Iwmz Jaarverslaq 1974 WMZ 11 Problematiek van de jonge agrariërs IN 1974 werd door de N.V. Watermaatschappij Zuid-West- Nederland (WMZ) een verlies geboekt van 1.639.336, (vorig jaar ƒ3.105.563,—). Dit nadelig resultaat wordt ge dekt uit de voorziening exploitatiekorten, ontstaan door een bijdrage ineens van het ministerie van ekonomische zaken. De exploitatiebaten dekten ongeveer 89 (vorig jaar 85 van de lasten. Zowel per 1 januari 1974 als per 1 januari 1975 werden, (met goedkeuring van het ministerie van ekono mische zaken, de tarieven verhoogd, voornamelijk een ge volg van het gestegen loon- en prijspeil. Hierbij moet in aan merking worden genomen dat WMZ de activa waardeert en afschrijft op basis van historische kostprijs, zodat vervan gingen en uitbreidingen de kostprijs sterk beïnvloeden. Voor 1975 resteert een verwacht exploitatietekort van 1,1 miljoen hetgeen (nog gedekt kan worden uit de voor ziening exploitatietekorten. De stijging van het waterverbruik in vrijwel alle regio's is van dien aard dat binnen enkele jaren de maximale kapa- citeit van het produktievermogen bereikt zal zijn. Uitbrei ding, gepaard gaande m(et omvangrijke investeringen, is noodzakelijk. Het beleid is erop gericht de tarieven in 1976 kostendekkend te doen zijn. Daarna zullen de verhoogde las ten, als gevolg van de aanvulling van de produktiekapaciteit moeten worden opgevangen. De al eerder geuite verwach ting dat in de komende jaren rekening gehouden moet wor den met een tariefsverhoging Van circa 10 per jaar, (dit los van inflatie, zal bewaarheid worden. Aldus de toelichting op het jaarverslag van de WMZ over 1974 waaraan we het volgende ontlenen. DISTRIBUTIE Het accent bij de wericzaamheden aan het bestaande lei dingnet komt in toenemende mate te liggen op wijzigingen en veranderingen als gevolg van werken van derden. Duide lijk is, dat deze gang van zaken invloed heeft op de vervan ging en vernieuwing van het leidingnet volgens het terzake opgestelde meerjarenplan. Een belangrijk deel van de wijzi gingen en de vernieuwingen vloeit voort uit projekten, die derden in het kader van de programma's tot aanvullende werkgelegenheid kunnen uitvoeren. Dikwijls moeten leidin gen worden vernieuwd, die weliswaar oud maar technisch nog goed zijn. De vernieuwing van technisch slechte werken moet daardoor worden uitgesteld. Deze konsekwentie van subsidies voor aanvullende werkgelegenheid zou van de overheden meer aandacht moeten verkrijgen. Wijzigingen en veranderingen als hderbedoeld werden uitgevoerd in verbamd met aanleg en rekonstruktie van wegen, rioleringen en ruil verkaveling. Dit in onder andere Wtesterschouwen, Reimers- waal, Goes, Terneuzen, Sluis en Vlissingen. Mét het oog op de versterking van de zeewering in Vlis singen heeft de provincie Zeeland op grond van het Regle ment van politie op de waterkering en beheersing in Zee land verwijdering van kabels en ibuisleidSngen gelast. Op het verzoek terzake van de daaruit voortvloeiende kosten, ont staan door afweging van belangen, schadevergoeding toe te kennen, heeft het kollege van gedeputeerde staten bericht te willen bevorderen dat in het kader van de Deltawet een rijksbijdrage wordt verleend. Voor woningbouw moesten in vele uitbreidingsplannen leidingen worden gelegd danwel verzwaard. Naast projekten van bescheidener omvang betrof het daarbij in het bijzonder Borsele, Goes, Halsteren, Hullst, Kapelle, Terneuzen, Tholen en Zderikzee. SAMENWERKING WATERSCHAPPEN De inrekenirigstelling van' de heffing ingevolge de wet ver ontreiniging oppervlaktewateren namens de Zeeuwse waterschappen werd verder voorbereid. Nadere uitwer king hoeft pas in de loop van 1975 plaats te vinden, aange zien de waterschappen eerst vanaf 1 januari 1975 met de aktieve zuiveringstaak werden belast. In het najaar van 1975 zullen de eerste aanslagbiljetten in de vorm -van accept girokaarten uitkomen. Aangezien de vorming van een technologisch dienst door de waterschappen nog niet mogelijk was, kon geen beslissing genomen worden over de inschakeling van het WMZ-labo- ratorium bij die uitvoering van de wet verontreiniging op pervlaktewateren. PRODUKITE: In tegenstelling tot 1973 (lichte daling van 9,37 stegen jaanproduktie en inkoop en wel met 4,4 Deze stijging deed zach zowel voor in de afzet aan de super-grootverbrui kers als in de huishoudelijke sektor. De totale produktie, inclusief de inkoop van gemeentebedrijven Middelburg, de waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant en de water- fabriek van FZEM, bedroeg 41.142.764 m3 (vorig jaar 39.401.099 m3). De produktie van de eigen pompstations daalde iets als gevolg van de grotere inkoop met 0,18 tegen 1,76 dn 1973. Met de besturen van de Belgische polders Isabella en Zwarte Sluis werd een overeenkomst gesloten die WMZ het recht geeft het overtollige polderwater in te nemen ten be hoeve van het pompstation Braakman (opslag in de spaar bekkens). Deze overeenkomst zal te zijner tijd worden be vestigd in de traktaatswijziging tussen België en Nederland over het kanaal Terneuzen—Gent. Het tekenen van de over eenkomst betekent dat aan jarenlange onderhandelingen (be gonnen rond 1956) een einde gekomen is. In 1975 kan nu begonnen worden met definitieve uitvoering van de beno digde werken voor de afvoer van het polderwater in België. ^MENWERKING NV PZEM Per 1 januari 1974 startte de gezamenlijke meteropname. Deze voldoet aan de verwachtingen. In nauw overleg met PZEM is echter besloten om de samenwerking op het punt van de administratieve automatisering voorlopig op te schor ten. Dit betekent dat voorshands niet verder gewerkt zal worden aan de gezamenlijke mrekeningstelling op één nota van elektriciteits-, gas- en waterverbruik, terwijl de verwer king van enkele onderdelen van de WMZ-adimindstratie op de PZEM-computer eveneens uitgesteld is. In verband hier mee heeft WMZ ingaande 1975 opnieuw een overeenkomst gesloten met het computercentrum waterleidingbedrijven in Ziwolle (ten behoeve van de debiteuren-, salaris- en ver- bruiksadministratie), terwijl voorts besloten is voor de auto matisering van magazijn- en werkenadministratie een kleine computer te huren. Eerste buislegging voor Biesboschleiding in Zeeland. WATERVOORZIENING SCBOUWEN-DUIVELAND: Dei veiligstelling van de watervoorziening voor Schouwen- Duiveland vroeg bijzonder veel aandacht. Mede als gevolg van het overleg met vele instanties, kon de studde over plaats en opzet van de infiltratie nog niet geheel worden afgerond. Het overleg over het tracé van de transportleiding, die het Haringvlietwater in de duinen bij Haamstede moet brengen, kon wel worden afgesloten. Volgende fase is het vestigen van de zakelijke rechten bij de grondeigenaren en -gebrui kers. Omtrent het tracé op GoereeOverflakkee vindt nog overleg plaats. Qp het ednd 1970 uitgezonden verzoek aan de minister van volksgezondheid] en milieuhygiëne om uitbreiding van de huidige grondwaterwinning bij Haamstede tot 2,5 miljoen m3 per jiaar, werd nog steeds geen antwoord ontvangen. Wel verscheen het advies van de commissie grondwaterwet wa terleidingbedrijven (oogrowa), inhoudende een vergunning tot 30 juni 1976 te verlenen voor onttrekking van 2,1 mil joen m3 per jaar aan grondwater, waarna de te onttrekken hoeveelheid wordt verhoogd tot 2,5 miljoen m3 per jaar. Dat laatste dan wel ondier de voorwaarde dat de grond- waterwinning teruggaat naar 1,1 miljoen m3 per jaar en dat aanvulling plaatsvindt tot 2,5 miljoen m3 via infiltratie van Haringvlietwater. Door gedeputeerde staten is in augustus 1974 een hoorzit ting over WMZ's verzoek om uitbreiding gehouden. WMZ zélf heeft inmiddels tegen het advies van de cogrowa ver zet aangetekend bij de fhanister. Het bedrijf is van mening NEDERLAND DROOGT LANGZAAM OP Het grondwaterpeil in Nederland is in de afge lopen honderd jaar met enkele tientallen centime ters tot op sommige plaatsen met een halve meter gedaald. Als het steeds zo doorgaat, zal aan de land bouw grote schade worden toegebracht. Ter voor koming hiervan is een ge-integreerd waterbeheer in Nederland onmisbaar. Prof. dr ir W. H. van der Molen, hoogleraar aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, zei dit dinsdag tijdens een ledenver gadering van het Koninklijk Genootschap voor Landbouwwetenschap en het Nederlands Instituut van Landbouwkundig Ingenieurs. Als gevolg van een verbetering van de afvalwa- tering, de drooglegging van poldergebieden, het af graven van venen, bosbeplanting en het onttrekken van grondwater ten behoeve van de drinkwater voorziening valt Nederland langzaam droog. De landbouw, die verreweg de grootste gebruiker van het beschikbare water is, ondervindt hiervan al op verschillende plaatsen grote schade. Met de onttrekking van het water aan de grond kan men niet straffeloos doorgaan, zo waarschuwde prof. Van der Molen. De drinkwaterleidingbedrij- ven mogen grondwaterwinning niet verder uitbrei den. Op het ogenblik is de helft van het in Neder land geleverde drinkwater grondwater. De land bouw kan op zijn beurt met minder water meer be reiken door middel van betere rassen en teeltme thoden; het verschil is echter gering. Blijft het grondwaterpeil dalen, dan zal de landbouw net als in droge gebieden elders in de wereld gebruik moe ten gaan maken van irrigatiewerken. De regenval in Nederland is onvoldoende om de vermindering van de watervoorraad aan te vullen. Het waterbeheer is te zeer verspreid over vele in stanties. Prof. Van der Molen wenst een gecoördi neerd waterbeheer dat alle aspecten van de water huishouding omvat. Als dit er niet komt, is het ge vaar niet uitgesloten dat de Nederlandse landbouw te kort wordt gedaan. dat het optreden van verlaagde bovenwaterstanden té een zijdig aan de grondwateronttrekking door WMZ toegeschre ven wordt. Zowel het uitblijven van de ministeriële beslissing als de langdurige procedure rond de infiltratie van Haringvliet water, zijn er oorzaak van dat het voornemen om in 1976 met de infiltratie te beginnen, niet verwezenlijkt kan wor den. BIESBOSCHPROJEKT: De aanleg van een gedeelte van de Biesboschleiding is op Zuid-BeveJand begonnen. iDöt gedeelte (van Bdezelinge naaf het Sloegebied) dient in eerste aanleg voor het transport van grondwater uit Noord-Brabant. Als gevolg van dé zeer natte herfst en winter, ontstond enige vertraging in de uit voering. Voorbereid werden inmiddels de leiddnggedeelten NoordhoekRoosendaal en KrabbendijkeBiezelinge. Eerst genoemd deel wordt aangelegd in de leödingstraat tussen PernisKJundert en de Belgische grens. De garantie-overeenkomsten tussen WMZ en die provincie Zeeland en het Rijk, werden getekend. De provincie stelt zich borg' ten behoeve van de geldgevers voor de verplichting tot betaling van rente en aflossing, welke voor WMZ voortvloei en uit de aan te gane geldleningen voor het Bdesboschprojekt (tot een bedrag van 180 miljoen gulden). Het Rijk heeft aan de provincie op haar beurt een kantra-garantie verleend tot 85 procent. De voorbereiding voor de aanleg van een bufferbekken op Zuid-OBeveland is voortgezet. Ook hier geldt, dat uitermate zorgvuldig overleg met alle betrokken instanties noodzake lijk is. Zo zijn een tiental mogelijkheden tot situëring van het bekken .beoordeeld, waarbij bleek dat de aanvankelijke keus gehandhaafd moest blijven, namelijk in de gemeente Kapelle in de direkte omgeving van rijksweg 58, de geplande leiding1- strook en de hoogspanningsleidingen van NV PZEM. Een definitief wetsontwerp van dit spaarbekken „'De Wranghe" ligt ter beoordeling bij de diverse instanties. FUSIE GOEREE-OVERFLAKKEE: De noodzakelijke besluiten voor de fusie met de „Stich ting De Drinkwaterleiding Goeree en Overflakkee" werden genomen. De vier gemeenten op Goeree-Overflakkee besloten unaniem tot opheffing van de aan de stichting ten grondslag liggende gemeenschappelijke regeling en de algemene ver gadering van aandeelhouders van WIMZ besloot tot statuten wijziging, nodig voor fusie en in een latere vergadering tot de fusie zelf. De fusie zal in de loop van 1975 helemaal wor den afgewikkeld en dan geacht worden te zijn ingegaan op 1 januari 1975. Als gevolg van de fusie wijzigde ook de naam van NV Watermaatschappij Zeeland in NV Watermaatschappij Zudd- West-Nederland (WMZ). gen in een samenwerkingsverband tussen een be- drijfshoofd en zjjn opvolger te worden weggenomen. Tevens is het van belang dat de rechter de bevoegd heid krijgt om een pachtovereenkomst op te leggen tussen de erfgenaam-opvolger en de overige erfgena men. 5. Teneinde de werking van de Grondbank te verbete ren moeten de erfpachtsvoorwaarden die de Grond bank hanteert op de volgende punten worden aange past: de Grondbank moet kunnen worden ingeschakeld bij alle gevallen van bedrijfsopvolging; de toetredingsnormen worden zodanig verlaagd dat degenen die een bedrijf overnemen, dat werk biedt aan tenminste één arbeidskracht gebruik kunnen maken van de Grondbank, onder de voorwaarde dat de oppervlakte van veehouderij- of gemengde bedrijven tenminste 15 ha en van akkerbouwbe drijven tenminste 25 ha bedraagt. Hierbij is een individuele beoordeling gewenst; het verlengingsrecht zou zodanig dienen te worden geregeld dat alle deelnemers aan de Grondbank tot hun 65ste levensjaar hun bedrijf kunnen exploi teren. (Vervolg van pagina 8). De kommissie meent echter dat een blijvende rentesub sidieregeling niet gewenst is. In de eerste plaats omdat daarmede eerder symptomen dan oorzaken bestreden worden en in de tweede plaats omdat het zeer de vraag is of de subsidie wel ten goede komt aan de jonge agra riërs. Aangezien de meer geëigende faciliteiten echter pas op langere termijn voldoende effekt zullen hebben acht de kommissie, bij wijze van overbrugging, een tijde lijke rentesubsidieregeling ten behoeve van de jongé agrariërs op zijn plaats. VOORSTELLEN VAN DE COMMISSIE 1. De EG-richtlijn die de mogelijkheid opent om wer kenden in de agrarische sektor een inkomenstjer-* vingsvergoeding te verstrekken wanneer zij een bij- of nascholingskursus volgen, dient ook in Nederland volledig te worden toegepast. 2. Op grond van de overweging dat de aspirant-agrariër zijn eigen arbeidsplaats moet financieren zou deze groep jongeren, voorzover zij in loondienst zijn, in de gelegenheid dienen te worden gesteld een bedrag van maximaal 7.500,per jaar te storten op een ge blokkeerde rekening. De gestorte bedragen zouden moeten worden vrijgesteld van loonbelasting en pre mieheffing voor de volksverzekeringen. De regeling zou alleen open moeten staan voor jonge ren tussen 18 en 30 jaar die op grond van hun op leiding en/of ervaring aannemelijk kunnen maken dat zij voornemens zijn een agrarisch bedrijf te gaan uit oefenen. In verband met de inflatie dient de rente op het saldo belastingvrij te worden bijgeschreven. De geblokkeerde rekening wordt vrijgegeven op het moment dat de betrokkene een agrarisch bedrijf van een behoorlijke omvang overneemt. 3. De vrijgestelde bedragen in de Successiewet moeten verhoogd worden, omdat schenkingen vooralsnog een onmisbare aanvulling op het eigen vermogen van de jonge agrariër vormen. 4. In verband met het belang dat de jonge agrariërs heb ben bij een goed funktioneren van de pacht, dient de wettelijke belemmering om het gepachte in te bren

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 11