeligheid en (het op
treden (van 'blauw een .belangrijke rol. Door verschil
lende teeltmaatregelen is het mogelijk gebleken de
blauwgevoeligheid te verkleinen. Het is bekend dat de
kalitoestand van de grond en de kaïlibemesting hierbij
vam groot belang zijn. Behalve teeltmaatregelen die ten
doel Ihébben de gevoeligheid voor blauw te verminde
ren, kan de behandeling van de aardappel Ibeoalend zijn
voor het optreden van blauw.
Op het moment dat het groeiseizoen voorbij is en de
oogst Voor de deur staat, kan informatie over de blauw
gevoeligheid izin hebben. Enerzijds om na te gaan of
de getroffen teelbmaatregelen in combinatie met de ove
rige groeifactoren voldoende effect hebben opgeleverd
en anderzijds om voor de verder behandeling en de be
stemming Van het produkt rekening te 'kunnen houden
met de uitslag van het blauworidenzoek. Aan de ene
kamt kan het dus als een controle gezien 'worden, ter
wijl het tevens een richtlijn kan zijn ibij oogst en Ibe-
stemmingsmogelijkheden van de aardappel. Bij het stre
ven om te komen tot uitbetaling op kwaliteit is dit on
derzoek eveneens van belang. Zover is men nog niet,
maar ook hier wordt aan gewerkt.
BLAUWONDERZOEK 1972 t/m 1974 EN NU IN 1975
Vanaf 1972 is het o.a. in het zuidwesten mogelijk ge
weest knolonderzoek op blauwgevoeliglheid te laten ver
richten. Hiertoe konden monsters aardappelen worden
aangeboden ibij het in Goes gevestigde regionale labora
torium 'bij de Stichting Keuringsdienst Delta Nederland
van de N.AJK. Ook een aantal grotere collecterende
aardappelbedrijven is in die periode met dit onderzoek
begonnen. Een en ander had het karakter van een
proefperiode. Deze is nu voorbij, maar het onderzoek
naar de blauwgevoeligheid in zuidwest Nederland wordt
door het regionale laboratorium voortgezet, ook in 1975.
Wij nemen aan dat dit ibij de collecterende (bedrijven ook
het geval is.
WERKWIJZE REGIONAAL LABORATORIUM KEU
RINGSDIENST GOES
In tegenstelling met de voorgaande jaren zult u echter
nu zelf voor het transport van de knolmonsters naar het
laboratorium van de NA-K. moeten zorgen als u daar
het onderzoek wilt laten verrichten.
Wil het onderzoek een goede afspiegeling kunnen zijn
van de werkelijke situatie, dan moeten de volgende
richtlijnen goed in acht genomen worden.
RICHTLIJNEN VOOR MONSTERNAME
1. Grootte monster: Minimaal 100 knollen in de maat
45/55 mm, bij. voorkeur 110120 stuks. Indien u
over een aardappelmaatje beschikt mogen de knol
len dus niet door de maat 45 mm, maar wèl door
die van 55 mm vallen.
2. Bemonstering, a. op perceel. Vanaf 2 dagen na het
doodspuiten van 35 planten, 3 knollen in de goede
maat verzamelen, door bij voorkeur diagonaal over
het perceel of een
30% afslibbaar
Perceelsgrootte 2 ha
gedeelte hiervan
te lopen en regel
matig over het
perceel verdeeld
willekeurig plan
ten te rooien. Op
percelen met uni
forme grond is
één monster per
2 a 3 ha voldoen
de. Bij aanzien
lijke bodemver-
schillen ibij voor
keur van elke bo
demtype een mon
ster nemen.
Zie nevenstaand
voorbeeld.
Ib. In bewaarplaats: 'Uit de bovenste 20 a 30 cm
100 knollen in de goede maat nemen (niet de bo-
venopliggende knollen nemen).
3. Transport monsters. De knollen in een jute zak doen
en daarna voorzichtig 'behandelen en vervoeren
(o.a. de monsters niet in de zon leggen). Monster
nog dezelfde dag op de nader aangegeven plaats
brengen voorzien van een label met daarop naam,
adres, woonplaats en perceelsaanduiding.
4. Plaats waar monsters gebracht dienen te worden. Al
leen op maandagen van 8 tot 12 en van 13—16.30
uur bij het laboratorium van de Stichting Keurings
dienst (Delta-Nederland van de N.A.K., gevestigd
's-Gravenpolderseweg 63, Goes.
Met het oog op de transportkosten kan overleg met
collega's in uw omgeving een goede zaak zijn. Be
gint u daar aan? Dan is het zeker goed!
Wil men naast onderzoek op blauwgevoeligheid te
vens een beoordeling op verwenkingskwaliteit voor fri
tes- en chipsbereiding dan dient men dit apart en duide
lijk te vermelden. Het aantal knollen van het monster
dient dan 140150 stuks te bedragen.
UITSLAG EN KOSTEN
Na de noodzakelijke bewerkingen en beoordeling van
het monster Wordt de uitslag, vergezeld van een gericht
advies, aan de teler meegedeeld. De uitslag is strikt per
soonlijk gericht. Als regel zal het resultaat vrijdags
bekend zijn en aan u worden verzonden. Onderzoek op
blauwgevoeligheid kost 25 per monster 4 B.T.W.
Aanvullend onderzoek op frites- en chipskwaliteit kost
eveneens 25 per monster +4 B.T.W.
Nadere inlichtingen worden gaarne 'verstrekt door de
bedrijfsvoorlichter akkerbouw in uw gebied.
CONSULENTSCHAPPEN VOOR
DE AKKERBOUW EN
DE RUNDVEEHOUDERIJ
AM verschillende redenen staat op dit moment de aard-
appel in het middelpunt van de belangstelling. Met
name vanwege de goede prijzen voor consumptie-aardap
pelen oogst 1975 met daarnaast de hoge prijs die betaald
zal moeten worden voor het pootgoed dat in 1976 uitge-
poot wordt.
Maar ook op een ander vlak dan dat van de prijzen
vraagt het pootgoed dat in 1976 gebruikt gaat worden, de
aandacht. En wel ten aanzien van de gezondheidstoestand.
Wat dit betreft hebben er zich de laatste jaren een aantal
problemen voorgedaan die de aardappelteelt niet onbe
roerd hebben gelaten. En als dan het woord Phoma valt,
dan wordt het zachtjesaan elke teler duidelijk dat, willen
wij onze exportpositie handhaven, er bepaalde maatrege
len nodig zijn. In verschillende teeltgebieden kwamen
z.g. aardappelteeltregelingen die inhielden dat in zo'n ge
bied uitsluitend NAK-gekeurd pootgoed gebruikt mocht
worden. In het zuidwesten, waar reeds voor meer dan 90
procent hieraan werd voldaan, achtte het bedrijfsleven in
het werkgebied van de Keuringsdienst Delta Nederland
een dergelijke maatregel niet noodzakelijk. Gezien de
ontwikkelingen rondom de Phoma heeft men hier echter
gekozen voor een zekere tussenweg. Een verordening na
melijk die inhoudt dat al het uitgangsmateriaal voor de
aardappelteelt moet zijn onderzocht op Phoma voordat
het wordt uitgeplant.
Belangrijk is in dit verband dat het door een Keurings
dienst van de N.A.K. goedgekeurde pootgoed automatisch
aan deze eis voldoet. Voor degene die het a.s. seizoen der
gelijk pootgoed aanschaft om dit volgend jaar normaal
voor de consumptiteelt te gebruiken is daarmee de zaak
rond. 'Denk erom de certificaten te bewaren in verband
met een controle achteraf.
IETS anders ligt het bij degenen die als consumptie-
teler nu (hoogwaardig pootgoed aanschaffen met de
bedoeling dit in 1976 uit te poten, te selecteren en vroeg
te rooien om zodoende uitgangsmateriaal te verkrijgen
voor consumptieteelt in 1977. Deze telers wordt aan
geraden om van deze aangekochte vaak betrekkelijk
kleine partijtjes, alsnog een monster te laten onderzoe
ken op Phoma. Dit lijkt op het eerste gezicht overbodig.
Men kan dit echter ook beschouwen als een vooronder
zoek van hetgeen men in 1976 oogst, want de nateelt
van een dergelijke partij, hoeft niet meer onderzocht te
worden als het uitgangsmateriaal vrijbleek.
Het pootgoed dat dit najaar aangeschaft wordt en in
1976 weer als pootgoed wordt gerooid, moet dus nu
onderzocht worden op Phoma. Wat pootgoed bestemd
voor consumptieteelt betreft geldt deze eis niet voof
NlAK-gekeurde poters, maar weer wél voor „eigen teelt"
dat niet gekeurd werd.
VOOR niet door de Keuringsdienst goedgekeurd poot-
goed zullen de telers binnen zuidwest-Nederland
zich moeten richten tot de Keuringsdienst Delta Neder
land, Postbus 122 te Goes met het verzoek om hun uit"
gangsmateriaal op Phoma te onderzoeken. Na deze aan
vrage die uitsluitend schriftelijk zal kunnen plaatsvin
den, ontvangt men van deze dienst de nodige aanwij
zingen. De kosten van het onderzoek bedragen 31,20
inclusief BTW.
Aangezien het op grond van genoemde verordening
verboden is om het materiaal uit te poten voordat een
schriftelijke verklaring van goedkeuring is ontvangen
en het onderzoeik ongeveer 10 weken in 'beslag neemt,
is het zaak dit onderzoek tijdig te doen plaatsvinden. De
kans is immers aanwezig dat men op grond van een
ongunstige uitslag, nog ander pootgoed zal moeten aan
schaffen wat ook weer de nodige tijd vraagt. Om te
leurstelling te voorkomen wordt dan ook aangeraden
om de partijen waarvan men weet dat ze voor Phoma-
onderzoek in aanmerking komen meteen bij de Keu
ringsdienst aan te melden.
Het is misschien goed in het kader van de voorlich
ting over een gezonde aardappelteelt ook nog te wijzen
Reeds nu, op het moment dat ds aardappeloogst
1975 volop aan de gang is, dient men zich intensief
bezig te houden met het basismateriaal voor de uit-
plarit in 1976.
Hoogwaardig en gezond, virusvrij pootgoed be
stemd voor pootgoedwinning in 1976, is schaars en
duur. Neem tijdig de nodige maatregelen dat het
onder optimale omstandigheden bewaard kan wor
den, dat het (nog dit najaar) ontsmet wordt met
kwik en meldt het tijdig aan voor Phoma-onder-
zoek.
Voor de consumptietelers die voor hun pootgoed
aangewezen zijn op aan te kopen materiaal (en dat
is immers het gros van de telers) ligt het niet veel
anders. Met uitzondering dan van de eis van on
derzoek op Phoma. Maar, de neiging bestaat om
het moment waarop het pootgoed wordt afgeleverd
zoveel mogelijk uit te stellen, liefst tot vlak voor
het poten. Om na te gaan hoe het staat met de kwa
liteit is dat wel aan de late kant. En zou het b.v.
geen overweging verdienen om reeds bij de aan
koop van het pootgoed te informeren naar de mo
gelijkheid om het met kwik ontsmet afgeleverd te
krijgen?
„Eigen teelt" met hoogwaardig pootgoed als uit
gangspunt, in 1975 bijgehouden en vroeg gerooid
dient met de uiterste zorg te worden behandeld,
vooral ver te blijven van elke ruimte waar de laat
ste jaren wel eens met kiemremmingsmiddelen is
gewerkt en tijdig voor Phoma-onderzoek te wor
den aangemeld.
Tenslotte zal er ongetwijfeld hier en daar het be
sluit vallen om gewoon uit een consumptiepartij
pootgoed te sorteren. Bepaald een zwakke basis om
in 1976 aardappelteelt te gaan bedrijven, maar dan
ook dit advies: stel U er zo vroeg mogelijk op in
dat de bewaring van pootgoed totaal andere eisen
stelt dan van consumptieaardappelen. Kiemrem
mingsmiddelen kunnen funest zijn zelfs als er in
een bepaalde ruimte in een voorafgaand jaar ge
bruik van gemaakt is. En vergeet ook hier niet: laat
bij de Keuringsdienst tijdig een monster onderzoe
ken.
op de betekenis van een goede pootgoedontsmetting.
Naar wij aannemen is dat bij de ervaren pootgoedteler
geen punt waar lang over gepraat hoeft te worden. Het
mag namelijk als bekend worden verondersteld dat waar
met kwik ontsmet wordt, de kans op optreden van Pho
ma aanmerkelijk verkleind wordt.
Bij de consumptieteelt wordt pootgoedontsmetting veel
minder algemeen toegepast. Toch is het van belang om
dat zowel de opkomst als de kwaliteit van het te oogsten
produkt in gunstige zin wordt beinvloed.
In dit verband zouden wij dan ook de consumptieteler
willen wijzen op de mogelijkheid om bij de aankoop
van zijn pootgoed voor 1976, zeker dit jaar, te bedingen
dat het met kwik ontsmet wordt afgeleverd.