Vragen over het landbouwbeleid in de Eerste Kamer Het droeve verhaal van ruilverkaveling „Koudum" (Fr.) TER voorbereiding van het openbare beleidsdebat in A de Eerste Kamer over onderwerpen met betrek king tot het Departement van Landbouw worden in het voorlopig verslag van de vaste commissie der Eerste Ka mer een aantal vragen aan de minister gesteld. Zo wordt betreffende de E.E.G. en het gevoerde ge meenschappelijk prijsbeleid gevraagd of er bij de vast stelling van de prijzen te Brussel voor agrarische produk- ten het aantal uren dat op het bedrijf gewerkt wordt even eens 'doorberekend wordt? Is er een evenredigheid met de C.A.O.'s in andere bedrijfstakken? Met welk percen tage inflatie is bij de vaststelling rekening gehouden? DETREFFENDE de economische ontwikkeling in land- en tuinbouw wordt aangaande de strukturele vraag stukken nader geïnformeerd betreffende: de schaalvergroting in de landbouw in verband met de strukturele werkloosheid; de verhouding tussen de belangen van de landbouw en natuurbescherming (relatienota); landbouwbeleid op langere termijn betreffende be drijfsomvang - mechanisatie - werkgelegenheid. X^ET betrekking tot inkomen en prijsvorming in de V1 land- en tuinbouw worden nadere gegevens ver zocht over: a. de inkomensontwikkeling in de agrarische sector. Zijn de Minister de (althans voorlopige) financiële uitkomsten van de agrarische bedrijven bekend over 1974? Zo ja, welke verschillen zijn er aan te geven in ver gelijking met 1973 in bedrag en in procenten? b. de instelling van een rampenfonds voor de agrarische sector. c. fiscale voorzieningen versus inkomenstoeslagen. Over de ontwikkeling in de tuinbouwsektor wil de vaste kamercommissie nadere inlichtingen betreffende: a. het energie-prijsbeleïd; b. de marktsituatie; c. de rooiregeling ten behoeve van de tuinbouw; d. Bestaat er een isolatieregeling bij de glastuinbouw analoog aan de regeling zoals die bij het Departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is ont worpen voor huizen? Zo neen, is de Minister bereid eventuele maatregelen terzake te nemen? TN over het onderwerp „Landinrichting", waarbij ver- wezen wordt naar de nota relatie tussen landbouw en natuur- en landschapsbehoud, alsmede de nota betref fende de nationale parken en de Interimnota betreffende de nationale landschapsparken wordt gevraagd, a. Is de Minister nog steeds „trots" op de nota Natio naal Landschapspark, nadat uit de reacties gebleken is dat polarisatie ontstaan is 'die in het bijzonder het doel: „het bewaren van waardevolle natuurelementen" illusoir kunnen maken? b. Is het gezicht de huidige economische omstandighe den en de wereldvoedselpositie verantwoord de voed- selproduktie door aanleg van deze parken met opzet te verminderen? c. In de drie nota's'is een getal genoemd van 200.000 ha. Is dit een vast gegeven? Wanneer een groot ver bet van de agrarische sector blijkt, zal dan eventueel dit aantal ha worden teruggebracht of mogelijk geen landschapspark worden aangelegd? d. Waarom werd de nota niet begeleid met een hoofd stuk: consequenties voor het betrokken gebied en haar bewoners in de periode van onderzoek? e. Kan de Minister een concept-beheersovereenkomst overleggen om inzicht te krijgen in niet alleen de finan ciële regelingen, maar vooral in de beperkingen die aan gebruik worden opgelegd: de duur, de opzeg ging, beëindiging door overlijden e.d.? f. Wanneer de landschapsparken worden ingevoerd en natuurreservaten worden aangelegd treedt er een waardedaling op. Voor wiens rekening komt dit ver lies? Is hier een schadevergoedingsregeling voor ont worpen? g. Deelt de Minister de mening dat de aankoop ten be hoeve van de landschapsparken het prijsniveau van de landbouwgronden ernstig zal verstoren? h. Kan de Minister een overzicht geven van 'de reeds geëffectueerde aankopen door de S.B.L. (Stichting Beheer Landbouwgronden) (de waarde, de beëindi gingsvergoeding enz.)? i. Is de Minister bereid het streven, om te komen tot het bestemmen van gebieden tot nationaal landschaps park, op te schorten en te doen onderzoeken of er geen andere mogelijkheden zijn of gecreëerd kunnen worden de waardevolle natuurelementen te bewaren? BI. LANDBOUWCOMITÉ ZAG FRIESE PROBLEMEN IJ ET dagelijks bestuur van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité heeft zich voorgenomen om de zo bijzonder nuttig gebleken gewoonte vol te houden om jaarlijks enkele werkbezoeken aan aangesloten provin ciale landbouwmaatschappijen te brengen. Het eerste bezoek van dit jaar had op 12 en 13 mei j.l. plaats en wel in Friesland. De Friese Maatschappij van Landbouw was de goede gastvrouwe en organisa trice. Op de 12e 's avonds heette de. heer P. Houtsma, voorzitter van de Friese Maatschappij van Landbouw de bezoekers welkom en er volgde een gezamenlijke verga dering van het dagelijks bestuur met het Friese hoofd bestuur. De bedoeling daarvan is het bespreken van ac tuele zaken van landbouwbeleid en landbouworganisatie en ook nu was dat zo. Uiteraard kwam ter sprake hoe momenteel de daad werkelijke prijzen van belangrijke landbouwprodukten achter blijven bij de netto-kostenstijging, in weerwil van op het oog bij die kostenstijgirig passende richtprijsver hogingen. Bij de melk doet zich nu voor wat al langer bij tarwe en rundvlees aan de hand was: het marktbeleid laat het meer of minder afweten, vooral een kwestie van geld en (handels)politiek. Over de huidige en komende inkomenssituatie spre kende kwam vanzelf de interimnota inkomensbeleid aan de orde met de daarin gedane suggestie van een mini- mum-inkomens-garantie voor verantwoord werkzame zelf standigen. De landbouw zal zich niet aan nadere studie van deze suggestie kunnen onttrekken in dit tijdsgewricht, zo concludeerde men, maar simpel vond men de zaak allerminst. Wat valt er te doen aan het toenemende aantal bedrij ven dat zich, tussen groeiende buren, door de te selec tieve werking van rentesubsidies, e.d. achtergelaten voelt? Niet eenvoudig een kwestie van een overgangs fase. Het probleem is landelijk wel onderkend. Het Land bouwschap bepleitte al ruimere grenzen voor de rente subsidies en verder juist voor deze middengroep aan gepaste subsidieregelingen voor verbetering van gebou wen en werkomstandigheden. „KOUDUM" OOK NATIONALE ZAAK T^E volgende morgen voerde de excursie het gezel schap vanuit Leeuwarden eerst zuidwaarts, naar Workum. Daar vertelde 'de heer Stellingwerf, voorzitter van de voorbereidingscommissie het bedroevende ver haal van de ruilverkaveling „Koudum". Een weidegebied van ruim 6100 ha cultuurgrond behoeft dringend aanleg en verbetering van ontsluitingswegen en een betere wa terbeheersing. In 1971 gaat de voorbereidingscommissie aan het werk. Vrij snel komt er een concept-plan van we gen en waterlopen. Totdat eind 1973 'de Natuurwetenschappelijke Commis sie de Minister van C.R.M., wiens fiat nodig is, adviseert om ruim een kwart van het blok aan te kopen of te „be leggen" met stringente gebruiksbeperkingen. Waarom? Vanwege de natuurwetenschappelijke en landschappe lijke waarden van een weidevogelgebied, waartoe de wa terstand dan juist zou moeten verhoogd. Ten dienste van hoeveel mensen eigenlijk? Het opgestelde plan moest natuurlijk grondig worden herzien, terecht ontstond in het blok verbittering. De voorbereidingscommissie pro beerde er nog zoveel mogelijk van te maken „met het pistool van het C.R.M.-veto op de borst". Zij alarmeerde ook de landbouworganisaties. Met be hulp van een werkgroep uit de Centrale Cultuurtech nische Commissie en na o.a. een gesprek met de Staats secretaris werd een compromis bereikt, d.w.z. een for mule om een goed halfjaar de zaak eens af te zien. De voorbereidingscommissie had geen moeite met het af staan van buiten de kaden gelegen stroken land, maar des te meer met het verloren gaan van grote centrale gedeelten. Voor C.R.M. zal nu wat deze laatste betreft getracht worden 360 ha aan te kopen. In de z.g. Wor- kumerwaard van 680 ha zullen geen werken worden uit gevoerd, ook eën tegenvaller. Veel hangt nu dus af van de bereidwilligheid om de bedoelde gronden te verkopen, die is nog niet groot. Eigen-verbruikers kunnen de getaxeerde agrarische waarde plus f 5.000,per ha krijgen. Bij verpacht land wordt voor de verpachter op die waarde 30 gekort, de pachter krijgt dan f 10.000,per ha vergoeding. Dat is de directe schade, maar wat met de indirekte, omdat zo'n gebied niet verbeterd wordt, zoals het moest? Het pro bleem is eigenlijk uitgesteld, want de vraag is wat er straks moet gebeuren, als de grondverwerving voor C.R. M. niet gelukt blijkt. Dan zal de zaak weer hogerop gespeeld moeten wor den. „Koudum" is met de „Vijfheerenlanden" van natio nale betekenis: toetssteen of nog samenwerking van landbouw en natuur- en landschapsbescherming mogelijk zal zijn! TRACEE-D VOOR WERKGELEGENHEID MIDDAGS ging men naar het noorden, naar de Waddenkust, om te zien hoe goed een paar dui zend hectare uitstekende zavelgrond buitendijks ingepol derd zouden kunnen worden. Broodnodig voor de bevor dering van de werkgelegenheid in de Friese kleibouw- streek. De vorige avond had de heer ir. A. Quak, secre taris van de Friese Gewestelijke Raad van het Landbouw- (Zie verder pag. 12) QNZE oud-minister van Financiën, mr Witteveen, heeft een verantwoordelijke baan gekregen, nadat hij als minister van Financiën was afgetreden. Hij is direkteur vafi het Internationaal Monetair Fonds (I.M.F.) geworden. Als zodanig is hij als geen ander op de hoogte van de ver houdingen en waarde van geldmiddelen op de gehele we reld. Hij is niet erg optimistisch met betrekking tot de waar devastheid van het geld. Zijn beschouwingen geven ons aan leiding het volgende op te merken. Het onvermogen om de groei van geld en krediet binnen de perken te houden zullen tot gevolg hebben dat, indien de huidige teruggang (recessie) en de problemen van de beleg gingen door de olielanden voorbij zijn, ons een nog sterkere inflatienolf te waihten staat! Het zijn echter niet alleen de rijke landen wier politiek in deze richting werkt. Ook de te- kortlanden dragen tot dit gevaar bij. Ht is namelijk gemak kelijker geworden geld te lenen. De olie-dollars spuiten in het rond en overstromen de wereldDat brengt met zich mede, dat zij gemakkelijk worden uitgegevenwant wat ge makkelijk v ordt verkregen, wordt nu eenmaal ook weer ge makkelijk uitgegeven. Maar deze situatie brengt wel met zich mede dat de tekortlanden steeds minder in staat zullen zijn om de noodzakelijke maatregelen te nemen om orde op hun zaken, ook op economisch gebied, te stellen! p/OOR de ondernemingen is deze situatie van hollende in flatie een zaak van steeds toenemende zorg. Zoals de geldbehoeften van elk gezin door de inflatie stijgen, zo is het ook, maar dan in het groot, voor een onderneming. Bij ster ke inflatie moeten de nominale winsten sterker stijgen dan het percentage van de inflatie. Reeds vele malen hebben wij beweerd eti niet alleen wij, maar al wat ondernemer is in Nederland behoort tot dat koor dat door de Overheid hier niet mede wordt ge rekend. De regeringsmaatregelen zoals prijsbeheersing (industriële produkteri) en prijsstelling agrarische produkten) en fiscale afroming van winsten en belasten van vermogens leiden tot steeds verdergaande onbillijkheden en zijn fnuikend voor de rentabiliteit, liquiditeit en continuïteit van de onderneming. Het belasten van schijnwinsten, die voortvloeien uit de in flatie, zoals winsten op voorraden en fiscale afschrijving op basis van de historische kostprijs, betekent een regelrechte aantasting van het voor de voortgang benodigde bedrijfs kapitaal en een belemmering voor de groei en uitbouw van de onderneming. f) A LING van de winsten, zowel van grote als van kleine ondernemingen is om die reden zeer verontrustend. Het is immers dan onmogelijk de werkgelegenheid op peil te houden, lonen en salarissen aan te passen aan de inflatie en te bouwen aan de toekomst van de onderneming! In onze visie is de onderneming, de partikuliere onderne ming nog altijd het draagvlak van onze nationale economie. Het is te hopen dat de overheid in het belang van alle bur gers de ondernemingen in staat stelt om zodanige winsten te maken en te behouden dat sterke en groeiende ondernemin- overblijven die hun bijdrage leveren aan een gezonde Ne derlandse economie. PAAUWE S

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3