Rond de
Schelde
Nog geen vergelingsziekte in Walcherse suikerbieten
UIT DE
PRAKTIJK
Stand der gewassen valt mee
Gele roest slaat weer toe
Virusziekte in zomergerst
Raport commisie
Veehouderij-Welzijn Dieren
5
Niet averal in de WESTHOEK van Noord-Brabant is de
regen gevallen zoals we dat graag zouden willen. In 't alge
meen zijn we echter dik tevreden en de gewassen doen het
uitstekend. Natuurlijk is er nog achterstand, maar de laat
ste weken is er toch heel wat ingelopen en wij zijn, terwijl
we dit schrijven, enthousiast over de stand van de gewas
sen. Eerlijk gezegd hadden we dit in april niet kunnen ver
moeden. Gelukkig, het geeft de boer weer moed, want dat
heeft hij nodig. In Den Haag is het namelijk minder „groei
zaam" en we worden gewoon met een kluitje in 't riet ge
stuurd. Nu moeten we weer tot september wachten, intus
sen zal dan wel blijken, dat er zo bezuinigd moet worden,
dat het dan ook niet zal gaan. 't Zijn typische handigheidjes
van deze regering om bepaalde zaken op de lange baan te
schuiven. Wij zijn niet revolutionair, maar dat het zo de
verkeerde kant uitgaat en dat er wat moet gaan veranderen
wordt duidelijk. Hoe het moet? 't Is niet eenvoudig, we be
horen blijkbaar tot een verkeerde groep in Nederland. „Het
eerlijk zullen we alles delen" is voor de boerenstand niet
We hadden in WEST ZEEUWS-VLAANDEREN gehoopt
dat het regelmatig wat zou regenen, zodat de kluiten in de
aardappelruggen zouden verweren en de naweeën van het
slechte najaar 1974 wat minder merkbaar zouden zijn. Zo
af en toe regent het wel eens, maar dan van plaats tot
plaats erg verschillend. Gewassen als vlas, aardappelen en
mais „schreeuwen" om regen. Er is reeds vlas dat nog
slechts een tiental centimeter lang was omgeploegd. Ook
aardappelen werden uitgereden, evenals stambonen die door
een slechte kiemkracht, wat dit jaar veel voorkwam, en het
koude weer te dun bovenkwamen. In dergelijke gevallen
wordt Westerwoldsraaigras ingezaaid voor hooi of kuilvoer.
De luizen zijn dit jaar in veel gewassen weer erg aktief.
In bonen, karwij en graszaad doen ze naar onze mening
nogal wat schade. In bieten zitten we er harder achter aan.
De ervaring, opgedaan in 1974, zorgt dat we nauwlettend
de zaak volgen. Het overgrote deel is behandeld met Temik,
zodat we in de eerste weken van de groei voldoende bescher
ming konden verwachten. Nu, eind juni, zou de werking wel
eens niet meer voldoende kunnen zijn om aanvliegende lui
zen te doden. Het is dus oppassen.
In het buurland België is een groei regulator in bieten toe
gelaten, namelijk het middel P.R.B. 200. Het is een synthe-
Dit voorjaar is er in het zuidwestelijk zeekleigebied in
twee periodes zomergerst gezaaid. De eerste zaaiperio-
de heeft geduurd tot begin maart, toen de regen spel
breker werd. De neerslag duurde lang en wel tot in de
tweede helft van april en pas toen kon opnieuw met
zaaien worden begonnen. De vroeg gezaaide gerst ver
toont relatief wat meer „verdronken" plekken dan de la
ter gezaaide gerst. De vroeg gezaaide zomergerst be
gon 10 juni volop in de aar te komen, maar de later
gezaaide gerst wil tot op heden nog maar niet in de aar
komen. Wat is hier aan de hand?
Bij inspektie van deze latere zomergerstpercelen blijkt
dat er onder aan de basis van de gerstplant luizen voor
komen en de stengelvoet lijkt over de gehele lijn iets ver
dikt en er staan gerstplanten met „te vroeg geel" blad.
Deze percelen zijn door luizen besmet met het virus
We hebben de „langste dag" van dit jaar alweer achter
de rug. Volgens de kalender heeft die zomer zijn intrede ge
daan. Deze tijd van het jaar is op het veld altijd één van de
mooiste perioden. De gewassen zijn dan in de bloeiperiode
en er zijn nog geen tekenen van verval te zien. Ook op
WALCHEREN beleven we deze periode weer, alhoewel de
achterstand in de groei van de gewassen toch schaduwkan
ten heeft.
De laatste weken zijn de gewassen wel flink gegroeid. Het
warme weer en de vele uren zonneschijn zijn gunst ig vo
de groei. De daarbij optredende aanhoudende droogte geef
wel wat zorg. Vooral ook door de ongunstige structuur is
de vochtvoorziening niet al te best. Een flinke regenbui is
dan ook de wens van velen.
Voor de hooiwinning is het de laatste weken bijzonder
gunstig geweest. Bijna al bet hooi is gewonnen in een droge
zonnige periode. Dit zal de kwaliteit zeker ten goede komen.
Door het zonnige droge weer kon er veel werk worden
verzet de laatste weken. Het aantal verleturen was gering.
Zo hier en daar moet er toch nog wat met de hak aan on-
kruidbestrijding worden gedaan. De bestrijding van diverse
wortelonkruiden en dit jaar ook zaadonkruiden zoals zwarte
nachtschade, is niet altijd geweest wat men er van ver
wachtte.
van toepassing. Die moeten de buikriem maar weer verder
aanhalen. Intussen „kan hongerproces" echter wel chronisch
worden en dan is er niets meer aan te doen. We wensen
onze voormannen veel wijsheid en sterkte toe.
Intussen gaan wij maar door met onze gewassen. Het eer
ste graszaad zal weldra vallen voor de messen van maai-
machines en ook karwij begint wat te veranderen, 't Is na
tuurlijk allemaal wel wat later dan anders, dit geldt ook
voor de granen. De zomergerst heeft zich ook aardig her
steld, al hebben we de indruk, dat met name de late gerst
er zeker zo goed voorstaat als de vroeggezaaide. De bieten
doen het heel goed en een redelijke oogst, kan gezien de
huidige stand, binnen het raam der mogelijkheden liggen.
Ook de aardappelen gaan goed door in de eerste bespuitin
gen tegen het „kwaad" zullen wel reeds zijn gebeurd. Zo
gaat de boer door, van rusten is geen sprake, hij kijkt voor
uit. En zoals we in 't begin reeds schreven, ten aanzien van
de nieuwe oogst heeft hij toch wel een goede hoop!
tisch auxine die tot hogere suikeropbrengsten kan leiden,
mits toegepast op het goede moment en een juiste dosering.
Voor de vroeg te rooien bieten is de tijd tussen spuiten en
rooien te kort om voldoende effekt te kunnen hebben. Veel
collega's in ons gewest volgen begrijpelijk deze nieuwe ont
wikkeling met grote belangstelling. Het is in ons land (nog)
niet toegelaten.
Na een aanvankelijk vlotte groei, vertonen de bieten op
veel percelen een slechte stand. Dit is een gevolg van de
slechte structuur van de ondergrond en de droogte in juni.
De bieten worden licht van kleur en staan steil. De wortels
„stranden" op de blauwe laag in de bouwvoor. Ook in gra
nen is er weer het een en ander mis. Het wintertarweras
Clement, waar we vorig jaar nog zo enthousiast over wa
ren, wordt nu op veel percelen in zeer ernstige mate aan
getast door gele roest. Er is weinig wintertarwe, maar het
is voor het overgrote deel Clement. Het is overigens niet
alleen dit ras. Ook in andere rassen en in gerst en zomer-
tarwe komt gele roest voor. We komen steeds maar weer
voor nieuwe problemen en verrassingen te staan. Tijdens
een excursie deze week, zei een collega zeer terecht: je kunt
tegenwoordig eigenlijk geen dag meer van je bedrijf gaan,
want dan kan er er weeriiets aan de hand zijn.
IR. J. A. H. HAENEN,
C.A.R. - Zevenbergen,
barley yellow dwarf Dit virus is in andere landen bijv.
de Verenigde Staten beter bekend dan in ons land. In
de laat gezaaide percelen zomergerst waren de omstan
digheden van het weer en het groeistadium van het ge
was van dien aard, dat het virus zich hier middels lui
zen snel heeft kunnen verplaatsen en vermeerderen. Deze
algemene aantasting op de laat gezaaide zomergerstper
celen remt het in de aar komen en de korrelzetting in de
aar zal naar verwachting te wensen overlaten. Hoe een
en ander zal aflopen, wordt mede bepaald door de om
standigheden in de nog resterende groeiperiode.
Het gewas is achterop geraakt en ziek; dit is een tries
te zaak. Bestrijding van deze virusziekte is nu niet mo
gelijk en zou derhalve zinloos zijn. Hopelijk is het ver
dere verloop van de groei van dien aard, dat de korrel
opbrengst zo weinig mogelijk wordt gedrukt.
Op sommige percelen erwten komt in ernstige mate voet-
zdekteaantasting voor. De inwendige roodverkleuring van de
wortels is hiervoor een duidelijke aanwijzing. Wij vrezen
dat de opbrengst van deze percelen een heel eind verkeken
is. Daartegenover zijn er ook percelen erwten met een goede
stand en gunstige ontwikkeling.
De bestrijding van de bladluis in de bieten vraagt nog
steeds de aandacht. In de afgelopen weken nam het aantal
bladluizen slechts in geringe mate toe. Toch zijn er nam
aanleiding daarvan veel collega's geweest die een bestrijding
cOegepast, netzij voor de eerste keer of als hernaling.
We zijn benieuwd hoe de bieten zich de eerstkomende vw
ken zullen vertonen wat betreft het optreden van verge
lingsziekte verschijnselen. Vorig jaar werden de allereerste
verschijnselen omstreeks 5 juni waargenomen. Dit jaar heb
ben we ze nog niet gezien. Hopelijk zijn dit gunstige aan
wijzingen.
Wanneer we een tussentijdse balans opmaken van de
basis-akkerbouwprodukten tarwe, suikerbieten en aardappe
len dan hebben we momenteel over het geheel gezien nog
de beste kijk op de suikerbieten. De tarwe, vooral de winter
tarwe met zijn sterke gele roestaantasting in het ras Cle
ment doet ons het ergste vrezen. Met die aardappelen kan
nog van alles gebeuren maar het geheel overziende zijn de
verwachtingen toch niet erg hoog gespannen.
Van de „kleinere" gewassen vermelden we van de erwten
onze bevindingen al. Sommige percelen vlas vertonen al
bloei bij een nog maar kleine lengte. Bij de bruine bonen is
de stand op veel percelen wat dun en schraal. Het blauw-
maanzaad geeft nog al een uitéénlopende stand te zien. De
stand van de uien is overwegend niet ongunstig. De periode
waarin er weinig groei in zit is voor dit gewas weer bijna
voorbij.
j
Een volledige oplossing van de welzijnsproblemen met
landbouwhuisdieren is niet mogelijk, maar de proble
men kunnen wel aanzienlijk worden verminderd.
Dit is de strekking van het commissie-rapport „Vee-
houderij:-Welzijn Dieren" dat de voorzitter van de Com
missie, ir. A. P. Verkerk, 25 juni 1975 heeft aangeboden
aan de minister van landbouw en visserij, mr. A. van
der Stee. Het rapport is vervaardigd in opdracht van dé
Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek T.N.O.
Het omvangrijke rapport is gebaseerd op twee jaar stu
die van de wetenschappelijke literatuur over de welzijns-
problematiek van landbouwhuisdieren in de hedendaagse
intensieve veehouderij. 'De aanbevelingen van de Com
missie, die zijn gebaseerd op wat wetenschappelijk bewe
zen is over het welzijn van het dier, en niet op gevoels
argumenten, behelzen voorlichting aan boeren, bedrijfs
leven en consumenten over vrijwillig te bereiken veran
deringen, alsmede voorstellen voor wettelijke maatrege
len en nader wetenschappelijk onderzoek.
De Commissie is van mening dat zich bij iedere vorm
van houden van landbouwhuisdieren problemen zullen
voordoen met het welzijn. De mens moet er echter met
kracht naar streven deze zoveel mogelijk terug te drin
gen en beveelt in het algemeen aan nieuwe systemen
en methoden voor de huisvesting van runderen, varkens
en pluimvee slechts in te voeren nadat ze grondig zijn
getoetst. Met deze aanbeveling hoopt de Commissie dat
economische schade voor de boeren en schade aan het
welzijn van het dier kan worden voorkomen.
Ehkele punten:
Gepleit wordt voor een kritische bezinning op de
vraag of in het landbouwbeleid de tendens tot inten
sivering in de rundveehouderij moet worden gesti
muleerd.
De produktie van blank kalfsvlees is uit het oogpunt
van menselijke voeding van geen enkel belang. Om
dat 90 van het Nederlandse kalfsvlees wordt geëx
porteerd wil de commissie de concurrentiepositie van
de Nederlandse veehouders in die geest beschermen,
dat internationaal wordt gezocht naar andere voe
dersystemen en naar zodanige voorlichting dat de
consument niet meer vraagt naar blank kalfsvlees.
Onderzoek wordt aanbevolen naar het welzijn van
varkens in een aantal huisvestingssystemen. Mestvar-
kens, fokvarkiens en biggen dienen in 't algemeen op
stro worden gehouden. De helft van de mestvarkens
vertoont thans beengebreken en met stro worden de
gebreken beperkt.
Betreffende legkippen 'beveelt de commissie aan ver
dere uitbreiding van het kooisysteem voorlopig af te
wijzen en in reder geval niet aan te moedigen.
jj^LS we in deze tijd van het jaar de gewassen door wan
delen, worden we nog steeds geconfronteerd met een
groot sortiment aan onkruiden welke aan de chemische on-
kruidbestrijding zijn ontsnapt. Op veel graanpercelen komen
thans nog veel kiimilleplanten voor. Dit is veelal een gevolg
van de slechte structuur van de grond. Kamille kiemt heel
slecht in het donker en voelt zich daarom het beste in een
open gewas thuis. In de aardappelen is het zwaluwtong wat
nog het meeste voorkomt en in de bieten zijn het vooral
kleefkruid, varkensgras en witte krodde. Verder beginnen
de zogenaamde laatkiemers zoals zwarte nachtschade en
méldesoorten reedis weer de kop op te steken. Vanwege het
groot aantal soorten onkruiden en de selectiviteit voor de
diverse middelen beschikken we nog steeds niet over een
afgerond recept om de gewassen onkruidvrij te kunnen
telen. Het is daarom de taak van de praktijk om onze noden
en wensen in deze onder de aandacht van de ondierzoekers
te brengen. Alle wiedwerk in handwerk is eigenlijk uit de
boze, omdat we er vanwege de geringe mankracht toch
nooit meer mee klaar komen.
De gemaakte excursie van de landbouwvereniging naar
de proefboerderij de Rusthoeve was zeer geslaagd. Ondanks
het late voorjaar is men er toch weer in geslaagd tijdig een
groot aantal interessante proeven aan te leggen. De resul
taten hiervan waren werkelijk het bestuderen waard. Vooral
de onkruidbestrijdingsmiddelenproeven in de granen, erwten
en bieten gaven een duidelijk beeld te zien welke onkruiden
bij de toepassing van een bepaald middel nog overgebleven
waren in het gewas. Door vergelijking met de onkruiden op
ons eigen bedrijf kunnen we met de aldaar opgedane erva
ring voor een volgend jaar beslist ons voordeel doen. Toe te
juichen is tevens het aantal nieuwe middelen welke in de
proeven reeds waren opgenomen. Vooral voor de toepassing
in de bieten Avas er al een veelbelovend nieuw middel bij. en
evenzo voor de gele roestbestrijding in de wintertarwe. Een
extra voordeel is bovendien een ietwat gemakkelijke naam
van zo'n nieuw middel en tevens een lage prijs, want daar
hebben we behoefte naar. Zeer uitgebreid waren ook de
proeven in het gewas aardappelen. Enkele jaren geleden
leek het er op, dat het ras Bintje alle bestaande rassen van
de markt zou gaan verdrijven. Nu echter zijn er al een heel
sortiment nieuwe rassen in beproeving. De aardappelen heb
ben gelukkig een heel andere bestemming gekregen en ook
de kwekers hebben in die geest hun taak goed verstaa:
Interessant waren ook de vergelijkinsgproeven met zaaizaa1
hoeveelheden in de granen met daarover heen de stikstof-
trappen. Misschien komt de oplossing van de schimmelaan
tasting daar nog wel eens uit. Voor de kweekbestrijding is
er nu ook een nieuw middel in beproeving. Dit kan tot en
kele weken voor het inzaaien van granen worden toegepast.
Hiermede is de mogelijkheid tot het bestrijden van kweek
aanzienlijk verruimd en bovendien lijkt het er in te zitten,
dat ook klein hoefblad en distels gelijktijdig worden bestre
den. Op deze wijze wordt de bestrijdingsproblematiek be-
bepaald niet ingewikkelder, maar juist veel eenvoudiger.
Voor de handwerkloze teelten hebben we grote behoefte
aan middelen welke honderd procent zekerheid geven. Thans
zijn er nog veel te veel middelen op de markt waar we na
toepassing ervan later nog heel wat met de hand moeten
corrigeren en dat zit er bij de huidige arbeidisbezetting op
onze bedrijven niet meer in. Gelukkig gaat het onderzoek
door en voor de resultaten er van kunnen we op de proef
boerderij de Rusthoeve terecht. Tijdens de excursieweek van
30 juni t/m 4 juli a.s. zijn we zonder voorafgaand overleg
met de bedrijfsleider daar van harte welkom.