De Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren van belang voor iedere agrariër f 26^— per i.e. f 26,per i.e. 34,per i.e. f 22,per i.e. f 18,per i.e. f 34,per i.e. onbekend f 9,per i.e. onbekend 9 Hoewel er het laatste jaar door de landbouworganisaties en de wa terschappen veel voorlichting is ge geven op het gebied van deze wet op kring-, afdelings- en distriktsver- gaderingen bereiken ons iedere keer opnieuw vragen over de uitvoering, de kosten, de maatregelen die met deze wet samenhangen. Wij willen trachten met onze kennis U in 't kort nog enige voorichting te geven. De wet verontreiniging oppervlaktewateren gaat van het principe uit dat de vervuiler betaald WAT BETEKENT DE WET? 1De wet gaat er van uit dat de vervuiler betaald. 2. Zonder vergunning is het verboden afvalwater te lo zen. Dit laatste houdt onder andere in dat geen gier en mest op het oppervlaktewater geloosd mogen worden. WANNEER MOET MEN BETALEN Diegenen die het oppervlaktewater vervuilen zullen dienen te betalen. Indien men maatregelen treft dat er geen gier of mest en/of schrobwater wordt geloosd op het oppervlaktewater zal men niet moeten betalen. Het is dus beslist de moeite waard maatregelen te treffen. Men heeft het zelf in de hand of men de heffing zal moetèn betalen of niet. Naar onze mening uit waarnemingen in de praktijk zijn er reeds zeer veel veehouders bezig voorzieningen te treffen en/of hebben dit reeds gedaan. AAN DE HAND WAARVAN WORDEN DE HEFFINGEN BEREKEND? Hiervoor is het begrip inwoner equivalent ingevoerd wat betekend dat de hoeveelheid zuurstof die nodig is om de afvalstoffen die één persoon in één dag produceert onschadelijk te maken. Omrekening per diersoort naar inwoner equivalent, diersoort l.e.v. per dier 1 koe volledige lozing 1 koe uitsluitend gier kalf-geit-schaap volledige lozing 1 varken volledig lozing 1 varken uitsluitend gier 1 kip drijfmest Een woonhuis wordt aangeslagen voor 3,5 equivalent (i.e.). WELKE HEFFINGEN ZIJN DOOR DE RESP. WATERSCHAPPEN VASTGESTELD? Tholen en St. Philipsland Schouwen en Duiveland Noord-Beveland Zuid-Beveland Walcheren 't Vrije van Sluis De Braakmanpolders Hulster Ambacht Axeler Ambacht WAT BETEKENT DIT NU IN DE PRAKTIJK Laten we aannemen dat op bijv. Zuid-Beveland een veehouder een bedrijf heeft met 25 melkkoeien, 14 jong vee en 7 kalveren. Er ligt een buis naar de sloot en de gier wordt in de sloot geloosd. Tijd om voorzieningen te treffen was er nog niet. Tevens wordt het huishoudelijke afvalwater geloosd. De heffing die het waterschap zal dienen te berekenen en op te leggen is de volgende: 25 melkkoeien x 3 i.e. 75 i.e. 14 jongvee x 3 i.e. 42 i.e. 7 kalveren x 1 i.e. 7 i.e. Totaal 124 i.e. voor een vol jaar Stel dat de stalperiode 180 dagen is dan komt dit voor een half jaar overeen met 62 i.e., voor de woning is dit 3i/2 i.e. De vastgestelde aanslag per i.e. is voor dit waterschap f 22,De aanslag die U krijgt te betalen voor het be- drijfsgedeelte is 62i/2 x f 22,^ f 1.364,—. De aanslag die U krijgt te betalen voor de woning is 31/2 x f 22, f 77,Indien deze veehouder voorzieningen had ge troffen om het lozen te voorkomen op het oppervlakte water had hij geen aanslag ontvangen. Met een kleine berekening zal iedere veehouder uit kunnen rekenen wat voor hem het voordeligste is. De ver- vuilingswaarde van bedrijfsruimten met een vervuiling van minder dan 20 i.e. wordt gesteld op 31/2 i.e. Aan iedere veehouder zal in de naaste toekomst een aan giftebiljet worden gestuurd waarop vragen dienen te wor den beantwoord voor de bepaling van de vervuilings- waarde. WELKE MAATREGELEN MOET MEN TREFFEN Door de heer J. H. van Nieuwenhuyzen, specialist boer- derijbouw in Zeeland is hierover een artikel geschreven in „Landbouwaktualiteiten 1975" wat volledig is overge nomen in het ZLM Landbouwblad. Hij beschrijft hierin: 1. Vaste mest De opslag op een betonplaat voor vaste mest voor een bewaarduur van 6 maanden, een oppervlakte van 2—4 m2 per G.V.E. vergt. Hierbij kan de gier worden opgevan gen in een gemetselde kelder of grondput. Eén van de mogelijkheden voor tijdelijke opslag van dun ne mest is de met PVC-folie beklede grondput. Het overgrote deel van het spoelwater bij reiniging van melktanks en -leidingen kan zonder bezwaren op het op pervlaktewater worden geloosd. Dit is nog niet het ge val voordat deel waarin zich chemische reinigingsmidde len bevinden. 2. Voor dunne mest a. in de stal onder de roostervloer b. in gesloten kelders c. in bovengrondse silo's d. in een grondput De omstandigheden zullen van bedrijf tot bedrijf ver schillend zijn zodat wij U dringend adviseren kontakt op te nemen met de bedrijfsvoorlichters van het Consulent schap en/of het Waterschap die in staat zijn U de nodige technische voorlichting over de materie te verstrekken. HOE GROOT MOET DE OPSLAGRUIMTE ZIJN IN M3 VOOR DUNNE MEST VAN RUNDVEE AANTAL G.V.E. aantal G.V.E. 3 mnd. 4 mnd. 6 mnd. 20 90 120 180 30 135 180 270 40 180 240 360 50 225 300 450 60 270 360 540 70 315 420 630 80 360 480 720 90 405 540 810 100 450 600 900 WAT IS EEN G.V.E. Dit is een omrekening naar groot-vee-eenheid. Voorbeeld dieren omrekeningsfaktor aantal G.V.E. 25 melkkoeien 1 25 14 jongvee 0,5 7 Totaal aantal G.V.E. 32 Benodigde m3 inhoud bij een bewaarduur van 6 maan den 9 m3 x 32 288 m3. PEILDATUM Door diverse waterschappen is of wordt een circulaire verzonden aan de veehouders dat de peildatum voor het opleggen van een heffing is gesteld op 1 oktober 1975 dus het begin van de stalperiode. Dit betekent dat die genen die voor de stalperiode maatregelen treffen dat lozing op het oppervlaktewater wordt voorkomen geen heffing zal worden opgelegd. Alleszins de moeite waard om hieraan aandacht te besteden. HOE IS HET MET DE MELKTANKS Nader onderzoek omtrent spoelwater van melktanks en melkleidingen heeft aangetoond dat het overgrote deel van het spoelwater n.l. die van de naspoeling zonder be zwaar op het oppervlaktewater kan worden geloosd. Voor de spoeling met chemische reinigingsmiddelen kan dit nog niet worden gezegd. Er zijn echter aanwijzingen dat binnenkort voor het milieu zeer weinig bezwaarlijke mid delen beschikbaar komen. Indien dit laatste niet het ge val zou zijn zou de spoeling met chemische middelen op gevangen kunnen worden in de put waar de gier naar wordt afgevoerd. Deze hoeveelheid schijnt gering te zijn en weinig invloed te hebben op de grootte van de put Wij hopen en vertrouwen dat de chemische industrie deze middelen zeer ®poedig op de markt brengt. Voor de veehouder is dit van groot belang. BESLUIT Indien U nog geen voorzieningen hebt getroffen doe het dan in de periode van nu tot 1 oktober 1975. Doe het op een manier dat geen verontreiniging van het opper vlaktewater plaats vind. Voorkom daarmee een aanslag. Betaal niet eerst een paar jaar, eens gaat U toch voor zieningen treffen. Een heffing is duurder. Vraag advies bij de voorlichters van het Consulentschap en/of de wa terschappen. Wij zijn het met U eens dat steeds meer wetten en be sluiten op het gebied van het milieu grote aanslagen gaan doen op de portemonnaie. Wij weten ook dat een industrie deze kosten kan door berekenen aan de consument. De veehouder kan dit niet I Het zou zeer billijk zijn dat men bij de prijsvoorstellen rekening hield met deze faktoren. J. MAftKUSSE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 9