Beregenings- installatie op zandgrond Regenwater l^jEEFT men eenmaal een beregeningsinstallatie dan zal deze rendabel gemaakt moeten worden via meerop brengsten van de geteelde gewassen in de toekomst. Dit Het gebruik van Schering-llE olie in de bietenteelt KORTE WENKEN c.A.R. - z^^en C.A.R. Zevenbergen Ing. A. M. VAN DER VEEKEN Hoe lang regenwater er over doet om het grond water te bereiken is nu wel een zeer toepasselijke vraag n.a.v. onze abnormale regentijd die wij net achter de rug(?) hebben. Tot voor kort heerste de mening dat regenwater relatief snel door de bodem sijpelt op weg naar het grondwater reser voir. Snelheden van 1 m per minuut tot 1 m per dag schenen plausibel. Maar recente onderzoekin gen hebben toch anders bewezen. Er zouden pas jaren over heen gaan alvorens regenwater het grondwaterpeil bereikt. Dit resultaat is eveneens van nut bij de beoordeling van het probleem hoe snel b.v. giftige resp. verontreinigende deeltjes, opgelost in regenwater, het grondwater bereiken. Ziehier het verrassende antwoord op de vraag hoe snel regenwater of andere neerslag als sneeuw en hagel het grondwater bereikt. De weersomstandigheden zijn in ons lage land vaak bijzonder grillig. Het laatste jaar is daar wel een uitge sproken voorbeeld van. Het groeiseizoen 1974 begon zeer droog, om te eindigen als een soort natte moesson, het geen tot ver in het huidige voorjaar vrijwel onafgebroken is doorgegaan. De bekende strijd om het water, waarmee vooral boer en tuinder worden gekonfronteerd. Het is opvallend, dat de vraag naar beregeningsappa- ratuur telkens opnieuw ontstellend groot is tijdens een wat langer aanhoudende droogteperiode. Op zich begrij pelijk, maar toch kunnen we niet aan de indruk ontkomen, dat velen zich hierbij laten leiden door de situatie van het moment. Men zou kunnen opmerken een weinig zin volle en doelgerichte bedrijfsvoering. Het afwegen van de kosten en baten van een beregeningsinstallatie vraagt wel enige voorbereiding. Bovendien kan men tijdens droogte meestal niet van de ene dag op de andere over de apparatuur beschikken. Ook de aanleg kost immers tijd! VOCHTHUISHOUDING VAN ZANDGRONDEN QP het gebied van de te nemen kultuurmaatregelen, in verband met de bodemvruchtbaarheid van de zand gronden, is de waterbeheersing nog het meest achtergeble ven. Dit geldt zowel voor te natte als voor te droge percelen. Op de waterafvoer zullen we in dit bestek niet nader ingaan, maar wat dieper ingaan op het vochttekort van de droogte- gevoelige gronden. Bij diroogtegevoelige zandgronden reikt de beworteling van grasland en akkerbouwgewassen niet dieper dan 40 h 50 cm. Per dm grondlaag kan gemiddeld 10 tot 14 mm water wor den vastgehouden. Dit betekent, dat droogtegevoelige zand gronden in het voorjaar hooguit 50 tot 70 mm voor de plan ten beschikbaar water kunnen bevatten. Deze hoeveelheid is gering en betekent dat de irest aangevuld moet worden dloor de natuurlijke neerslag of door beregening. Van aan voer uit het grondwater is op dit soort gronden zonder in greep (woelen) weinig te verwachten. Het vochttekort is het grootst bij grasland. Gemiddeld berekend over een reeks van jaren komt het neer op 150 mm per groeiseizoen. Bij een juiste toepassing van de beregening kan op zandgras- land een meeropbrengst van 100Q tot 1200 kg bruto zetmeel- waarde per ha worden bereikt. In tegenstelling tot de meeste andere gewassen lijdt gras land van elke droogteperiode gedurende de zomer, zowel vroeg als laat in het seizoen. Van een droge periode in mei of begin juni hebben bieten bijvoorbeeld geen last. Het ge was is immers nog klein, terwijl de grond nog voldoende vocht in voorraad heeft. BEREGENINGSPUT |JE put is een belangrijk, zo niet het belangrijkste onder deel bij de beregening. Ten aanzien van de waterwin ning worden de moeilijkheden allengs groter. Dit geldt voor al voor West Brabant. Goede watervoerende lagen treft men pas op grote diepte dn de grond aan. Vandaar dat de putten in West Brabant algemeen een diepte van 70 tot 90 meter moeten hebben. In midden en oost Brabant is de situatie wat gunstiger. Op het gebied van de waterwinning wordt op bepaalde plaatsen tegenwoordig ook veel konkurrentie on dervonden van diverse industrieën, waterleidingbedrijven en van kollega land- en tuinbouwers. Om de moeilijkheden bij de waterwinning te voorkomen worden tegenwoordig wel Tijdens droogteperioden moet beregening vrijwel onafge broken doorgaan. zogenaamde onderwaterpompen geplaatst, ofwel wordt bij het maken van de put de mogelijkheid geschapen om in de toekomst een dergelijke pomp aan te brengen. Bij de plaat sing van een normale elektrische motor plus pomp is het in alle gevallen belangrijk deze kombinatie zo laag mogelijk bij de grond op te stellen. Voor een goede werking is plaat sing in de grond op 1 ll/2 meter diepte vaak zelfs nood zakelijk. Alvorens de gehele installatie te kopen is het zaak eerst een put te laten maken van ruim voldoende kapaciteit. Vraag schriftelijke garantie op het geven van zandvrij water voor minstens tien jaar. BEREGENING GEDOOGT GEEN UITSTEL vraagt een konsekwente toepassing. In de praktijk laat dit nogal eens te wensen over. Vooral op bedrijven met tuin bouw b.v. tijdens de aardbeienoogst of bij de drukte gedu rende de voederwinning komt op tijd beregenen wel eens in het gedrang. Weliswaar verloopt de voederwinning het vlotst bij hoge temperaturen en zonneschijn. We moeten echter wel bedenken, dat deze omstandigheden de gewas- verdamping en uitdroging van de grond eveneens bijzonder snel gaat. Een verdamping van 3 tot 5 mm water per dag en soms zelfs meer is voor een groeiend gewas dan geen zeldzaam heid. Wanneer de beregening wordt uitgesteld, ontstaat spoedig een achterstand die vrijwel niet meer is in te halen. Over de rentabiliteit bij, een dergelijk gebruik van de regeninstal- latie moeten dan toch wel grote vraagtekens worden ge plaatst. REGENINTENSITEIT EN VERPLAATSING VAN DE INSTALLATIE gIJ de meest gangbare installaties, volgens het systeem van langzame beregening, wordt gewerkt met sproei ers met een mondstuk van 5 of 6 mm. Bij plaatsing op de buizen wordt een sproeiverband van 18 x 18 meter als nor maal aangehouden. De regemntensiteit (waterlaagje) bij de 5 en 6 mm sproeiers bedraagt dan bij een normale druk res- dlektievelijk 6 en 8V2 <m<m water per uur. Voor een vol doende -regengift van 20—25 mm water per keer moeten de 5 mm sproeiers 4 uur op dezelfde plaats blijven draaien. iDe 6 mm sproeiers ongeveer 2l/2 3 uur. Bij te vroeg ver plaatsen verdampt relatief teveel water voordat het de kans Iheeft gehad omi in de grond te trekken. Dit resulteert in een ongunstig rendement. Bij herhaalde toepassing bewerkstel ligt men bovendien een zeer oppervlakkige beworteling. Waar geen water aanwezig is, groeien immers geen wortels. De grond moet voldoende vochtig worden gemaakt, aanslui tend op de ondergrond. Of dit werkelijk is bereikt, kan daags na de beregening worden gekontroleerd met een grondboor of met de schop. De kapaciteit van de installatie moet zo danig groot zijn, dat globaal binnen een tijdsbestek van één week de gehele oppervlakte moet kunnen worden beregend. Het 's nachts beregenen heeft voordelen in verband met besparing aan stroomkosten, betere verdeling van het water door minder wind en geringere verdamning dan overdag. Pas dus de beregening ikonsekwent toe, op de juiste tijd, anders heb jegeen profijt! ELE bietentelers hebben in 1974 de werking van Betanal door toevoeging van Schering-11E olie weten te versterken. Bij toevoeging van deze olie aan alleen Betanal bedraagt de dosering 5 liter per ha en bij toe voeging aan de kombinatie Betanal plus Pyramin dient de dosering verlaagd te worden tot 3 liter per ha. Schade is in 1974 vrijwel niet opgetreden. Misschien in een in cidenteel geval enkele dagen groeistilstand. Hierbij dient echter in aanmerking te worden genomen dat het voor jaar '74 bijzonder koud was en dat de kombinatie alleen is toegepast op afgeharde bietenplantjes. Daaronder wordt verstaan bietenplantjes die een waslaagje hebben ge vormd doordat enkele dagen voor de bespuiting alsmede op de dag van bespuiting, het weer droog en zonnig is geweest. Bedenk ook dat de kombinatie Betanal plus Schering-11E olie bij lage temperatuur niet alleen effek- tiever is op het onkruid dan Betanal alleen, doch dat hierdoor tevens de veiligheidsmarge ten aanzien van de biet wordt verkleind. DETANAL plus Schring-11E olie verdient aanbeve- U ling: a) bij weinig zon en temperaturen beneden 18° C.; de werking van Betanal is dan veelal traag. b) indien het onkruid wat aan de grote kant is en/of wat moeilijker te bestrijden klein onkruid voorkomt zoals kleefkruid, opslag van koolzaad, varkensgras, zwaluwtong, perzikkruid en waterpeper. c) indien om welke reden dan ook geen bodemherbicide direkt na zaai is toegepast. Ook voor de onder ,,b" en „c" genoemde omstandig heden is toepassing alleen toegestaan bij temperaturen beneden de 18° C., en uiteraard op gezonde bieteplant jes. Het gebruik van andere olietypen moet worden ont raden. De risiko's verbonden aan de toepassing van deze olietypen zijn geheel voor de gebruiker. Aldus bericht ons Schering Nederland B.V., Afdeling Agro - Boxtel, telefoon 04116—4925. AKKERBOUW WIST U DAT BETANAL UW SPUITMACHINE van binnen heel goed schoon maakt? Al het achtergebleven vuil komt los en kan de spuitdoppen en leidingen ver stoppen. Begin dus met een schone spuitmachine voor U met Betanal gaat werken. EEN SPUITMACHINE is prima schoon te krijgen door axin 250 l schoon water een >/2 l Teepol of een af was middel toe te voegen. Om groeistoffen grondig te ver wijderen is 1 kg soda op 200 l water nodig. In beide ge vallen goed roeren, even doorspuiten en naspoelen met minstens 250 l water. DOOR DE STEEDS GROTER WORDENDE MACHI NES is het mogelijk in kortere perioden het werk klaar te krijgen. Weet echter dat deze grotere machines ook vaak een groot deel van uw arbeidsloon opslokken. Al leen in samenwerkingsvormen zijn de grotere machine met behoud van uw eigen inkomen rendabel te maken. VOOR LOON- EN ZELFSPUITERS, maar ook voor boeren die bij de tijd willen blijven is er het groene boekje de „Handleiding bij de chemische bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden in landbouwgewassen". Vraag maar aan uw voorlichter. OP KALIFIXERENDE GRONDEN worden aardappe len gemakkelijk gevoelig voor stootblauw. Als de aard appelen 20 cm hoog zijn en U geeft dan een overbe mesting met 200 kg zwavelzure kali of 300 kg patent kali dan kunt U de blauw-gevoeligheid een heel eind terugdringen. VEEHOUDERIJ ZIET U NU OOK AL VOOR U dat de koeien eind mei in te lang gras lopen? Ook bij normale groeiomstandig- heden komt dit elk jaar voor. De oorzaak is dat ver zuimd is om vroeg d.w.z. voordat een normale op brengst wordt verkregen te gaan maaien. Groeitrap pen in de weidepercelen worden pas dan verkregen als U regelend optreedt. DE KOEIEN KUNNEN IN DE WEIDE 25 kg melk produceren met 1—2 kg krachtvoer. Maar dan moet het gras van een uitstekende kwaliteit zijn. De koeien moe ten dan elke 24 dagen worden omgeschaard en in mats, kort gras komen. Als dit uit de hand loopt kost het veel krachtvoer om te korrigeren. IN NIEUW INGEZAAID GRASLAND kunnen mollen veel schade doen. De oude gangen zijn vernield en de mollen zijn niet te lui om veel nieuwe te graven. Daar door ontstaat een holle zode. Met klemmen kunt U de mollen goed vangen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 7