Toekomst melkveehouderij Bedrjjfsaanpassing, maar ook bezinning nodig! Voorzieningen in ligboxenstallen De subsidieregeling bevorderingen samenwerkingsverbanden 11 C.R.A. - Tilburg Ing. C. PETERS—RIT T*\E ontwikkeling in de rundveehouderij in Noord-Bra- bant is de laatste jaren bijzonder snel gegaan. In 1966 waren er in de provincie 212 bedrijven met 3Q koeien of meer. In 1974 waren er 4.063 bedrijven met 30 koeien of meer! Deze sterke uitbreiding van de bedrijfsomvang is mo gelijk geworden door het gebruik van een ligboxenstal, betere mechanisatie, vergroting van de bedrijfsopper- vlakte, verhoging van de ruwvoederproduktie en door een hogere krachtvoergift per koe. Vergroting van de bedrijfsomvang kan niet onbeperkt doorgaan. De melkveehouderij is een grondgebonden produktietak. Het aanbod van grond is beperkt. Opper vlaktevergroting van een bedrijf is alleen mogelijk als een ander bedrijf verkleind wordt. PAS OP DE PLAATS VOOR AANGEPASTE BEDRIJVEN 0P veel aangepaste bedrijven is de veebezetting per hec tare zeer hoog. Er kan niet voldoende ruwvoer meer van eigen bedrijf worden gewonnen. Aankoop van ruwvoer is nodig. Hierdoor is de vraag naar voer gestegen, met als gevolg hogere grondprijzen en ihogere pachtprijzen voor los land (elkaar opbieden). Het zal voor een aantal bedrijven met een zeer zware veebezetting misschien nodig zijn het aantal stuks vee iniet meer uit te breiden, misschien zelfs in te krimpen. Als tegen zeer hoge ikosten voer moet worden bijgekocht, is bet misschien verstandiger om minder vee te houden. De uiteindelijke winst is dan waarschijnlijk hoger, zeker als er meer aandacht aan kwaliteitsverbetering wordt besteedt „Kostenbewaking" en beperking van verliezen is hierbij een eerste eis. WELKE BEDRIJVEN HOUDEN MELKVEE? yfOOR de toekomst is het te verwachten dat alleen be drijven met een behoorlijke omvang zullen doorgaan met melkvee. Het omslagpunt kamt zodra de melkfabrieken stoppen met het ophalen van melkbussen of het leegzuigen van de bussen. «Het aanschaffen van een melktank met bij behorende apparatuur is voor een klein aantal koeien te duur. Om deze dure investering rendabel te kunnen gebrui ken wordt wel gesteld dat er 125.000—150.000 kg melk per jaar moet worden geproduceerd. Voor een aantal bedrijven zal de keuze tussen wel of geen melkvee houden zeer moeilijk zijn. Omschakelen op jongvee, vleesvee of akkerbouw, met aanpassing van de veredeling, kan een oplossing zijn. In vele gevallen is het echter moge lijk, zomder hoge investeringen, het bedrijf ook voor melk vee aan te passen, zodat het voortbestaan een aantal jaren gewaarborgd is. Het bedrijf beëindigen en werk zoeken buiten de land bouw, is onder de huidige omstandigheden met het werk loosheidsprobleem, slechts in uitzonderingsgevallen moge lijk. KIEZEN VOOR DE TOEKOMST y\x)R bedrijven die in deze omstandigheden verkeren, is het aan te raden nu de plannen voor de toekomst serius te bekijken. Hierbij is het van belang hoe hoog de rente- en aflossingsverplichtingen zijn. Op een bedrijf met lage kosten en weinig verpliohtingen hoeft de omvang niet zo groot te zijn om er redelijk van te kunnen leven. Als een groter bedrijf 200.000,meer „schuld" heeft, moet er 25.000,naar de bank worden gebracht. Het bedrijf met minder omvang maar met weinig vreemd kapi taal, heeft dan misschien toch hetzelfde beschikbaar inko men. Als dat een bedrijf zonder opvolger is, is het best mo gelijk am op die manier „de 65" te halen! Er zal dan echter speciaal de nadruk moeten liggen op verbetering van de produktiviteit en de kwaliteit. De stelregel „wat ge doet, doet dat goed" is hier bij van doorslaggevende betekenis. Het ontbreken van een zelfsluitend1 voerhek in ligboxen stallen wordt om velerlei redenen als een manco gezien. Het zelfsluitend voerhek heeft echter de volgende bezwaren: het geeft te veel lawaai; het is te duur; ;het vraagt 10 meer eetbreedte per koe dan andere voerhekken. Dat de zelfsJuitende voerhekken duur zijn blijkt uit het volgende vergelijkende over zicht: „Investering (dec. 1974) in voerhek ken per ca. 3.30 m lengte (incl. houten onderrand en BTW". Volgens opgave van het Gonsulent- schap voor Boerderijbouw en Inrichting. per koe bij eetbreedte van materialen en Voerhek type plaatsing per per m 65 cm 60 cm 3.30 m Keerbuizen 195 60 39 35 Diagonaal 275 83 55 50 Zelfsluitend 465 140 93 Zweeds 425 130 85 77 Aldus meldt de Stichting Proefstation voor de Rundvee houderij nu reeds, naar aanleiding van opmerkingen van praktiserende dierenartsen, daarbij vooruitlopend op een te publiceren rapport „Voorzieningen voor de Gezondheids zorg". Om dieren aan een ander dian een zelfsluitend voerhek toch vast te zetten is het bij een diagonaal- of een Zweeds voerhek mogelijk een zgn. vastzetbuis aan te brengen. De kosten hiervan bedragen 5,tot 7,per koe. Als alternatief voor het individueel behandelen van een dier komt de behamdelbox in aanmerking. Behandelboxen zijn te verkrijgen in diverse uitvoeringen waarbij vaak reke ning gehouden wordt met het eventueel pedicuren van de dieren. De boxen kunnen geplaatst worden op de loop- en/of mestgang waarbij met hekken een fuik als toeloop gemaakt kan worden. De behandelbox kan ook geplaatst of gemaakt worden in de terugloopgang vanaf de melkstal. Voor de koppelcontrole of massabehandeling komen be halve het zelfsluitend voerhek in aanmerking het diagonaal voerhek met vastzetbuis en het Zweedse voerhek met vast- buis. Aldus het P.R. persbericht. (Vervolg van pag. 9) ders is er immers van geen volledige samenwerking Voorbeeld II sprake. Verder zal men moeten kunnen aantonen dat de i op de bedrijven aanwezige produktiefaktoren (natuur, ar- twee of meer bedrijven gaan samenwerken bij de teelt beid en kapitaal) economisch verantwoord aangewend van aardappelen. 25.000 punten komen overeen met 36 worden, terwijl de aanwezige of aan te schaffen machi- ha aardappelen. Het gaat hier dus om het gezamenlijk nes geheel of nagenoeg geheel op de samenwerkende ploegen, eggen, poten, rooien en transport voor en van bedrijven benut kunnen worden. Dit betekent in feite dat de aardappelen, de samenwerkende bedrijven voor anderen geen loon werk verrichten. Voorbeeld III HOE GROOT DIENEN DE DEELNEMENDE acht bedrijven werken samen op het gebied van de gla- BEDRIJVEN TE ZIJN diolenteeit van ploegen tot het transport met een geza- De gezamenlijke deelnemende bedrijven in de samen- menlijke oppervlakte van 15 ha. Dat betekent 15 ha x werking dienen een omvang te hebben van tenminste 3.000 punten 45.000 punten. Zij voldoen aan het mi- 25.000 punten. Ook indien op onderdelen wordt samen- nimum aantal punten, gewerkt voor bijvoorbeeld de teelt van bieten of aard appelen of gladiolen, de voederwinning op bepaalde be- WELKE BIJDRAGE WORDT ER VERLEEND drijven dus hooien en inkuilen dienen de onderdelen ten- Per punt ontvangt men 0,06 rekeneenheden, dit is minste een omvang van minimaal 25.000 punten te heb- 20,64 cent. Per deelnemer ontvangt men 550 rekeneen- ben. De puntentelling wordt gebaseerd op de laatste mei- heden, dit is 1.892,tot een maximum van 5 deelne ming- mers. Dit is ƒ9.460,De totale minimum uitkering be- draagt 2.500 rekeneenheden, in Nederlands geld is dat HOE IS DIT PUNTENSYSTEEM OPGEBOUWD? ƒ8.600,—. (per ha of per stuk) maximale bijdrage bedraagt 7.500 rekeneenheden, granen, groenvoedergewassen, peul- in Norlands 9eld is dat f25.800 -. Wat betekent dit vruchten en handelsgewassen 350 pnt. v00r de eerder 9enoemda voorbeelden? hakvruchten witlof voor telen 700 pnt. Voorbeeld I 9rffL|and 200 pnt. deelnemers 2 x ƒ1.892,— 3.784,— melk- en kalfkoeien 200 pnt. rmnton cnn v on ra r 7oq overig rundvee (excl. mestkalveren)60 pnt. mestkalveren 30 pnt. Totale bijdrage ƒ10.492,,- fruit en zaaiuien 2.000 pnt. groenten en tuinbouwzaden, gladiolen 3.000 pnt. Voorbeeld II bloembollen (excl. gladiolen), kleinfruit deelnemers 4 x 1.892,— 7.568,— en bloemen 60^ pnt. punten 25.200 x 20,64 cent 5.201,— zaó..vlaar verhuurd land 50 pnt. Voorbeeld I Totale bijdrage f 12.769,- Voorbeeld III beor.jf A gaat volledig samenwerken met bedrijf B met deelnemers 8 (max. 5 x ƒ1.892,—) 9.460,— alle werktuigen. punten 45.000 x 20,64 cent 9.288,— De bouwplannen gezamenlijk zijn als volgt: 20 ha hakvruchten 20 x 700 pnt. 14.000 pnt. Totale bijdrage 18.748, 4 ha zaaiuien 4 x 2.000 pnt. 8.000 pnt. 30 ha graan en handels- HOE IS HET MET DE Z.G. MACHINERINGEN gewassen 30 x 350 pnt. 10.500 pnt. Samenwerkingsvormen alleen betrekking hebbende op een gemeenschappelijk gebruik van machines en werk- Totaal aantal punten 32.500 pnt. tuige# met een omvang van tenminste 100.000 punten komen eveneens in aanmerking voor een bijdrage mits Zij voldoen aan het minimum aantal punten. de oogst- en verplegingswerktuigen in de samenwerking worden ingebracht. De bijdrage die wordt verleend is 8,6 cent per punt met een minimum van 8.600,en een maximum van 25.800,In het maximum bedrag is een bedrag berekend van 8.600;indien een werkverdeler aanwezig is. WAT MOET IN ELK GEVAL UIT DE OVEREENKOMST BLIJKEN a. Dat de samenwerking bij schriftelijke overeenkomst aangegaan moet zijn, na 1 januari 1973 voor een pe riode van tenminste 6 jaar; b. dat de deelnemers zich verplichten een gezamenlijke administratie met betrekking tot de samenwerking te zullen voeren. WAAR MOET DE AANVRAGE WORDEN INGEDIEND EN WELKE STUKKEN MOETEN BIJ DE AANVRAGE WORDEN OVERLEGD? De aanvrage moet worden ingediend bij de distrikts- bureauhouder in Uw gebied. Bij de aanvraag moet wor den overgelegd: 1. een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst; 2. een opgave van de deelnemers, de bouwplannen en de omvang van de bedrijven of de onderdelen daar van, die in het samenwerkingsverband vallen. WANNEER MOET MEN DE BIJDRAGE TERUG BETALEN Indien binnen 6 jaar na het verlenen van de bijdrage de samenwerking wordt beëindigd, dan wel de deel nemers hun verplichtingen niet nakomen, moet men de bijdrage terugbetalen vermeerderd met een boete van 10%. WIE KOMEN NIET IN AANMERKING? Die samenwerkingsverbanden, waarvan één of meer deelnemers reeds een bijdrage hebben ontvangen in het kader van eerdergenoemde regeling samenwerkingsvor men komen niet meer in aanmerking voor een bijdrage. BELASTING De bijdrage die men ontvangt is belastbaar en komt dus bij het inkomen. KONKLUSIE De hiervoren geschetste regeling biedt financieel be paalde perspectieven. Ga echter geen samenwerking aan louter en alleen voor de bijdrage; dit kan alleen maar tot teleurstelling aanleiding geven. Indien U echter voordeel ziet in samenwerking maak dan gebruik van de regeling. De voorlichters van de ZLM zijn gaarne bereid samen met betrokkenen de be- nodiqde kontrakten on te stellen. J. MARKUSSE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 11