Wat is
en doet
de Dienst van het Kadaster
en de
Openbare Registers?
Kabinet
onvoldoende bezorgd om
landbouwinkomen
4
Het Kadaster is een rijksdienst nu ressorterend onder het
Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
De officiële benaming is Dienst van het Kadaster en de
Openbare Registers en wordt kortweg KADOR genoemd.
Tot de taak van KADOR behoren o.a. het grondbezit en
de gebouwen in kaart te brengen en te administreren. Uit
kaarten en registers blijkt wat de juiste grootte en hoe de
begrenzing is van de grond die een particulier, een instel
ling of een bedrijf in eigendom heeft.
En dat niet alleen van de toestand zoals die nu is maar
aan de hand van de aanwezige kaarten kan ook van bijv.
50, 100 zelfs tot 150 jaar geleden de situatie teruggezocht
worden. Zo is het Kadaster een onmisbare hulp geworden
bij het vaststellen van het eigendomsrecht en andere zake
lijke rechten op onroerend goed.
Het gaat bij het Kadaster echter al lang niet meer om de
registratie van zakelijke rechten alleen. De Dienst van het
Kadaster en de Openbare Registers wordt door de overheid
steeds meer gehanteerd als een instrument voor ruimtelijk
beheer.
Het kadastrale perceel leent zich bij uitstek om naast
de rechtstoestand ook de gesteldheid van de bodem (cul
tuurtoestand) te registreren met alles wat zich erop of eron
der bevindt. Te denken valt in dit verband aan de leidingen
registratie, een beheersadministratie van ondergrondse pijp
leidingen en kabels.
Een andere taak waar de Dienst van het Kadaster en de
Openbare Registers een belangrijk aandeel in heeft ligt op
het terrein van de ruilverkaveling en de landinrichting. De
ruimte waarin wij leven krijgt immers een steeds veelzijdiger
functie.
Het herindelen van de tbodem wordt steeds ingewikkelder
en complexer, mede als gevolg van de wensen op het gebied
van landschapsaankleding, natuurbescherming en recreatie.
Een en ander moet in harmonie worden gebracht met het
agrarische verlangen naar moderne landbouwbedrijven en
rationele bedrijfsvoering.
Herstructurering van het platteland en de uitbouw en ont
wikkeling van stedelijke kernen gaan een steeds belangrijker
rol gaan spelen in het werk van de dienst KADOR. Om aan
deze lange termijnontwikkeling op een effectieve wijze vorm
te geven, is KADOR in 1974 begonnen met een ingrijpende
reorganisatie die eind 1975 voltooid zal zijn.
HOE WERKT HET KADASTER?
Hoe groot is dit stuk grond?
U wilt de juiste oppervlakte van een bouwterrein of een
perceel weiland weten? Dan moet u eerst de kadastrale ken
merken van het perceel kennen (gemeente-sectie-nummer).
Deze kenmerken komt u te weten via de kadastrale kaart
(het plan). Aan de hand van uw beschrijving wordt aan de
balie van het kadasterkantoor het perceel voor u op de kaart
opgezocht.
Deze informatie wordt „inzage-plan" genoemd.
Van wie is dat perceel?
Wilt u weten wie volgens het Kadaster eigenaar is van
een perceel dan raadpleegt men daartoe een speciaal regis
ter, de zgn. kadastrale legger.
Ieder perceel verwijst n.l. naar een leggerartikel. Op dit
artikel staat de naam van degene die volgens het Kadaster
rechthebbende is.
Deze informatie is de zgn. „inzage-legger".
De kadastrale legger
De legger is een register waarin per tenaamstelling staat
omschreven welke percelen de rechthebbenden op „naam"
hebben en welke rechten zij hierop uitoefenen.
Het is uiteraard ook mogelijk dat op bepaalde percelen
belemmeringen zijn gevestigd.
Wilt u de informatie uit de kadastrale legger schriftelijk
hebben, dan is dit mogelijk. Het Kadaster kan u het gewaar
merkte uittreksel toezenden, onder opgaaf van de verschul-
gde kosten.
Deze aanvraag heet „extract-legger".
De kadastrale kaart
U kunt bij het Kadaster ook een kaart kopen waarop de
kadastrale percelen staan aangegeven. Deze kaart is op
schaal getekend en geeft naast de exacte maat ook de juiste
ligging aan van de omliggende percelen.
De nieuwe kadastrale kaarten worden aangelegd op schaal
1 1.000 voor stadskernen of op schaal 1 2.000 voor dor
pen en landelijke gebieden. De afmeting van een heel plan is
100 x 66 cm-. Het is ook mogelijk deze kaart op doorzichtig
materiaal te bestellen.
De aanvraag heet „extract-plan".
Uw huis en het kadaster
Op de kadastrale kaart staan ook alle gebouwen nauw
keurig aangegeven. Regelmatig wordt alle nieuwbouw opge
meten. Van flats, die in appartementen zijn gesplitst, wor
den afzonderlijke tekeningen per verdieping bewaard.
Wordt nu een huis of flat verkocht dan moet de desbe
treffende notariële akte bij het Kadaster worden gepubli
ceerd in de zgn. „openlbare registers". Openbaar wil zeggen,
voor een ieder ter inzage.
Op verzoek kan een „afschrift-akte" worden afgegeven.
Hypotheek
Ook bij vestiging van een hypotheek op een huis (of een
schip) moet een uittreksel uit de hypotheekakte bij het Ka
daster worden ingeschreven. Vandaar de oude benaming
„Bewaring van de Hypotheken, het Kadaster en de Scheeps-
hewijzen".
Derhalve kunt u altijd door navraag bij het Kadaster te
weten komen of er op een bepaald huis een hypothecaire in
schrijving rust.
Het schriftelijk stuk heet „hypothecair-uittreksel".
Waar ligt de kadastrale grens?
Wanneer u twijfelt aan de juiste ligging van een grens
scheiding dan kunt u bij het Kadaster een zgn. grensaanwij
zing vragen.
Bij een grensaanwijzing wordt de kadastrale grens, zoals
die vroeger is vastgelegd, gereconstrueerd- en in het terrein
weer zichtbaar gemaakt.
De kosten van de meting kunnen vrijblijvend worden be
groot.
Splitsing van uw perceel
Hpt is ook mogelijk een aanvraag in te dienen tot split
sing van uw perceel in nieuwe kavels, bijvoorbeeld t.b.\
een voorgenomen verkoop.
In de onderhandelingsfase van de verkoop zijn zodoende
exacte gegevens bekend met name ten aanzien van de opper
vlakte, waardoor later geen verrekening meer hoeft plaats
te vinden.
De kosten van de meting kunnen vrijblijvend worden be
groot.
WELKE KOSTEN BRENGT E.E.A. MET ZICH MEE?
Om een indruk te geven omtrent de kosten die de ver
schillende „diensten" met zich mee kunnen brengen volgt
onderstaand de prijslijst van enkele verrichtingen, op basis
van het „Besluit Kadastraal recht" tarieven per 1 januari
1974.
inzage plan 3(80
inzage legger n 3>8o
extract-plan t 3 gy
vermeerderd voor de reproduktie per dm2 met 0,22
extract-legger ti 6,50
vermeerderd per perceel met 0,65
afschrift akte Jt 3)8o
vermeerderd voor de reproduktie per dm2 met 0,22
hypothecair uittreksel 6,50
vermeerderd per perceel met 0^65
vermeerderd per inschrijving met 3^80
kadastraal plan (100 x 66) op lichtdrukpapier
110/220 gram „24,80
op transparant papier „31,80
grensaanwijzing, kaveluitzetting enz.
(kosten worden op aanvraag begroot)
luchtfoto's fotomontages, vergrotingen, verkleinin
gen, samengestelde kaarten enz.
(kosten worden op aanvraag verstrekt door de Foto-
imetrische dienst van het Kadaster te Apel
doorn, Waltersingel 1, tel. 0576050808)
Betaling
De kosten venbonden aan inzage van kaarten en registers
kunnen aan de balie van het kadasterkantoor voldaan wor
den.
De kosten van de schriftelijke informatie moeten na ont
vangst van de nota, gegireerd worden aan de Comptabele
KADOR te Apeldoorn, gironummer 3054307.
Tenslotte: voor inzage van kaarten en registers of schrif
telijke informatie uit de kadastrale stukken dient U zich,
voor wat betreft Zeeland en Brabant, te wenden tot:
Middelburg: Abdijplein 10, tel. 0118014672.
Breda: Gasthuisvelden 11, tel. 0160023886.
Eindhoven: Karei de Groottelaan 4, tel. 040513333.
Apeldoorn: Waltersingel 1, tel. 0576050808 voor Centrale
Direktie en -Diensten.
(Vervolg van pagina 1)
Een afwezigheid die het K.N.B.T.B. landbouwblad „Boer
en tuinder" het volgende commentaar deed ontlokken:
„Minister-president Den Uyl was bi] het onderhoud van
„kabinet en Landbouwschap niet aanwezig. Door het
„Landbouwschap is meer-dan eens erop aangedrongen,
„dat de heer Den Uyl wel aanwezig zou zijn. Dit heeft
„niet mogen baten.
„Als men ziet waarmee de heer Den Uyl zich wel be-
„moeit zelfs tot en met het beïnvloeden van de Am
sterdamse politie om een in beslag genomen auto te-
„rug te geven dan had hij ook wel persoonlijke belang
stelling kunnen tonen voor de land- en tuinbouw.
„Nogmaals: hij was er niet bij. Waarvan goede nota!"
hebben de indruk, aldus ir. Knottnerus dat de
regering in de verbeteringen die ongetwijfeld en
gelukkig dit jaar tegenover het vorig jaar te verwezen-
'ijken zijn, voldoende reden ziet om een dergelijke dis
cussie voorlopig achterwege te laten Wij zijn daartegen
over van mening dat een agrarisch inkomen dat 20,%
onder het gemiddelde inkomen van alle andere niet
agrarische inkomenstrekkers ligt geen basis is om te
juichen. Dit past niet in deze tijd waar men de inkomens
verschillen wil nivelleren. Als een zo grote groep van
zelfstandigen onder het minimum-loon blijft, kunnen wij
niet begrijpen dat de regering hier niet met meer elan
iets aan doet. Het is ontmoedigend dit te moeten ervaren.
Niettemin is het geloof ik voor de oplossing van de pro
blematiek noodzakelijk, dat wij onze bijdrage blijven leve
ren. Wij zullen dus voldoen aan het verzoek van de rege
ring op dit terrein onze medewerking te geven. Aldus ir.
Knottnerus.
Door het kabinet is de indruk gevestigd dat het niet
volledig overtuigd is van de zorgwekkende situatie van
de inkomens in de land- en tuinbouw. Bovendien hoopt
de regering dat het dit jaar beter zal lopen dan in het
voorgaande jaar, hetgeen tot meerdere tevredenheid zou
kunnen leiden.
De langdurige bestudering van onze voorstellen en het
uitblijven van beslissingen duiden er naar mijn mening
op, dat de regering meent dat wij over geruime tijd be
schikken om over de aanhangig gemaakte zaken te den-
kén. Het is ons juist begonnen om iets, dat zo snel mo
gelijk een gunstige invloed kan hebben op het land- en
tuinbouwinkomen. Juist de fiscale maatregelen hebben
de neiging om pas een jaar later effect te sorteren. Daar
om is het des te merkwaardiger dat de door ons voor
gestelde maatregelen op de lange termijn worden ge
schoven. Wij kunnen dit niet begrijpen aldus ir. Knott
nerus.
HOFSTRA ALS KAPSTOK
T")E minister van Landbouw heeft medegedeeld dat de
laatste beletselen zijn weggenomen voor de bij
dragen aan de bedrijfsverzorgingsdiensten om deze
diensten bij arbeidsongeschiktheid gedurende het eerste
jaar in te schakelen. Ook heeft de bedrijfsbeëindiging op
termijn de goedkeuring van het kabinet gekregen.
In de sociale sector wil de regering de premiegrens
voor de volksverzekeringen per 1 januari a.s. verhogen,
al kon over de vast te stellen verhoging nog niets mede
gedeeld worden. Wat betreft het optrekken van de inko
mensgrenzen voor de Kinderbijslag Kleine Zelfstandigen
heeft de regering de toezegging gedaan verbeteringen
aan te brengen in het onderscheid tussen de regeling
voor zelfstandigen en voor loontrekkenden. Ook hier is
de verdere uitwerking achterwege gebleven. Wat de fis
cale punten betreft, heeft het kabinet naar voren gebracht
dat vele van deze punten betrekking hebben op zaken die
óf te maken hebben met de opdracht aan prof. Hofstra
óf nauw samenhangen met de belangen van andere be
volkingsgroepen in de maatschappij en eigenlijk met de
gehele sociaal-economische gang van zaken in Neder
land. Het kabinet vond dat het daarom op dit ogenblik
geen antwoord kon geven. Het karakteriseerde dit door
te zeggen: „Jullie zijn op tijd met de wensen, maar te
vroeg om er een antwoord op te krijgen". De regering
suggereerde duidelijk dat na afweging van de prioriteiten
bij de voorbereiding van de Rijksbegroting 1976 met ver
schillende landbouwwensen rekening zou kunnen wor
den gehouden.
HEI DUURT ALLEMAAL TE LANG
UEN zichtbaar teleurgesteld Landbouwschapsbestuur
reageerde dienovereenkomstig op hetgeen ter ver
gadering werd bekendgemaakt.
De heer Lokhorst (K.N.L.C.) had snelle verwezenlijking
van de gedane Landbouwschapsvoorstellen zo belangrijk
gevonden omdat de praktijk toch al moeite heeft met de
wat langzame uitwerking ervan. Hij noemde de antwoor
den van het kabinet „doktorenpraat": het lijkt met de pa
tiënt beter te gaan, dus er behoeven geen verdere uit
eenzettingen te worden gegeven. Waar juist de inkomens
nota ondertussen al wat zei te willen doen, is de rege
ring vergeten dat snelle hulp dubbele hulp is. Er lijken
nu helaas, vertragingsmanoeuvres te worden toegepast.
Het duurt allemaal te lang! Ook de heer Tolman (C.B.T.B.)
zag die inkomensverbetering niet zitten. We willen graag
volgens het harmoniemodel te werk gaan maar het moet
dan wel tot enig resultaat leiden, zo zei hij.
Het bestuur besloot zich snel met een nota tot de Twee
de Kamer te wenden, die vermoedelijk al op 16 juni a.s.
over de landbouwsituatie met de minister van landbouw
zal debatteren.
Het woord is dan aan onze gekozen volksvertegen
woordiging die als enige nog in staat is de regering er
toe te dwingen tot het nemen van maatregelen over te
gaan. Als ons parlement in meerderheid niet van deze
noodzaak overtuigd is, kan de land- en tuinbouw niet
anders dan tot de conclusie komen dat onze volksver
tegenwoordiging op korte termijn niet bereid is de hel
pende hand uit te steken.