H1 VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Helaas is niet ieder mens eerlijk Zeeuwse Provinciale Raad voor de bedrijfsontwikkeling in de landbouw vergaderde PI Vooropgesteld zij, dat wij altijd nog een groot vertrou wen hebben in onze medemens. Wij zijn er van overtuigd dat er veel meer eerlijke en betrouwbare mensen zijn dan oneerlijke en onbetrouwbare. Toch slaken wij als verzeke raar wel eens de verzuchting ,,als ieder mens eens eerlijk was"! 't Is een utopie, daarvan zijn we ons zeer bewust. Maar wat zouden we dan toch veel voordeliger kunnen werken. Het politieapparaat zou minimaal kunnen zijn, terwijl er nu een schrijnend tekort is aan personeel. De belastingdienst zou tot een minimum beperkt kunnen worden. Bij onze O.V.M. zou de expertisedienst op non- aktief kunnen. Kontrole op de betrouwbaarheid van de schade-aangifte zou kunnen vervallen! Geen aangiften van honderden gestolen bromfietsen en auto's. Of de omgegeven schade van één botsing dan wel diverse ongelukjes afkomstig is zou dan geen nader onderzoek vereisen. Het achteraf elkaar tegenspreken van de schuldvraag met alle ellende daaraan verbonden zou dan tot het ver leden behoren. Wat zou het allemaal prettiger werken! Niet het gevoel hebben dat je toch nog genomen bent of wordt! Uit deze mijmeringen werden wij één dezer dagen op geschrikt met een verslag van de Europesche goederen- reis-bagageverzekering. Deze instelling houdt zich al ja ren bezig met het sluiten van reisverzekeringen. U weet wel als u op vakantie gaat naar het buiten land kunt u a rason van 75 cent, 1 gulden of ƒ1,25 per dag uw bagage en geld tegen diefstal en verlies verze keren, benevens het ongevallen- en ziekterisiko- en transportkosten. Deze vorm van verzekeren wordt door vele tienduizenden vakantiegangers gesloten. Voor enkele guldens heeft men een leuke dekking. knopen verloren!!! Wij sluiten jaarlijks ook honderden van deze verzeke ringen voor de Europesche af. Hoe moet het verlies door diefstal worden vastgesteld? Het enige wat de Europe sche als verzekeringsmaatschappij kan eisen is een ver klaring van de politie uit het vakantieoord, dat aangifte van het verlies (diefstal) gedaan is. Verder moet de Euro pesche het hebben van de eerlijkheid van de verzeker de! SCHRIJNENDE TOESTANDEN En nu het verslag: Kenmerkend is in dit verband de op merking van de politiechef uit Benidorm (u weet wel het Spaanse vakantieoord, waar duizenden Nederlanders ver toeven). Er worden hier jaarlijks door Nederlanders meer aangiften van gestolen Polaroid brillen gedaan, dan er per jaar in Nederland worden verkocht! De Europesche is er van overtuigd, dat jaarlijks honderden frauduleuze schadeclaims woden ingediend. Er zijn twee groepen zwendelaars. De ene groep, die geen schade heeft en toch een schadeclaim indient. Een andere groep, die wel schade geleden heeft, maar teveel schade claimt. Vooral in deze laatste groep vallen er regelmatig op lichters door de mand. Er wordt b.v. een koffer als ge stolen opgegeven met een inhoudswaarde van 2.000, Via allerlei omzwervingen komt zo'n koffer wel eens bo ven water, waarbij dan blijkt dat de inhoud nauwelijks 200,'waard is. Als je dit leest, dan kun je alleen maar bedroefd wor den. Mensen die zich geld willen toeëigenen waarop ze geen recht hebben. Gevolg van deze praktijken is dat de Europese een staf van inspekteurs in dienst moet ne men om in ieder geval de grotere claims te kontroleren. Dit betekent voor de eerlijke verliezer, dat hij ook langer op uitkering moet wachten vanwege het onderzoek. Het betekent ook dat de verzekeraar een massa ekstra kos ten moet maken, hetgeen leidt tot premie-verhoging. Waarom moet het gegeven vertrouwen steeds weer be schaamd worden als het om geld of goederen of anders zins gaat? Zoals gesteld hebben wij ook honderden van die ver zekeringen afgesloten onder de ZLM-leden en begunsti gers. Wij hopen, dat niet één van hen ten onrechte een claim heeft ingediend! Is dat wel het geval, dan is er sprake van diefstal en dat is zeer ernstig. Men moet zich dan diep schamen. De enige manier om het goed te ma ken is het geld terug te storten. De gemoedsrust kan er baat bij hebben. Het erge van dit alles, vinden wij, is; dat de betrouwbare mens en die zijn er toch zeer veel altijd weer de dupe wordt van de onbetrouwbare mens. Konden wij visueel het kaf maar eens van het koren scheiden. En toch met eerlijk te zijn komt u het verst en daar houden wij het op! DE L. HERBEZINNING OP iDE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN LAND- EN TIJ INBOUW IN zijn openingswoorden van de 83e vergadering van 1 de Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in de landbouw in Zeeland stelde de voorzitter van de Raad de heer ir D. Luteijn dat, naar het zich laat aan zien, nogal wat fundamentele wijzigingen in het struk- tuur- en saneringdbeleid bij de land- en tuinbouw te verwachten zijn. Er zal daarom voor de Raad in het nieuwe vergaderseizoen voldoende werk zijn om zich te bezinnen op de toekomstige ontwikkelingen. In dit verband vragen de uitgangspunten voor het herzien van de nota .Landbouw in stroomversnelling" bijzondere aan dacht. Met betrekking tot de oo£st heeft in tegenstelling tot h'et noorden van het land, in Zeeland het weer meege werkt. Niettemin zijn de gevolgen van de wateroverlast van 1974 sterk merkbaar in de bodemstruktuur. Het be pleiten van maatregelen ter verbetering van dtie struk- tuur door organische stof toevoeging, eventueel bekal- king, kan de Raad mede tot zijn taak rekenen. NOTA STUDIEGROEP „AANPASSING STRUKTUUR VAN DE DIENST" |JIA toelichting van de nota door de sekretaris van de Raad, dr. ir. C. W. C. van Beekom, en een diep gaande diskussie bleek de Raad van oordeel dat een in krimping van de personeelsformatie zich niet laat rij men met een door verschillende oorzaken toegenomen in gewikkeldheid van de vraagstukken waarvoor de land en tuinbouwer zich in zijn bedrijf gesteld ziet. De Raad onderschreef de in de nota aangestipte mogelijkheden van een efficiëntere opstelling en inrichting van konsu- lentschappen door eventuele samenvoegingen binnen de regio's. Echter met nadruk werd daarbij gesteld dat de Raad van stonde af aan bij de uitwerking van eventuele plannen in deze richting betrokken wil zijn. Voorts werd de aandacht gevraagd voor een eenvou diger opzet van regelingen. De redaktie van regelingen dient zodanig te zijn dat deZe niet vatbaar is voor meer- derlei uitleg. Tenslotte oordeelde de Raad dat de voort durende reorganisaties en aanpassingen tot een latente onrust in de dienst leiden waarmede noch de dienst noch het bedrijfsleven is gebaat. PROEFBOERDERIJ „RUSTHOEVE" MQGH de exploitatierekening over 1974 noch de ba- lans op 31 dec. 1974 van .de Stichting ter Exploita tie van de Proefboerderij ,Rusthoeve" gaf aanleiding tot opmerkingen zij het ook, dat de stijging van het bedrijfs verlies niet zonder zorg wordt gezien. BORGSTELLINGSFONDS- EN O NTWIKKELING S AANGELEGENHEDEN |\OOR de Provinciale Advieskommissie voor het Borg ia stellingsfonds en voor de Ontwikkelinigsaangele- genheden vam het O.- en S.-fonds voor de Landbouw in Zeeland werden 5 B.F.-aanvragen behahdeld. Een landbouw-aanvraag en een aanvraag pluimvee werden afgewezen. Drie aanvragen in de tuin'bouwsektor wer den toegewezen tot een garantie voor 174.000,Twee van deze aanvragen waren gekomibineerd met rentesub sidie met een totale investering van 244.700,waarop rentesubsidie wordt verleend. Voorts werd één aanvrage voor rentesubsidie goedgekeurd met een investering van 100.000,— en drie samenwerkingsverbanden met een totale bijdrage van 37.365,—. In het kader van de klei ne ontwitókelingsprojekten werd een aanvrage voor een zelfrijdende bietenlader met een bijdrage van 20.000,— gunstig geadviseerd. Voor de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen werden 54t aanvragen ontvangen. Met betrekking tot de uitvoering van de regeling „Verbetering agrarische bedrijfsgebou wen" bb. 143, kan worden opgemerkt dat van de 26S ontvangen aanvragen 22 werden afgewezen. Het totaal bedrag van de investeringen van de goedgekeurde aan vragen kan gesteld worden op rond 10 miljoen gulden bij een geraamde bijdrage van 1,75 miljoen gulden. Vorige week hebben wij enkele opmerkingen gemaakt over de echt scheidingsprocedure. Wij schreven toen dat wij op deze materie nog terug zouden komen. Dat willen wij deze week dan ook doen. JET is duidelijk dat in een groot aantal gevallen de echtscheiding meebrengt dat er een boedelschei ding moet plaats vinden. Veel echtgenoten zijn gehuwd in volledige of beperkte gemeenschap van goederen. De goederengemeenschap wordt door de ontbinding van het huwelijk van rechtswege ontbonden. Dat brengt mee dat boedelscheiding moet plaats vinden. Als de gewezen echt genoten het eens zijn behoeven hier geen moeilijkheden te rijzen. In veel gevallen is er echter over de verdeling van de boedel geen overeenstemming en dan kan het wel eens lang duren eer de boedelscheiding tot stand geko men is. Bij volledige scheiding van de vermogens van man en vrouw, zijn er wat dit betreft geen moeilijkheden. Ieder heeft dan al tijdens het huwelijk, het zijne en houdt dat ook. Huwelijken die op zodanige huwelijksvoorwaarden zijn gesloten, dat er geen vermogen gemeenschappelijk wordt, leveren in dit opzicht dus geen problemen op. Overigens betekent dit niet dat dan de situatie altijd bevredigend is. Het gevolg van deze huwelijksvoorwaarden kan n.l. zijn, dat eventuele door gemeenschappelijke arbeid en zuinigheid verkregen besparingen geheel of grotendeels aan één van de echtgenoten toevallen. In onze maatschap pelijke situatie is het dan meestal de man die het voor deel heeft. r EN ander punt dat nog meer moeilijkheden pleegt mee te brengen is, dat van de utikering tot levens onderhoud, met een bijna niet meer vreemd woord, de alimentatie-uitkering genoemd. Als één van de echtgenoten niet voldoende inkomsten heeft om te voorzien in zijn levensonderhoud en die ook niet, b.v. door te gaan werken, verwerven kan, kan de rechter aan die echtgenoot een alimentatie toekennen, die door de andere (gewezen) echtgenoot betaald moet wor den. Die toekenning van alimentatie gebeurd alleen als de echtgenoot die de alimentatie nodig heeft deze ook eist. De echtgenoten behoeven wat de alimentatie betreft niet een rechterlijke uitspraak te vragen. Zij kunnen ook een overeenkomst aangaan, waarbij ze zelf regelen of en zo ja, hoeveel de ene echtgenoot aan de andere een uit kering tot levensonderhoud zal doen. Deze overeenkomst in de wandeling een „echtscheidings-convenant" ge noemd, kan zowel voor als na het echtscheidingspromis getroffen worden. Men ziet in de voorgaande zin dat partijen kunnen be palen, niet alleen hoeveel er betaald zal worden, maar ook „of" er betaald zal worden. Dat houdt dus in dat par tijen het beding kunnen maken dat er niets betaald zal worden. Dit beding het z.g. nihil-beding wordt tegen woordig in veel gevallen gemaakt. Dit betekent dat de partijdie zonder dit beding alimentatie uitkering zou krijgen, dit niet krijgt. Deze partij is vrijwel altijd de vrouw. Deze heeft dan geen middelen van bestaan en heeft dan recht op uitkering door de gemeente krach tens de Algemene Bijstandswet. /N deze wet is echter bepaald dat de gemeente d« kosten van bijstand op de gescheiden man kan ver halen, tot de grens van zijn onderhoudsplicht". De ge meente Breda heeft destijds een poging ged.aan om in eer geval dat het nihil-beding door de gescheiden echtgeno ten gemaakt was, de aan de vrouw verleende bijstani toch te verhalen op de man. Dat is echter niet gelukt. Di Hoge Raad heeft beslist dat een overeenkomst waarbi wordt afgezien van het recht °P alimentatie, een geldigi overeenkomst is. Door die overeenkomst is de man niet meer onder houdsplichtig voor wat betreft zijn gewezen echtgenote Derhalve heeft de gemeente ook geen verhaalrecht. (ar rest van 12 oktober 1973 NJ 1974/271). Het is begnjpelijl dat in een dergelijke situatie het aantal nihilbedingen toeneemt. De regering heeft in een brief aan de Tweede Kame van 15 april 1975, geschreven dat men aan deze ontwikke ling toch iets wil doen. Wat precies, moeten wij nog af wachten. A AN de alimentatie zit nog veel meer vast. Het is een S* zaak die ook in de persoonlijke sfeer veel moeilijk heden, ook van psychische aard schept. Over de problemen die de financiële positie van ge scheiden vrouwen en haar gezinnen raken, en daar val ook de alimentatie onder, heeft een interdeportemental werkgroep in 1972 een rapport uitgebracht. De regering heeft daar in 1975 haar standpunt over bepaald. Op di rapport en het regeringsstandpunt komen wij over enig tijd nog eens terug. PAAUWE. V

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3