De stand van de groentegewassen levering via uw zaaizaadhandelaar Steun voor de telers van klein fruit Produktschap Siergewassen past zich aan bij Europese regels 10 GROENTEN ONDER GLAS Tot nu toe zijn er al veel 'kilo's tomaten per vierkante meter van de verschillende gewassen geoogst. Er kwam bij de hete-luchtteelt nogal wat bloemrui voor doordat de gewassen zwaar beladen waren en de temperatuur in de kassen vaak erg hoog opliep. Voor de koude tomatenteelt was het warme weer wel gunstig. De planten rek ten meer op waardoor er meer ruimte in de gewassen kwam, en de zetting verliep beter. De kwaliteit wrd wat slechter doordat er veel gescheurde vruchten waren. De standi van de komkommergewassen is de laatste weken achteruitgegaan. Het aantal stuks per vierkante meter is echter wel ongeveer gelijk gebleven. De kwaliteit van de vruchten wordt evenwel minder. GROENTEN VAN DE KOUDE GROND De ontwikkeling van de aardbeien valt tegen. Er komt in Noord-Brabant veel rood- wortelrot voor, hetgeen de opbrengstverwachting nadelig beïnvloedt. 'Die opbrengst van de andijvie is de afgelopen tijd snel toegenomen. Het aantal te oogsten stuks bloemkool per are is momenteel redelijk. De sortering is gemiddeld kleiner dan normaal in deze tijdi van het jaar. De stand van de sperciebonen is goed. Er worden normale opbrengsten verwacht. De opbrengst van de vroege doperwten valt mee. Het gewas is wel kort gebleven maar het aantal peulen per plant en de korrelzetting is goed. De korrelopbrengst zal gemiddeld circa 4000 kg per ha bedragen. Op de vroegst geplante percelen tweedejaars plantuien zal medio juli met de oogst worden begonnen. Op percelen waar zich geen structuurmoeilijkheden hebben voor gedaan is de opbrengst normaal. Op de structuur-gevoelige percelen is de opbrengst daarentegen matig tot slecht. In vergelijking met de vroeg geplante uien is de gewas ontwikkeling op de na half april geplante percelen belangrijk minder. Dus geen inkomenstoeslag, maar een verwijzing naar de R.Z. Hierbij kan worden opgemerkt dat door de re gen vorig jaar veel bramen verloren gingen en dat de slechte stand en lage opbrengst van veel frambozenper- celen ook duidelijk een gevolg zijn van wateroverlast. Daarom kan men bij een aanvrage om steun in aan merking komen voor de vereenvoudigde procedure die o.a. bij veel akkerbouwers met waterschade is toegepast. Men kan dan rekenen op een snelle en soepele behande ling. DE R.Z. BIEDT DE VOLGENDE MOGELIJKHEDEN: a. Een periodieke (maandelijkse) uitkering ter vergoe ding van de kosten van het levensonderhoud. Deze uitkering wordt meestal gedurende een half jaar ver strekten moet in 't algemeen niet terugbetaald wor den. b. Bedrijfskrediët voor financiering van de bedrijfsuit- gaven. Dit kan zijn in de vorm van een bankgarantie voor een lening met verlaagde rente of renteloos. In sommige gevallen wordt zelfs een deel van het beno digde bedrag geschonken. Aanvragen voor de R.Z. wegens wateroverlast kunnen worden ingediend bij de distriktsbureauhouder of bij de afdeling Sociale Zaken van de gemeente waar men woont. Er wordt dan een begroting opgesteld om het eventuele likwiditeitstekort te berekenen. Het hangt verder van de omstandigheden af op welke wijze steun wordt verleend; hoe ongunstiger de mogelijkheden voor terugbetaling, hoe soepeler de voorwaarden. Wel wordt als eis gesteld dat het bedrijf levensvatbaar is en onder normale omstandigheden een redelijk inkomen oplevert. Let welbij de R.Z. is er geen sprake van schade vergoeding, doch van steun omdat een zelfstandige door omstandigheden te krap is komën te zitten en bij de bank niet meer terecht kan. Hoeveel schade men heeft is niet belangrijk, het gaat er in hoofdzaak om hoeveel men tekort heeft. Het is moeilijk om volledig te zijn bij het geven van een korte schriftelijke uiteenzetting. Voor U aanvraagt verdient het daarom overweging eerst advies en inlich tingen te vragen bij één van de sociaal-economische voor lichters van de standsorganisaties, b.v. A. van Oosten of J. Markusse van de ZLM. W. de Wolf van de C.B.T.B. of Rops van de N.C.B. KAPELLE tel 01102-1 Bij de inkomenstoeslagen die vorig najaar werden verstrekt, werd het kleine fruit ten onrechte ingedeeld bij de niet zwaar getroffen sektoren. Van verschillende zijden is hiertegen protest aangetekend, doch tevergeefs. Zo werd b.v. door de Zuidbevelandse vereniging van kleine fruittelers, in overleg met de afdeling Tuinbouw van de ZLM op 22 januari 1975 het volgende bezwaar schrift verzonden naar het Ministerie van Landbouw: Namens het bestuur van de Zuid-Bevelandse vereni ging van kleinfruittelers tekenen wij hierbij bezwaar aan tegen het feit dat bij. het bepalen van de inkomenstoesla gen het kleinfruit niet bij de zwaar getroffen sectoren werd ingedeeld. Hierdoor worden namelijk vele kleine ondernemers, die ondanks hard werken met een te karig inkomen genoegen moeten nemen, ernstig gedupeerd. De prijzen van het kleine fruit waren de laatste jaren overwegend te laag. Als gevolg hiervan werd de opper vlakte regelmatig kleiner, deze kromp zelfs 1020 per jaar. De kruisbessen en zwarte bessen zijn nagenoeg verdwenen, de rode bessen en frambozen worden van steeds beperkter betekenis. De bedrijfsresultaten waren de laatste jaren ons inziens belangrijk ongunstiger dan die van b.v. de glasgroenten of de bloembollenteelt, die wel een toeslag kregén. Beleefd doch dringend verzoeken wij U derhalve het betreffende besluit zodanig te herzien, dat ook het klei ne fruit bij de zwaar getroffen sectoren wordt ingedeeld en de telers dienovereenkomstigeen inkomenstoeslag krijgen. Mocht U besluiten tot de door ons gevraagde herzie ning, dan komt het geld terecht bij een groep kleine zelf standigen die het hard nodig heeft en het ons inziens naar de geest van de „Motie Ter Woorst" ook rechtens toekomt. De brief werd ondertekend door voorzitter N. Wisse en secretaris P. Eversdijk. In antwoord werd tweede helft juni 1&75 een brief ontvangen met de volgende inhoud: „Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief, waar van de beantwoording tot mijn spijt is vertraagd, deel ik u het volgende mede. Bij de vaststelling van de sectoren, waarvoor de inko menstoeslag 1974 van toepassing zou zijn, is uitgegaan van de te verwachten rentabiliteit in de diverse secto ren. Op grond van de in de zomer van 1974 beschik bare gegevens kon in vergelijking met andere produk- tietakken de kleinfruitteelt niet worden gerekend tot de „zwaar getroffen" sectoren. Aan uw verzoek om alsnog de desbetreffende beschik king aan te passen en ook de kleinfruitteelt als een zo danige sector te beschouwen, kan niet worden voldaan; alleen al gelet op het ter beschikking gestelde bedrag kan geen uitbreiding worden gegeven aan de werkings- Zowel frambozen als bramen ondervonden veel nadeel van de vele regen in afgelopen najaar en winter. sfeer van de inkomenstoeslagregeling. Ik begrijp, dat uw leden dit als een teleurstellende mededeling zullen ervaren, doch ik wijs er op, dat ook kleinfruittelers met een bedrijf van 30 tot 90 sbe wel een toeslag hebben ontvangen, zij het tot een bedrag van 800,Daarnaast zal het u bekend zijn, dat de Rijksgroepsregeling Zelf standigen ook voor kleïhfruittelers van toepassing is. Als zij in financiële moeilijkheden zijn geraakt, hebben zij recht op hulp in het kader van de zojuist genoemde re geling, indien zij op andere wijze niet in staat zijn deze moeilijkheden op te lossen". De algemeen directëur, Ir. E. F. GEESSINK. Het bestuur van het produktschap voor siergewassen heeft een „Fonds Ziektebestrijding Bloembollen" gev- sticht, waaruit het uit de markt nemen van door ziek ten aengetaste bloembollen gefinancierd zal worden. Aanleiding daartoe is een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg, dat de regeling voor het uit de markt nemen van bloembollen, zoals het produkt schap die tot nu toe heeft toegepast, in strijd acht met de EEG-sierteeltregelingen, omdat er ook bollen mogen worden ingeleverd die niet voldoen aan EEG-kwaliteits- eisen. In overleg met het ministerie van landbouw is het nieuwe fonds bij de Europese Commissie aangemeld als steunmaatregel, die overigens wel (via een heffing van het produktschap) door het bedrijfslëven zelf betaald zal worden. Het wachten is nu op formele goedkeuring door het ministerie (informeel is die goedkeuring er vol gens het produktschap al) en op het oordeel van de Europese Commissie. Vooroverleg met de diensten der Commissie is er al geweest. Dezelfde uitspraak van het Europese Hof heeft het produktschap ertoe gebracht zijn vakheffing op bloem bollen ('bestemd voor reclame, wetenschappelijk onder zoek, instandhouding van het produktschapsapparaat) gelijk te maken voor geëxporteerde en in het binnen land afgezette bollen. De heffing was 3,5 procent voor export en drie procent voor binnenlandse aflevering; zij wordt nu 3,5 procent voor alle bestemmingen. Het Europese Hof deed in januari zijn prejudiciale uit spraak, nadat het van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in Den Haag de zaak-Van der Hulst voor gelegd had gekregen. Het bollenexportbedrijf Van der Hulst was in 1972 in verzet gekomen tegen door het pro duktschap opgelegde vakheffingen en surplusheffingen (heffingen voor het uit de markt nemen van bloembol len). Het produktschap wil, nu het Europese Hof heeft gesproken, een uitspraak van het College van Beroep over de vraag of de heffingsverordeningen nu wel of niet in overeenstemming zijn met de EEG-regels? Het College zal die uitspraak pas in september of oktober doen, na er eerst in september een hoorzitting aan te wijden. Om het protest van Van der Hulst uit 1972 zal het dan niet meer gaan, wel om het protest dat dit bedrijf nu indient tegen de dit jaar opgelegde aanslagen voor vak- en surplusheffingen op bollen van de oogst 1974. Een vraag die in de oude zaek behalve het EEG-aspect van belang was: „Is de heffingsverordening wel formeel juist tot stand gekomen?", is dan van de baan. In november vorig jaar verklaarde het College van Beroep de heffingsverordening voor de boomkwekerij onverbindend, omdat het ontwerp ervan niet aan een commissie van bijstand van het produktschap was voor gelegd. Onverbindendverklaring van alle andere hef fingsverordeningen van het schap hing toen in de lucht, want alle leden zij aan hetzelfde gebrek. Het produkt schap redde zich -eruit door ijlings alle sinds 1973 uitge vaardigde heffingsverordeningen, dus ook die voor de bollen, alsnog aan de commissies van bijstand voor te leggen en opnieuw vast te stellen. Met de oudere heffingsverordeningen gebeurde dat niet, dus ook niet met de verordening waarop de in 1972 door Van der Hulst betwiste bloembollenheffing was ge baseerd. Het College van Beroep heeft het echter niet nodig gevonden die verordening alsnog formeel onver bindend te verklaren, omdat Van der Hulst inmiddels de destijds betaalde heffing van het produktschap heeft teruggetrokken. In een aantal andere gevallen, waarin betrokkenen net als Van der Hulst binnen dertig dagen na ontvangst van de aanslag bezwaar hadden gemaakt, is dat met die heffingen van voor 1973 ook gebeurd. Wie de termijn van dertig dagen niet in acht heeft genomen krijgt niets. Het College van Beroep heeft al een aan tal van die te laat binnengekomen protesten niet-ontvan- kelijk verklaard. Er staat nu wel een rij bollenmensen te wachten op een beslissing over de bezwaarschriften die ze tegen de nieuwere heffingen hebben ingediend, omdat die in strijd zouden zijn met de EEG-regels. Het produktschap heeft het College van Beroep gevraagd over die be zwaarschriften pas te beslissen na de uitspraak in de nieuwe zaak-Van der Hulst. De stukken van de oude zaak-Van der Hulst zullen nog wel bij die van de nieuwe worden gevoegd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 10