kb KNLC
eist snelle maatregelen
Hoofdbestuur
vergaderde
T_IET Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité heeft
zich beraden over de moeilijke inkomenssituatie in
land en tuinbouw. Het KNLC acht het noodzakelijk dat
het toegezegde onderhoud van het Landbouwschap en
het kernkabinet over de fiscale en sociale verlangens
van de land- en tuinbouw thans op korte termijn plaats
heeft!
Resultaten hien/an zullen niet lang op zich mogen laten
wachten. Ernstig bezwaar bestaat tegen een mogelijk uit
stel tot na 1 juli 1976 van de invoering van de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet.
Ook het tegengaan van een verdere inkomensaantas
ting vraagt direkte maatregelen. Het KNLC wijst in dit
verband op het onjuiste en onbevredigende EEG markt
beheer in de tarwe- en de zuivelsektor.
Gevreesd moet worden dat de gestelde richtprijzen
hierdoor niet zullen worden gehaald. De aangekondigde
enorme prijsstijging van aardgas maakt een aanvaard
bare inkomensvorming in de tuinbouw onmogelijk. Grote
zorg bestaat ook over het beleid La.v. invoer uit niet-
EEG-landen.
XA ET ontstemming werd kennisgenomen van de resul
taten vanliet overleg in de EEG-ministerraad o-p
20 - 21 juli j.l. De producenten van zgn. slecht bakkende
tarwe is aanbevolen om voor de oogst 1976 rekening te
houden met een prijsverlaging tot op voederwaarde-
niveau.
Het is onbegrijpelijk, dat een dergelijk principebesluit
werd genomen zonder dat de technische uitvoerbaarheid
vast staat. Een aantasting van het akkerbouwinkomen,
zonder dat alternatieve oplossingen worden gegeven is
onaanvaardbaar en schokt het vertrouwen in het EEG-
beleid.
Ook in de zuivelsektor bestaat de kans op een vermin
dering van de inkomensgarantie in de toekomst. Het
KNLC vindt dit onjuist en meent dat het EEG-markt- en
prijsbeleid de grondslag moet blijven voor een redelijke
ontwikkeling van de landbouwinkomens.
UITSTEL ALGEMENE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDS
WET (A.A.W.)?
De Sociale Verzekeringsraad (S.V.R.) het orgaan, dat
belast is met het toezicht op de organen, die de wette
lijke sociale verzekeringen uitvoeren, is bezorgd, dat de
Algemene Arbeidsongeschiktheidswet niet per 1 juli 1976
zal kunnen worden ingevoerd, zoals de Regering in het
vooruitzicht heeft gesteld. De Raad meent, dat nog zoveel
werk verzet moet worden, dat de voorbereiding van de
invoering niet tijdig rond zal komen.
Niet kan worden ontkend, dat er nog heel wat te doen
valt om de wettelijke voorziening voor elkaar te krijgen.
Het wetsontwerp immers moet nog door de Tweede Ka
mer worden aangenomen. Of het wetsontwerp ongewij
zigd het Staatsblad zal halen is dus niet zeker. De be
drijfsverenigingen die de Wet moeten uitvoeren hebben
tijd nodig om zich op hun nieuwe taak voor te bereiden.
De nieuwe wettelijke regeling moet bovendien in de be
staande sociale verzekeringswetten worden ingepast.
Ook dit kost tijd. Onzekerheid bestaat voorts over het
arbeidsongeschiktheids'kriterium, dat bij de uitvoering
van de nieuwe wet zal worden gehanteerd. Kortom de tijd
dringt!
Toch blijven de 3 C.L.O.'s van mening dat het Parle
ment het in de hand heeft de invoering van de A.A.W. op
1 juli 1976 mogelijk te maken.
Jammerlijk moet worden vastgesteld dat met een uit-
ctel van de A.A.W. de belangen van de zelfstandigen
allerminst zijn gediend. Immers zij zijn al zo lang wach
tende op een wettelijke voorziening, die hen bij een blij
vende invaliditeit niet in de kou laat staan.
Zoals bekend heeft het Landbouwschap de sociaal-
economische positie van de land- en tuinbouw bij de Re
gering aan de orde gesteld en maatregelen in de sociale
en fiscale sfeer bepleit. Aangenomen mag worden dat de
onderhavige materie bij het binnenkort te houden over
leg met het Kabinet eveneens aan de orde zal komen.
De zelfstandigen zullen van uitstel niet de dupe mogen
worden.
Welk standpunt de Regering inneemt is vooralsnog niet
bekend. Voor wat ons betreft zullen de rechten, welke
de nieuwe wet voor de zelfstandigen in het vooruitzicht
stelt, toch met 1 juli 1976 moeten ingaan. De wijze waar
op dit kan zal nader besproken moeten worden.
(Vervolg van pagina 1)
GROENBEMESTING
IA/AT betreft de sjechte struktuur kwam het Hoofd-
vv bestuur tot de konklusie dat specifieke maatrege
len voor het Zuid-Westen noodzakelijk zijn om het land,
en daarmee de bewerker daarvan, er weer bovenop te
helpen. De voorkeur gaat uit naar groenbemestingspro-
jekten en in voorkomende gevallen naar schuimaarde
bemesting. Daar de methoden van gebied tot gebied kun
nen verschillen zal zo spoedig mogelijk een uitgewerkt
plan worden opgesteld.
VEEHOUDERIJ
i
LI ET gunstige weer zal, als ook de snijmais-oogst
goed uitvalt, een belangrijke oorzaak zijn geweest
voor de te verwachten gunstige ruw-voeder voorraad
voor de komende winter", aldus de heer J. M. van Heijst
in zijn veehouderij-overzicht. Ook het graszaadhooi kan
onder deze omstandigheden een goede aanvulling be
tekenen. De heer Van Heijst was minder tevreden over
de hoeveelheid stro, op de traditionele bedrijven een
moeilijk te missen produkt. Er is moeilijk aan te komen
en de prijzen zijn hoog.
Ook over het gebruiksvee had de heer Van Heijst gun
stige berichten. Door de exportmogelijkheden worden
b.v. kalfvaarzen gevraagd. In de slachtvee-sektor trekken
de prijzen eveneens aan. De slachtkoeien hebben echter
een veer moeten laten^f.o.v. enkele maanden geleden.
Het aantrekken van de prijzen schreef de heer Van Heijst
toe aan de slachtpremie dit voorjaar. Het was hem opge
vallen dat België de hoogste notering van de hele EEG
heeft met een circa 60 cent hogere prijs dan in Nederland
per kg levend gewicht.
De moeilijkheden met de hammen-export zijn er de
oorzaak van dat de varkensprijzen wat onder druk staan.
De prijzen schommelen duidelijk naar gelang de aanvoer.
De prijzen van de biggen volgen in het algemeen die van
de varkens.
De melkaanvoer, die aanvankelijk achter bleef, is mo
menteel hoger dan in de vergelijkbare periode van 1974.
Voor het Ie halfjaar 1975 wordt een 3% hogere melk-
opbrengst verwacht t.o.v. 1974. Voor Brabant en Zeeland
is dat 2,1 De afzet van boter is goed door vraag
uit het Verenigd Koninkrijk. „Dit houdt duidelijk verband
met de verlaging van de kompenserende bedragen
(groene pond) van 5 Voor de periode na 16 septem
ber, na de tweede fase van de verhoging van de richtprijs
voor melk, houden we echter ons hart vast, aldus de heer
Van Heijst.
De afzet van kaas blijft, ondanks de vrijwillige produk-
tiebeperking, moeilijk verlopen. De heer Van Heijst was
van mening dat de voorstellen van de EEG-ministers om
de melkpoederberg weg te werken een druppel op een
gloeiende plaat zullen zijn. Veel verdergaande maatrege
len zullen nodig zijn om de markt weer gezond te maken
en om de richtprijs van melk te kunnen halen, zo besloot
de heer Van Heijst zijn overzicht
TUINBOUW
[~)E heer M. J. Goud had aanmerkelijk minder goede
berichten. Diverse onder glas geteelde groenten
bleven, ondanks een teruglopend aanbod, laag in prijs.
Ook de groenten van de volle grond, met uitzondering
van bloemkool en de eerste sperciebonen, werden op
een lusteloze markt verhandeld. De vroege aardappelen
evenwel konden een redelijk prijsniveau handhaven.
De nieuwe aardgasprijzen zijn in tuinbouwkringen met
teleurstelling ontvangen. „Onbegrijpelijk dat een jaren
lange beleidslijn (omschakeling van olie op gas) kenne
lijk abrubt wordt afgebroken", aldus de heer Goud, die
de protesten van het Landbouwschap „terecht" noemde.
De oogst van het kleinfruit is deels achter de rug, met
afwisselende resultaten. Zo was de oogst van frambozen
en zure morellen sterk tegenvallend in opbrengst en prijs.
Op de ZLM Hoofdbestuursvergadering van 5
augustusdie in de „Wouwse Tol" te Bergen op Zoom
werd gehouden waren aanwezig voorzitter Ir. D.
Luteijn, de vice-voorzitters G. P. A. van Nieuwen-
huijzen en S. de Visseren de secretarissen A. Kórte-
weg en Mr. J. Oggel.
Van de Hoofdbestuursleden waren aanwezig de
heren C. J. Almekinders (kring West Zeeuws-
Vlaanderen)K. Dees (kring Oost Zuid-Beveland)
L. van Dixhoorn (plv. kring Hulst), A. J. G. Doele-
man (kring S chouw en-Duiv eland R. den Engelse
(tuinbouw), M. J. Goud (tuinbouw), J. M. van
Heijst (veehouderij)A. van Hoeve (kring Axel),
G. J. de Jager (kring Altena-Biesbosch)M. C. J.
Kosten (kring Tholen-St. Philipsland)P. Lous
(veehouderij)H. C. v. d. Maas (kring Noord-Beve
land), B. H. Maijers (kring Langstraat), J. Nieu-
wenhuyse (kring West Zuid-Beveland) en W. van
Veldhuizen (kring Oost- en Midden-Brabant).
Het sekretariaat werd vertegenwoordigd door
Jeanet C. B. Priem en W. C. Sinke.
De opbrengst van zowel rode als zwarte bessen was goed
maar de prijs viel tegen. „De kleinfruitteier zal het steeds
meer moeten hebben van hoog gekwalificeerde produk-
ten voor de verse konsumptie-markt".
De heer Goud vertelde dat de kleinfruittelers nu ook
nog eens geplaagd worden door schade, aangebracht
door vogels. Hij pleitte voor maatregelen om de zwakke
positie van de bedrijfsgenoten in deze sektor te verbete
ren.
De oogst van de eerste appelrassen is in volle gang.
De markt laat vooralsnog een vaste stemming zien.
Gelet op de oogstverwachtingen kan er voor Neder
land gesproken worden van een normale appeloogst en
een kleine perenoogst (50 van normaal). Op Europees
niveau kan gesproken worden van een 20 grotere
oogst dan vorig jaar voor de appels en een 7 a 8% klei
nere oogst voor de peren.
Tot slot van zijn tuinbouwoverzicht bracht de heer Goud
de bedrijfsverzorgingsdiensten, speciaal voor de tuin
bouw, onder de aandacht van het Hoofdbestuur. „Vooral
de fruitteelt zou hier zeer mee gebaat zijn".
Tf ORIGE week schreven wij over een geval dat in het
Vakstudienieuws was gepubliceerd. Het ging daar
over een man en een vrouw, die voor hun huwelijk had
den afgesproken dat zij zouden trouwen in gemeenschap
van goederen. De vrouw zou een testament intrekken
dat in de omstandigheden zoals die op haar huwelijks
datum waren, tot gevolg zou hebben dat haar zuster haar
enige erfgename was. De vrouw herriep het testament
niet. Toen zij overleed na een meer dan 20-jarige huwe
lijk, was haar zuster haar erfgename. De man kreeg niets.
Dat werd tot in hoogste instantie zo beslist. Nu wordt de
vraag gesteld hoe het dan zit met die afspraak, die man
en vrouw voor hun huwelijk hadden gemaakt. Zo'n af
spraak is toch een overeenkomst en is-.die dan niet geldig?
Het antwoord moet luiden: Nee, deze overeenkomst is
niet geldig. In het algemeen kennen wij in ons recht kon-
trakt-vrijheid. Men kan de overeenkomsten sluiten die
men wil aangaan, maar er zijn uitzonderingen. Een van
die uitzonderingen vinden wij in artikel 1370 van het
Burgerlijk Wetboek. Daar staat in dat men geen over
eenkomst kan treffen over een nog niet opengevallen
nalatenschap. Dat wil zeggen, niet over een erfenis die
er nog niet is, omdat de erflater nog leeft. Men kan ook
niet bij overeenkomst de vrijheid om een testament te
maken, beperken. Dat was nu echter precies de strekking
van de overeenkomst tussen de aanstaande echtgenoten
geweest. En door dat verbod van deze soort overeenkom
sten in dat artikel 1370 van het Burgerlijk Wetboek had
de afspraak geen waarde. De man moest dus de helft van
het vermogen afstaan aan de zuster van zijn overleden
vrouw of in ieder geval zou het daar nv op neer komen.
NU komt natuurlijk de vraag op of dat nu niet te
voorkomen was geweest. Is het niet mogelijk een
dergelijke afspraak, die in een geval als dit, toch een
goede zin kan hebben, rechtsgeldig vast te leggen? Dat
had inderdaad gekund!
Man en vrouw hadden dan naar de notaris moeten
gaan en een acte van huwelijksvoorwaarden moeten ma
ken. Bij een acte van huwelijksvoorwaarden kunnen
echtgenoten en aanstaande echtgenoten elkaar n.l. hun
gehele of gedeeltelijke nalatenschap vermaken. Dat staat
in artikel 146 van het Burgerlijk Wetboek en dat artikel
vormt een uitzondering op het hierboven genoemde arti
kel 1370.
Nu zegt U misschien: Ja, maar de man en de vrouw
wilden trouwen in gemeenschap van goederen en nu zou
den ze dan toch huwelijksvoorwaarden moeten maken.
Dat is juist, maar de inhoud van die huwelijksvoorwaar
den is dan alleen dat de echtgenoten elkaar hun nalaten
schap vermaken. Verder hoeft dit niet te gaan. Ze kun
nen toch in gemeenschap van goederen trouwen.
TT IJ hebben vorige week al geschreven dat het onder-
havige geval toch wel zeer uitzonderlijk was. Daar
om is het juist ook een sprekend geval. De les die eruit te
trekken is, is niet alleen dat men testamenten op tijd moei
maken, want dat het te laat is als men „uit de tijd" is.
Maar ook dat het zaak is afspraken die van zo groot be
lang kunnen zijn, te bespreken met deskundigen.
Dat zijn in deze soort zaken in de eerste plaats de no
tarissen. Het komt tegenwoordig dikwijls voor dat er
verder ook een belastingdeskundige aan te pas komt. Zo
maar met z'n tweeën dergelijke zaken regelen, levert,
dat blijkt weer, het gevaar op, dat men fout komt te zit
ten n.1. met een ongeldige overeenkomst.
IS AN dat dan niet als men deskundigen raadpleegt?
Ónmogelijk is dit niet. Deskundigen zijn ook maar
mensen. Ze maken ook fouten. Bovendien moet men er
mee rekenen dat twee mensen op een rechtskwestie een
verschillende kijk kunnen hebben.
Als de ene mens de adviseur en de andere de rechter
is kan een procedure nadelig uitvallen. Maar het risico
is toch veel kleiner dan wanneer men geen gebruik maakt
van een vakman, die in ieder geval een aantal moeilijk
heden zal zien proberen op te lossen. Het is ook mogelijk
dat een advies dat jaren geleden goed uxis, door wets
wijzigingen nu anders zou luiden. Het zit er overigens
niet in dat dit het geval zal zijn als het gaat over over
eenkomsten over nog niet opengevallen nalatenschappen.
Althans in het voorontwerp van boek 6 van het nieuwe
Burgerlijk Wetboek is de betreffende bepaling nog op
genomen.
PAAUWE.