m ""WW maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw èn veeteelt in zeeland en noord-brabant ËÊl^SÈÈÉ jL it JffM I r *4 WBPi jflpi Wk HOOFDBESTUUR VERGADERDE DE land- en tuinbouwblad VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1975 63e Jaargang - No. 3293 Br w f ar IV J mt 'Si IL 1 H I k ÊÊL Alhoewel we nog aan het begin van oogst 1975 staan moet er toch ook alweer aan de voorbereidingen voor oogst 1976 aandacht worden besteed. Na de overvloedige regen val najaar 1974 laat de konditie van de grond nog steeds veel te wensen over. Vandaar dat de heer J. Kodde, specialist bodem en bemesting van het C.A.R. Goes in een artikel in dit nummer op pagina 9 nu al ingaat op de vraag welke behandeling van de grond, na het ruimen van de gewassen, de voorkeur verdient. Spitten met de spitmachine heeft bijv. to.v. het ploegen enkele aantrekkelijke voordelen o.m. door de „breekwerking" van de spade in de grond. De foto is van Vicon. Alvorens zich te buigen over landbouwproblematieke zaken heeft het Hoofdbestuur van de ZLM, in zijn maan dag 4 augustus j.l. gehouden vergadering in „De Wouwse Tol" te Bergen op Zoom, wensen voor spoedig herstel gestuurd aan respektievelijk de oud-voorzitter van de ZLM, Ir. M. A. Geuze, en de voorzitter van het KNLC, Ir. C. Knottnerus, die beiden reeds enige tijd ziek zijn. In zijn openingswoord vatte de voorzitter van de ZLM, Ir. D. Luteijn, de vooruitgang van één jaar landbouwpoli tiek (sinds „de hete zomer" 1974) in feite in 3 woorden samen: „geen fundamentele vooruitgang". De heer Luteijn wees erop dat de belangrijkste eis, n.l. verbetering van de boeren prijzen, nog steeds niet is gerealiseerd. Hij stelde nadrukkelijk dat deze eis het hoofddoel moet blij ven en dat hiervan niet afgeweken mag worden. „Ook niet door de, overigens onaanvaardbare, voorstellen van de EEG-ministerraad om de interventieprijs voor\zachte tarwesoorten te verlagen". De ZLM-voorzitter hield het Hoofdbestuur voor dit hoofddoel bij de beraadslagingen over de tarwekwestie steeds in het oog te houden. Dich ter bij huis blijvend konstateerde de voorzitter van de ZLM dat het Zuid-Westen nog steeds te kampen heeft met de gevolgen van de wateroverlast. „De struktuur van de grond is danig bedorven". Als enige mogelijkheid zag de heer Luteijn specifieke struktuurverbeterende maat regelen voor het Zuid-Westen. Hij vroeg het Hoofdbe stuur daarvoor suggesties aan te dragen. Tot slot van zijn openingswoord vroeg de heer Luteijn aandacht voor de plannen van het Landbouw Economisch lnstituut~(LEI) om in september geaktualiseerde prognoses op te gaan stel len. Dit houdt in dat het LEI zijn voorkalkulaties zal aan- In dit nummer o.m.: H.B.-KNLC eist snelle maatregelen pag. 3 Levensverzekering en rendement pag. 4 Uit de praktijk pag. 5-6 Stel de voorraad win- tervoer veilig pag. 7 Grote opbrengstver- schillen tussen graszaad rassen pag. 9 Tuinbouw pag. 11 AKKERBOUW A LVORENS in te gaan op de tarwekwestie gaf de heer A. J. G. Doeleman eerst een overzicht van de stand van zaken op het land. Hij begon met te konstate ren dat de weersomstandigheden gunstig waren geweest. Desondanks is er nog steeds een flinke achterstand in de ontwikkeling van de gewassen, met name in de hak- vruchten. De bieten-monstername ligt behoorlijk beneden het 10-jarig gemiddelde en de slechte struktuurplekken zijn nu duidelijk te zien. Ook de rooiproeven bij de aard appels wijzen op een flinke achterstand. Over de granen en peulvruchten was de heer Doeleman gematigd opti mistisch. De verschuiving van de wintertarwe naar gerst en zomertarwe zal hier een zware verliespost in kg-op- brengst opleveren. De opbrengst van het pootgoed valt tegen terwijl er bij gestegen prijzen weinig aanbod is. De prijs van de consumptie-aardappels is goed. De ter- mijnmarkt heeft duidelijk gereageerd op de bekendma king, via de mei-telling, dat er 10% minder aardappels zijn uitgepoot. Voor het Zuid-Westen bedraagt deze in krimping soms zelfs 25 De peulvruchten markt werd door de heer Doeleman rustig genoemd. Daarentegen staat stro sterk in de belangstelling. De graszadenoogst tenslotte heeft onder gunstige omtandigheden plaats ge vonden, met sterk wisselende opbrengsten. TARWE vullen met de tot dan toe gerealiseerde gegevens. „Een mooie gelegenheid om zelf ook weer eens aan het reke nen te gaan en onze cijfers met de LEI-cijfers te verge lijken". Aldus de ZLM-voorzitter. DE HUIDIGE SITUATIE Bij de bespreking van de huidige situatie in land- en tuinbouw sloot de vergadering zich aan bij de mening van de voorzitter, Ir. Luteijn, dat er in wezen geen voor uitgang is geboekt. „Alle argumenten die aangevoerd zijn om de steeds verder achteruitgaande inkomenspositie van boer en tuinder aan te tonen lijken voor dovemans oren gezegd". Gekonstateerd werd dat de roep uit de achterban om harde akties steeds luider wordt „Het kan zo niet langer meer". Het Hoofdbestuur bleef dan ook op zijn reeds eerder ingenomen standpunt staan dat elke geschikte gelegenheid moet worden aangegrepen om de boeren-eisen naar buiten te brengen. Ondertussen zal de Miljoenennota en Troonrede afgewacht worden. „Daar zal nu toch werkelijk iets konkreets uit naar voren moeten komen", aldus het Hoofdbestuur. CONTROLECOMMISSIE Het Hoofdbestuur besloot n.a.v. de geaktualiseerde LEI-prognose, die in september verwacht wordt, een eigen kontrole-kommissie in te stellen die vergelijkende berekeningen op zal stellen. Deze eigen berekening zal dan getoetst kunen worden aan de LEI-kalkulatie (of om gekeerd). heer Doeleman ging vervolgens in op de tarwe kwestie. Hij memoreerde zijn op de vorige verga dering ingenomen standpunt, waarin hij het tarwebeleid reeds als onrechtvaardig had gekenschetst. Dit stand punt wordt nu nog versterkt door de voorstellen om voor tarwe met mindere bakkwaliteit een lagere interventie prijs vast te stellen. De heer Doeleman wees op de enor me konsekwentie die de huidige onzekere situatie dit na jaar voor het bouwplan kan hebben. „Tarwe blijft een noodzakelijk gewas in ons bouwplan en reeds veel te lang hebben wij genoegen moeten nemen met een te lage prijs". Als oorzaken noemde de heer Doeleman het kon- sumentenbeleid, .een verschil in valuta's en regionalisatie- verrekeningen. Hij vroeg zich overigens af hoe men tot een kwaliteitsbeoordeling zou kunnen komen. „Deskun digen voorzien hierbij grote problemen". Doorzetten van de maatregel noemde de heer Doeleman „het inbouwen van onbillijkheden". De enige konkiusie die de heer Doeleman kon trekken was dat er duidelijk stelling genomen moet worden tegen de voorstellen van de EEG-ministerraad. „Het is een on juiste voorstelling van zaken als zouden de problemen ontstaan zijn door de mindere tarwe en niet door een beleid duidelijk op de konsument gericht"! „ONAANVAARDBAAR" LIET Hoofdbestuur wijdde een uitvoerige diskussie aan de tarwe en aan de eventuele te nemen stap pen. Algemeen was men het eens het hoofddoel, te weten betere boerenprijzen, te laten prevaleren. Niettemin wa ren de leden zeer ongerust over de tarwe-voorstellen. In ieder geval moet er zekerheid zijn voordat de wintertarwe gezaaid gaat worden. Het Hoofdbestuur van de ZLM be sloot de ontwikkelingen in de komende tijd af te wachten, „maar mocht het verkeerd gaan dan zullen we ons ant woord klaar hebben". Het gehele voorstel, tenslotte, werd als „onaanvaardbaar" van de hand gewezen. (Zie verder pag. 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 1