BOERENPRIJZEN EN AFZETMOGELIJKHEDEN
,A«P
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
zlm
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 30 MEI 197E
33e Jaargang - No. 328c
autogordels''
vast en zeker
„Weet Uw Wetje" - Er ie de bekende 1 novemberwet die degene die hem „om" heeft
strafbaar stelt. Nu, op 1 juni a.s. treedt een wet in werking waarbij juist het „NIET OM"
hebben een strafbaar feit wordt! In personen- en combiauto's, waarvoor na 1 januari 1971
een kentekenbewijs is afgegeven is op de voorzitplaatsen het dragen van autogordels
verplicht Zie ook onze rubriek „Autoaktualiteiten" op pagina 4.
ONS COMMENTAAR
IN gesprekken over prijsaanpassingen voor de ge
garandeerde produkten, komt nogal eens de me
ning naar voren dat verhoging van interventie- of richt-
prijsniveau's in sommige situaties geen zin heeft omdat
de markt voor deze produkten de verhoging toch niet
kan verwerken.
Het enige wat men dan zou bereiken is slechts dat de
„papieren" prijzen nog verder van de boerenprijzen ko
men af te liggen. Tarwe, vlees en soms melk worden
dan meestal als voorbeeld gegeven.
Het is inderdaad juist dat voor deze produkten het ver
schil tussen papieren E.G.-prijs en boerenprijs niet on
aanzienlijk is. De vraag is daarbij wel of dit nu aan de
„markt" ligt of aan bepaalde maatregelen die door de
E.G. of nationaal zijn genomen. Veelal zullen beide fak-
toren wel een rol spelen. Toch is dit één van de proble
men waarmee het landbouwbeleid te maken heeft.
Immers het is duidelijk dat de huidige inkomensterug
gang in de grond van de zaak wordt veroorzaakt door
het achterblijven van de boerenprijzen bij de kostenstij
ging. Weliswaar is het juist dat ons fiscaal en sociaal kli
maat een extra inkomensdruk met zich meebrengt en op
korte termijn aanpassing behoeft. Ook is een effektiever
struktuurbeleid waarvan alle levensvatbare bedrijven kun
nen profiteren dringend noodzakelijk.
Niettemin zal een beter fiscaal, sociaal en structureel
beleid alleen nooit in staat zijn het inkomen en de con
tinuïteit van het zelfstandige boerenbedrijf te verzeke
ren, als de opbrengstprijzen voor de boer niet blijven
meegroeien met zijn kostenstijgingen.
VRAAG EN AANBOD
TN de landbouwpolitieke arena draait vandaag de
dag alles zowat om de vaststelling van de Brus
selse prijzen en het daarmee verbonden marktbeleid.
De ontevredenheid met dit E.G.-beleid van de laatste
jaren is enerzijds een gevolg van het feit dat de vast
gestelde prijzen konstant te schriel zijn verhoogd, terwijl
anderzijds de (markt)maatregelen, die ervoor moeten
zorgen dat de vastgestelde prijzen ook werkelijk inhoud
voor de boer en tuinder zelf krijgen, volstrekt onvol
doende waren en zijn.
Toch blijven wij van mening dat het voor onze land
en tuinbouw ea essentieel belang blijft dat de (papie
ren) prijsniveau's voldoende worden verhoogd in combi
natie met een beter werkend marktbeheer. Zelfs al zou
den deze vertragingen niet onmiddellijk in de boeren
prijs tot uiting komen, op wat langere termijn kan het
effekt niet uitblijven. Past men de garantieprijsniveau's
niet aan omdat de markt misschien op dat moment on
voldoende ruimte biedt, dan keert men immers in feite
min of meer terug naar de vrije prijsvorming. De tweede
faktor die de hoogte van de boerenprijzen bepaalt is
uiteraard de vraag- en aanbodsituatie op de markt voor
landbouwprodukten. Dat geldt in beperkte mate voor de
garantieprodukten, maar volledig voor de vrije produk
ten. Waar de vraag naar landbouwprodukten in onze wes
terse welvaartsmaatschappij slechts zeer weinig door de
prijs wordt beïnvloed en dus vrij constant is, terwijl het
aanbod nogal sterk kan fluktueren, schommelt de boe-
In dit nummer o.m.:
De jaarvergadering
van de Z.H.V. Pagina 3
Uit de praktijk
Pagina 5/6
Demonstratie
aardappelpootmachines
Pagina 7
De sarrvenwerkings-
subsidieregeling
Pagina 9
■Sfcr Resultaten
vlasmechanisatiekernen
Pagina 10
De toekomst van de
melkveehouderij
Pagina 11
De maand juni op het
Z.W. landbouwbedrijf
Pagina 12/13
Tuinbouwcie ZLM
vergaderde Pagina 17
Voor de vrouw
Pagina 21
ren-prijs uiteraard vaak zeer sterk. Iedere producent van
vlees, eieren, groenten, fruit, aardappelen etc. weet er
over mee te praten.
Niettemin vertonen de prijzen voor deze vrije produk
ten gemiddeld door de jaren heen toch een zekere stij
ging. Voor de periode 1965 t/m 1974 zelfs ongeveer even
veel (of weinig!) als voor de marktordeningsprodukten.
De klemmende vraag voor de komende jaren is nu of
de prijzen van deze vrije produkten gemiddeld genomen
zullen blijven meestijgen met de kostenverhogingen.
AFZET VERRUIMEN
1A7IJ hebben al vaker betoogd dat het boerenprijsni-
veau voor de garantieprodukten op de prijsvor
ming van de vrije produkten van invloed is. Immers rela
tief betere prijzen voor garantieprodukten zal de produk-
tieomvang van de vrije produkten ongetwijfeld onder druk
zetten. Daardoor ontstaat dan minder aanbod en bij een
konstante vraag een betere prijs.
Overigens is dit natuurlijk wel een zaak van meerdere
jaren. Wij dachten evenwel dat er naast een goed funk-
tionerend markt- en prijsbeleid in Brussel ook nog een
andere mogelijkheid is om de boerenprijs gunstig te be
ïnvloeden. Dat is door de vraag te vergroten en nieuwe
vraag naar onze produkten te scheppen.
De land- en tuinbouw heeft vandaag de dag miljarden
geïnvesteerd in haar produktie-apparaat. Voor het cre-
eren van voldoende afzetmogelijkheden van de aldus
geproduceerde produkten heeft men, een enkele uitzon
dering daar gelaten, nooit veel geld en moeite overge
had. Vanuit de steeds sterker geconcentreerde afzetor
ganisaties zelf wordt weliswaar de laatste tijd, vooral in
de zuivelsektor, wat meer aan afzetbevordering gedaan.
Wie evienwel de zo nu en dan via radio en t.v. getoonde
reclame heeft gezien, zal toch vaak moeten konstateren
dat nog veel te veel getracht wordt voor een dubbeltje
op de eerste rang te zitten.
Aan de andere kant geloven wij dat het hier ook een
zaak betreft die elke boer en tuinder zelf direkt aangaat.
Het is immers in de eerste plaats een boerenbelang dat
er meer vraag komt.
Wij vinden dan ook dat voor de georganiseerde land
bouw zelf hier nog een belangrijk werkterrein braak ligt.
Wat tot nu toe, ondermeer via de produktschappen, aan
vraagverruiming wordt gedaan is volstrekt ontoereikend.
In feite kan dat nu ook niet omdat de wijze van finan
cieren via ondernemer bestemmingsheffingen fout is. Het
duidelijkste voorbeeld zijn daarvan wel de peulvruchten.
Zeer gezond voedsel, waar potentieel zeker een grote
markt voor is, als die maar ontsloten wordt. Uitbreiding
van de afzetmogelijkheden hiervan zou voor de hele ak-
kerbouwsektor gunstig kunnen werken. Maar als men
afzetbevordering moet plegen op kosten van alleen de
enkele peulvruchtentelers die er nu (nog) zijn, komt er
financieel natuurlijk nooit voldoende ruimte.
Kortom, wij zijn van mening dat èn de afzetorganisa
ties én de landbouworganisaties zich in de komende tijd
meer daadwerkelijke inspanning moeten getroosten om
niet alleen via Den Haag en Brussel, maar ook recht
streeks via de markt de boerenprijzen gunstig te beïn
vloeden.
Het is wel zeker dat ook hier de kost nog altijd voor
de baat uitgaat.
LUTEIJN.