o°K in Zuid-Oost Nederland is een begin gemaakt
met de volledige overschakeling naar tankmelk.
Het waren aanvankelijk de grote melkveebedrijven die
overgingen tot de aankoop van boerderijmelktanks. De
zuivelindustrie werd hierdoor min of meer gedwongen
tot een ander ophaalsysteem.
De
zuivelindustrie
schakelt over
op
tankmelk!
DE tank dient op een hygiënlische plaats te worden opge
steld. Stel daarom de tank op in. een apart melklokaal.
Verder dient het melklokaal op een plaats te staan waar
de „rijdende melkontvangst" goed kan komen. Vaak zult u
ook het een en ander aan de oprit en aan het erf moeten
veranderen.
Uitkomsten moderne
twee- en driemansmelkveebedrijven
9
C. R. A. EINDHOVEN,
Ing G. VAN ROOLJEN
NOORD-BRABANT
Toen deze wijze van melktransport eenmaal op gang
was gekomen, waren er al snel enkele fabrieken die al
hun melk (bussenmelk tankmelk) per rijdende melk-
ontvangst (R.M.O.) ophaalden, o.a. de C.Z. Maasvallei.
Met deze algehele overschakeling is het te begrijpen dat
het ophalen van twee soorten melk (diepkoel- en bussen-
melk) ekonomisch onaantrekkelijk is. De melkdichtheid
van bedrijven die melk afleveren in bussen wordt steeds
geringer en de ophaalkosten daardoor steeds hoger. Door
deze oorzaken ziet de zuivelindustrie zich nu genoodzaakt
de melkveebedrijven die de melk nog afleveren in bussen
nu of in de toekomst min of meer te dwingen over te
schakelen op tankmelk of met melkveehouden te stop
pen.
In het werkgebied van de C.Z. Maasvallei waren het in
de beginjaren vooral de grotere bedrijven waar de diep-
koëltank zijn intrede deed. Door een aantrekkelijke toe
slag op de melkprijs voor diepkoelmelk gingen daarna
daarna steeds meer bedrijven over op tankmelken. Dit
heeft ertoe geleid dat de aanvoer van diepkoelmelk van
de C.Z. Maasvallei in 1972 al 42,2% bedroeg. In 1973
was dit 57,6 van de totale aanvoer en begin 1975 reeds
84 Deze 84 wordt geleverd door 2.060 bedrij
ven, terwijl de resterende 16% komt van 1.300 be
drijven. De overschakeling op tankmelk van deze 1.300
bedrijven wil men in drie fasen verwezenlijken, waarvan
de laatste fase volgens de plannen op 1 november 1976
zal zijn voltooid. Van deze nu nog bussenmelk leverende
bedrijven zal een gedeelte stoppen met melk afleveren,
maar een aantal bedrijven zal onder meer of minder ideale
omstandigheden moeten gaan tankmelken!
Velen van u hebben al wat rondgekeken en wat inlich
tingen gevraagd. Met mij zult u dan tot de ontdekking
komen dat er keus is uit vele typen en merken.
EEN OPEN OF GESLOTEN MODEL?
HET gesloten model heeft een hogere prijs dan een ver
gelijkbare open tank. Het verschil in meerprijs komt
door de automatische reiniging van dit model.
Een open model is veelal de goedkoopste oplossing, maar
die dient dan wel geheel met de hand te worden gereinigd.
Bij volledig handwerk moet de gehele tank met behulp van
'borstels worden gereinigd. Een grote tank vraagt hierbij
meer arbeid dan een kleine; een lage tank vergemakkelijkt
het werk ten opzichte van een hoge. Bij automatische rei
niging wordt het gehele reinigings- en ontsmettingsprogram
ma door het inschakelen van de automaat afgewerkt.
DIREKTE OF INDIREKTE KOELING?
|N de praktijk gebruikt men voor indiirekte koeling ook
wel het woord ijs-bank. Bij de indirekte koeling vindt
de koeling van de melk namelijk via ijswater plaats. De
DE KOSTEN VAN HF.T KOELEN VAN MELK
HET koelen met gewoon bedrijfswater vraagt in het alge
meen weinig investering. De te investeren bedragen
voor diepkoelen zijn echter aanmerkelijk hoger. Voor een
boerderijtank met een inhoud van ca 1.200 liter moet men
rekenen op globaal 6 tot 7,50 per liter inhoud al naar
gelang de uitvoering. Bij aanschaffing van een tank is veel
al nieuwbouw of althans aanpassing van het mefklokaal
nodig. Tenbehoeve van de rijdende melkontvangst is het
maken van extra erfverharding vaak noodzakelijk. Hoewel
goede apparatuur vermoedelijk wel langer mee zal gaan, is
het verstandig het geheel in tien jaar af te schrijven.
Andere kosten zijn rente, onderhoud en stroomverbruik.
Het stroomverbruik bedraagt gemiddeld 1 kWh per 100
kg melk. Onderstaand een voorbeeld van een kostenbereke
ning voor een bedrijf met 12 melkkoeien, die een gemiddel
de produktie van 5.000 kg per jaar hebben. Samen dus 60.000
kg melk.
DE VEREISTE INHOUD
QE gemiddelde tankgrootte wordit berekend naar een ge
middelde melkgift van 10 liter per melkmaal met een
opslagkapaciteit van 5060 liter per koe ofwel 5 6 melk-
malen. Voorbeeld: een bedrijf met 15 koeien en een toppro-
duktie per dier van 20 liter per dag, zou de tank volgens de
fabriek 6 melkmalen moeten kunnen bevatten. De vereiste
inhoud van de tank is in dlit geval 15 x 10 x 6 900 liter.
Vaak zal een tank met de berekende inhoud niet beschik
baar zijn. In ons voorbeeld zal men moeten kiezen tussen
800 liter en 1.000 liter. Velen zullen geneigd zijn dan maar
de grootste maat te nemen. Dit zal veelal wel de juiste keu
ze zijn in verband met eventuele uitbreiding van de vee
stapel.
J
WAAR PLAATSEN?
10.000,—
per 100 kg melk
afschryving 10 1.000,1.67
rente 9 van 60 v. d.
vervangingswaarde 540,0,90
onderhoudsabonnement
en service 300,— 0,50
reinigings-,,
desinfekterende middelen,
en water 180,0,30
stroomverbruik
1 kWh per 100 kg 84,— 0,14
2.104,— 3,51
Een deel van de huidige kosten voor het winnen en be
waren van de melk bestaat uit kosten voor bussen en koel
water. Deze kosten komen bij de nieuwe werkwijze niet voor
en mogen van de bovenstaande berekening worden afge
trokken. Vorenstaande berekening geldt uitsluitend voor het
diepkoelen. Wil men de melk vanuit de stal op een andere
manier dan in de melkemmers naar de tank transporteren,
dan worden de kosten hoger.
Hetzelfde geldt voor bedrijven met een verspreide ligging
van de grond, die voor de weideperiode een transporttank ie
willen gebruiken. Voordat men besluit tot bepaalde investe
ringen is het daarom raadzaam zich goed te oriënteren.
meeste merken en typen tanks zijn direkt gekoeld. Tanks
met direkte koeling zijn doorgaans kompakter gebouwd. In
melklokalen met weinig ruimte zou men daardoor aan deze
tanks de voorkeur kunnen geven.
Kostenberekening voor een boerderijtank voor 12 melkkoeien
tankinhoud 12x6x 10 liter 1.200 liter 7.500,—
aanpassing melklokaal 2.500,
Bij het Landbouw-Economisch Instituut is een publikatie verschenen over de be-
drijfsuitkomsten van modern opgezette twee- en driemansbedryven met melkvee,
z.g. studiebedrijven.
Uit vergelijking van de gegevens van deze bedrijven met die van een groep ver
gelijkbare weidebedrijven uit het landelijk boekhoudnet van het LEI blijkt dat de
studiebedrijven zich vooral onderscheidien door een groter aantal melkkoeien per
bedrijf. Bij ongeveer een gelijke bedrijfsoppervlakte en personeelsbezetting werden
op de studiebedrijven in 1972/'73 gemiddeld 25 melkkoeien per bedrijf méér gehou
den. Het groter aantal dieren per man heeft niet geleidi tot langere werktijden van
de ondernemer en evenmin tot lager dierproduktie. De melkproduktie per koe was
op de studiebedrijven zelfs hoger. Door de grotere produktie-omvang waren de
totale geldopbrengsten per ha aanmerkelijk hoger. Daar stonden op vrijwel alle
onderdelen ook hogere kosten tegenover, maar die werden ruimschoots" goedgemaakt
door de hogere opbrengsten. De studiebedrijven hebben de laatste jaren vooral
in 1972/'73 dan ook goede tot zeer goede bedrijfsresultaten behaald die echter
uiteraard niet maatgevend zijn voor de inkomenspositie in de Nederlandse landbouw.
De na 1972/'73 opgetreden ongunstige, prijsontwikkeling heeft in de gehele land
bouw tot een sterke inkomensachteruitgang geleid, ook op de studiebedrijven. Ten
opzichte van 1972/'73 liep op deze bedrijven het netto-overschot in 1973/'74 terug
met gemiddeld ongeveer 250,per ha, vooral als gevolg van de sterk gestegen
(voerprijzen. De krachtvoerprijs steeg op deze bedrijven in één jaar tijds met gemid
deld ruim 6,per 100 kg, hetgeen een stijging betekende van 3,2 ct per kg melk.
Ook de lonen zijn in 1973/'74 fors gestegen maar het effect hiervan op de kostprijs
Van de melk kon nagenoeg geheel worden opgevangen door vergroting van de melk
plas (meer koeien per bedrijf en meer melk per koe). Als gevolg van hogere kosten
en lagere opbrengstprijzen van vee steeg de kostprijs van dé melk met ca 6 k 8 ct
per kg. Niettemin' waren in 1973/'74 de resultaten van de studiebedryven over het
geheel genomen nog bevredigend. Gemiddeld bedroeg de marge (netto-overschot)
ruim 6 cent per kg melk.
Tenslotte wordt in deze publikatie nog ingegaan op de financiële positie van deze
moderne melkveebedrijven, alsmede op de rentabiliteit van het geïnvesteerde ver
mogen, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen pacht- en eigendomsbedrijven. Deze
publikatie kan besteld worden door overschrijving van 8,50 op giro 41 22 35 t.n.v.
het LEI te Den Haag, onder vermelding: „Zend publikatie No. 3.56".
De gemiddelde uitkomsten per kg melk in de jaren 1971/'721973/'74
van de twee- en driemansstudiebedrijven
Tweemans- Driemans
studiebedrijven studieberijven
71/72 72/73 73/74 71/72 72/73 73/74
Oppervlakte cultuurgrond/bedrijf
Aantal melkkoeien per bedrijf
Melkkoeien per ha
Melkkoeien per volw. arbeidskracht
43,0
75,8
1 ,80
36, 1
43,9
85,5
2 ,01
42,8
42,4
93.8
2,31
46.9
65,4
108,5
1 ,74
35,0
67,9
125,9
1 ,93
40, 6
64,8
146, 1
2 ,37
47, 1
Melkproduktie per koe (kg)
Vetgehalte van de melk
4915
3,90
5111
3, 97
5153
3, 93
4846
3,97
4988
3, 97
5043
3, 95
Resultaten in centen per kg melk:
Bewerkingskosten
Veevoerkosten
Kosten grond en gebouwen
Overige kosten
18,2
13,0
7,3
10,7
18,0
14,3
6,2
11,2
18.4
17.5
6.7
11,9
18,2
13, 1
5,8
10,4
18,8
13,6
5,8
11,0
18,5
16,8
6,9
12,2
Totaal bruto kosten
49,2
49, 7
54,5
47,5
49,2
54,4
Opbrengstprijs van de melk
Omzet en aanwas e.d.
43,9
12,7
45,2
14,0
47,7
12,9
44,6
11,8
45, 1
15, 8
48.5
12.6
Totaal opbrengsten
56,6
59,2
60,6
56,4
60,9
61, 1
Marge (netto-overschot)
7,4
9,5
6, 1
8,9
11,7
6,7