Bedrjjfsekonomische perspectieven van de vlasteelt bij verschillende oogstmethoden WAT DE PRAKTIJK ZELF DOET Intern transport Publikatie No. 18 Proefstation voor de Akkerbouw - Ir. P. K. CEVAAL en IMAG - D. HARTMANS AKKERBOUWNIEUWS Ing. H. DE BOER HET VERPLAATSEN VAN DE TRANSPORTEUR Vooral in wat kleinere losruimten levert het verplaat sen van de transporteur met een normaal tweewielig onderstel nogal eens problemen"op. Op het bedrijf van de heer P. J. Remmeren, Tollebekerweg, Noordoostpol der is hiervoor een praktische oplossing gevonden. Op het midden van de as van de loopwielen is een derde (ijzeren) wiel bevestigd. Het bevestigingspunt is een draaipunt, waardoor het wiel met behmp van een hef boom omhoog en naar beneden geplaatst kan worden. Dit „hulpwiel" staat haaks op de loopwielen. Bij zijde lingse verplaatsing van de transporteur wordt door mid del van de hefboom het „hulpmiddel" zo ver naar bene den gedrukt, dat de loopwielen plm. 5 cm vrij van de grond komen; het onderstel wordt dus samen met de voorkant van de transporteur iets van de grond gelicht. De diameter van het hulpwiel moet daarvoor iets gro ter zijn dan die van de loopwielen. De transporteur kan nu gemakkelijk door middel van het hulpwiel zijdelings worden verplaatst, zonder voor- en achterwielen. Door dat de loopwielen slechts weinig worden gelicht, is het gevaar voor kantelen gering. Voorwaarde voor deze toe passing is echter dat op een vlakke (verharde) vloer wordt gewerkt (zie foto). Ing. H. DE BOER Bij de oogst van aardappelen en uien hebben we te maken met een keten van werktuigen (van rooimachine/ lader tot en met de boxen vuiler). Daartussen liggen nog De vlasteelt in ons land heeft in het verleden afwisselend goede en slechte perioden gekend. De vraag is, of na de sterke inkrimping van het vlasareaal in de laatste jaren opnieuw een opleving van deze teelt mag worden verwacht. Een van de oorzaken van het dalende vlasareaal is ongetwijfeld de in verhou ding tot de overige akkerbouwgewassen hoge arbeidsbehoefte bij de oogst. De recente ontwikkelingen in de mechanisatie van de vlasoogst staan in deze publikatie dan ook centraal. Nagegaan is of deze nieuwe methoden voor het akkerbouwbedrijf perspectief bieden en welke rationeel toepasbaar zijn. Ofschoon een sterk arbeidsbesparende werkwijze een vereiste is voor de opleving van de vlasteelt in ons land, is dit niet de enige voorwaarde. Dit is de reden dat de schrijvers de vlasteelt in een ruimer kader hebben geplaatst. Hier-' door wordt het mogelijk het perspectief van deze teelt in zijn geheel te beoor delen en kan worden nagegaan welke onzekere elementen daarbij nog een rol spelen. Aldus de directeur P.A., dr. ir. G. P. Termohlen in zijn voorwoord in deze publikatie, waaraan we de volgende gegevens ontlenen. Deze publikatie no. 18 is verkrijgbaar door overmaking van 7,50 op giro 2249700 t.n.v. Proefstation voor de Akkerbouw, Edelhertweg 1, Lelystad. Achter- eénvolgens komen daarin o.m. aan do orde: huidige problemen bij de vlasteelt, in het bijzonder bij de vlasoogst; ■Sfc omvang van het areaal vezelvlas in Nederland en andere Westeuropese lan den in de afgelopen jaren; ontwikkeling van het totale vezelverbruik en het natuurvezelverbruik in de periode 19601970; Het persen van vlas met de Howard - big - baler in pakken van 200400 kg (Foto; ir. H. M. El erna). stimuleringsmaatregelen t.b.v. de vlasteelt o.a. in het kader van het E.E.G.- vlasbeleid; overzicht van oogstmethoden die op praktijkschaal of in proeven zijn toe gepast, zoals de kern- en de haagmethode, en van enkele varianten op deze methoden; economisch perspectief van zes onderscheiden oogstmethoden, o.a. door vergelijking van saldi en arbeidsbehoeften; ten behoeve van het samenstel len van de saldi zijn tevens de loonwerktarieven berekend; tenslotte is nog kort ingegaan op ontwikkelingen bij de vlasverwerkends bedrijven, de toegepaste verwerkingsmethoden en de afzet van vlas. VLASOOGSTMETHODEN |N een overzicht worden de verschillende vlasoogstmethoden besproken die op praktijkschool of in proeven zijn toegepast. Traditionele methode - trekken .schoven, hokken, schelven, tussenopslag - laveren, een bijzonder arbeidsintensieve methode die bij onze lezers voldoende bekend geacht kan worden. Kemmethode toegepast in een viertal vlaskernen - Het vlas wordt machinaal getrok- tot 17 vochtgehalte of minder volgt het persen en wel volgens de éénzwadsmethode waarbij pakjes van ca. 12 kg via een opvoergoot aan de pers op een aangekoppelde wagen worden gelost en gestapeld de tweezwadsmethode waarbijl de pakjes in een pakkenwagen worden ge perst en op dwarszwaden gebracht, tot pakketten gegroepeerd en mecha nisch geladen Haagmethode met een zelfrijdendie 3 m brede vlasmachdne wordt het vlas heen en weer gaand getrokken waardoor steeds 2 zwaden met de worteleinden tegen over elkaar komen te liggen. iDe zwaden worden twee aan twee met een „haagmachine" aan hagen geplaatst die na droging met een soheidingsmachine weer in zwaden teruggelegd worden. Deze zwaden worden in pakken van 200 400 kg geperst en met pakkenklem geladen. Gewijzigde traditionele methode. Bij de gewijzigde traditionele methode wordt gedacht aan machinaal trekken en het verzamelen van een aantal schoven (bijv. 8) op dwarszwaden. De totaaltijd voor hokken en schelven zou daardoor terug te brengen zijn tot ca. 12 uur p/ha. Daarna persen uit de schelf tot bijv. pakken van 400 kg. Gewijzigde kernmethode - varianten op de omschreven éénzwadsmethoden als eerste mogelijkheid - het persen van kleine pakken op pakkenwagentje dan stapelen pakken in handwerk en vervolgens het mechanisch laden met pak kenklem. Een eenmansimethode, die beter past in de 'huidige arbeidsorganisatie. Als tweede mogelijkheid het vlastrekken in zwaden van 3 m, drogen in zwad met 1 of 2 keren, persen in zwad in grote pakken waarna mechanisch laden. Voordat het vlas wordt geperst worden de hagen eerst, met behulp van deze machine, weer teruggelegd in zwaden. De apparatuur moet gemakkelijk verplaatsbaar zijn. diverse schakels, die elk voor zich belangrijk zijn, maar ook goed moeten passen in de totale oogstketen. Vooral de afstemming van de kapaciteit is daarbij 'belangrijk. In dit artikel willen we de verschillende aspekten van het transport bij de oogst onder de loupe nemen. Opvangdoseerapparatuur Met name op de akkerbouwbedrijven gaat de ontwik keling duidelijk in de richting van kip wagens. Op de lichtere gronden, waar weinig tarra in het produkt voor komt, kunnen aardappelen Vaak goed, met behulp van de doseerschuif in het achterschot, voorzien van een rub- bergoot, rechtstreeks op de transporteur worden gelost. Dit kan ook wanneer met de zelflossende wagens, voor zien van een dwarsafvoerband, wordt gewerkt. Voor de verwerking van uien en aardappelen op zware grond is bij het lossen een doseerbak nodig. Deze zijn het meest bekend in een uitvoering, waarbij het horizon tale en opgaande gedeelte breder is dan de wagenbak (Miedema, Hercules en Cebeco). Deze systemen zijn zo wel geschikt voor aardappelen als uien. Bij het systeem Visser wordt met een korte doseerbak gewerkt, voorzien van een doseerschuif en een brede afvoerband. Dit type is wel geschikt voor aardappelen, maar niet voor uien; hiervoor is een speciale opvangdoseerbak leverbaar. Op- vangdoseerbakken zijn verder in diverse groottes lever baar. De ervaring heeft echter geleerd, dat de lossnel- heid van de wagens bij een grote doseerbak nauwelijks hoger is dan bij een kleiner type. Dit komt, omdat de af- voerkapaciteit van doseerbakken nauwelijks groter is dan die van de kombinatie transporteur-boxenvuller. De typen met een inhoud van 1,5 a 2 ton verdienen daarom de voorkeur. Vooral wanneer veel losse grond moet worden uitge zeefd, is het belangrijk, dat de opvang-doseerbak is voorzien van een goede grondreiniging. Wanneer de grond op deze plaats goed uitgezeefd kan worden, biedt dat de mogelijkheid om met een boxen vuiler zonder grondafvoer te werken. De grond wordt het best uitgezeefd, wanneer de zeef- kettingen of -rollen in dezelfde richting en over de volle breedte van het doseermechanisme werken. Bij deze me thode van reinigen is meestal een grondafvoerband le verbaar om de grond op een wagen of iets dergelijks te brengen. Belangrijk is daarbij dat alie uitgezeefde grond zo goed mogelijk wordt opgevangen. Transporteurs Om de schakel tussen de doseerbak of -wagen en de boxenvuller goed te overbruggen is een transporteur no dig met een lengte van 7 meter. Om ruim voldoende ka paciteit te kunnen halen, moet de bandbreedte minstens 60 cm zijn. In bepaalde gevallen kan een nog grotere bandbreedte aanbeveling verdienen. Verder kan bij een hoogprofiel (3,5 cm) en een geringe helling een hoge ka paciteit worden behaald. Het frame moet stevig zijn, zo dat de band niet wordt ontspannen bij 't doorbuigen van het frame. Wanneer ook zakken met de transporteur moeten worden verwerkt, is een tweede, lage bandsnel heid aan te bevelen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 8