Naarmate de kwaliteit van het gras achteruit gaat, dient men (tijdig) het melk vee bij te voeren om de melkproduktie op peil te houden. moet gedurende drie dagen constant 30 gr. C zijn. Zodra de temperatuur boven in de uien opgelopen is tot 25 gr. C moet de droging beëindigd' worden. Langer draaien met opgewarmde lucht moet ver meden worden omdat dit kale uien ver oorzaakt. GRASZAAD gekiemd zijn. Bij gewoon roodzwenk moet er naar gestreefd worden de bespuitingen in september uit te voeren, omdat bij la tere bespuitingen de kans op opbrengst- derving toeneemt. Bij udtlopervormend roodztwenk zijn de resultaten t.a.v. de op brengstderving wisselend. In veldbeemd kan men tot half oktober een bespuiting uitvoeren. Pleeg echter vooraf overleg met uw graszaadfirma! 7JODRA de dekvrucht geruimd is, dient de N-gift gegeven te worden. Mocht dit onverhoopt nog niet gebeurd zijn dan is tiet hoog tijd om dit alsnog te doen. De KOOLZAAD Br is weer al wat koolzaad uitgezaaid. Tot nu toe nog met de ons vertrouwde rassen Marcus en Rapol. Of dit het laatste jaar zal zijn en we volgend jaar moeten overschakelen op erucazuurarme rassen staat nog te bezien. Hierover moet nog wel gesproken worden in Den Haag en Brussel. De fosfaat- en kalibemesting geven we het beste in de herfst, te weten gemiddeld zo'n 40 kg P2Ö5 en 050 kg KIO per ha bij een normale fosfaat- en kalitoestand van de grond. Bij late zaai of zaai in een arme stoppel, b.v. van granen en graszaad kan een stik stofgift in de herfst van 30 a 40 kg N per ha nuttig zijn om het gewas krachtig de winter in te laten gaan. Wanneer er geen bodemherbicide is toe gepast tussen zaaien en opkomst, kan het nodig zijn in het vijfbladstadium kg simazin te spuiten tegen muur en andere breedbladige onkruiden. Met enige tijde lijke schade aan het gewas moet men re kening houden. Als aanvulling op de zaadibehandeling met AAlindaan-Inkrusta tegen vreterij van de koolzaadaardvlo is het noodzakelijk ongeveer twee weken ha opkomst een bespuiting uit te voeren niet 2 liter parathion of 1 lier femitrothion 50 per hectare. GRONDBEWERKING BIJ gunstige weersomstandigheden is deze maand zeer geschikt voor het uitvoeren van stoppelbewerkingen. Deze moeten gezien worden als een voorberei ding voor het wintervoorplóegen. De on- kruidbestrijding en het behoud van een goede structuur staan hierbij op de voor grond. Een en ander is afhankelijk van het voorgaande gewas. In stoppelland zal vooral de bestrijding van moeilijk be- strijdbare wortelonkruiden de doelstelling zijn. Het is dan ook van belanig de bewer king zodanig uit te voeren dat de bewerk te laag overal losgewerkt is. Met een stop- pelploeg bereikt men dit eenvoudiger dan met de cultivator. Deze laatste moet van speciale ganzevoetbeitels voorzien zijn om niet tussen de rijen tanden, strookjes on bewerkte grond te hebben. De percelen waar aardappelen gerooid zijn dienen zo vlug mogelijk met de cultivator bewerkt te worden om verslemping te voorkomen. Dit geldt overigens voor alle percelen die sterk bereden zijn. Percelen die vorig seizoen erg zijn stukgereden en waar dit jaar een graan gewas is gegroeid komen in aanmerking om een flink te woelen tot zo'n 50 a 60 cm diepte. Uiteraard moet dit gebeuren onder droge omstandigheden. Dit kan me de bijdragen aan herstel en verbetering van deze zieke" grond. Geschikte percelen op zware grond ko men deze maand reeds in aanmerking om op wintervoor geploegd te worden. Droog op winterVoorploegen is van doorslagge vende invloed op het hierstel van de struc tuur. Dit levert in het voorjaar een goed zaaibed op. Indien nodig, kan later in herfst en winter nog een bewerking (ega lisatie) of een 'bespuiting met TCA tegen de kweek volgen. ONKRUIDBESTRUDING IN DE STOPPEL IIARlDNHKKIGE onkruiden kunnen in de stoppel ook met chemische middelen worden bestreden. Klein hoefblad kan worden bestreden met 56 liter 24-D amine-zout. Het klein hoefblad moet niet te klein en goed in de groei zijn. Toepassen onder niet te droge omstandigheden wat weer en grond betreft. Akkermunt (stinkers) kunnen mecha- isch worden bestreden door enkele ke ren op verschillende diepte te stoppe len. Met 8 liter MCPA 25 is akker- munt chemisch te bestrijden. Als daar naast klein hoefblad voorkomt kan men ook 6 liter 2,4-D gebruiken. Indien op een reeds vroeg bewerkte stoppel weer opnieuw een laag kweek- gras aanwezig is, kan gespoten wor den met dalapon of amitroi -j- thio- cyanaat.. Amitroi bestrijdt ook klein hoefblad. Onder droge omstandighe den valt het effect van deze middelen vaak tegen. Als na half september nachtvorst voorkomt en „de groei er uit is" geven dalapon en amitroi thiocy- naat, die hoofdzakelijk via het blad werken eveneens een minder goed re- sulaat. In zo'n geval kan men beter aansturen op toepassing van TCA over de wintervoor. Als nieuw middel tegen kweek komt dit jaar Round-up op de markt. Even eens toe te passen als de kweek (weer) flink ontwikkeld is. Ook tal van an dere onkruiden waaronder klein hoef blad en akkerdistel worden met dit middel bestreden. Een voordeel van dit naar het zich laat aanzien vrij dure middel is, dat men na de toepas sing ervan ongeveer een maand later reeds tarwe kan zaaien, terwijl de in druk bestaat dat het ten aanzien van de kweekbestrijding bedrijfszekerder is dan dalapon, amitroi en TCA. GRONDONTSMETTING TEGEN AALTJES DIJ het opstellen van het bouwplan te- gen volgend jaar is het misschien goed ook de grondontsmetting tegen aal tjes als mogelijkheid tot het aanbrengen van bepaalde correctie in de vruchtopvol ging, onder het oog te brengen. Waar nog bij komt de neiging om de oppervlakte bieten uit te breiden en men dus eerder op met bietencystenaaltjes besmette grond terugkomt. Niet zelden zijn het de lichtere perce len, die voor de aardappelteelt het meest geschik zijn, waar men ook de meeste kans loopt schade door het bietencysten- aaltje te zien optreden. Als men. dan ver der nagaat dat juist de lichtere grond zich wat de structuur en grondbewerking be treft het beste leent voor een grondbe- handeling met een aaltjesdodend middel dan zou men hiermede inderdaad bepaal de vruchtopvolgingsproblemen op zijn be drijf kunnen oplossen. Vrijwel door geheel Zeeland is er mo menteel bij loonwerkers hiervoor appara tuur beschikbaar. Op grond beneden 20 afslibbaar kan op vrij eenvoudige wijze met een ploeginjecteur worden gewerkt. De laatste jaren is de schaarinjecteur zo danig aangepast dat ook op zwaardere grond tot 35 afslibbaar over het alge meen redelijk werk geleverd kan worden. In de meeste gevallen is 'het echter nodig vooraf een grondbewerking uit te voeren en de kwaliteit van deze vóórbehandeling is mede bepalend voor het resultaat. Het meest doelmatig maar ook het meest dure apparaat is de combinatie van een frees plus schaarinjecteur. Hoe het zij, een behandeling met een aal tjesdodend middel behoort vandaag aan de dag tot de reële mogelijkheden, doch vraagt wel een goede voorbereiding, or ganisatie en werkwijze wil men een opti maal resultaat bereiken. Zo is het feit, dat het meest geschikte tijdstip voor de grondbehandeling meestal samenvalt met aardappel- en/of bietenoogst een reden om na te gaan of men tijd en materiaal beschikbaar heeft. Goed overleg met de betreffende loonwerker is dringend ge wenst. Als de grond geschikt is, dat wil zeg gen niet te droog en niet te nat, stei dan een behandeling niet onnodig uit. Sep tember is hiervoor de meest geschikte tijd. Wanneer men voor ogen houdt dat het hier gaat om een dure behandeling waar toch al gauw 400 a 500 gulden mee gemoeid is dan loont het ook de moeite te streven naar een zo goed mogelijk effect. Wilt u zich nader op de hoogte stellen van een en ander dan kunt u bij de be drijf s voorlichter terecht voor het Groene Bericht no. 1918 van de Plantenziekten- kundige Dienst (in het ZLM-blad van 25 juli reeds opgenomen Red.), waarin nadere aanwijzingen voor de uitvoering worden gegeven. Bovendien verschijnt er eerstdaags een Vlugschrift (no. 228) van de C.A.D. voor landbouwwerktuigen en arbëid, speciaal over de beschikbare appa ratuur. Tenslotte kan nog gewezen worden op de demonstratie op dinsdagmiddag 2 sep tember a.s. op een perceel van de Am bachtsheer lij kheid Cromstrijen te Nu- mansdorp waar men een aantal machines ten behoeve van grondontsmetting aan het werk zal kunnen zien. NAJAARSBEMESTING MET FOSFAAT EN KALI AM een deel van de bemesting in het najaar uit te strooien waarvoor deze maand zeer geschikt is kan een aantrekkelijke zaak zijn uit het oogpunt van: arbeidsverdeling (minder opeenhoping van werk in het voorjaar); kostenbesparing (najaarsaankopen lig gen veelal lager in prijs); voorkomen zoutschade aan gewassen (tijdsduur tussen strooien en zaaien gewas). Financieel en bemestingstechnisch be keken is het gunstig te werken met kali 60 die in het najaar goed gestrooid kan worden en met een N P meststof, waar mee uiteraard tot het voorjaar moet wor den gewacht. Vanzelfsprekend moet het gehele be- mestingsbeleid afgestemd worden op het totale bouwplan en op de vruchtbaar heidstoestand van de grond die we alleen te weten kunnen komen middels grondon derzoek. Niettemin zal het toch veelal no dig zijn kali te strooien voor gewassen Vanzelfsprekend moet het gehele be- mestingsbeleid afgestemd worden op het totale bouwplan en op de vruchtbaar heidstoestand van de grond die we alleen te weten kunnen komen middels grond onderzoek. Niettemin zal het toci'n veelal nodig zijn kali te strooien voor gewassen als: (Zie verder pagina 13.) lucf.it per m3 uien bij 20 mm W.K. De op slag per m3 inhoud bedraag 500 a 550 kg. Om drukplekken te voorkomen is een storthoogte van maximaal 3 m gewenst. Tevens is het van belang de cel gelijk matig te vullen en stortkegels te vermij den. Een meer effectieve wijze van dro gen is de zogenaamde koprotdroging. Hierbij moeten de uien niet langer dan 7 10 dagen op het land Liggen. Alleen dan -kan namelijk nog een Voorbehoedende werking tegen het binnendringen van de koprotschimmel worden verwacht. Ook blijft bij deze wijze van drogen de natuur lijke kleur beter behouden. De drooglucht tweedejaarspercelen dienen eind septem ber gemaaid te worden. Voor de bestrijding van gerstopslag kan eind augustus begin september gespoten worden met 4 liter Prebetox 1 liter Ci- towett per ha. De gerstopslag reageert het snelst, indien deze niet langer is dan 10 cm. Als het gras 4 a 5 blaadjes heeft, kan men distels, klein hoefblad en muur bestrijden met diverse groeistoffen of combinaties. De keuze van de middelen is afhankelijk van de mate waarin de diver se onkruiden voorkomen. Wintertarwe kan worden bestreden met 5 kg TCA/ha, als de tarwekorrels voor het merendeel Grondontsmetting kan het best in de nazomer worden uitgevoerd, het liefst direkt na het ruimen van het gewas. Op de foto is een tandinjecteur afgebeeld. Als er geen vocht meer uit de korrel komt als men er met de nagel in drukt, is het stadium bereikt, dat men dit produikt kan gaan inkuilen. Q

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 11