Jt ££8 1.5 lH <3J§- «I si 9 Ventilatoren met kunsstof schoepen kontroleren of deze niet beschadigd zijn. De beschadigde schoepen vervangen door nieuwe. 9 Een overzicht van de verschillende bewerkingen, bij! de diverse oogstmethoden geeft het volgende schema: (Methode I ■§5 II Si T3 •SP A-S? ^••35 in IV T3 C/3 MTJ :g>*8 mts £8 É5 a 3 0 VI Cu +J Cd CD s e Bewerkingen Trekken en in schoven binden Trekken en in zwaden leggen Hokken Schelven Keren van de zwaden (2x) Hagen vormen van de zwaden Scheiden van de hagen (Persen van kleine pakken (10 a 12 kg) op aangekoppelde wagen in pakkenwagentje Pelsen van grote pakken <200 a 400 kg) Pakketten leggen Laden handwerk/machinaal volledig machinaal Lossen (bij inschuren) in handwerk machinaal X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X SALDO BEREKENINGEN |N de publikatie worden de oogstmethodien bedrijfseconomisch vergeleken aan de hand van saldo berekeningen voor vlas, wintertarwe en zomergerst alsmede de arbeidsbehoefte per ha. Berekeningen gebaseerd op het Zuidwestelijk kleigebied1, waarbij aangenomen werdt dat alle mechanische oogst-bewerkingen in loonwerk wordien ingevoerd. Het zou ons te ver voeren te gedetailleerd op deze berekeningen in te gaan en volstaan met het overnemen van de in deze publikatie opgenomen samen vatting. Samenvatting saldoberekeningen en arbeidsbehoefte (in manuren per ha) voor de gewassen vlas (bij verschillende oogstmethoden), wintertarwe en zomergerst. Pakken gemaakt door zgn. oprolpersen. (Foto: ir. H. M. Elema). Gewas vlas vlas vlas vlas vlas vlas winter tarwe zomer gerst (brouw- gerst) Oogstmethode IV ■O 00X3 N g g '5 N 2 <U <5 O-® V <D v "i X M oo-g £5 N g N G VI CO 03 X VI Afzet direct na de oogst Saldo per ha 1797 1537 1454 1565 1644 1594 1368 1117 Arbeidsbehoefte (mu/ha) juli/aug. 26,5 17,3 6,0 3,0 1,3 1,3 1,9 2,7 rest v/h jaar 9,4 9,4 9,4 9,4 9,4 9,4 7,3 6,5 totaal 35,9 26,7 15,4 12,4 10,7 10,7 9,2 9,2 2065 1805 1721 1833 1912 1862 1466 1189 34,5 19,6 9,9 5,5 3,6 3,6 2,7 4,4 17,4 10,7 15,4 10,9 10,7 10,7 8,9 7,2 51,9 30,3 25,3 16,4 14,3 14,3 11,6 11,6 Afzet in januari Saldo per ha Arbeidsbehoefte (mu/ha) juli/aug. rest v/h jaar totaal Uit deze vergelijking van saldi en arbeidsgegevens blijkt dat indien de vlasoogst volledig wordt gemechaniseerd, dientengevolge het saldo van vlas een verlaging zal ondergaan. Afhankelijk van de oogstmethode zal het saldo met 150 tot 350 gulden per hectare dalen t.o.v. het saldo bij de traditionele oogstmethode. De mogelijke arbeids besparing per jaar varieert van 25 tot 72,5 Dit is mede afhankelijk van het tijdstip van afzet. Bij de gekozen uitgangspunten zijn de saldi van vlas, bij alle gekozen oogstmetho den, steeds hoger dan de saldi van wintertarwe en zomergerst. Dit positieve verschil is voor een groot deel het gevolg van de ingestelde EEG hectare- en zaadtoeslag. Deze bedragen tezamen 464 gulden per hectare voor de teler (1974). Wanneer op bedrijven met een laag vast arbeidsbestand een bouwplanverandering wordt overwogen, waarbij een deel van de oppervlakte graan wordt vervangen door vlas, dan lijken de toepassingsmogelijkheden van methode IV, V en VI het grootst. Het saldo van vlas is bij deze drie oogstmethoden hoger dan dat van wintertarwe en zomergerst. Tevens blijkt, dat de arbeidsbehoefte van vlas bij deze oogstmethoden het dichtst die van granen benadert. Methode I past op bedrijven met voldoende eigen arbeidskrachten om het vele handwerk, aan deze methode verbonden, uit te voeren. Indien de stijging van arbeidslonen dezelfde trend blijft vertonen als in de afgelopen jaren, dan zal ook op deze bedrijven het arbeidsbestand worden verlaagd. Daar het 'bij het huidige loonniveau niet aantrekkelijk is om losse arbeiders aan te nemen voor (het uitvoeren van methode I, is het aannemelijk dat de methoden IV, V en VI methode I zullen verdringen. Uitvoering van de oogstmethoden II en III levert een lager saldo op dan bij de overige vier methoden. Ook is bij methode II en III de arbeidsbehoefte 'hoger dan bij de methoden IV, V en VI. Het is daarom gerechtvaardigd de conclusie te trekken, dat methode II en III weinig perspectief bieden. Als gevolg van de mechanisatie ontstaan vooral bij die varianten IV, V en VI één- mansmethoden, waardoor de arbeidsorganisatie tevens eenvoudiger wordt. Een punt dat evénwel nog aandacht verdient, is het weerrisico. Dit is n.l. niet even groot bij de verschillende methoden. Dit risico is bij methode I en II kleiner dan bij de overige methoden en zou daardoor tot uiting kunnen komen in een hogere kg-opbrengst en betere kwaliteit van het geoogste vlas. Bij de berekening van de saldi is hiermee geen rekening gehouden. Een eventueel vdrschil is ook niet aan te geven, omdat cijfermateriaal hierover nog niet voorhanden is. Wiel is het aannemelijk, dat bij verdergaande mechanisatie de risico's groter wor den. Te denken valt hierbij aan de kernmethode(n), waarbij het vlas in het zwad wordt gedroogd. In de vier vlaskernen is het voorgekomen, dat noodgedwongen tot dauw- roten moest worden overgegaan. Indien een loonwerker zich verzekerd weet van voldoende opdrachten, kan hij tot aanschaf van een bepaalde oogsteenheid overgaan. Voor de telers kan het wel aantrek kelijk zijn, om deel te nemen aan de uitvoering van oogstwerkzaamheden, met het doel eigen arbeid rendabel te maken. Het vormen van combinaties, waarin wordt sa mengewerkt door boeren en loonwerkers, is hiervoor een mogelijkheid. Boxenvuller De typen boxenvullers, die momenteel het meest in ge bruik zijn, bestaan uit een zeef band en een uitschuifbare rubberband. Daarnaast kennen we momenteel ook typen met een dichte uitschuifbare band (G.W., Visser en Dijk stra). Verder zijn verschillende merken met zeefband ook te leveren met een dichte band. Een belangrijk voor deel van de typen met zeefband is dat de grond op twee plaatsen kan worden uitgezeefd. Verder wordt de grond hierbij ook op een „laat" mo ment uitgezeefd, waardoor een minimum aan losse grond in de partij komt. Wanneer men er in slaagt de grond vrijwel geheel bij de doseerbak uit te zeven, rijst de vraag of een boxen vuller met zeefband wel zinvol is. Voorwaarde voor deze methode is echter wel, dat het produkt dan al vrij schoon van de rooimachine zal moe ten komen en bij de opvangdoseerbak goed wordt ge reinigd. Uiteraard houdt dit ook verband met een goede rooi- techniek en een goede voorjaarsgrondbewerking. De indruk van dit moment is, dat deze methode de bes te kansen biedt bij het verwerken van konsumptie-aard- appelen. Het rooien van pootaardappelen is meestal sterk tijdgebonden en moet vaak ook onder ongunstige om standigheden plaatsvinden. Een boxenvuller met zeef band is dan beslist op zijn plaats. De belangrijke voor delen van een boxenvuller met dichte band zijn: a. Een boxenvuller is technisch eenvoudiger en vraagt minder onderhoud. Boxenvuller met grondreiniging b. Het gronduitzeven moet op een punt plaatsvinden, dat arbeidstechnisch aantrekkelijk is. c. De kapaciteit van een type met dichte band kan ho ger zijn (bandsnelheid en -breedte). Uitgangspunt moet blijven, dat er een goed bewaar- baar produkt in de bewaarplaats komt. Wanneer men er in slaagt de grond reeds aan het begin van de rooi- en losketen te verwijderen bieden 'boxenvullers met een dichte band zeker mogelijkheden. Algemeen Het is belangrijk voor de totale losketen, dat de ver schillende kapaciteiten goed op elkaar zijn afgestemd. In veel gevallen is de kapaciteit van de boxenvuller vaak een beperkende faktor. Hiermee rekening houdend kan het niettemin verstandiger zijn om voor de tussen schakel (de transporteur) een wat grotere kapaciteit te kiezen omdat deze minder snel wordt verwisseld dan een boxen vu.Ier. Verder is het in het algemeen voorde liger om een grotere afvoerkapaciteit van transporteur en boxènvuller te kiezen dan een grote doseerbak. Overigens resulteert een grote doseerbak meestal niet in een grote afvoerkapaciteit. Belangrijk is eveneens dat de apparatuur gemakkelijk verplaatsbaar is. Dit is mogelijk door toepassing van een goed onderstel, zwenkwiexen, of een gemakkelijke aan koppeling aan de trekker (doseerbak). De elektrische aansluiting moet bij voorkeur zodanig zijn, dat de totale losketen in één keer in- en uitgescha keld kan worden. Het verplaatsen van de totale losketen vraagt In de praktijk nogal wat tijd. Een oplossing hiervoor kan zijn, dat er met een vaste losplaats in een speciale vulinrich- ting in de schuur wordt gewerkt. In Oosteiijk Flevoland wordt dit reeds op één bedrijf uitgevoerd. De kosten daarvan zijn momenteel nogal wat hoger dan die van een verplaatsbare losketen. In hoeverre deze ontwikke ling zal doorgaan, hangt voornamelijk af van het kosten patroon en de arbeidsbezetting. PLANTAANTALLEN SUIKERBIETEN Uit een onderzoek naar de standdichtheid bij suiker bieten is de laatste jaren naar voren gekomen dat er een vrij ruime marge is toegestaan zonder dat dit grote in vloed heeft op de opbrengst. Bij een plantaantal van 45.000 moet nog niet aan overzaaien worden gedacht als er van een redelijke verdeling van de planten sprake is. Suikerbieten die op 10 cm of nog iets ruimer zijn ge zaaid, hoeven bij een vrij groot plantaantal van 100.000 per ha nog niet te worden gedund. Is op 7 cm gezaaid en staan er rond 100.000 of iets meer planten per ha, dan kan enige korrektie in handwerk aanbeveling verdienen. Vrij veel planten kunnen dan namelijk te weinig ruimte hebben; minder dan de minimaal gewenste 10 cm. Meerdere tellingen op een perceel geven vaak een ander beeld dan de „algemene indruk". ONDERHOUD BEWAARPLAATSEN Wanneer de aardappelen zijn afgeleverd is het van belang om de bewaarplaats een onderhoudsbeurt te ge ven en zonodig op een aantal punten verbeteringen aan te brengen. De belangrijkste worden hieronder weer gegeven. 9 Het verwijderen van de aanslag van kiemremmings- middelen op de ventilator en 't ventilatorhuis. Even tueel voorzien van een nieuwe verflaag. De verflaag op de metalen schoepen van de ventilator moet dun en zeer egaal worden aangebracht om onbalans te voorkomen. Laat een vakman de half- en volautomatische regel systemen kontroleren. 9 Laat een vakman tevens de thermische beveiliging van de ventilator kontroleren. 9 Kontroleer het hang- en sluitwerk van de ventilatie- luiken, waarbij tevens gelet moet worden op de kwa liteit van de tochtstrippen. 9 Bekijk ook of de ventilator goed is afgeschermd, zo dat bij ventileren geen ongelukken kunnen voorko men. 9 Stel de oorzaak vast van de in de winter opgemerkte isolatielekken. 9 Als het hout waar de aardappelen rechtstreeks te genaan liggen wordt behandeld met een houtkonser- veringsmiddel, gebruik dan middelen die zijn sa mengesteld op basis van boriumverbindingen. 9 De lege bewaarplaats bij droog weer regelmatig openzetten, zodat de totale konstruktie weer goed droog kan worden. 9 Begin tijdig, want het nieuwe bewaarseizoen staat zo weer voor de deur.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 9