REGERING, DOE ER WAT AAN
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
zlm
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 27 JUNI 1975
63e Jaargang - No. 3287
Bij ruilverkavelingen komen er steeds meer moeilijkheden omdat men bepaalde delen van het blok on
gewijzigd wil laten. Voorbeelden hiervan zijn het heggengebied en het ganzencomplex in de Poel. Voor
de grondgebruikers brengt dit grote nadelen met zich mee. Na langdurige onderhandelingen zijn er thans
model-beheersovereenkomsten tot stand gekomen, die aan de grondgebruikers een redelijke compen
satie bieden voor het ongerief. Op de bladzijden 9—12 van dit nummer kunt U hierover alles lezen.
ONS COMMENTAAR
TN alle toonaarden is de laatste tijd al naar buiten
gebracht hoe zorgelijk de situatie voor vele boeren
en tuinders, speciaal ook in het Zuid-Westen, eruit ziet.
Het steeds verder bij de kosten achterblijven van de
opbrengstprijzen voor de boer zet de inkomens, ook van
de goed gestructureerde bedrijven, de laatste twee Jaar
steeds sterker onder druk. En wat er dan nog aan inko
men overblijft wordt, met het fiscale en socaile regiem
wat wij in Nederland kennen, nogmaals drastisch terug
gebracht. Zeker in een jaar wanneer de uitkomsten eens
wat beter uitvallen door onder meer een redelijke prijs
vorming 'der vrije produkten, vindt een dusdanige afro
ming plaats dat van het inhalen van een achterstand in
investeringen, laat staan van enige reserve vorming voor
de toekomst, meestal geen sprake kan zijn.
En als er dan toch geïnvesteerd moet worden gaat dit
natuurlijk ten koste van het verteerbaar inkomen af wordt
weer een stukje van het eigen vermogen afgepeuzeld.
De meer dan 600 aanvragen voor de Rijksgroepsrege
ling Zelfstandigen in Zeeland en West-Brabant, alsmede
de meer dan 1.000 aanvragen elders (vooral veehouderij)
spreken wat dat betreft voor zich. Dit zijn immers alle
maal bedrijven waar de kontinuïteit in onmiddellijk ge
vaar verkeert. Met zorg vragen wij ons daarbij af hoe
veel bedrijven er daarnaast nog in dezelfde moeilijkhe
den verkeren, maar om de een of de andere reden geen
R.Z.-aanvrage hebben ingediend. Het is wel duidelijk dat
op korte termijn in deze situatie verbetering moet komen,
willen er geen onherstelbare brokken worden gemaakt.
In dit nummer o.m.:
Sombere
vooruitzichten Pagina 4
Uit de praktijk
Pagina 5
Slecht jaar voor
pluimveeteelt Pagina 6
Het voorkomen van
stankhinder Pagina 7
Wat zijn en betekenen
beheersovereenkomsten
Pagina 8
Richtlijnen
beheersovereenkomsten
heggengebied Pagina 9
Ontwerp
beheersovereenkomst
heggengebied Pagina 10
Richtlijnen
beheersovereenkomsten
ganzengebied Pagina 11
Jfr Ontwerp
beheersovereenkomst
ganzengebied Pagina 12
Opening proefstation
akkerbouw Pagina 13
Het gezond houden
van pootgoed Pagina 14
Tuinbouw Pagina 15
Gelukkig geeft de stand van de gewassen op dit mo
ment een wat vriendelijker beeld dan enige tijd geleden.
Maar dat mag dan wel eens ook. Aan de andere kant
kunnen allen wat gunstiger opbrengstvooruitzichten na
tuurlijk niet alle problemen oplossen. Zoals ook het al
leen maar hameren op structurele verbeteringen en be-
drijfsvergroting op de lange duur geen alleen zalig ma
kende oplossing inhoudt.
DEMONSTRATIE
^FGELOPEN woensdag hebben de 3 CLO's in Zuid-
West Nederland de opening van Rijksweg 58 en
Vlaketunnel aangegrepen om nog eens nadrukkelijk de
nood onder de boeren en tuinders in dit deel van het
land naar buiten te brengen.
Zoals uit de tekst van het elders in dit blad afgedruk
te eisenpakket blijkt, zijn de CLO's in het Zuid-Westen
uitdrukkelijk van mening dat op korte en op langere ter
mijn eerst dan van e enbeter toekomstperspectief sprake
kan zijn, indien 'de boerenprijzen meegroeien met de kos^
tenontwikkeling.
Dat daarnaast verlichting van de druk der belastingen
en sociale lasten belangrijke zaken zijn staat buiten kijf.
Evenwel is het effekt hiervan eerst dan duidelijk merk
baar, wanneer er ook een redelijk inkomen wordt ver
dient.
Naast de verantwoordelijkheid om in E.G.-verbarrd aan
een goed funktionerend markt- en prijsbeleid mee te wer
ken, vinden wij dat onze regering ook tot taak heeft zo
nodig nationaal inkomensverhogende maatregelen te ne
men. Hoewel wij ons ervan bewust zijn dat instandhou
ding en uitbreiding van 'de E.G. voor de landbouw als
totaliteit, met haar omvangrijke export, een zeer belang
rijke zaak is, vinden wij toch dat in sommige situatie's
aanvullende nationale maatregelen niet mogen uitblijven.
De individuele boer en tuinder schiet er immers bitter
weinig mee op als hij, ondanks prachtige exportcijfers,
geen droog brood kan verdienen.
GELDGEBREK
?y|EN hoort de laatste dagen nogal eens geluiden als
zou hij het huidige begrotingstekort van deze rege
ring er wel geen ruimte meer voor aanvullende maatrege
len voor de land- en tuinbouw overblijven.
Ook wij konstateren het ,,gat van Duisenberg". Wij
konstateren daarnaast evenwel ook dat dit tekort zeker
niet door de landbouw is veroorzaakt. En als de land
bouw dan al een bijdrage heeft geleverd, is het doordat
de belastingopbrengst uit onze sektor wel bar zal tegen
vallen. Overigens mag een regering die het verdienen
van een redelijk inkomen mede in de weg staat ook niet
anders verwachten.
Hoe groot het tekort dan ook moge zijn, dat neemt
niet weg dat van diverse zijden toch weer al de nodige
claims op tafel worden gelegd (werknemers, ontwikke
lingshulp, onderwijs). Wij missen daarin de claims van
onze minister van landbouw. Volgens zijn uitspraken in
de kamer omdat het op dit moment nog niet nodig is.
Maar wanneer dan wel? Of is het zo dat dat deze mi
nister niet bereid is of niet de moed, heeft door een
krachtige stellingname desnoods zijn politieke leven in
de waagschaal te stellen?
Daarom hebben wij afgelopen woensdag in het Zuid-
Westen nog maar eens duidelijk een aantal eisen in de
publiciteit gebracht. Wij zijn daarbij van mening dat, zo
lang we in deze situatie blijven verkeren dat rechtvaar
dige verlangens van de land- en tuinbouw in het kabinet
onvoldoende doorklinken of geen gehoor vinden, we als
georganiseerde landbouw dit kabinet en deze minister
van landbouw konstant, bij elke gelegenheid: met deze
zaken zullen moeten blijven bestoken.
De land- en tuinbouw kan en mag zich„ ook al is de
totale economische situatie in ons land verre van roos
kleurig, niet steeds in de hoek laten drukken waar de
„nieten" vallen.
Hopelijk krijgt overigens deze regering nu wat meer
begrip voor de positie van boer en tuinder, nu ze zelf
ook zo'n gat in de portemonnaie voelt, waar zeer vele
boeren en tuniders al een paar jaar mee worden gecon-
fr0nteerd LUTEIJN.