Beheersovereenkomst voor het
ganzengebied in de Goese Poel
C.S.M. verwacht
iets hogere winst
12
artikel 4 Toestemming
(ONTWERP)
De ondergetekenden:
1
in deze handelend namens de Staat der Nederlanden, daartoe gemachtigd bij
brief Minister van Landbouw en Visserij, nader te noemen Staatsbosbeheer;
2geboren te
wonende te in zijn hoedanigheid van eigenaar-gebruiker
van het perceel/de percelen, aangegeven op een bij de overeenkomst gevoegde
kaart, kadastraal bekend gemeente sektie
no. ter grootte van ha, nader te noemen de beheerder,
In aanmerking nemende dat:
het uit een oogpunt van natuur- en landschapsbescherming van groot belang wordt
geacht voor het behoud van het bijzonder karakter van het laaggelegen Poelgebiedi
bij Sinoutskerke ter grootte van 165 ha de huidige terreinsituatie in stand te hou
den, zodat het gebied met name zijn waarde als overwinterplaats voor ganzen kan
behouden,
komen overeen als volgt:
1. Van het onder artikel 1 sub a. gestelde kan door de beheerder bij aangetekend
schrijven ontheffing worden gevraagd bij het Staatsbosbeheer.
2. Onder het in het eerste lid van dit artikel genoemde schrijven wordt binnen één
maand na datum van verzending van dit schrijven door Staatsbosbeheer beslist,
waarbij, indien toestemming wordt geweigerd, de redenen van afwijzing worden
genoemd.
3. Indien over in het eerste lid van dit artikel genoemde schrijven niet binnen één
maand door Staatsbosbeheer een besluit aan beheerder schriftelijk is kenbaar
gemaakt, wordt de gevraagde toestemming geacht te zijn gegeven.
artikel 5 Nakoming
1. Indien één der partijen van oordeel is, dat de andere partij in gebreke is met
nakoming van het bij deze overeenkomst bepaalde, wordt daarvan door de partij
aan de andere partij schriftelijk bericht, met aanduiding van hetgeen volgens
die partij niet is nagekomen.
2. Mochten partijen ondanks daartoe strekkend overleg niet binnen één
maand na verzending van het onder lid 1 van dit artikel genoemde schrijven tot
overeenstemming geraken over de nakoming- van de verplichting(en), dan geeft
de commissie, genoemd in artikel 7, terzake bindend advies.
artikel 6 Overdracht gebruiksrecht
1. De beheerder verplicht zich mededeling te doen aan het Staatsbosbeheer indien
hij voornemens is een perceel waarop deze overeenkomst betrekking heeft ge
heel of gedeeltelijk te vervreemden, daarop een zakelijk genotsrecht te vestigen
of in gebruik af te staan.
2. De toekomstige eigenaar en/of gebruiker van het betreffende perceel heeft het
recht de beheersovereenkomst onder dezelfde voorwaarden voort te zetten, in
dien hij daartoe, voordat de betreffende akte is gepasseerd, bij aangetekend
schrijven aan Staatsbosbeheer de wens te kennen geeft.
Doelmatig, doch inderdaad landschappelijk niet mooi.
Landschappelijk mooi, maar niet erg doelmatig.
artikel 1 Gebruiksbeperkingen/beheershandelingen
De beheerder verplicht zich tegenover 'het Staatsbosbeheer om de in deze overeen
komst vermelde percelen in stand te houden, middels landbouwkundig gebruik,
waarbij niet zal worden overgegaan tot:
a. het scheuren van grasland, dan wel de graszode vernieuwen
b. het uitvoeren van terreinegalisaties
c. het dempen van aanwezige drinkputten
d. het kunstmatig verlagen va nde waterstand gedurende de periode 1 november
1 maart.
artikel 2 Duur overeenkomst
Deze overeenkomst vangt aan open wordt aangegaan voor 6 jaar
en telkens met 6 jaar verlengd, indien geen der partijen tenminste 1 jaar voor het
einde van de lopende periode bij aangetekend schrijven heeft opgezegd.
De overeenkomst zal door het Staatsbosbeheer niet worden opgezegd op grond
van bepalingen of voorschriften diie door de overheid zijn of zullen worden vast
gesteld om de specifieke waarde van het gebied te handhaven.
artikel 3 Vergoeding
1. De beheerder ontvangt jaarlijks een vergoeding welke wordt vastgesteld volgens
de bij deze overeenkomst behorende „richtlijnen voor de bepaling van de be
heersvergoedingen in het ganzengebied".
2. Öe vergoeding bedraagt voor het eerste jaar per ha of wel
per jaar voor de in deze overeenkomst genoemde oppervlakte van ha
en wordt telkens na afloop van 1 jaar, voor het eerste op door
Staatsbosbeheer voldaan.
De vergoeding wordt jaarlijks aangepast volgens de in de richtlijnen genoemde
index.
3. Telkens na afloop van 3 jaren, voor het eerst met ingang van kan
het bedrag genoemd in lid 2 worden herzien door de in artikel 7 genoemde
commissie.
artikel 7 Vertrouwencommissie
1. Er is een vertrouwenscommissie, bestaande uit 3 leden, waarvan één lid wordt
aangewezen door het Staatsbosbeheer en één door de Gewestelijke Raad voor
Zeelandi van het Landbouwschap. Deze beide leden benoemen het derde lid, dat
tevens als voorzitter optreedt.
2. De vertrouwenscommissie wordt benoemd voor een periode van 3 jaren en is
ingesteld per
3. De vertrouwenscommissie stelt de vergoeding bij het aangaan der beheersover
eenkomst vast (artikel 3 lid 2), kan na 3 jaren de vergoeding herzien (artikel 3
lid 3) en geeft bindend advies over geschillen aangaande de nakoming van deze
overeenkomst (artikel 5 lid 2).
4. De vertrouwenscommissie is bevoegd een boete vast te stellen wegens het niet
nakomen van de verplichtingen door partijen bij deze overeenkomst op zich
genomen. De boete kent maximaal een hoogte gelijk aan twee maal de laatst
ontvangen jaarlijkse vergoeding bedoeld onder artikel 3 lid 2.
artikel 8 Slotbepalingen
1. Comparanten zullen bij adresverandering elkaar hiervan een mededeling doen.
2. De beheerder is verplicht toegang tot het perceel/de percelen waarop deze be
heersovereenkomst betrekking heeft te verlenen voor leden van de vertrouwens
commissie en medewerkers van Staatsbosbeheer.
Aldus in duplo opgemaakt en ondertekend
te de 19.
Het Staatsbosbeheer De Beheerder
Het kortgeleden verschenen halfjaarbericht van de C.S.M.
getuigt van een zeker optimisme betreffende de naaste toe
komst. Men verwacht een iets hogere winst over het boek
jaar 1974/75 dan de 14,3 miljoen het jaar daaraan vooraf
gaande.
De suikerproduktie was ten opzichte van oogst 1973/74
iets lager, te weten 2.047.000 ton tegenover 2.225.000 ton.
De afzet steeg echter met 10
De binnenlandse af-fabriek prijs steeg van 107,— per
100 kg per 1 oktober 1974 tot f 116,16 per 100 kg sinds 1
mei 1975.
Op de internationale markt werd omstreeks 24 november
1974 een hoogtepunt in de prijs bereikt. Daarna trad: een
aanhoudende prijsdaling in, doordat in bijna alle suikerpro
ducerende landen van de wereld een uitbreiding wordt ver
wacht. Tevens is door de hoge suikerprijs het verbruik iets
gedaald.
Betreffende het verloop van de campagne 1975/76 wordt
opgemerkt dat de uitzaai door ongunstig weer slechts laat
kon plaats vinden. Het areaal is fors uitgebreid, naar schat
ting van, 116.200 ha in 1974 tot 135.000 ha in 1975. De Ne
derlandse produktie, die in 1974 715.000 ton bedroeg, zal
naar wordt verwacht minimaal 770.000 ton en maximaal
850.000 ton bedragen.
Op grond van de EjE.G.-suikerregeling voor 1975/76 zal
deze hoeveelheid in zijn geheel de „vette" prijs opbrengen.
(Opmerking redaktie: in een landelijk dagblad waren de
aanhalingstekens uit deze zin aldus verplaatst, dat er stond
dat de suiker een „vette prijs" zal opbrengen, wat we zien
als een staaltje onzindelijke journalistiek, te meer omdat dit
met grote letters in de kop nog extra werd benadrukt.)