Rond de
Schelde
Zwaartepunt oogstwerkzaamheden midden augustus
Gevolgen extreem nat najaar 1974 steeds duidelijker
Op tijd en voordelig bemesten
Opgepast bij rassenkeuze koolzaad oogst '75
Hl
5
We zitten nu, ook op WALCHEREN, in een periode
met vele uren zonneschijn en daarmee gepaard gaande
'hoge temperaturen. Tussendoor zorgde een onweerslbui
voor 'n flinke hoeveelheid regen, 20 tot 50 mm, zodat ook
de vochtvoorziening van de gewassen voorlopig rede
lijk goed lijkt te zijn. Vooral de rooigewassen, zoals bie
ten, aardappelen en uien, profiteerden van de regen.
Er zijn gebieden waar de aardappelrug nog nooit vol
ledig „doorregend" was, maar met de laatste regenbuien
is dit nu wel het geval geweest. Plaatselijk viel er zelfs
zoveel regen dat er tijdelijk plasvormimg voorkwam!
De vergelingsziekte in de bieten zet op sommige per
celen nogal sterk door. Elr zijn er al die bijna het beeld
van 1974 benaderen! Daartegenover zijn er ook perce
len waar de verschijnselen nog sporadisch voorkomen.
De tegenstellingen zullen dit jaar zeker erg groot zijn
en het zal zaak zijn om uit te zoeken wat de oorzaken
daarvan zijn zowel van de erg aangetaste als de weinig
aangetaste percelen. Mogelijk kan hieruit weer lering
worden getrokken voor het volgend jaar of worden (be
staande vermoedens bevestigd, wat het resultaat van
bestrijding weer ten goede komt. Met het warme zonni
ge weer gaat de afrijping van de granen en erwten in
een versneld tempo. Toch lijkt het er wel op dat het
De gevolgen van de extreem natte herfstperiode van
vorig jaar worden nu op NOORD-BEVELAND in het
verloop van de 'zomer steeds duidelijker. Gezien de
slechte struktuur wisten *we Van 't voorjaar al, wilden
we nog wat van de opbrengsten kunnen Verwachten,
dat we dan regelmatig neerslag nodig zouden hebben.
Tot nu toe is dat echter niet het geval geweest. De te
kortkomingen tengevolge van struktuurbederf worden
dan ook steeds duidelijker. De hoge temperaturen in de
laatste week van juli zijn daardoor zeer schadelijk ge
weest voor de landbouw. De igranen zijn hierdoor in
enkele dagen als het ware „noodrijp" ge*worden. Ook
de aardappelen en de suikerbieten hebben het nu moei
lijk als gevolg van de droogte.
Een gesloten, goed groeiend igewas aardappelen ver
bruikt zo'n 25 a 35 mm water per week. Een goed ont
wikkeld wortelstelsel is dan wel voorwaarde. Doordat
de ondergrond van 't voorjaar nog te weinig draag
krachtig was, is de grond onder de rug min of meer
verdicht. We zien dan ook dat het wortelstelsel van
de aardappel, maar ook van de andere gewassen, vry
oppervlakkig en maar weinig ontwikkeld is. Hierdoor
zijn de aardappelen dit oogstjaar in feite aangewezen
op het in de rug aanwezige vocht, hetgeen onvoldoen
de is. Wanneer deze igroeistagnatie wordt gevolgd door
een periode met gunstigere groeiomstandigheden, is de
kans groot dat we weer doorwasproblemen zullen
krijgen.
Van 't jaar zien we weer veel „slapende" bieten. Dit
wordt ook in belangrijke mate veroorzaakt door de ver
stoorde vochtvoorziening vanuit de (grond. Behalve dat
de bieten slap hangen, vertonen zij op de struktuur-
Op veel akkerbouw- en gemengde bedrijven worden en
kelvoudige fosfaat- en kalimeststoffen; reeds vroegtijdig aan
gekocht. Een zéér verstandige maatregel want deze mest
stoffen zijn in de zomermaanden het goedkoopst. Voor deze
vroege aankoop komt vooral het Thomasmeel in aanmer
king. Thomasmeel is een goedkoop fosfaatmeststof, maar in
de zomer nog goedkoper.
Een voordeel van vroegtijdige aankoop is ook dat deze
tijdig op het bedrijf aanwezig zijn en uitgestrooid kunnen
worden wanneer dit het beste past. In perioden van mindier
goede leveringsmogelijkheden is dit zeker van belang.
Het gelijktijdig onderbrengen van slakkenmeel en stoppel-
resten komt de werking van het fosforzuur ten goede. De
kalk in deze meststof bevordert bovendien de vertering van
de stoppelresten. De verdeling van de meststof door de
grond is dan zo gunstig mogelijk. Een tijdige uitstrooi van
Thomasmeel op grasland bpvordert de wortelontwikkeling
alsmede de zodevorming voor nieuw grasland van het
hoogste belang en vergroot hierdoor de weerstand tegen
vorst. Ook met het oog op de werkverdeling op het bedrijf
is er veel voor deze werkwijze te zeggen. Wanneer straks
de oogst binnen is, is er op het bouwland meer tijd beschik
baar om de basisbemesting te geven dan in het drukke voor
jaar.
(Zie verder pa*. 6)
plekken een bleekgroene tot zelfs gelige kleur. De
aantasting door vergelingsziekte is op dit moment geluk
kig van weinig betekenis. Hier is het verschil tussen
de wel en niet met Tanik behandelde percelen nog niet
duidelijk. Wel kan men nu al duidelijk waarnemen dat
in percelen waar de luidbestrijding te laat is uitgevoerd,
meer vergelingsziekte voorkomt.
zwaartepunt van de oogstwerkzaamheden in de tweede
helft van augustus zal vallen. Bij gunstig weer veroor
zaakt de graanoogst nauwelijks nog een arbeidstop bij
de huidige mechanisatie-mogelijkheden. Zijn de weers
omstandigheden niet gunstig, dan kan dit wel tot een
ophoping van het werk leiden. Een goede organisatie
van het werk en de voorbereidingen hiertoe zijn dan ook
altijd van groot belang.
De overschakeling op tankmelken heeft de (gemoede
ren in ons gëbied nogal beroerd. De voorzitter is hier
ook in zijn commentaar in het nummer van juli uitvoe
rig op ingegaan. Wij van onze kant hébben in deze ru
briek er ook menigmaal op (gewezen, dat er beslissingen
genomen zullen moeten worden. Vooral de zekerheid
wat betreft de afname var. de melk van de kleinere
melkveehouders is een zwaar punt. Het is noodzakelijk
dat gegarandeerd wordt dat de melk ook in de toe
komst zal worden afgehaald wanneer de nodige voorzie
ningen en investeringen zijn gepleegd en dat op rede
ly ke voorwaarden! Het verbaast ons soms wel als we
horen dat er bedrijven zijn waar de melkveehouderij
wordt afgestoten, terwijl de omstandigheden dit eigen
lijk niet toelaten. Vooral de bedrijven die voor een groot
gedeelte liggen in kerngebieden, waarvan de grondsoort
zodanig is, dat de teelt van akkeiibouwprodukten bijzon
der onzeker is ta.v. de opbrengst, moeten zich toch wel
drie maal bedenken alvorens ze hun melkveehouderij
beëindigen. Wat zijn n.l. de alternatieven? Melkvee
houderij die weinig pergpektief biedt of de teelt van
akkerbouwprodukten waarbij men veelal beneden de
gemiddelde opbrengst blijft en dus ook geen inkomen
heeft? Laat men toch eens wat cijfers op papier zetten
en de diverse mogelijkheden cijfermatig 'benaderen. Al
leen op het gevoel of op emotionele basis genomen 'be
slissingen zijn levensgevaarlijk!
NIEUWE INTERVENTIEVOORWAARDE
VASTGESTELD
JET Beheerscomité Oliën en Vetten van de
Europese Commissie (voor de belangrijkste
agrarische produkten kent Brussel een beheers
comité, een orgaan dat vooral technische zaken
bespreekt) heeft besloten dat met ingang van het
seizoen 1976/1977 het erucazuurgehalte van ter in
terventie aangeboden koolzaad de 15% niet mag
overschrijden. Erucazuur is een van de vetzuren,
die in kool- of raapzaad voorkomen.
Deze beslissing betekent, dat de tot nu toe in
Nederland verbouwde koolzaadrassen met ingang
van 1 juli 1976 niet meer voor interventie in aan
merking komen. Het besluit is in Brussel genomen
ondanks het felle verzet van Nederlandse en Deen
se zijde.
Het vraagstuk rond het erucazuur is al enige tijd
in discussie. Zowel het Landbouwschap als het mi
nisterie van Landbouw zijn desondanks van me
ning dat de door Brussel genomen maatregel zo
vlak voor de uitzaai niet genomen had mogen wor
den. Het besluit zou pas op zijn vroegst mogen gel
den voor het seizoen 1977/1978. Het Landbouw
schap betreurt de maatregel die invloed kan heb
ben op de handel en de prijs van koolzaad. De Brus
selse handelwijze wordt dan ook door het Land
bouwschap afgekeurd.
ÜET is overigens niet te voorspellen wat de
juiste gevolgen van bovengenoemd besluit
zullen zijn voor de Nederlandse koolzaadtelers. Er
is tot nu toe heel weinig gebruik gemaakt van de
bestaande mogelijkheid van interventie. De inter
ventieprijs (de prijs waarvoor de overheid het pro-
dukt uit de markt neemt) heeft daarentegen wel als
een bodem in de markt gefungeerd. Bovendien is
in de markt tot nu toe geen prijsverschil te consta
teren tussen erucazuurhoudend en erucazuurarm
koolzaad.
De steunregeling het belangrijkste element
van de E.E.G.-marktordening is -voor alle soor
ten koolzaad ongeacht het erucazuurgéhalte onver
let gebleven. Redelijkerwijs kan verwacht worden,
zo merkt het ministerie van Landbouw op, dat het
ontbreken van een interventieregeling voor kool
zaad met een hoog erucazuur gehalte geen grote
praktische betekenis voor de Nederlandse teler zal
hebben.
DE TEELT VAN ERUCAZUURARME
KOOLZAADRASSEN
TN de beschrijvende Rassenlijst Landbouwge-
wassen 1975 zijn nog geen laag-erucazuur-
houdende rassen opgenomen. Van de bekende win-
terkoolzaadrassen Marcus - Rapol en Mansholt's
Hamburger staat vast dat het zuurgehalte van de
daaruit bereide olie hoog is.
Door inkruising van bepaalde zomerkoolzaadras-
sen is veel reeds erucazuurarm zaad verkregen dat
nog in onderzoek is. Voorlopig was de indruk dat
de opbrengsten in het algemeen lager zijn en slap
per van stro.
JJET vroegrijpende ras PRIMOR heeft zowel
als gewas als in opbrengst verhoudingsge
wijs de beste indruk gemaakt. Vandaar dat het mi
nisterie van Landbouw, gezien de wenselijkheid om
naar aanleiding van de beslissing van de Commis
sie de nodige maatregelen te nemen, besloten heeft
dat INGAANDE 30 JULI 1975 tot 1 JULI 1976
TEELTMATERIAAL VAN HET RAS PRIMOR IN
HET VERKEER MAG WORDEN GEBRACHT.
De Commissie voor de samenstelling van de ras
senlijst voor landbouwgewassen is in deze aange
legenheid, overeenkomstig de Zaaizaad- en Plant-
goedwet, gehoord. Volgens die Commissie, die ver
antwoordelijk is voor de opname en classificatie
van rassen op de Aanbevelende Rassenlijst, is het
in Frankrijk gekweekte ras Primor van de in ons
land bekende erucazuurvrije of -arme rassen het
meest uitgebreid beproefd. In die groep van rassen
heeft Primor qua opbrengst en andere voor de teelt
belangrijke eigenschappen een relatief goede in
druk gemaakt. Ten opzichte van de belangrijkste
tot nog toe gebruikte rassen Rapol en Marcus
beide met een hoger erucazuur gehalte dan 15
moet de productiviteit van Primor wat lager wor
den getaxeerd. Daarbij speelt de grotere gevoelig
heid voor de schimmelziekte Phoma lingam een
belangrijke rol. Ook is volgens de rassenlijst 1975
de winter vastheid nog een onzekere faktor. Na de
zachte winter zal hieromtrent, tenminste in ons
land, zo lijkt ons, ook nog geen voldoende zeker
heid zijn verkregen. Overigens wordt in Rassenlijst
1975 opgemerkt dat o.a. de wasmiddelenindustrie
wèl een hoog erucazuur gehalte wenst. De voorkeur
van de afnemer speelt dus ook een rol en hierom
trent blijkt nog niet veel bekend te zijn.
Voor een goede vakantie behoeven we echt niet meer
naar het buitenland te gaan. Ook hier schijnt elke dag
de zon en we beleven vooral de laatste weken weer een
ouderwetse zomer met weinig wind en over het alge
meen zeer hoge temperaturen. Gelukkig brengt een on
weersbui af en toè wat verkoeling en ook wat regen.
Hiervoor zijn we erg dankbaar, want vooral op de
droogtegevoelige gronden kwam de vochtvoorziening
reeds in het gedrang. Eventuele gevolgen hiervan zijn
doorwas in de aardappelen en noodrijpheid in de gra
nen. Om dit kwaliteitsverlies zitten we nu juist niet te
springen. Ook op de opbrengsten van de gewassen is dit
warme weer zeker van invloed en ongetwijfeld notg
meer in de ons omringende landen dan in ons eigen kik
kerlandje. Vooral de gewassen op de berghellingen heb
ben het dan hard te verduren. Zodra er dan ook van
enige schaarste van een vrij produkt zoals aardappelen
sprake is, ontwikkelt zich er direkt een levendige han
del in. Juist daarvan moeten we het tegenwoordig heb
ben. De wet van „vraag en aanbod" blijft dus aktueel en
is van wezenlijk belang voor onze uiteindelijke bedrijfs
resultaten. Van de vroege aardappelen en de plantuien
zijn de prijzen heel goed en er lijkt ook perspectief in
te zitten voor de latere levering. Dit zijn gelukkig weer
lichtpunten, want de landbouw heeft broodnodig .geld
nodig. Dit is alom bekend, maar toch heeft onze minis
ter toch nog geaarzeld. We zijn daarom toch benieuwd
welk antwoord onze bewindsman straks in september
voor ons in petto heeft. De tijd zal het leren of de ge
zondmaking van de boerenstand straks hoog op het pro
gramma (genoteerd zal staan.
Afgelopen voorjaar was het pootgoed zeer schaars
en de prijzen waren daardoor erg gestegen. Nu er veel
pootgoed te velde reeds is afgekeurd, lijkt het er op, dat
we a.s. voorjaar weer met hetzelfde euvel te kampen
zullen krijigen. Tijdige aankoop van pootgoed is daarom
thans dringend gewenst. De laatste jaren was het telen
van pootgoed voor eigen bedrijf niet zo interessant meer.
Nu met deze hoge prijzen is er toch weer meer voor
te zeggen om de voorziening weer in eigen hand te ne
men en daarbij slechts een kleine hoeveelheid hoog
waardig uitgangsmateriaal aan te kopen. Deze eerste
verdienste is zeker de moeite waard en werkt tevens
zeer kostenbesparend.
De graanoogst is nog niet aan de gang en gelukkig
maar, want anders zag het er helemaal niet best uit!
Opvallend is dat de zomertarwe het op de slechte struk
tuur veel beter heeft gedaan dan de zomergerst. Over
het algemeen waren deze gewassen bestemd voor de
ergste modderpercelen van vorig jaar. Meestal kon hier
op pas laat worden ingezaaid en de ongelijkheid van
de percelen moest dit voorjaar dan ook maar voor lief
worden genomen. Met de maaidorsers zullen we daarom
noodgedwongen een langere stoppel moeten snijden en
dit knaagt mede aan de stro-opbrengst. Op vele perce
len zullen we daarom met een halve stro-opbrengst ge
noegen moeten nemen, maar dit werkt weer door in de
stro-prijzen, want deze vliegen de pan uit. Het begint
er op te lijken dat de landbouw het van de tekorten
moet hebben, want uit ervaring weten we wat het zeg
gen wil om met en geladen schip de grond in te gaan!
De eerste monstername van de suikerbieten is weer
bekend en de cijfers van deze oogst zijn een goed ge
middelde van die der laatste jaren. Typisch is dat dit
jaar het aantal planten per ha ongeveer 10.000 hoger
ligt dan in het verleden. Het zou interessant zijn om te
weten wat daarvan nu wel de oorzaak zou kunnen zijn.
Komt het door de toename van 'het zaaien op eindaf-
stand of door de toepassing van -de temik of zijn er
andere oorzaken voor te vinden? Het grote plantenaantal
komt het wortelgewicht per ha ongetwijfeld ten goede,
maar het schept tevens weer nieuwe problemen voor de
rooimachines deze herfst.