LANDBOUW EN ECONOMISCHE CRISIS I ONS COMMENTAAR
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw ên veeteelt in zeeland en noord:brabant
zlm
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1975
63© Jaargang - No. 3295
De maand september is zowel op de akkerbouw- als de gemengde bedrijven een bijzonder drukke
maand. Niet alleen vraagt het binnenhalen van de aardappelen, uien- en bruin© bonenoogst de
volle aandacht maar vraagt ook de graszaad- en koolzaadpercelen, de onkruidbestrijding in de
stoppel, de najaarsbemesting enz. de nodige tij d. Voor de gemengde bedrijven komt daar onder
meer nog de graslandverzorging en de voederwinning bij. Op pagina 10 en 11 wordt uitvoerig op
de verschillende werkzaamheden ingegaan. De geringe arbeidsbezetting op de bedrijven dwingt
de boer tot een goede organisatie en aanpak, bijv. door samenwerking met collega's en/of loon-
wer ker.
I-JET wordt steeds duidelijker dat onze westerse sa
menleving één van haar ergste economische
dieptepunten sedert de tweede wereldoorlog doormaakt.
De nog steeds toenemende werkeloosheid als gevolg van
de stagnerende en vaak teruglopende bedrijvigheid in
vele bedrijfstakken is daarvan wel het belangrijkste
symptoom. Optimistische geluiden als zou men het diepte
punt van de inzinking hebben bereikt blijken steeds weer
te voorbarig te zijn. Werktijdverkorting en ontslagen vor
men nog immer één van de vaste punten in de dagelijk
se nieuwsuitzendingen. Nu zou het ons in dit kader te
ver voeren om uitvoerig op de oorzaken van de huidige
economische crisis in te gaan. In het vele wat hierover
al gezegd en geschreven is worden natuurlijk inflatie,
olieprijsvevhogingen en indexering van lonen en prijzen
vaak als de belangrijkste oorzaken genoemd. Anders dan
in de jaren dertig trachten praktisch alle regeringen nu
een oplossing te vinden door extra geld in het econo
misch raderwerk te pompen. Anders ook dan in de der
tiger jaren wordt de crisis door het grote publiek eigen
lijk maar zeer weinig aan de lijve ondervonden.
Immers onze huidige sociale werkgeving en het on
danks alles blijven ddorberekenen van de prijsstijgingen
in de lonen, betekenen dat van de loon- en salaristrek-
kenden nauwelijks of geen financiële offers worden ge
vraagd. Zelfs diegenen die werkloos zijn kunnen gelukkig
nog op dusdanige uitkeringen terugvallen, dat men zijn
levenspeil redelijk kan handhaven. Wat natuurlijk niet
wegneemt dat werkloos worden door de meesten in onze
samenleving als bijzonder vervelend wordt ervaren. Het
zijn vooral de kleine zelfstandigen en diegenen die van
een niet inflatievast inkomen moeten leven die de groot
ste financiële offers moeten brengen!
TOEKOMSTBEELD
IA7IJ vragen ons overigens af of alle oplossingen die
nu worden voorgestaan om uit de crisis te komen
nog wel passen in de tijd en omstandigheden waarin we
vandaag de dag leven. Natuurlijk is het terugdwingen
van het inflatietempo absoluut noodzakelijk.
Aan de andere kant wordt het werkgelegenheidsvraag
stuk vooral getracht op te lossen door, via investeringen
stimulerende maatregelen en het opschroeven van de
koopkracht, de totale produktie op te voeren. Zonder
twijfel was dit de oplossing voor de dertiger jaren ge
weest. Vandaag de dag betwijfelen wij of we daarmee
niet van de regen in de drup komen.
De technische ontwikkeling maakt immers nog iedere
dag grote vorderingen. Steeds minder mensen kunnen
dus steeds meer goederen produceren. Wij betwijfelen
of onze westerse maatschappij nog wel behoefte heeft
aan steeds meer van vele (min of meer luxe) goederen.
Daar komt de vraag bij of de wereld nog wel lang bij
machte zal zijn om de grondstoffen hiervoor te leveren.
Zeker als we er van uitgaan dat ook de derde wereld
toch recht heeft op een belangrijk deel van deze grond
stoffen. Wij vragen ons dan ook af of de technische ont
wikkeling en het bestaande arbeidsoverschot niet veel
meer benut zal moeten worden om de mens in staat te
stellen via korter werken meer tijd voor andere (vaak
niet-materiële) zaken te gunnen.
Natuurlijk kan dat alleen wanneer we met z'n allen
bereid zijn om dan ook van steeds maar weer nieuwe
loon- en salarisverhogingen af te zien. Naar onze mening
is daar in feite in de komende jaren al geen ruimte meer
voor. Slechts*dié bevolkingsgroepen die nu nog een aan-
In dit nummer o.m.:
-*• O.V.M.-verzekeringen:
helaas is niet iedereen
eerlijkPagina 3
•fc Vlag in top bij bouw
hoofdkantoor Suiker Unie
te Breda Pagina 4
Doorwas in
consumptie-aardappelen
Pagina 5
Nieuwe ontwikkelingen
in de bietenoogst
Pagina 7
Snijmais met ureum-
mineralen Pagina 9
9|é Fokveedagverslagen
Oostburg en Schouwen-
Duiveland Pagina 8/9
Voor de vrouw
Pagina 19
merkelijke achterstand hebben moeten in de gelegenheid
worden gesteld dit in te halen. En dat worden na de laat
ste strukturele verhogingen steeds minder degenen die
in de buurt van het minimumloon zitten, maar steeds meer
de grote groep van kleine zelfstandigen.
LANDBOUW
W'ET een extra sterk opschroeven van produktie en
consumptie, maar een verlaging van de werktijd
gekoppeld aan een stabilisatie van het loonniveau is voor
de verdere toekomst dus in onze ogen de oplossing waar
naar toe gewerkt moet worden. Het is overigens duidelijk
dat voor het zover is er in het maatschappelijk krachten
veld nog heel wat moet veranderen. Hoe is nu de positie
van de land- en tuinbouw in dit geheel? Wij dachten fun
damenteel niet veel anders dan in de industriële sektor.
In de landbouw weten we in feite al lang dat een onge
breidelde uitbreiding van de totale produktie geen op
lossing meer biedt. Immers de welvarende westerse con
sument kan nog wel luxer gaan eten, maar niet meer! En
voor die gebieden in de wereld waar nog op grote schaal
geregeld honger wordt geleden, wordt steeds duidelijker
dat een oplossing op langere termijn alleen gevonden
kan worden door de produktie van voedsel in die landen
zelf sterk op te voeren. Alleen rechtstreekse voedsel
hulp in noodsituatie's zal dan in de eerstkomende tijd nog
wel nodig blijven. Ook voor de landbouw geldt in prin
cipe dat de voortschrijdende technische ontwikkelingen
in de toekomst meer en meer benut zullen moeten wor
den om de arbeidstijd voor de boer en tuinder terug te
brengen en niet meer zozeer de produktie per man voorts
durend op te voeren.
ACHTERSTAND INHALEN
T^IT laatste kan evenwel eerst dan mogelijk worden
indien de inkomensachterstand ten opzichte van
de loontrekkenden is ingehaald. Van inhalen zal naar
onze mening eerst dan sprake zijn wanneer de boeren-
prijzen voor de landbouwprodukten struktureel dusdanig
zijn verhoogd dat op het boerenbedrijf, waar voor één
man werk is bij normale werktijd, een met andere be
volkingsgroepen vergelijkbaar verteerbaar inkomen
wordt gehaaid.
Natuurlijk is dit niet met een schaartje te knippen en
zullen er van jaar tot jaar verschillen blijven voorkomen.
Gemiddeld over enige jaren gerekend zal de beloning
in de land- en tuinbouw evenwel omstreeks 100% van
de beloning daarbuiten dienen te zijn en niet geregeld
20 30% lager zoals we nu al een paar jaar kunnen
konstateren!
Voorwaar ook als de economische crisis in de komen
de tijd over haar dieptepunt heen komt, blijft er dus nog
genoeg werk voor de politieke Jeiders en vertegenwoor
digers der diverse maatschappelijke belangengroeperin
gen over.
Dat geldt ook voor de vertegenwoordigers van de boe
renstand. Voor hen dient natuurlijk in de eerste plaats
het blijven vechten voor een relatieve verbetering van
de positie van boer en tuinder op korte tijd voorop te
staan.
In dat kader kan en mag de huidige moeilijke econo
mische situatie voor deze overheid geen reden zijn om
effektieve maatregelen voor land- en tuinbouw zowel in
de sfeer van de prijzen als van de sociale en fiscale las
ten, op de lange baan schuiven. Boeren en tuinders en
hun organisaties zullen dat overigens ook zeker niet ac
cepteren.
Niettemin blijft het ook voor ons zaak om daarnaast
de ontwikkelingen en perspektieven voor de wat verdere
toekomst niet uit het oog te verliezen.
LUTEIJN.