LEDENRAAD QCzlm VERGADERDE maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw én veeteelt in zeeland en noord-brabant In dit nummer o.m. Teleurstellend gesprek Landbouwschap met regering Pagina 3 Aanmerkelijk hogere uitkomsten agrarische sektor in 1974 Pagina 6 Bestrijding aardappelopslag Pagina 7 De problematiek van de jonge agrariër Pagina 8 De wet verontreiniging oppervlaktewater Pagina 9 De waarde van het stro, oogsten en dorsen fijne zaden Pagina 12/13 Tuinbouwklanken Pagina 17 De nieuwe C.A.O. - Tuinbouw Pagina 19 zlm land- en tuinbouwblad! VRIJDAG 6 JUNI 1975 63e Jaargang - No. 3284 TN de vorige week vrijdag, 30 mei, gehouden ver gadering te Ouwerkerk heeft de Ledenraad van de ZLM zich beziggehouden met het beleid zoals dat het afgelopen halfjaar door de ZLM is gevoerd en .zich be raden over de huidige algemene situatie in de land- en tuinbouw. De ledenraad die fungeert als adviesorgaan en verbindende schakel tussen het bestuur van de ZLM enerzijds en de kringen en afdelingen anderzijds ver gadert doorgaans twee maal per jaar. ZLM-voorzitter ir. D. Luteijn richtte op deze vergade ring een bijzonder woord van welkom tot de heer J. B. Becu, voorzitter van het Administratie- en Adviesbureau der ZLM en de heer ir. L. Eelkema, de onlangs benoem de nieuwe hoofd-ingenieur direkteur voor de Landinrich ting in Zeeland. In zijn openingswoord gaf de voorzitter in vogelvlucht een overzicht over de afgelopen periode, een van de moeilijkste uit de geschiedenis. ,,Het leek er soms veel op dat de weergodea en de landbouwpolitici een mon sterverbond hadden gesloten". WATEROVERLAST CPREKEND over de wateroverlast onderstreepte 'de heer Luteijn dat juist toen een goede organisatie- struktuur onmisbaar bleek te zijn. Zonder het bestaande organisatienet in CLO- en Landbouwschapsverband was een dergelijke hulpaktie onmogelijk geweest. In dat ka der sprak hij nog eens nadrukkelijk zijn grote bewonde ring en waardering uit voor al die bedrijfsgenoten, die gedurende najaar en winter dag en nacht hebben ge ploeterd om hun bedrijf en daarmee de bestaansgrond van hun gezin letterlijk en figuurlijk boven water te hou den. ,,ln de huidige maatschappij wordt wel eens te ge makkelijk vergeten dat juist 'deze werkers in feite de basis van ons aller welvaart vormen". Hier ligt dan ook één van de hoofdtaken van de ZLM- organisatie, n.l. ervoor zorgen dat de gewone boer of tuinder een in alle facetten menswaardig bestaan kan opbouwen en handhaven. PLANOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN r^E land- en tuinbouw wordt, ook in Zeeland en Bra- bant, steeds vaker geconfronteerd met de gevol gen van besluitvorming op het terrein van ruimtelijke or dening, landschap en milieu. Het wordt daarbij met de dag steeds duidelijker dat een beoordeling van elke nieuwe ontwikkeling niet langer op zichzelf staand mag plaatsvinden, maar dat een afweging in het totale regio nale of provinciale verband noodzakelijk is. Deze bena dering komt tot uiting in de afwijzing door de Geweste lijke Raad van het Landbouwschap van het recreatie plan ,,Den Osse" bij Brouwershaven en in het standpunt dat in het kader van compartimentering van de Ooster- schelde, alleen verbreding van het bestaande kanaal door Zuid-Beveland acceptabel is. LANDBOUW-LANDSCHAP T}E erkenning in de relatienota dat de landbouw de belangrijkste beheerder van het landschap is en daarom volkomen gerechtvaardigd is daarvoor een ver goeding te cla-imen, is een stap in de goede richting. De landbouw gaat echter verder en stelt met nadruk dat de beperkingen via beheersovereenkomsten in volle vrij heid moeten worden overeengekomen tegen een reële vergoeding. Deze vrijwillige beheersovereenkomsten moeten gevrijwaard zijn van doorkruisingen door bestem mingsplannen zolang daaraan geen adequate regeling voor schadeloosstelling is verbonden. MILIEU j?EN tweetal zaken op het gebied van het milieu wer den door ir. Luteijn tot slot van openingsbeschou wing aan de orde gesteld. Dat was in de eerste plaats de grote rechtsonzekerheid voor de veehouderij door het uitblijven van een goede regeling voor het verlenen van hinderwetsvergunningen. In de tweede plaats is dat de onzekerheid rondom de wet verontreiniging oppervlakte wateren. Vooral de vraag wat nu wel en wat niet als voorzie ning acceptabel is door veel onduidelijkheid omgeven. De georganiseerde landbouw zal zich niet neerleggen bij hef fingslasten in die gevallen waar, door het ontbreken van duidelijkheid, te goeder trouw foutieve voorzieningen zijn getroffen. De georganiseerde landbouw wil daarom met de wa terschappen zo snel mogelijk rond de tafel gaan zitten om de juiste voorlichting aan de leden te kunnen geven. Tot slot onderstreepte ir. Luteijn nog eens zeer nadruk kelijk dat het wel zaak is dat iedere veehouder op tijd die voorzieningen treft die nodig zijn om niet als vervui ler aangemerkt en aangeslagen te worden. ,,Wij geloven dat elke gedachte van het zal mijn deur wel voorbij gaan uit den boze is". MARKT- EN PRIJSBELEID A LVGRENS de discussie over de algemene situatie in land- en tuinbouw voor de leden vap de Leden raad te openen zette voorzitter Luteijn de huidige situatie nog eens uiteen. Het beleid valt uiteen in drie delen n.l. markt- en prijsbeleid, nationaal, fiscaal en sociaal be leid en structuur beleid. Voor het overgrote deel van de bestaande bedrijven ligt de kern van de moeilijkheden in feite in een falend markt- en prijsbeleid, gekombineerd met een wurgend belastingstelsel. „Immers als de minister mét het L.E.I. constateert dat er bij 113 sbe 22 ha) sprake is van volledige werkgelegenheid, en wij constateren dat meer dan 2/3 van de akkerbouwbedrijven in het Zuid- Westen een grotere omvang heeft en 1/3 van alle melk veehouderijbedrijven in Oost- en Midden-Brabant over een ligboxenstal beschikt en de L.E.I.-voorcalculatie voor 1975/76 duidelijk een aanzienlijk negatief netto-overschot aantonen, dan is er iets mis met de prijzen". Daarbij moet opgemerkt worden dat de L.E.I.-calculatie aan de voorzichtige kant is en een aantal kostenfakto- ren in de afgelopen maanden zijn blijven stijgen. Toch komt uit de L.E.I.-calculatie een verschil tussen kosten- en prijzenstijging van ruim 12 voor de akkerbouw naar voren. De conclusie voor het markt- en prijsbeleid is dan ook niet anders dan dat een tussentijdse prijsverhoging ir. de orde van grootte van gemiddeld 12 a 13% absoo. noodzakelijk is, waarbij met name de tarwe boven dit gemiddelde zou moeten zitten. Daarnaast moet daaraan gekoppeld worden een herinvoering van de denaturatu- premie en een herziening van het rundvleesbeleid met name t.a.v. de nationale slachtpremie. FISCAAL EN SOCIAAL BELEID "T\E verlangens op fiscaal- en sociaal gebied zoals die bij de regering zijn kenbaar gemaakt zijn vol strekt legitiem en betekenen in feite niet anders dan een eis voor gelijkwaardige behandeling van zelfstandigen met loontrekkenden. De landbouw kan en mag zich al leen nog maar verenigen met daadwerkelijke verbete ringen in de sfeer van de landbouwschapsvoorstellen Te lang is de landbouw op dit punt met wat kruimelwerk aan de praat gehouden Op 3 juni zullen we het weten omdat op die datum n.l. het kabinet met het Landbouw schap spreekt. (Zie verder pag. 4) Nadat in de ochtenduren te Ouwerkerk de ZLM ledenraadsvergadering had plaatsgevonden volgde in de middag door het werkgebied van de kring Schouwen-Duiveiand der ZLM een bijzonder geslaagde excursie. Onder meer werd daarbij de boer derij Luchtenburg van de heren De Vrieze te Haamstede bezocht, waarbij de heer W. de Vrieze dq bedrijfsvoering belichtte en met zijn commentaar voor een vrolijke noot zorgde.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 1