m
Eindelijk zaai- en pootwerkzaamheden nagenoeg achter de rug
UIT DE
PRAKTIJK
Kiemkracht bruine bonen
soms nog geen 60°/.
De toekomst wat hoopvoller tegemoet!
Een al te gemakkelijke
uitspraak?
PRB 200
groeistof voor verhoging
suikerbietenopbrengst
6
Het meeste werk is nu wel gebeurd in de WESTHOEK.
Er moeten nog bonen gezaaid worden en ook de knolselderij
moet nog geplant worden. Wat een tegenstelling met vorig
voorjaar overigens. Toen was het tobben wat de klok sloeg
over de opkomst van het gezaaide en nu staan de bieten
met 10 dagen eruit! Natuurlijk is alle succes nog niet ver
zekerd. Maar na alle tegenslagen van '74 geeft dit de boer
toch weer moed. 't Volgens bedrijf is nu de onkruidbestrij-
ding, zo hier en daar is er echt al wol wat te zien en we
zullen heus best nog wel vooruit kunnen! Wanneer we het
klaarmaken van het land nu met vroeger vergelijken moeten
we wel konstateren, dat dit bij lange na niet zo intensief
meer gebeurt dan met de paarden. Vroeger lag alles los
maar dat is tegenwoordig echt het geval niet meer. Toch
krijgt op die manier het onkruid; in eerste instantie zo meer
kans en vooral voor de wortelonkruiden is dat niet gunstig.
Waren we in februari al bezorgd over de bloesem in ver
band met de optredende nachtvorst die toen echter geen
Wanneer deze bijdrage vanuit NOORD-BRABANT voor
de rubriek uit de praktijk wordt geschreven, kan. men stellen
dat nagenoeg al het zaai- en pootwerk achter de rug is. Het
was wel een heksentoer om een beetje redelijk poot- en
zaaibed te krijgen. Veelal was er onvoldoende verweerde
grond om de gaten te dichten. Op de percelen waar men nog
een bewerking over de vorst heeft kunnen uitvoeren ging
het nog het beste. Nu krijgen we weer een wat duidelijker
beeld van het bouwplan. Er zijn nog al wat minder aard
appelen geplant. Enkele bedrijven; hebben dit jaar zelfs hele
maal geen aardappelen in het bouwplan opgenomen en vele
bedrijven hebben wat minder dan in voorgaande jaren. Als
oorzaken hiervan kunnen o.a. worden genoemd: de slechte
struktuur, het slechte prijsverloop en het schaarse pootgoed.
Het pootgoed viel dit jaar erg onvoordelig uit. Hierdoor en
doordat het pootgoed „uitverkocht" was zijn er nog al wat
aardappelen ruimer geplant dan men van plan was. Ook is
in enkele gevallen nog pootgoed uit de consumptie gesor
teerd. Hiervan is het maar te hopen daar het wat die gezond
heid t.a.v. virussen betreft mee valt!
De toepassing van Temik is dit jaar goed doorgebroken.
Naar schatting is in 85 a 90 van het areaal suikerbieten
dit middel toegepast. Dankzij de regelmatig vochtvoorzie-
ning van boven af is de opkomst vrij vlot en regelmatig, ook
op de zware grond. Hoewel de bieten nog maar pas boven
schade veroorzaakte. We zijn nu zover, dat de ijshedligen
gepasseerd zijn. Dat geeft ons wat meer zekerheid dat de
kans op nachtvorst niet zo groot meer is. Het aardappel
frezen is ook in volle gang, het vraagt weer heel wat pk's
en meestal slechte en dan ook nog een pluimpje boven de
trekker uit. Wat het aardappelen zetten betreft waren er
nogal wat moeilijkheden met het pootgoed. Verschillende
telers meenden de aankoop ervan tot 't laatste te kunnen
uitstellen vanwege de dure poters. Het feest ging echter
niet op entot op heden is er geen reden om aan te nemen,
dat de prijs zal dalen. De aardappeltermijnmarkt voor de
a.s. oogst doet het goed en dat biedt op dit moment echt wel
perspectief. Zo zie je een boer is erg „veranderlijk". Drie
weken geleden was het al pessimisme wat de klok sloeg en
nu zien we de toekomst toch echt wel wat hoopvoller in!
We zijn er heus nog niet, maar zoals het er nu voorstaat
zullen we er toch wel komen!
zijn zitten we al weer zo ver in het seizoen dat de bladluis-
waarneming ter bestrijding van de vergelingsziekte al weer
zijn begonnen. Tijdens enkele oriënterende waarnemingen
in de eerste week van mei zijn gelukkig nog geen luizen op
de bietenplantjes gevonden, ook niet in opslagbieten of
bietenkoppen. Op het moment is de situatie nog niet veront
rustend. Zodra er echter bladluizen worden gevonden zullen
dit jaar de bietentelers djm.v. een waarschuwingskaart wor
den geadviseerd om, in die gevallen waarin geen Temik is
gebruikt, tot er luisbestrijding over te gaan. Om alle bieten
telers te bereiken wordt dit jaar gebruik gemaakt van alle
bij Suiker-Unie en C.S.iM. bekende adressen.
Met name in de granen kunnen we nu de ergernis van
herfst '74 duidelijk waarnemen. Behalve de open of dunne
plekken toont de lichtgroene of zelf s gele kleur van de tar
we duidelijk aan hoe het met de struktuur in de ondergrond
is gesteld. Door de slechte struktuur komt de stikstofmine
ralisatie slecht op gang. Behalve de krappe stikstofvoorzie
ning kunnen we soms ook gebreksverschijnselen, b.v. man-
gaangebrek, aan de plant waarnemen. Onder normale om
standigheden wordt altijd gesteld dat toediening van V.P.K.
en sporenelementen d.m.v. een bladbemesting geen zin heeft.
Mogelijk kunnen deze middelen nu onder deze ongunstige
omstandigheden wel hun nut afwerpen!
We zijn in OOST ZEEUWS-VLAANDEREN thans zo
ver met de voorjaarsinzaai, dat we kunnen zeggen dat
(op enkele uitzonderingen na, wat stambonen betreft)
de gewassen aan de grond zijn toevertrouwd. En nu
kunnen wij bij benadering nagaan wat er van de ver
wachtingen is uitgekomen wat betreft het gewassen as
sortiment. De mening dat de oppervlakte zomergerst
groot zal zijn, is uitgekomen en er kan gerust van een
verdubbeling der oppervlakte gesproken worden. De
stand van de bovengekomen zomergerst is, gezien de
late zaai, redelijk, waarbij we opmerken dat de zwaar
dere gronden zeker van tijd tot tijd een buitje regen
behoeven.
(Zie verder pagina 9)
Wees niet al te rechtvaardig en niet al te godde
loos is een bijbelse uitspraak. Hieraan dachten we
toen ons een kwestie voorgelegd werd met be
trekking tot een knolselderijajname.
afroep. Toen de omstandigheden het toelieten werd alles
gelijktijdig gerooid, elke bruikbare machine werd ingezet,
met het gevolg dat soms grote rooibeschadngingen optraden.
De knollen werden dan primitief opgeslagen, hier en daar
zonder beluchting. Gewond en met een teveel aan grond-
tarra, het laat zich raden wat met dit produkt gaat gebeu
ren.
HET eerste jaar van de nieuwe knolselderijteelt en -af
zetorganisatie Zuid-West Nederland) is achter de rug.
Toen binnenshuis nog een hoop organisatorisch werk verzet
moest worden presenteerde zich reeds een moeilijk teelt
seizoen ,in het bijzonder betrekking hebbend op het rooien
en afleveren. Tijdens de oprichtingsvergadering is er meer
dere malen op gewezen, dat deze teelt beperkte afzetmoge
lijkheden heeft m.ajw. er is voor een beperkt aantal tonnen
ruimte. Als we dit in een areaal aan willen geven denken
we onder de huidige opnamemogelijkhedien aan ca. 1200 ha
met een opbrengst van 35 ton per ha. Zich realiserend, dat
er in 1974 ca. 1500 ha uitgeplant was, wist het bestuur met
vrij grote zekerheid te constateren, dat dit moeilijkheden zou
gaan opleveren. Uiteraard wist men toen nog niets van de
groei omstandigheden, die er toe zouden kunnen bijdragen
dat er een minder kwalitatieve knol zou groeien. Dit ruim
bemeten areaal wordt nog vervelender als de kilogrammen
per ha boven het gemiddelde liggen. Hierdoor kan een niet
waterdichte afspraak soms vervelend worden. De aanhef van
dit artikel is dan vaak van toepassing: „Wees niet al te
rechtvaardig, of wel zorg dat het geen of weinig geld kost".
Het gelag moet wel door iemand betaald worden, meestal
door de teler. Deze laatste is overigens ook niet altijdi recht
vaardig. Bij dit alles is nog een belangrijk punt naar voren
te halen en wel de bewaring. Met name bewaring in teelt
seizoen 1974 bleek dit overduidelijk. Door de veelvuldige
regenval was er bijna niet te rooien, zeker niet op tijd en op
Als er belucht werd kon de lucht er soms niet doorheen.
Zo moest er afgeleverd worden bij een te groot gelijktijdig
aanbod met een grote kwantumverwachting achter de hand
bij een beperkte markt. Zeker bij aflevering van het veld is
men dan geneigd te gaan werken zoals in de aanhef bedoeld.
Alles wordt te hulp geroepen om er kwalitatief onderuit te
komen: bruin, stip, schurft, waterringen, hol en ook over
matige kleigezetting blaast dan zijn partij mee.
KLEITRA N SPORT
ET kwam in het najaar van 1974 voor, dat van groei-
gebied naar opslagfirma meer dan de helft aan klei
getransporteerd werd. Als men weet dat hele provincies
gepasseerd moeten worden, dan kan men een indruk hebben
wat het transport extra is gaan kosten. Wie beschermt nu
bij zulke omstandigheden de partijen. We zullen maar meer
voud inbouwen. In eerste instantie vinden we, dat het kon-
trakt, als dat duidelijk van inhoud is, uitspraakmogelijk-
heden moet geven of minimaal er naar moet verwijzen. Wel
nu, zo'n kontrakt is er, maar is nog niet overal gehanteerd.
Als er een tussenpersoon ingeschakeld is, moet die het voor
de betrokkene, veiling en commissionairs opnemen. Dit ge
beurt niet altijd, was de ervaring van de nieuwe knolselderij-
afzeorganisatie. Deze organisatie was functioneel op een
redelijke wijze. Wees niet al te rechtvaardig, mag niet inge
bouwd worden en is ook niet gebeurd. Dit begrip mag tus
sen de regels van het kontrakt door niet onzichtbaar ge
schreven zijn, want dan is het moeilijk op te ruimen. On
zichtbaar schrijven gaat het beste met de inkt van de be
hoefte, bij veel vraag geen moeite... en geen ongeschreven
tussentekst.
Knolselderijteelt, een specialistenteelt; knolselderijhandel
een specialistenhandel. Als deze opstellingen elkaar precies
in het midden kruisen, dan zal het wel gaan.
Toch moet er bij dit afzetsysteem een begeleidende orga
nisatie zijn, om op diverse fronten orde op zaken te stellen.
We denken dan b.v. aan kontrakttekst en prijsonderhande-
lingen.
Een individuele opstelling mondt uit in het elkaar voor
de voeten lopen, met alle gevolgen van dien. Juist daarom
wordt een beroep op u gedaan u aan te sluiten door u op te
geven als lid van deze belangrijke teelt- en afzetorganisatie.
Dit kan bij het secretariaat: Stationslaan 4, Zevenbergen,
tel. 01680—23730. Mogen wij in uw eigen belang op u reke
nen?
Het is nu echt voorjaarsweer zeggen de boeren, dat doet
weldadig aan. We hebben er lang op moeten wachten, welis
waar met nogal wat negatieve ballast van 1974, maar de
boer ploegt voort, altijd v/eer. Ook de knolselderij zal weer
spoedig geplant worden, laten we hopen dat ze in elk geval
rechtvaardig zal groeien. Er zijn enkele al te gemakkelijke
uitspraken gedaan helaas, soms met name door instellingen
waarvan men het niet verwachten zou. v.D.d.H.
Het Belgische blad „De Suikerbietplanter" van april 1975
geeft enkele bijzonderheden over de toepassing van PRB 200
een groeiregulator voor suikerbieten, die in België toege
laten js. Wij ontlenen daaraan de volgende bijzonderheden.
<*br^verhogingenbij suikerb>eten kunnen verkregen
h?t v i u0Wf verb°g'ng van het wortelgewicht, als
oio o™ een kombinatie van beide produk-
tiefaktoren. PRB 200, een specifieke groeiregulator voor
w^rtüi^K6"' Stim.n het vegetatieve effekt waardoor de
wortelopbrengst wordt verhoogd. In mindere mate is het
ïfLffT T suikergehalte. Op een twaalftal over het
gehele land verspreide proefvelden werdi in 1974 een gemid-
delde meeropbrengst vastgesteld van 5l/2 ton bieten 16
gehalte per ha.
PRB 200 wordt toegepast door bespuiting over het blad
met een dosis van 0,5 1/iha geformuleerd produkt. De behan
deling heeft plaats zodra een voldoende bladontwikkeling is
bereikt; t.t.z. wanneer 80 of meer van de bodem door die
bladeren bedekt wordt en vóór het sluiten van de rijen
(100 bodembedekking). Rekening houdend met de wer
kingswijze van het produkt, wordt aangeraden het gewas
te behandelen in samenhang met de vegetatieduur. Men
heeft n.l. vastgesteld dat de belangrijkste meeropbrengsten
verkregen worden op een gewas dat een vegetatieduur had
van 110 dagen op meer tussen de toepassingsdatum en de
oogstdatum.
PRB 200 is beschikbaar als een emulgeerbaar koncentraat
en bevat 50 aktieve stof of Orthonil; een groeiregulator
nauw verwant met de natuurlijke auxines.
Als spuit volume wordt 200 400 1/ha water aangeraden.
Het mengen van PRB 200 met de gebruikelijke vloeibare ïn-
sekticiden, bladvoeding en sporenelementen, heeft geen be
zwaren opgeleverd. De „Suikerbietplanter" tekent hierbij aan
dat de huidige economische omstandigheden de boer nood
zaakt zodanige cultuurmaatregelen te treffen dat zo hoog
mogelijke opbrengsten verkregen kunnen worden. Dank zij
jarenlange proefnemingen kon worden aangetoond dat de
mogelijkheden geboden door PRB 200, de verst gevorderde
groeiregulator, een belangrijke stap in die richting betekent.
PRB 200 een produkt van P.R.B. N.V. wordt in de handel
gebracht door Agriphar SA. S.BA. N.V. 4200 Ougrée en
N.V. Phytosan - Industriepark 2680 - Bornem.