P> iöi LD (TT) SS 1 OO Inrichting van de werkplaats £X>i« fen a o 1 Muskusrat- bestrijding vraagt extra aandacht 4 CAR - Zevenbergen A. F. PEETERS Steeds meer worden reparaties aan trekkers en ma chines door de loonwerker en de boer verricht op het eigen bedrijf. Om de reparaties te kunnen verrichten moet men naast een goede werkplaats ook de nodige vakkennis hebben, het juiste gereedschap bezitten en over de juiste hulpmiddelen kunnen beschikken. De inrichting van de werkplaats, ook wel de garage van het landbouwbedrijf genoemd, moet ordentelijk en overzichtelijk worden ingericht. Hier moeten de vol gende eenvoudige onderhouds- en reparatiewerkzaam- heden kunnen worden uitgevoerd: 1. het dagelijks en wekelijks onderhoud van trekkers en werktuigen, 2. het monteren en demonteren van onderdelen, 3. het herstellen van gebroken of verbogen onderdelen, 4. het schoonmaken en voorzien van roestwerende mid delen aan de werktuigen. Alhoewel in de praktijk blijkt dat op akkerbouwbe drijven wat meer goed ingerichte werkplaatsen zijn dan op rundveehouderijbedrijven, zijn ze ook op deze bedrij ven, misschien wat beperkter in omvang, zeker op zijn plaats. DE RUIMTE De oppervlakte moet zo groot zijn, dat er voldoende loop- en werkruimte overblijft als een werktuig gerepa reerd moet worden. Op een doorsnee akkerbouwbedrijf is dan een ruimte van 6 x 10 m nodig. De deuren moeten voldoende hoog (3.50 m) en breed (3.50 m) zijn. Meestal zijn er 2 gevels beschikbaar voor het aanbrengen van ramen, zodat hierdoor voldoende licht naar binnen kan komen. Daarnaast is kunstlicht no dig (TL-lampen) en enkele goed beveiligde looplampen. TOELICHTING In de werkplaats moet de apparatuur en het gereed schap overzichtelijk zijn opgesteld en opgeborgqfi. Wan neer klein gereedschap zoals hamers, tangen, sleutels, schroeven, enz. een vaste plaats hebben, kan het zoeken naar gereedschap heel wat tijd besparen. Na gebruik het gereedschap weer op de juiste plaats opbergen kan op dat moment wel even wat zelfoverwin ning en tijd kostgn, maar dat weegt niet op tegen de tijd, die nodig is bij het eventueel later weer opzoeken van het gereedschap. VOORNAAMSTE HULPSTUKKEN IN DE WERKPLAATS (zie schets) 1. De werkbank: In iedere werkplaats moet een degelijke werkbank aanwezig zijn. Bij voorkeur geplaatst tegen een wand waar het daglicht kan binnenvallen. De minimale afmetingen zijn 2.50 m lang, 0.85 m hoog en 0.60 m breed. De hoekranden moeten voorzien zijn van hoekijzer. Een ijzeren of asbest blad geeft de werkbank een extra lange levensduur. Op de werkbank hoort een bankschroef met een minimale bekbreedte van 12 cm. Daarnaast is een verrijdbare werkbank erg handig bij het eventueel repareren in andere ruimten. De werk bank kan gemakkelijk zelf worden gemaakt. 2. Gereedschapsbord: Het gereedschap is afhankelijk van de uitgebreidheid van de werkzaamheden. Het moet van goede kwaliteit zijn en goed passen op de werktuigen. Het opbergen op een gereedschapsbord (met schaduw beelden) is nodig voor een goed overzicht. 3. Een boormachine: Op de wat grotere bedrijven kan een grote elektrische boormachine zelfs tot 30 mm goed van pas komen. Hierbij hoort een boorklem om het werktuig in te spannen. Meestal is zo'n grote boor wel 2e hands te koop. Daarnaast is een kleine boormachine (1012 mm) on misbaar, liefst met 2 toerentallen. Koop bij voorkeur een vertrouwd merk. 4. Vakkenkast: De vakkenkast is nodig voor een goede sortering van bouten, moeren, ringen, spijkers, enz. Bakjes welke van voren open zijn en waarop de maat aanduiding is aangebracht, vergemakkelijken het opzoe- „ken. 5. Verrijdbare krik (hydr.): Deze moet een hefver mogen hebben van 3 ton. 6. Verplaatsbaar aambeeld: Meestal zijn deze ook nog wel 2e hands op de kop te tikken. Het is een hulp stuk wat men hog weinig ziét op de bedrijven, maar wat erg handig kan zijn. 7. Autogeen lasapparaat: Dit hoort thuis op bedrij ven waar vrij ingrijpende reparaties worden verricht. Het wordt vooral gebruikt voor het snijden, buigen, warm stoken en hard solderen. Voor men hiermee gaat wer ken, is het volgen van een kursus wel aan te bevelen. Koop nooit 2e hands branders e.d. want deze kunnen groot gevaar opleveren. 8. Elektrisch lasapparaat: Dit is op de meeste be drijven onmisbaar. Men moet zich wel eerst bekwamen door het volgen van een laskursus. „Braden" kan reder- een, „lassen" is een andere zaak. Koop altijd"een lasappa raat van een bekend merk. Laat U goed voorlichten. Bekijk de kenplaat goed, waar waardevolle gegevens op staan o.a. de max. lasstroom (liefst 150160 A). Deze hebben een behoorlijk groot negelgebied waardoor ook hun materiaal gelast kan worden. De inschakelfaktor: deze moet bij normaal karweiwerk 2030 en bij in tensief lassen 3050 zijn. 9. Acculader: Op geen enkel landbouwbedrijf mag deze ontbreken. 10. BankslijpmachineUitgerust met 2 amarilstenen (1 fijn en 1 grof) is deze ook altijd nodig. 11. Zaagmachine: Bij grotere reparaties en wanneer ze niet te duur zijn, kunnen ze goed van pas komen. 12. Compressor: Een verplaatsbare compressor is beter dan een vaste. Meestal worden ze alleen gebruikt voor het op spanning brengen van luchtbanden en het schoonspuiten van werktuigen. Er komen steeds meer mogelijkheden om de compressor te gebruiken o.a. voor aandrijving van boormachines, slagmoersleutels, schar ren, verfspuiten en doorsmeerapparaten. De compressor moet voorzien zijn van een goede olie en vochtafscheider en -een pompcapaciteit hebben van 200 liter per minuut. 13. Olievaten: Deze moeten kort bij de deur staan. ALGEMEEN In een werkplaats moet verder een verwarmingsbron aanwezig zijn. Denk wel aan de afvoer van de verbran dingsgassen en luchttoevoer. Een brandblusapparaat mag nïet ontbreken. Een takelinstallatie is dikwijls erg handig bij het op tillen van zware stukken. Alles bij elkaar is het een hele investering aan ge reedschappen en hulpstukken. Voor een akkerbouwbe drijf van 40 ha is aan materiaal al gauw 60008ÖO0 gulden nodig. Gebruik het gereedschap dus met zorg, zodat het onderhoud en reparatie van Uw werktuigen WERKPLAATS N VEEL Schaal 1:33 9. 10. 1 1 12. 13. Werkbank Inkl. b.ankóchnoefi Geneed*chap - bond Boon*tandaand l/akke'nka*t Hydn. knik Aambeeld Autogen. lat,- appanaat Elektnl*ch la*appanaat Accu-laden Bankóllj p- machlne Zaagmachine Compne**on Olievaten In 1974 werden 53.690 vangsten van muskusratten ge registreerd; dat betekende een toename van 58 7r ten opzichte van 1973. Van dat aantal werd een kwart ih Zeeland gevangen en 57 in Noord-Brabant. Speciaal Tholen en het noord-westelijk kleigebied van Noord-Bra bant vertonen hoge ratten-populatiedichtheden. Dit heeft onlangs minister drs. Th. E. Westerterp (ver keer en waterstaat) tevens namens zijn ambtgenoot van landbouw en visserij, mr. A. van der Stee, medegedeeld in antwoord op mondelinge vragen van het Tweede Ka merlid, de heer Scholfen. De belangrijkste uitbreiding van de gebieden waarin de muskusratten voorkomen, betroffen het noorden en het oosten van Groningen, de IJsseldelta, de Betuwe, de Hoekse Waard en de Biesbosch. In 1975 zijn er tot 31 mei 21.312 exembicyren gevangen. In dezelfde periode van 1974 waren dit er 16.400 er is dus sprake van een toe name' van 30 7 Het aantal rijksraltenvangers is belangrijk uitgebreid. Het aantal manuren^ besteed door de rijks-muskusrat tenvangers, bedroeg in 1974 ruim 37.000, een toename van 73 ten opzichte van 1973. In 1975 moet gerekend worden op het voorkomen van dieren op allerlei nieuwe plaatsen. SCHADE Lang niet alle schade wordt gemeld; herstel vindt plaats door de beheerder zelf. Uiteraard worden wel alle schades, die gemeld worden, bijgehouden. Deze lijst zegt op zichzelf nog niet zoveel. De gevallen variëren van weggezakte trekkers tot uitgespoelde duikers. Dat is voor de betrokkenen uiterst hinderlijk maar staat in geen verhouding tot het probleem waarom het gaat. Het groot ste probleem is, dat wij de muskusratten moeten belet ten om door te dringen in het lagere polderland met zijn vele boezemkades en de daarachter gelegen lage en vaak dichtbebouwde gebieden. Er zal een campagne gevoerd worden waarvoor tijde lijk een groot aantal vangers nodig is. Daarvoor wordt een extra inzet van 22 rattenvangers geraamd, die met de huidige 23 rijksrattenvangers gecoördineerd moeten optreden. Van die 45 man totaal zijn ep 22 in het oosten van het land beschikbaar, en 20 in het zuiden. Het laat ste gebied is weliswaar kleiner, maar de rattenpopulatie is groter. Het meest effectief zou het zijn als de provincies hun medewerking bij de werving en aanstelling van deze extra vangers wilden verlenen. Voorts blijven wij uiter aard rekenen op een verdere inzet van de waterschap pen die de muskusratbestrijding mede tot hun taak re kenen. Daarnaast is er ook een wisselend aantal zoge naamde premievangers. Dit zijn particulieren die met een vergunning van het Ministerie van Landbouw en Visserij muskusratten vangen. Pèr gevangen exemplaar krijgen zij een premie. CO-ORDINATIE De bestrijding wordt gecoördineerd door de commissie muskusrattenbestrijding. Dit is een interdepartementale commissie met een secretariaat dat full-time voor de be strijding is ingeschakeld. Tot nu toe is een zodanige werk wijze gevolgd dat de rattenvangers in rijksdienst wer den ingezet, naarmate de muskusratpopulaties zich uit breidden. Tot voor kort kon geen andere methode wor den gevolgd, omdat geen onderzoekgegevens beschik baar waren, die op een andere wijze de bepaling van de behoefte aan rattenvangers mogelijk maakte. Een recente wetenschappelijk onderzoek heeft ons ech ter een veel solidere basis verschaft om de bestrijding aan te pakken. Bij de vangst is verreweg het belangrijk ste wapen de klem. Dat lijkt een weinig primitief, maar andere methoaen zijn er nagenoeg niet. In het werken (Zie verder pagina 7)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 4