Bestrijding van
Lakschurft (Rhizoctonia-ziekte)
bij aardappelen
Lakschurft of Rhizoctonia-ziekte, aldus PD bericht
1926, waaraan wij het volgende ontlenen, is een aantas
ting die voornamelijk met het pootgoed overgaat. Op de
aangetaste aardappelen zijn bruine of bruinzwarte kors
tjes te vinden die er met de nagels af te kraibben zijn.
Dit zijn de zogenaamde sclerotiën die bestaan uit zeer
dicht schimmelweefsel. Wanneer er geen sclerotiën te
zien zijn, dan kunnen de knollen toch nog aangetast
zyn. Er kunnen namelijk sohimmeïdraden op zitten die
met 'het blote oog niet zichtbaar zijn. Wanneer aangetas
te knollen uitgepoot worden, dan groeit de schimmel uit
en kan de jonge stengels aantasten. Dit heeft vaak een
slechte opkomst en een holle stand tot gevolg.
Het is daarom aan te bevelen om pootgoed te gebrui
ken dat geheel vrij is van laksdhurft. Dit is echter meest
al niet te verwezenlijken. Uit proeven is gebleken dat
ontsmetting van het pootgoed vaak een verhoging van
de opbrengst, met name van de potermaten, tot gevolg
heeft. Wanneer er zeer veel sclerotiën op het pootgoed
aanwezig zijn dan is het resultaat van een ontsmetting
echter vaak teleurstellend. Voor ontsmetting van poot-
goéd bestemd voor de pootgoedteélt wordt de voorkeur
gegeven aan een ontsmetting met kwikibevattende mid
delen. Behalve de Rihizoctonia-ziékte worden tegelijker
tijd ook andere knolziekten bestreden die voor de na-
teelt van belang zijn.
In dit verband verdient een ontsmetting door middel
van de 5-minuten of de 20-minuten methode aanbeve
ling. Voor de pootgoedteelt is de oogst van blanke knol
len van veel belang. Ondanks een goede ontsmetting is
het in .bepaalde gronden niet mogelijk een aanvaardbaar
resultaat te krijgen. In dergelijke gevallen verdient een
grond'béhandeling <met quintozeen aanbeveling.
Bij consumptie-aardappelen kan dit middel smaak-
af wijkin gen (veroorzaken en Idient daarom piet |e worden
toegepast. x
ONTSMETTING MET KWIKIBEVATTENDE
MIDDELEN
Bij het gébruik van kwik voor de ontsmetting van
pootgoed moeten de aardappelen gedompeld worden in
een dompelbad met een «bepaalde concentratie kwik.
Heit gebruik van kwik is niet geheel zonder risico's voor
de aardappelen.
De vorming van kiemen kan vertraagd worden- en er
kunnen afwijkingen in het gewas ontstaan. Om deze re
den verdient het sterke aanbeveling am in het najaar
te ontstmetten. Verder is de temperatuur van het ont-
smettingsbad van veel belang. De beste temperatuur is
10 tot 12 graden C. In geen geval mag de temperatuur
van het badwater en van de aardappelen lager dan 5
gr. C zijn.
Het is belangrijk dat bij 't ontsmetten alle aardappelen
voldoende bevochtigd worden en dit gedurende een vol
doende lange tijd.
Wanneer bijvoorbeeld in zakken wordt ontsmet dan
moeten de zakken niet te dicht geweven zijn. Verder is
het belangrijk dat er niet te veel grond aan de aardap
pelen zit. Wat dit laatste betreft zijn er drie dingen van
belang.
Ten eerste: veel grond is een belemmering voor de in
werking van het badwater;
Ten tweede: grond bindt het kwik uit 'het badwater, de
concentratie van het kwik in het water vermin
dert hierdioor;
Ten derde: grond met het daaraan gebonden kwik is een
afvalproüukt dat veel problemen geeft uit het oog
punt van milieuhygiëne.
Het ontsmetten van aardappelen zonder grond heeft
grote voordelen boven het ontsmetten van aardappelen
met grond. Om deze reden komt er meer belangstelling
voor het wassen van de aardappelen.
Het is echter mogelijk dat via het waswater ziekten
worden overgebracht. Verspreiding van ziekten via het
waSwater kan men voorkomen door:
a. de aardappelen te wassen in schoon doorstromend
water;
b. zoveej mogelijk water te gebruiken;
c. de wastijd zo kort mogelijk te houden;
d. de aardappelen onmiddellijk, in dezelfde werkgang,
te ontsmetten.
Uit onderzoek is gebleken dat ook natte sclerotiën
goed gedood worden. Om te voorkomen dat de aardappe
len een temperatuursohok ondergaan is het nodig er
voor te zorgen dat het waswater niet kouder is dan de
aardappelen.
Dompelbad
De kwikmWKelen kunnen poedervormig of vloeibaar
zyn. Bij gebruik van poedervormige middelen moet de
benodigde hoeveelheid middel eerst «met water tot een
papje aangeroerd worden en daarna onder flink roeren
in het water gebracht worden. De sterkte van de oplos
sing is afhankelijk van de duur van de ontsmetting, die
5 of 20-30 minuten kan bedragen.
Bij het gébruik van poedervormige kwitomiddelen
im«oet de sterkte van de oplossing bij een dompeltij d van
5 minuten 0.3 en 'bij die van 20-30 minuten 0.15
zijh. Van het vloeibare kwikmiddel wordt een dubbele
concentratie toegepast. In de ontsmettingsbak dient een
merkstreep te zijn aangebracht omdat na iedere behan
deling van een bepaalde hoeveelheid knollen de ontsmet
tingsvloeistof weer tot hetzelfde peil moet worden aan
gevuld.
Lakschurft of Rhizoctonia-ziekte gaat voornamelijk met het pootgoed over.. Op aange
taste aardappelen zijn bruine of bruinzwarte korstjes te vinden.
Als richtlijn geldt dat 100 kg aardappelen en 70 1 ont
smettingsvloeistof worden gedompeld. Dit is één dompe
ling. Na iedere .dompeling dient de concentratie van de
ontsmettingsvloeistof weer op peil te worden gebracht.
De aanvul-vloeistof dient per 100 kg ontsmette aardap
pelen (dus per 70 1 bad inhoud) de volgende 'hoeveel
heden middel te bevatten.
'17 g poeder by de dompeltyd van 5 minuten
8.5 g poeder ibij de dompeltij d van 20-30 minuten
Het aantal cc van de vloeibare kwikmiddelen 'bedraagt
weer het dubbele van het aantal grammen van de poe
dervormige produkten.
Wanneer de ontsmettingsvloeistof volgens deze richt
lijnen régelmatig wordt aangevuld, kan deze vloeistof
'bij de 5 en 20-30 minutenmethode resp. 15 en 0 maal
worden gebruikt (d.w.z. resp. 14 en 5 maal worden aan
gevuld), alvorens te worden ververst.
Bij de 20-30 minutenmethode is het ook mogelijk per
iedere 70 1 dompelvloeistof 300 kg knollen zonder aan
vullen te ontsmetten.
Bij de 5 minutenmethode moeten de knollen direkt na
het ontsmetten een half uur vochtig worden gehouden
door ze b.v. met zakken af te dekken, cxmdat het middel
nog moet nawerken op de sclerotiën. Hieraan wordt in
de praktijk nog te weinig aandacht besteed. De knollen
mogen echter in geen geval nat worden opgeslagen, om
dat hierdoor moeilijkheden by de kieming zijn te ver
wachten.
Het gereedmaken van de oplossing en het ontsmetten
dient niet in zinken en verzinkte vaten te gebeuren.
Het ongezuiverd lozen van kwikbevattende
dompelvloeistoffen is verboden- Na gebruik
zal e.e.a. eerst gefilterd moeten worden om
het kwik eruti te halen.
Tijdstip yan ontsmetting 1 j
De ontsmetting moet, indien enigszins mogelijk in het
najaar uitgevoerd worden. Dit is zowel uit het oogpunt
van ziektenibestrijding als wel uit veiligheidsoverwegin
gen voor het pootgoed belangrijk. Vooral bij partijen die
om een of andere reden zijn verzwakt, kunnen bij een
ontsmetting tijdens of na de winter moeilijkheden bij de
kieming optreden. Ontsmetting van knollen die een be
gin van kieming (witte puntjes in de ogen) vertonen,
is riskanter dan wanneer deze knollen worden ontsmet
zodra de kiemen de ogen volledig héhben gevuld. In ver
band met eventuele kiembesotoadiging dient de ontsmet
ting geruime tijd vóór het poten te worden uitgevoerd
om slecht kiemende knollen nog te kunnen verwijderen.
Het verdient daarom steeds aanbevceling om behan
delde aardappelen tijdig voor te kiemen. Een te koude
bewaring na het ontsmetten kan tenslotte nadelig voor
een goede kieming zijn.
Bij ontsmetting van pootaardappelen in het voorjaar
kunnen in «het gewas planten met mutantachtige afwij
kingen ontstaan. De verschijnselen komen, althans ten
dele, in «de nateelt terug. De aanwezigheid van deze
mutanten in een pootaardappelgewas kan de selectie op
virusziekten bemoeilij'ken. Uit proeven is gebleken dat
het aantal mutanten toeneemt naarmate later in het
bewaarseizoen wordt ontsmet. Hoewel de verschijnselen
in de praktijk niet in ernstige «mate zijn waargenomen
dient 'de pootgoedteler er toch rekening mee te houden.
Moeilijkheden kunnen worden voorkomen door de
'knolontsmetting uitsluitend in de herfst uit te voeren.
Merken
Poedervormig kwik: AArdisan, Asepta Rhizolan
vloeibaar kwik AArdisan - vloeibaar
Giftigheid
Alle kwikhoudende ontsmettingsmiddelen zijn sterke
maagvergiften. Ze moeten zodanig opgeborgen worden
dat kinderen of 'huisdieren er niet ibij kunnen komen.
Dit geldt ook voor gemaakte oplossingen. De handen
mogen niet onbeschermd in de oplossing gestoken wor
den, omdat hierdoor blaren ontstaan kunnen. Na het
ontsmetten moeten de handen gewassen worden.
Ontsmette aardappelen zijn ongeschikt voor mense
lijke consumptie en veevoer'.
Filtreren dompelbad
Kwikbevattende 'bestrijdingsmiddelen dragen in ern
stige mate 'bij tot verontreining van ons leefmilieu. Het
is bekend dat kwik schadelijk is voor allerlei kleine en
grotere dieren. Bij een hoge belasting van onze omgeving
met kwik loopt ook de mens gevaar.
Verdere verontreiniging van het milieu met kwik
moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Het ongezui
verd lozen van de kwikbevattende dompelvloeistoffen
is daarom niet toegestaan. Na gébruik zal het ontsmet-
tingsbad eerst moeten worden gefiltreerd om het kwik
eruit te halen. In 'de „Beschikking filtratie kwikdom-
pelbaden", die in de Staatscourant van 3 juli 1972 is
verschenen staat nauwkeurig aangegeven aan welke
eisen het filterapparaat moet voldoen en hoe er mee
moet worden gewerkt. Het apparaat dat o.a. door
Cébeco-Handelsraad en de N.V. AAgrunol in de handel
wordt gebracht voldoet aan de gestelde eisen. Wanneer
een nieuw apparaat wordt aangeschaft dient men voor
af te informeren of het aan de wettelijk gestelde eisen
voldoet.
Het kwikfilter werkt alleen wanneer het van te voren
langdurig is bevochtigd. De zak met aktieve kool moet
daarom eerst twee dagen in schoon water worden gelegd.
Omdat klei in de dompelVloeistof het slibfilter ver
stopt en het kwikfilter (bovendien onwerkzaam maakt
moet men na het ontsmetten van pootaardappelen van
klei- en zavelgronden, 'het slib in de dompelvloeistof
eerst laten uitzakken. De dompelvloeistof moet minimaal
2 uur in een bezinkingstank uitzakken. Veelal zal het
langer duren voor het sliib naar de bodem is gezakt en
de vloeistof helder is. De heldere vloeistof moet daarna
voorzichtig naar de filterdrum geleid worden, zodanig
dat het slib in de bezinkingstank achter blijft. De dom
pelvloeistof moet langzaam door het kwikfilter worden
geleid. De doorstroomsnelheid mag niet groter zijn dan
6 liter per minuut. Opstelling van het apparaat moet
zodanig plaats hébben dat de gezuiverde vloeistof ge
makkelijk weg kan stromen, maar beslist niet in de sloot
terecht komt. Zo mogelijk wordt het filterapparaat ge
plaatst boven een gat in de grond.
Nadat 4000 liter dompelvloeistof door het filterappa
raat is geleid dient «het kwikfilter door een nieuw te
worden vervangen. Gebruikte kwikfiltefs, slibfilters en
het slilbbezinksel uit de 'bezinkingstank moeten in water
dichte vaten worden opgeslagen in afwachting van de
definitieve verwijdering. Indien de opslag op het bedrijf
niet langer duurt dan 3 maanden mag het ook tijdelijk
in goede plastic-zakken (kunstmestzakken) met een mi
nimale dikte van 0,2 mm plaats hebben.
Om doorroesten van de drum en lekkage tegen te
gaan moeten het slib en de zak met kool eveneens in
dikke plastic-zakken worden gedaan voordat deze in
de vaten worden gedeponeerd. In verband met de ver
werking van dit afval dienen kool en slib in aparte
drums of zakken te worden bewaard
BEHANDELING MET FORMALDEHYDE-DAMP
Onder de naam Rhizotox zijn er rookbommen in de
handel die trioxymethyleen bevatten. Deze stof wordt
door verhitting omgezet in formaldehyde damp. De for
maldehyde damp is in staat om de sclerotiën te doden.
Een goede verdeling van de damp door de ruimte is dan
echter wel voorwaarde. Eén rookibom is voldoende voor
15 kubieke meter. Andere belangrijke knolziekten wor
den door deze 'behandeling niet bestreden.
(Zie verder pagina 7)
UITVOER POOTAARDAPPELEN OOGST 1975
De abnormale weersomstandigheden van dit jaar hebben
ook invloed gehad op de pootaardappe#x>gst. Door het ach
terwege blijven vam vorst in de winter liet de struktuur van
de grond al veel te wensen over. De weersomstandigheden
in het voorjaar hebben bovendien het uitpoten sterk ver
traagd
Weliswaar is het voor keunng aangegeven areaal met
ongeveer 8 uitgebreid doch men houdt rekening met een
15 h 20 per hectare kleinere oogst dan vorig jaar. Afge
zien daarvan is het aantal knollen per plant minder geweest
en dientengevolge zijn zij van groter formaat. Bovendien is
de oogst in grotere mate dan normaal door schurft aangetast-
Voor de export naar de E.E.G.-landen en het merendeel
der afzetgebieden zal deze omstandigheid geen onoverko
melijke gevolgen hebben. Het beschikbare kwantum voor
export naar landen met strengere schurfteisen dan in de
E.E.G.-richtlijn resp. EjC.E.-aanbeveling is omschreven, zal
echter kleiner zijn dan normaal, aldus een mededeling van
het ministerie van Landbouw.